Een gat in het boek p» Daar heb je herinneringen aan Sinterklaas Water voor het paard Ik ging door de hel Een geheimpje Een gegoede familie Klaasje zonder kop goes Zaterdag-bijlage van 4 december rV „35*1 J ting be ll., 220 v. straat 9. weubelulas iSESl FUM stral, A, ie, Alba- stacara- bagage- Caravan- chter 't (1 Km Hoeven), ie. 6ervi- s-H. ttendriksfetnif.t| «traal 9 Tel HIIOH toercara- en luxe Merken Beverly, lip, Java- Polvhome oóie ge- Rijksweg - 1914 - «B08 Te koop witte Bt dwergpoedeltjes. ch «J boxers, goudspaniels ?icbl jes, pinchertjes en j!" huishondjes. Alle gels, hamsters ,r"*n i Ook al uw dierenvoeHiü0! onze huisdieren met s M den garantie. Fahrmil, 8. Roosendaal. 121 3e Mule beeft nog itsen. Inl. Te koop zwart dwei^T rasecht, allerliefst <?f cocker-spaniel, schat vj? deren plm. 3 mnd. oud 125,-. Tel. 01682-523 '7 5 niet. z°n< Smokkel- jrme sor- vans, o.a. 3 mtr amer, te- ielle, tel. Kennel v. biedt t.k.a. nest üS? 9 weken oud met prM boom met inenting*^*,? J. v. d. Riet, Achterl^ Prinsenbeek Tel, oiwjggg Kennel v.d. RictijThM bekroorade'^oucfers^v 1 Prinsenbeek?01116"' Ei6«' .- en uit- wereld 1 tratie en Caravans an de E9 Best. mds geo- nieuwe aan en- Igens o.a. 1968 met Blue Bird f 5.150,-. it 2.750,-. t 2.550,- it 1.950,- Blue Bird Gespreide .aanplaats, wanbedrijf 394, Dor. (4-36775. T.k.a. Oudh. blauwe ke« den, dalmatiners, cocker niels teckels, dwergpota, chow-chow. Xe bei Simon, Laagveldsestrajt Roosendaal, tel. «1650.3»]! T.k. zilvergrijze tjes. A. de Rooy 36, St. Willebrord. dwergpo Rucphens T.k. zwarte poedeltjes 40,- goudspaniels, pekinee teckeltj es. dobbermanpim tjes. Duitse herders en prai ge huishond jes. Te bevr ge Brugstraat 72, Leur. T lage prijs. Landbouw Rijpony, 1,15 m. ruin, 8 prima rij kwaliteiten. Ge handelaren. 01600-43688 van onze zen. Nieu 1972, o.a. .975,-. Al- Albatros 750,. nu f f 7.250,-. f 7.850,-. elders f Riviera met ka- sport, Ge- maan- >laats. be- ïdrijf Ha- 394, Dor- 4-36775. Diversen sn :.k.m. met 5-51 jaar. .e.r.) ond. igeman 36 zoekt met lief weduwe ;ijd, liefst ven met es worden >K 19625 R. Jaar, ei- huwelijk ongeveer omgeving Brieven C bureau „Zeevissen op de Noor dagelijks met M.S. vanuit Hellevoetsluls stappen Stellendam voo form, en reserveringen te! 176557, 20595C en 01883-4 Café „Dubbele Poort" (vt heen Tabarin) Hulst alle w einden keuken geopend to nachts 2 uur! Specialiteitei té en halve haantjes met om mee te nemen. nan van 46 nis maken werkende GK 10847 U is het ie Neder- gscentrum icten, er van Toe- dankbetui- de grote ke succes middeling, gegevens. 6037, Am- urg: Nwe el. 04250- huwelijks- itional-De- de raad s 1949 het duizenden ;st. De ge- van tech- en ge- bemidde- ïsvol. Wij neerd bu- op de eer- iebben het over Ne- elct gratis letter DS, is 18, Hat- 05206-2526, an 513, tel. Doenrade- 53534, Wij- tel. eiser met 2 zou graag ette vrouw. 662 R betere jureau. Er van toe- Voor ver- ijke bemid- Beekrrian- 01850-40353. 15, telefoon d. Rijn, i 01714 enweg 250. vrq uit Prijskaarting: zondag a.s. hazen konijnen en fazanten J. Schonenberg, café Kroon", Terhole. Begin uur. Schieting op zaterdag 4 cember in café Centraal Zuiddorpe. Vooruit 30 kali nen. 1 kalkoen of 200 f Inleg 105 frs. Terug Aanvang 3 uur. BerekendJ 60 schutters. Kwaliteits Condooms, 361 Blausiegel f 12,50 gros f 42,11 48 st. f 10,— gros f Wilpo Postbus 774, Leeuf den. Geen vooruitbetaling. Voorlopig bericht. Zaterdaj (december a.s. grote wildsii ting op 2 wippen, om 40 T koenen, vers geslacht 3j Inleg f 3,50 per wip, inbegrepen, korten 16, ter£ 3,Begin 3 uur stipt inj heerlijk verwarmde zaal w Café „Het Witte Huis", K3o§ terzande. Piano stemmen en repart&a door geheel Nederland t.n.Vij£M Joosten 010—170786. Condooms. Proefpakket Dute*ï| Blausiegel en Fromms met i T, korting, 45 st. f 15.-. Chtl«J ko, Postbus 194 tóeuwaidetl. 1 Betaling binnen 5 dagen n» ontvangst. Condooms, proefpakket Dut® Chriko. Postbus 169, beeUW den. Betaling binnen 5 aa« na ontvangst. Hoktentoonstelling december bij mevr. Schop Hulst. Van (ie Uette.1?ben,wW v-a-n Kerckhoven, Al. uu ger, C. de Roeck. Hoktentoonstelling °P december a.s. bil P-JgST Hulst. Van .de "«Jj, gebr. v. d. Vlies, A- van zeke, C. Paalman. Grote wildschieting op t pen, zondag 5 decern Heyens, Lamswaarde. Begin a uur. Soc. „De Vrede Schieting zondag 5 d'ec^ gj „Flora" te Sas van Gent- i gin 3 mir- Schieting op zon<J?l[ 5 Moï ber bij café „De Oude Koewacht. Begin Suur^ 7ZZ z deceron Schieting zondag 5Ü. Duivenliefhebbets, vti, ijp prima ,J0"SBeigische jchtstreekse Belg,et, meenSttveneVe weduwbrt» venhokken, en "5 ken. duivenklokkempo alles op d duiven)$j Verhuur tJftoonsteUingsk<| Postduivenkweekstahon j heeft ze bete' „«ui? Spaandonck Het Jansteen- Grote schieti^S g^ber Jjjfll op zaterdag 4^ j Blommaent, Het moet omtrent mijn zesde levensjaar zijn geweest, toen ik van Sinterklaas een boek kreeg. Ik was, denk ik, nog geen zeven en was dus volgens de oude kate- chismus nog niet tot de jaren van verstand gekomen. Een onnozele blaag was ik. En ik geloofde innig in die oude inan die ik beschouwde als een soort op aarde levende God de Vader. Van die men kreeg ik een boek. Op de ochtend van de zesde december lag het beneden in de huiskamer op tafel. Want in die tijd reed Sin terklaas bij ons thuis 's nachts altijd over de tafel heen. En die lag 's morgens vol. Ik vond het boek te midden van andere uit de zak geworpen geschenken. Het was oorlog op dat moment. De Duitsers van het Derde Rijk marcheerden nog door de straten. Maar Sinterklaas kwam toch. Die had daar kennelijk niets mee te maken. Al zal het wel aan de geschenken te merken zijn geweest, want alles was schaars en geld was er nauwelijks. Maar wist je veel als kind. In elk geval was de karige tijd ook te merken aan het boek. Middenin zat een groot gat, ter grootte van een tennisbal, dwars door een stuk of twintig pagina's heen. Mijn ouders hadden het natuurlijk met veel moeite ergens op de kop kunnen tikken en waren al blij met een beschadigd boek. Beter dan géén boek. Ik weet nog goed, dat het gat ophield bij een plaatje. Eigenaardig eigenlijk. Het plaatje stelde een grote, nors kijkende, dikke vrouw voor, die achter een dam pend bord voedsel zat. Op de rand voor haar bord zat een heel klein jongetje, piepklein. Dat was Bartje, want daar ging het hele boek over. Ik geloof dat hij moest zorgen dat hij niet werd opgegeten. Het staat mij bij, dat mijn vader het daar geregeld over had, als hij uit het boek voorlas. Het was erg spannend. Bij elke hap, die het mens nam, zat je in grote spanning te luisteren of volgens je voorlezende vader Bartje nog op de rand van het bord was achtergebleven of dat hij verdwenen was in het enorme spijsverterings stelsel tegenover hem. Wat voor boek moet dat toch l geweest zijn? Ik stond wel raar te kijken van dat gat. Maar mijn i ouders waren er ook nog. Die stonden er die ochtend Vdïizelfsprekend bij en waren, zo herinner ik mij, even mbaasd als ik. Die Sinterklaas toch. Maar jawel, de pk bisschop had een verklaring op schrift gesteld. moeder vond die plotseling op de hoek van de lili Ze las hem voor. interklaas bleek het erg jammer te vinden van dat Mas me tiaar toch dat lompe paard met een van «poten, al rijdend over de tafel, in dat boek getrapt, 'k was ineens geweldig trots. Opgetogen was ik. Het tol ging diezelfde morgen nog mee naar school en ik toonde het aan al mijn vriendjes. Zoiets had nog •mand meegemaakt. Vol ontzag en vol geloof in het Snterklaasgebeuren, staarde iedereen naar dat gat, «sar dat blijvende spoor van het paard van Sinter klaas. Ook de juffrouw vloog erin, want ik hoor haar »«s zeggen, dat het gat precies de vorm had van een hoef. HEIN SLUIJTER uur. Duivententoonstell nBl0, december hu liefhebbei Hulst. Van de «rad Kuicks, Tn Koolmees. ratis MosselfeestC£nJ 4 december in pü°* te Heikanti uur. -d«c< Attentie!'- Zaf,jgchieting °L ber grotewüdsch.^ wippen om 40 ln[eg f fnesaCtabeereP|^ Grote P'-fSunen. hazen en 4 p van Pb len: Jonge toys kleu- wit En- rima stam- at 9. Huij- 11 de Zwarte Pieten in kwaliteit aanzienlijk deva- ueren de vraag wordt te groot denk ik met stij- Jend genoegen terug aan die ene ontmoeting met en andere knecht van de goede Sint. Hij heette Sab- 3^cn na die gedenkwaardige dag op de kleuterschool et) hem nooit meer gezien. Ik herinner me dat aan '!J komst een klein intermezzo voorafging. In het klaslokaal waar het vaak naar kaarsvet en natte leren rook, werd zuster Gabriela, aan wier zorgen waren toevertrouwd, door een nerveuze zuster v ere_sa apart genomen. Van haar gefluister konden G niets verstaan. Maar na haar overhaast vertrek ,racht Soeur Gabriela de boodschap over. Sinterklaas °n tot zijn spijt niet komen maar hij zou, binnen nu tien minuten, zijn trouwe knecht Sabbas sturen. ,^e Sint deed zijn belofte gestand, want nog voor de 0Jd verstreken was, werd er met donderend geweld P de deur gebonsd. Vervolgens stormde er een wezen G klas binnen, dat even lang als breed was. Het - °e§ schoenen maat 44 en het was gehulp in een •e' gele japon met zwarte noppen. Het bolle hoofd zwart als de kachel leek nog boller door de groene "'Pinopet die alleen het gezicht onder de wenkbrauwen vriJliet. Soeur Gabriela zei: „Daar heb je Sabbas". Maar voor de k verc*ere detailbezichtiging konden overgaan was Dolle verschijning, na een flitsende stormloop langs h Schoolbanken, al weer achter de deur verdwenen. ge!\pinuut of tien later stapte zuster Theresa die eilige dikkerd weer binnen, met een hoogrood J'cht dat kennelijk zojuist een stevige wasbeurt had regen „Is-ie al geweest", vroeg ze. e heeft dezelfde grote voeten als Sabbas, dacht ik. JAN VERDIESEN. Het heerlijk avondje is gekomen. Met zijn sfeer van knusse angsten, gespannen verwachting en spontane blijdschap over wat komen gaat en gekomen is. Op deze pagina tasten enkele re dacteuren heel diep in hun privé-zak vol herin neringen. Ergens onderaan ontdekten zij Sin terklaassurprises uit het verleden, vol huiver en humor, herkenbaar voor iedereen. Hebben wij vroeger echt in Sinterklaas geloofd? Deze vraag wordt nogal eens smalend ontkend? Ik kan wat dat betreft steunen op een ervaring die weinig twij fels overlaat. Ik moet een heilig geloof in Sinterklaas hebben gehad. Nu nog maak ik me af en toe zorgen over zijn paard dat in mijn kinderogen een enorm zwaar leven had. Maar in de klomp legde we thuis enkel wat winterpeen. Ik begreep niet hoe lichtvaar dig mijn broer en zusjes konden zijn om het water te vergeten. Water, water en nog eens water was alles wat dat paard na zulke vermoeiende klimpar tijen nodig had. Iets van de heilige zorg voor dat paard ik heb zelfs een keer een emmer water voor de schoorsteen gezet voel ik nog steeds een beetje knagen. Die overtuiging dat dat beest het nodig had is me altijd heel sterk bijgebleven: zo'n beetje het bewijs, d§t ik in Sinterklaas geloofd heb. Dat geloof van mij was achteraf trouwens toch bijna een mysterie. Zo deinsde ik er niet voor terug de plannen van de Sint te door kruisen door zelf 's morgens heel vroeg wat suiker beesten, die ik ergens vandaan had gehaald, op de schoorsteen te zetten. Het meest verbaasd waren mijn ouders, als ze van mijn broer of zusjes vernamen dat de Sint toch weer gereden had. JAN WILLEMSEN Als kleuter en aankomend scholier zeilde ik de oor log uit en in de eerste sobere opbouwjaren was Sin terklaas helemaal iemand uit een andere, steenrijke, wereld. De „Goedheiligman" moet in mijn verbeelding fregatten vol Spaanse matten hebben gehad. Geen wonder dat niet zozeer het gezamenlijk kunst- en vliegwerk van Sint en zijn Pieten over 's-lands daken indruk op mij maakte, maar veel meer zijn aankomst „uit Spanje". Dat moet in mijn breintje net zoiets geweest zijn als de intocht van de bevrijders aan het eind van de oorlog. Dezelfde feestelijk gestemde volks massa's, muziek en gejubel. In het brave Brabantse stadje waar ik mijn jeugd sleet, voer de Sint telkenjare de haven binnen op een echt schip, vol vlaggetjes en zwarte Pieten en hof personeel. Dat zie je allemaal gebeuren hoog boven op de schouders van je vader. Maar als Sinterklaas aan wal gestapt was, kwam de massa mensen in be weging om zich langs de route te gaan opstellen, waar de hele toestand langs zou trekken. Pa, die de lasten van het ouderschap intussen wat al te letterlijk op zijn schouders voelde drukken, pootte zoontjelief dan ijlings ergens vooraan in de drommende rijen publiek. Het bood mij uiteraard een eersterangs uitzicht op het Spaanse gebeuren voor mij, maar het bezorgde me ook een angst, een getril in de benen, en een pijn in de buik, waardoor ik me nu nog afvraag of ik van dit festijn wel steeds met een droge broek ben thuisge komen. Ik zie het allemaal nog voor mij. Stel je voor als pukkie van goed een meter hoog op de rand van een stoep zie en hoor je om je heen niets dan praten de en lachende mensen. Je snapt in de verste verte niet waarom ze durven praten, laat staan lachen, want nu stond het geheim van het jaar toch maar op het punt zich te voltrekken. Gebrom in de verte, dat aanzwelt tot een oorver dovend geraas en met alle geweld dat je je maar kunt voorstellen, dreunt er een monstergrote politieman op een kolossale motor vlak langs de stoeprand. Denk je eens in wat voor ontzag je al hebt voor zo'n glimmend, vulkanisch brullend motorbeest, en dan zat daarop nog eens de politie. En daar kun je als zes-zevenjarig pukkie al aardig de broek van vol krijgen. Na dit puur gezagsvertoon komt de voorhoede van de stoet. Een stel wild rondrennende Zwarte Pieten, met een bussel bezemtakken in de roetzwarte vingers, vervaarlijk grijnzènde smoelen, die, wanneer ze toe vallig even in jouw richting komen, je meteen helse angstvisioenen van regelrechte deportatie ((„in de zak") naar Spanje'bezorgen (deportatie naar dat land zou me die nu nog bezorgen, gezwijge toen). Uiterst panisch wordt de angst wanneer je dan als bleek stadsjochie mentaal inmiddels al volledig ge vloerd een heus paard op je af ziet komen. Dat is een onvoorstelbaar groot dier, mensen, als je zo klein bent als ik toen. Dan praat ik nog maar niet over het feit dat boven op zo'n paard ook weer een Zwarte Piet zat, die niks als „boe" deed en Zo. Kletterend beweegt zich zo een schouwspel voorbij, dat voor zo'n manneke daar op de stoeprand alles weg heeft van Dante's bloedeigen Inferno, 't Is dat ik daar toen nog niet van gehoord had, ik zou er in gebleven zijn, vrees ik. Na deze foltering verscheen dan eindelijk het paard met Sinterklaas. Vriendelijk, wuivend en soms vreemd genoeg oude kennissen achter op de stoep uitbundig groetend. En om hem heen reden nu ook minzamer lieden, niet alleen zwarte Pieten, maar ook mooie Spaanse heren en (hof)dames. Maar och, wat betekende dat beetje zoet na al 't zuur dat was geweest? JAN LANDMAN. Ik wist dat ie niet bestond. Hoe ik een afvallige was geworden weet ik niet meer, maar ik geloofde in ieder geval niet meer in de goedgevige vertegenwoordiger van het Spaanse episcopaat. Mijn vriendjes in de eerste klas van de lagere school waren niet van die „ketters". Ze luisterden met gloeiende oren naar de verhalen, die de juffrouw in de Sinterklaastijd vertelde. Tijdens een van die voorleesuren, juist toen juf vertelde hoe Zwar te Piet er toch in slaagde dat grote pak door die smalle schoorsteen te duwen, kon ik het niet langer voor mij houden. Ik fluisterde tegen een vriendje naast me dat Sinterklaas niet echt bestond, maar dat het een ge wone man was met een aangeplakte baard. Het ventje stikte bijna van edele verontwaardiging, werd rood, stak z'n vinger op en riep op jankerige toon: „Juf, hij zegt dat Sinterklaas niet bestaat". De hele klas rea geerde met een luid afkeurend „eeeeeee" en keek me aan alsof ik een heel erg vloekwoord had gezegd. De juffrouw wist niet goed wat ze met de situatie aan moest (ze vreesde waarschijnlijk een massale, motie van wantrouwen tegen de Spaanse bisschop en naar aan leiding daarvan woedende ouders) en besloot mij maar te laten nablijven. Diep beledigd zag ik mijn klasgenootjes om vier uur weggaan. Ik wist dat er geen echte Sinterklaas was en toch moest ik schoolblijven. Nadat juf de klas de school had uitgeloodst, kwam ze bij me zitten en zei dat ik eigenlijk wei gelijk had, en dat ik maar net moest doen alsof Sinterklaas wel bestond, omdat de andere kinderen er nog in geloofden. Dat was dan, zo zei ze, een geheimpje van ons tweetjes. Nou, dat vond ik machtig, een geheimpje met juf. Ik voelde me toen een' hele grote jongen. BEN JANSEN Voor Elliot Carson Goed nieuws voor Carson, die steeds zucht sinds Mia Farrow is gevlucht: je hoeft niet meer bezorgd te zijn ze heeft een tweeling, maakt het fijn. De gezeten en deftige Haagse familie wachtte vol spanning op de komst van Sint en Piet. Het was al half negen. Sint was kennelijk op zijn toch langs vele gezinnen hier en daar nogal opgehouden. Kopjes koffie uiteraard en vooral borreltjes, dat liegt er niet om. Sint was dan ook weinig vast ter been toen hij ten slotte wat moeizaam de belknop vond van dat kapi tale Bezuidenhoutse huis. Ma deed hem zelf open. Per slot van rekening moest zij de Goedheiligman stiekum in het halfduister van de met veel marmer be klede hal nog enige aanwijzingen geven. „Weet u, Jantje eet zo slecht, en omaatje kan niet zo goed uit haar bed komen". Sint tot wie dat allemaal nogal wa zig doordrong de alcoholica, begrijpt u bromde instemmend. Piets zwarte gezicht bleef ondoorgron delijk. De bisschop stommelde naar boven en zwaaide zwierig de helder verlichte kamer binnen. Zijn staf was hem tot steun en stut. Piet sjouwde de zak met presentjes aan. Sint zeeg neer in een leren fauteuil, kuchte een geur van kostelijk vocht om zich heen verspreidend en liet het gezelschap aan zich voor stellen. Schuchter gaven de kindertjes hem een handje. „Zo, en jij bent dat rotjoch dat zo verdomd slecht vreet", herinnert Sint zich tot consternatie van die stralend blijde sjieke Haagse pa, ma en oma. Jantje stond verstijfd, keek triest naar het eerbiedwaardige gezicht van de bisschop uit wiens mond zulke won derlijke taal en zulke merkwaardige geuren kwamen. „Nou", besloot zijn pedagogische betoogje, „als je voortaan niet beter vreet, mot ie vader je maar eens op je donder geven". De verbijstering was voelbaar. Pa, een hoge ambtenaar, liep rood aan. Sint gaf geen krimp. „Dat ouwe kreng in die hoek is zeker opoe?" vroeg hij vol belangstelling. Het heerlijk avondje stond tastbaar in die royale rijk gemeubileerde kamer. De mahoniehouten tafel leek haar glans verloren te hebben. Het licht scheen minder helder. Sints benevelde brein registreerde dat allemaal niet. Piets eerlijke pogingen de zaak te red den, leed schipbreuk op Sints eerlijk pogen precies te doen wat van hem was gevraagd, daar beneden in die halfduistere hal van het huis. „Nou, je mot voortaan wat vroeger uit je nest komen 's morgens, anders zal Piet je eens op je blotegeven". Alleen Jantje giechelde nauwelijks hoorbaar. Oma kromp zichtbaar onder deze dreigende woorden. Pa en ma keken elkaar verbijsterend aan. Sint en Piet stonden na enige minuten weer buiten. Met hun vijf guldentjes, het honorarium. Want het was per slot van rekening een gegoede Haagse familie. JACQUES LEVIJ. In ons geschiedenisboekje hebben we uitgebreid kunnen (en moeten) lezen over de beruchte beelden storm. Ik kan u vertellen van nog een beeldenstorm, zij het dat die zich in iets intiemere sferen afspeelde, maar in die kleine kring niet minder opzien baarde. Het was bij ons en nu praat ik van voor de oorlog de gewoonte dat Sinterklaas „reed". In alle vroegte voor onze begrippen in het holst van de nacht werd er alarm geslagen en dan daalde de complete familie af naar de hoorn van overvloed, die de goede Sint netjes in vakjes op tafel had uitgestald. En zo'n tafel was nooit compleet als er niet een hele rits chocoladen en suikeren beelden op stond tentoon gesteld. Vooral die Sinterklazen in honingzoete kleur tjes hebben altijd diepe indruk op me gemaakt. Het gebeurde toen ik er nog in „geloofde" en een ouder broertje van mij al wel wist welke machten en krachten er schuil gingen achter wat algemeen bekend staat als „de Goedheilig Man". In de griezelige nachte lijke uren, toen ik met bonzend hart met mijn neus helemaal onder de dekens het moment van alle hens aan dek lag af te wachten, daalde broerlief onversaagd de trap af om alvast te kijken wat er zoal „gereden" was. Beneden bij die prachtige tafel kon hij niet al leen zijn nieuwsgierigheid maar ook zijn honger niet meer bedwingen. Zo'n suikerbeestje smaakt dan altijd wel. Met forse knauwen „onthoofde" hij het ene beestje na het andere beeldje. Vader en moeder waren enkele uren later diep geschokt maar machteloos om de eventuele dader tot de orde te roepen. Het was immers de Sint die had „gereden". Ik zelf wist er helemaal niet goed raad mee. „Hoe kon Klaasje zich nou zonder kop wegzetten Later hoorde ik dat mijn vader meteen dopp had wie er achter zat. Hij kon hem wel opvreten RIENUS VAN BIJNEN

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 13