Een gat in het
boek p»
Daar heb je
herinneringen
aan
Sinterklaas
Water voor het
paard
Ik ging door
de hel
Een geheimpje
Een gegoede
familie
Klaasje zonder
kop
goes
Zaterdag-bijlage van 4 december
rV „35*1 J
ting be
ll., 220 v.
straat 9.
weubelulas
iSESl
FUM
stral, A,
ie, Alba-
stacara-
bagage-
Caravan-
chter 't
(1 Km
Hoeven),
ie. 6ervi-
s-H. ttendriksfetnif.t|
«traal 9
Tel HIIOH
toercara-
en luxe
Merken
Beverly,
lip, Java-
Polvhome
oóie ge-
Rijksweg
- 1914 -
«B08
Te koop witte Bt
dwergpoedeltjes. ch «J
boxers, goudspaniels ?icbl
jes, pinchertjes en j!"
huishondjes. Alle
gels, hamsters ,r"*n i
Ook al uw dierenvoeHiü0!
onze huisdieren met s M
den garantie. Fahrmil,
8. Roosendaal. 121
3e Mule
beeft nog
itsen. Inl.
Te koop zwart dwei^T
rasecht, allerliefst <?f
cocker-spaniel, schat vj?
deren plm. 3 mnd. oud
125,-. Tel. 01682-523 '7 5
niet. z°n<
Smokkel-
jrme sor-
vans, o.a.
3 mtr
amer, te-
ielle, tel.
Kennel v.
biedt t.k.a. nest üS?
9 weken oud met prM
boom met inenting*^*,?
J. v. d. Riet, Achterl^
Prinsenbeek Tel, oiwjggg
Kennel v.d. RictijThM
bekroorade'^oucfers^v 1
Prinsenbeek?01116"' Ei6«'
.- en uit-
wereld 1
tratie en
Caravans
an de E9
Best.
mds geo-
nieuwe
aan en-
Igens o.a.
1968 met
Blue Bird
f 5.150,-.
it 2.750,-.
t 2.550,-
it
1.950,-
Blue Bird
Gespreide
.aanplaats,
wanbedrijf
394, Dor.
(4-36775.
T.k.a. Oudh. blauwe ke«
den, dalmatiners, cocker
niels teckels, dwergpota,
chow-chow. Xe bei
Simon, Laagveldsestrajt
Roosendaal, tel. «1650.3»]!
T.k. zilvergrijze
tjes. A. de Rooy
36, St. Willebrord.
dwergpo
Rucphens
T.k. zwarte poedeltjes
40,- goudspaniels, pekinee
teckeltj es. dobbermanpim
tjes. Duitse herders en prai
ge huishond jes. Te bevr
ge Brugstraat 72, Leur. T
lage prijs.
Landbouw
Rijpony, 1,15 m. ruin, 8
prima rij kwaliteiten. Ge
handelaren. 01600-43688
van onze
zen. Nieu
1972, o.a.
.975,-. Al-
Albatros
750,. nu f
f 7.250,-.
f 7.850,-.
elders f
Riviera
met ka-
sport, Ge-
maan-
>laats. be-
ïdrijf Ha-
394, Dor-
4-36775.
Diversen
sn
:.k.m. met
5-51 jaar.
.e.r.) ond.
igeman 36
zoekt
met lief
weduwe
;ijd, liefst
ven met
es worden
>K 19625 R.
Jaar, ei-
huwelijk
ongeveer
omgeving
Brieven
C bureau
„Zeevissen op de Noor
dagelijks met M.S.
vanuit Hellevoetsluls
stappen Stellendam voo
form, en reserveringen te!
176557, 20595C en 01883-4
Café „Dubbele Poort" (vt
heen Tabarin) Hulst alle w
einden keuken geopend to
nachts 2 uur! Specialiteitei
té en halve haantjes met
om mee te nemen.
nan van 46
nis maken
werkende
GK 10847
U is het
ie Neder-
gscentrum
icten, er
van Toe-
dankbetui-
de grote
ke succes
middeling,
gegevens.
6037, Am-
urg: Nwe
el. 04250-
huwelijks-
itional-De-
de raad
s 1949 het
duizenden
;st. De ge-
van tech-
en ge-
bemidde-
ïsvol. Wij
neerd bu-
op de eer-
iebben het
over Ne-
elct gratis
letter DS,
is 18, Hat-
05206-2526,
an 513, tel.
Doenrade-
53534, Wij-
tel.
eiser met 2
zou graag
ette vrouw.
662 R
betere
jureau. Er
van toe-
Voor ver-
ijke bemid-
Beekrrian-
01850-40353.
15, telefoon
d. Rijn,
i 01714
enweg 250.
vrq
uit
Prijskaarting: zondag a.s.
hazen konijnen en fazanten
J. Schonenberg, café
Kroon", Terhole. Begin
uur.
Schieting op zaterdag 4
cember in café Centraal
Zuiddorpe. Vooruit 30 kali
nen. 1 kalkoen of 200 f
Inleg 105 frs. Terug
Aanvang 3 uur. BerekendJ
60 schutters.
Kwaliteits Condooms, 361
Blausiegel f 12,50 gros f 42,11
48 st. f 10,— gros f
Wilpo Postbus 774, Leeuf
den. Geen vooruitbetaling.
Voorlopig bericht. Zaterdaj
(december a.s. grote wildsii
ting op 2 wippen, om 40 T
koenen, vers geslacht 3j
Inleg f 3,50 per wip,
inbegrepen, korten 16, ter£
3,Begin 3 uur stipt inj
heerlijk verwarmde zaal w
Café „Het Witte Huis", K3o§
terzande.
Piano stemmen en repart&a
door geheel Nederland t.n.Vij£M
Joosten 010—170786.
Condooms. Proefpakket Dute*ï|
Blausiegel en Fromms met i
T, korting, 45 st. f 15.-. Chtl«J
ko, Postbus 194 tóeuwaidetl. 1
Betaling binnen 5 dagen n»
ontvangst.
Condooms,
proefpakket Dut®
Chriko. Postbus 169, beeUW
den. Betaling binnen 5 aa«
na ontvangst.
Hoktentoonstelling
december bij mevr. Schop
Hulst. Van (ie Uette.1?ben,wW
v-a-n Kerckhoven, Al. uu
ger, C. de Roeck.
Hoktentoonstelling °P
december a.s. bil P-JgST
Hulst. Van .de "«Jj,
gebr. v. d. Vlies, A- van
zeke, C. Paalman.
Grote wildschieting op t
pen, zondag 5 decern
Heyens, Lamswaarde. Begin a
uur. Soc. „De Vrede
Schieting zondag 5 d'ec^ gj
„Flora" te Sas van Gent- i
gin 3 mir-
Schieting op zon<J?l[ 5 Moï
ber bij café „De Oude
Koewacht. Begin Suur^
7ZZ z deceron
Schieting zondag
5Ü.
Duivenliefhebbets, vti, ijp
prima ,J0"SBeigische
jchtstreekse Belg,et,
meenSttveneVe weduwbrt»
venhokken, en "5
ken. duivenklokkempo
alles op d duiven)$j
Verhuur tJftoonsteUingsk<|
Postduivenkweekstahon j
heeft ze bete' „«ui?
Spaandonck Het
Jansteen-
Grote schieti^S g^ber Jjjfll
op zaterdag 4^ j
Blommaent,
Het moet omtrent mijn zesde levensjaar zijn geweest,
toen ik van Sinterklaas een boek kreeg. Ik was, denk
ik, nog geen zeven en was dus volgens de oude kate-
chismus nog niet tot de jaren van verstand gekomen.
Een onnozele blaag was ik. En ik geloofde innig in die
oude inan die ik beschouwde als een soort op aarde
levende God de Vader. Van die men kreeg ik een boek.
Op de ochtend van de zesde december lag het beneden
in de huiskamer op tafel. Want in die tijd reed Sin
terklaas bij ons thuis 's nachts altijd over de tafel
heen. En die lag 's morgens vol. Ik vond het boek te
midden van andere uit de zak geworpen geschenken.
Het was oorlog op dat moment. De Duitsers van het
Derde Rijk marcheerden nog door de straten. Maar
Sinterklaas kwam toch. Die had daar kennelijk niets
mee te maken. Al zal het wel aan de geschenken te
merken zijn geweest, want alles was schaars en geld
was er nauwelijks. Maar wist je veel als kind.
In elk geval was de karige tijd ook te merken aan
het boek. Middenin zat een groot gat, ter grootte van
een tennisbal, dwars door een stuk of twintig pagina's
heen. Mijn ouders hadden het natuurlijk met veel
moeite ergens op de kop kunnen tikken en waren al
blij met een beschadigd boek. Beter dan géén boek.
Ik weet nog goed, dat het gat ophield bij een plaatje.
Eigenaardig eigenlijk. Het plaatje stelde een grote,
nors kijkende, dikke vrouw voor, die achter een dam
pend bord voedsel zat. Op de rand voor haar bord zat
een heel klein jongetje, piepklein. Dat was Bartje,
want daar ging het hele boek over. Ik geloof dat hij
moest zorgen dat hij niet werd opgegeten. Het staat
mij bij, dat mijn vader het daar geregeld over had, als
hij uit het boek voorlas. Het was erg spannend. Bij
elke hap, die het mens nam, zat je in grote spanning
te luisteren of volgens je voorlezende vader Bartje
nog op de rand van het bord was achtergebleven of
dat hij verdwenen was in het enorme spijsverterings
stelsel tegenover hem. Wat voor boek moet dat toch
l geweest zijn?
Ik stond wel raar te kijken van dat gat. Maar mijn
i ouders waren er ook nog. Die stonden er die ochtend
Vdïizelfsprekend bij en waren, zo herinner ik mij, even
mbaasd als ik. Die Sinterklaas toch. Maar jawel, de
pk bisschop had een verklaring op schrift gesteld.
moeder vond die plotseling op de hoek van de
lili Ze las hem voor.
interklaas bleek het erg jammer te vinden van dat
Mas me tiaar toch dat lompe paard met een van
«poten, al rijdend over de tafel, in dat boek getrapt,
'k was ineens geweldig trots. Opgetogen was ik. Het
tol ging diezelfde morgen nog mee naar school en
ik toonde het aan al mijn vriendjes. Zoiets had nog
•mand meegemaakt. Vol ontzag en vol geloof in het
Snterklaasgebeuren, staarde iedereen naar dat gat,
«sar dat blijvende spoor van het paard van Sinter
klaas. Ook de juffrouw vloog erin, want ik hoor haar
»«s zeggen, dat het gat precies de vorm had van een
hoef.
HEIN SLUIJTER
uur.
Duivententoonstell nBl0,
december hu liefhebbei
Hulst. Van de «rad
Kuicks, Tn
Koolmees.
ratis MosselfeestC£nJ
4 december in pü°*
te Heikanti
uur. -d«c<
Attentie!'- Zaf,jgchieting °L
ber grotewüdsch.^
wippen om 40 ln[eg f
fnesaCtabeereP|^
Grote P'-fSunen.
hazen en 4 p van
Pb
len: Jonge
toys kleu-
wit En-
rima stam-
at 9. Huij-
11 de Zwarte Pieten in kwaliteit aanzienlijk deva-
ueren de vraag wordt te groot denk ik met stij-
Jend genoegen terug aan die ene ontmoeting met
en andere knecht van de goede Sint. Hij heette Sab-
3^cn na die gedenkwaardige dag op de kleuterschool
et) hem nooit meer gezien. Ik herinner me dat aan
'!J komst een klein intermezzo voorafging. In het
klaslokaal waar het vaak naar kaarsvet en natte
leren rook, werd zuster Gabriela, aan wier zorgen
waren toevertrouwd, door een nerveuze zuster
v ere_sa apart genomen. Van haar gefluister konden
G niets verstaan. Maar na haar overhaast vertrek
,racht Soeur Gabriela de boodschap over. Sinterklaas
°n tot zijn spijt niet komen maar hij zou, binnen nu
tien minuten, zijn trouwe knecht Sabbas sturen.
,^e Sint deed zijn belofte gestand, want nog voor de
0Jd verstreken was, werd er met donderend geweld
P de deur gebonsd. Vervolgens stormde er een wezen
G klas binnen, dat even lang als breed was. Het
- °e§ schoenen maat 44 en het was gehulp in een
•e' gele japon met zwarte noppen. Het bolle hoofd
zwart als de kachel leek nog boller door de groene
"'Pinopet die alleen het gezicht onder de wenkbrauwen
vriJliet.
Soeur Gabriela zei: „Daar heb je Sabbas". Maar voor
de k verc*ere detailbezichtiging konden overgaan was
Dolle verschijning, na een flitsende stormloop langs
h Schoolbanken, al weer achter de deur verdwenen.
ge!\pinuut of tien later stapte zuster Theresa die
eilige dikkerd weer binnen, met een hoogrood
J'cht dat kennelijk zojuist een stevige wasbeurt had
regen „Is-ie al geweest", vroeg ze.
e heeft dezelfde grote voeten als Sabbas, dacht ik.
JAN VERDIESEN.
Het heerlijk avondje is gekomen. Met zijn sfeer
van knusse angsten, gespannen verwachting en
spontane blijdschap over wat komen gaat en
gekomen is. Op deze pagina tasten enkele re
dacteuren heel diep in hun privé-zak vol herin
neringen. Ergens onderaan ontdekten zij Sin
terklaassurprises uit het verleden, vol huiver
en humor, herkenbaar voor iedereen.
Hebben wij vroeger echt in Sinterklaas geloofd? Deze
vraag wordt nogal eens smalend ontkend? Ik kan wat
dat betreft steunen op een ervaring die weinig twij
fels overlaat. Ik moet een heilig geloof in Sinterklaas
hebben gehad. Nu nog maak ik me af en toe zorgen
over zijn paard dat in mijn kinderogen een enorm
zwaar leven had. Maar in de klomp legde we thuis
enkel wat winterpeen. Ik begreep niet hoe lichtvaar
dig mijn broer en zusjes konden zijn om het water
te vergeten. Water, water en nog eens water was
alles wat dat paard na zulke vermoeiende klimpar
tijen nodig had.
Iets van de heilige zorg voor dat paard ik heb
zelfs een keer een emmer water voor de schoorsteen
gezet voel ik nog steeds een beetje knagen. Die
overtuiging dat dat beest het nodig had is me altijd
heel sterk bijgebleven: zo'n beetje het bewijs, d§t ik
in Sinterklaas geloofd heb. Dat geloof van mij was
achteraf trouwens toch bijna een mysterie. Zo deinsde
ik er niet voor terug de plannen van de Sint te door
kruisen door zelf 's morgens heel vroeg wat suiker
beesten, die ik ergens vandaan had gehaald, op de
schoorsteen te zetten. Het meest verbaasd waren mijn
ouders, als ze van mijn broer of zusjes vernamen dat
de Sint toch weer gereden had.
JAN WILLEMSEN
Als kleuter en aankomend scholier zeilde ik de oor
log uit en in de eerste sobere opbouwjaren was Sin
terklaas helemaal iemand uit een andere, steenrijke,
wereld. De „Goedheiligman" moet in mijn verbeelding
fregatten vol Spaanse matten hebben gehad. Geen
wonder dat niet zozeer het gezamenlijk kunst- en
vliegwerk van Sint en zijn Pieten over 's-lands daken
indruk op mij maakte, maar veel meer zijn aankomst
„uit Spanje". Dat moet in mijn breintje net zoiets
geweest zijn als de intocht van de bevrijders aan het
eind van de oorlog. Dezelfde feestelijk gestemde volks
massa's, muziek en gejubel.
In het brave Brabantse stadje waar ik mijn jeugd
sleet, voer de Sint telkenjare de haven binnen op een
echt schip, vol vlaggetjes en zwarte Pieten en hof
personeel. Dat zie je allemaal gebeuren hoog boven
op de schouders van je vader. Maar als Sinterklaas
aan wal gestapt was, kwam de massa mensen in be
weging om zich langs de route te gaan opstellen, waar
de hele toestand langs zou trekken. Pa, die de lasten
van het ouderschap intussen wat al te letterlijk op
zijn schouders voelde drukken, pootte zoontjelief dan
ijlings ergens vooraan in de drommende rijen publiek.
Het bood mij uiteraard een eersterangs uitzicht op het
Spaanse gebeuren voor mij, maar het bezorgde me ook
een angst, een getril in de benen, en een pijn in de
buik, waardoor ik me nu nog afvraag of ik van dit
festijn wel steeds met een droge broek ben thuisge
komen. Ik zie het allemaal nog voor mij. Stel je voor
als pukkie van goed een meter hoog op de rand van
een stoep zie en hoor je om je heen niets dan praten
de en lachende mensen. Je snapt in de verste verte niet
waarom ze durven praten, laat staan lachen, want nu
stond het geheim van het jaar toch maar op het punt
zich te voltrekken.
Gebrom in de verte, dat aanzwelt tot een oorver
dovend geraas en met alle geweld dat je je maar kunt
voorstellen, dreunt er een monstergrote politieman op
een kolossale motor vlak langs de stoeprand. Denk je
eens in wat voor ontzag je al hebt voor zo'n glimmend,
vulkanisch brullend motorbeest, en dan zat daarop
nog eens de politie. En daar kun je als zes-zevenjarig
pukkie al aardig de broek van vol krijgen.
Na dit puur gezagsvertoon komt de voorhoede van
de stoet. Een stel wild rondrennende Zwarte Pieten,
met een bussel bezemtakken in de roetzwarte vingers,
vervaarlijk grijnzènde smoelen, die, wanneer ze toe
vallig even in jouw richting komen, je meteen helse
angstvisioenen van regelrechte deportatie ((„in de
zak") naar Spanje'bezorgen (deportatie naar dat land
zou me die nu nog bezorgen, gezwijge toen).
Uiterst panisch wordt de angst wanneer je dan als
bleek stadsjochie mentaal inmiddels al volledig ge
vloerd een heus paard op je af ziet komen. Dat is
een onvoorstelbaar groot dier, mensen, als je zo klein
bent als ik toen. Dan praat ik nog maar niet over het
feit dat boven op zo'n paard ook weer een Zwarte Piet
zat, die niks als „boe" deed en Zo. Kletterend beweegt
zich zo een schouwspel voorbij, dat voor zo'n manneke
daar op de stoeprand alles weg heeft van Dante's
bloedeigen Inferno, 't Is dat ik daar toen nog niet van
gehoord had, ik zou er in gebleven zijn, vrees ik.
Na deze foltering verscheen dan eindelijk het paard
met Sinterklaas. Vriendelijk, wuivend en soms
vreemd genoeg oude kennissen achter op de stoep
uitbundig groetend. En om hem heen reden nu ook
minzamer lieden, niet alleen zwarte Pieten, maar
ook mooie Spaanse heren en (hof)dames. Maar och,
wat betekende dat beetje zoet na al 't zuur dat was
geweest?
JAN LANDMAN.
Ik wist dat ie niet bestond. Hoe ik een afvallige was
geworden weet ik niet meer, maar ik geloofde in ieder
geval niet meer in de goedgevige vertegenwoordiger
van het Spaanse episcopaat. Mijn vriendjes in de eerste
klas van de lagere school waren niet van die „ketters".
Ze luisterden met gloeiende oren naar de verhalen, die
de juffrouw in de Sinterklaastijd vertelde. Tijdens een
van die voorleesuren, juist toen juf vertelde hoe Zwar
te Piet er toch in slaagde dat grote pak door die smalle
schoorsteen te duwen, kon ik het niet langer voor mij
houden. Ik fluisterde tegen een vriendje naast me dat
Sinterklaas niet echt bestond, maar dat het een ge
wone man was met een aangeplakte baard. Het ventje
stikte bijna van edele verontwaardiging, werd rood,
stak z'n vinger op en riep op jankerige toon: „Juf, hij
zegt dat Sinterklaas niet bestaat". De hele klas rea
geerde met een luid afkeurend „eeeeeee" en keek me
aan alsof ik een heel erg vloekwoord had gezegd. De
juffrouw wist niet goed wat ze met de situatie aan
moest (ze vreesde waarschijnlijk een massale, motie van
wantrouwen tegen de Spaanse bisschop en naar aan
leiding daarvan woedende ouders) en besloot mij maar
te laten nablijven.
Diep beledigd zag ik mijn klasgenootjes om vier uur
weggaan. Ik wist dat er geen echte Sinterklaas was en
toch moest ik schoolblijven. Nadat juf de klas de
school had uitgeloodst, kwam ze bij me zitten en zei
dat ik eigenlijk wei gelijk had, en dat ik maar net
moest doen alsof Sinterklaas wel bestond, omdat de
andere kinderen er nog in geloofden. Dat was dan, zo
zei ze, een geheimpje van ons tweetjes. Nou, dat vond
ik machtig, een geheimpje met juf. Ik voelde me toen
een' hele grote jongen.
BEN JANSEN
Voor
Elliot
Carson
Goed nieuws voor Carson, die steeds zucht
sinds Mia Farrow is gevlucht:
je hoeft niet meer bezorgd te zijn
ze heeft een tweeling, maakt het fijn.
De gezeten en deftige Haagse familie wachtte vol
spanning op de komst van Sint en Piet. Het was al
half negen. Sint was kennelijk op zijn toch langs vele
gezinnen hier en daar nogal opgehouden. Kopjes koffie
uiteraard en vooral borreltjes, dat liegt er niet om.
Sint was dan ook weinig vast ter been toen hij ten
slotte wat moeizaam de belknop vond van dat kapi
tale Bezuidenhoutse huis. Ma deed hem zelf open.
Per slot van rekening moest zij de Goedheiligman
stiekum in het halfduister van de met veel marmer be
klede hal nog enige aanwijzingen geven. „Weet u,
Jantje eet zo slecht, en omaatje kan niet zo goed uit
haar bed komen". Sint tot wie dat allemaal nogal wa
zig doordrong de alcoholica, begrijpt u bromde
instemmend. Piets zwarte gezicht bleef ondoorgron
delijk. De bisschop stommelde naar boven en zwaaide
zwierig de helder verlichte kamer binnen. Zijn staf
was hem tot steun en stut. Piet sjouwde de zak met
presentjes aan. Sint zeeg neer in een leren fauteuil,
kuchte een geur van kostelijk vocht om zich heen
verspreidend en liet het gezelschap aan zich voor
stellen. Schuchter gaven de kindertjes hem een handje.
„Zo, en jij bent dat rotjoch dat zo verdomd slecht
vreet", herinnert Sint zich tot consternatie van die
stralend blijde sjieke Haagse pa, ma en oma. Jantje
stond verstijfd, keek triest naar het eerbiedwaardige
gezicht van de bisschop uit wiens mond zulke won
derlijke taal en zulke merkwaardige geuren kwamen.
„Nou", besloot zijn pedagogische betoogje, „als je
voortaan niet beter vreet, mot ie vader je maar eens
op je donder geven". De verbijstering was voelbaar.
Pa, een hoge ambtenaar, liep rood aan. Sint gaf geen
krimp. „Dat ouwe kreng in die hoek is zeker opoe?"
vroeg hij vol belangstelling.
Het heerlijk avondje stond tastbaar in die royale
rijk gemeubileerde kamer. De mahoniehouten tafel
leek haar glans verloren te hebben. Het licht scheen
minder helder. Sints benevelde brein registreerde dat
allemaal niet. Piets eerlijke pogingen de zaak te red
den, leed schipbreuk op Sints eerlijk pogen precies te
doen wat van hem was gevraagd, daar beneden in die
halfduistere hal van het huis. „Nou, je mot voortaan
wat vroeger uit je nest komen 's morgens, anders zal
Piet je eens op je blotegeven".
Alleen Jantje giechelde nauwelijks hoorbaar. Oma
kromp zichtbaar onder deze dreigende woorden. Pa
en ma keken elkaar verbijsterend aan. Sint en Piet
stonden na enige minuten weer buiten. Met hun vijf
guldentjes, het honorarium. Want het was per slot van
rekening een gegoede Haagse familie.
JACQUES LEVIJ.
In ons geschiedenisboekje hebben we uitgebreid
kunnen (en moeten) lezen over de beruchte beelden
storm. Ik kan u vertellen van nog een beeldenstorm,
zij het dat die zich in iets intiemere sferen afspeelde,
maar in die kleine kring niet minder opzien baarde.
Het was bij ons en nu praat ik van voor de oorlog
de gewoonte dat Sinterklaas „reed". In alle vroegte
voor onze begrippen in het holst van de nacht
werd er alarm geslagen en dan daalde de complete
familie af naar de hoorn van overvloed, die de goede
Sint netjes in vakjes op tafel had uitgestald.
En zo'n tafel was nooit compleet als er niet een hele
rits chocoladen en suikeren beelden op stond tentoon
gesteld. Vooral die Sinterklazen in honingzoete kleur
tjes hebben altijd diepe indruk op me gemaakt.
Het gebeurde toen ik er nog in „geloofde" en een
ouder broertje van mij al wel wist welke machten en
krachten er schuil gingen achter wat algemeen bekend
staat als „de Goedheilig Man". In de griezelige nachte
lijke uren, toen ik met bonzend hart met mijn neus
helemaal onder de dekens het moment van alle hens
aan dek lag af te wachten, daalde broerlief onversaagd
de trap af om alvast te kijken wat er zoal „gereden"
was. Beneden bij die prachtige tafel kon hij niet al
leen zijn nieuwsgierigheid maar ook zijn honger niet
meer bedwingen. Zo'n suikerbeestje smaakt dan altijd
wel. Met forse knauwen „onthoofde" hij het ene
beestje na het andere beeldje. Vader en moeder waren
enkele uren later diep geschokt maar machteloos om
de eventuele dader tot de orde te roepen. Het was
immers de Sint die had „gereden". Ik zelf wist er
helemaal niet goed raad mee. „Hoe kon Klaasje zich
nou zonder kop wegzetten
Later hoorde ik dat mijn vader meteen dopp had
wie er achter zat. Hij kon hem wel opvreten
RIENUS VAN BIJNEN