n
Ri
an Gent! Loos:
liet begon allema
met een
enee
laytex.
seft
m
m
s
playtex
binnenland
buitenland
en vinden
chterdei
termeubel
Hour Corselet is
ikt van Spanette, een
Itionair weefsel met
Nieuwe fase
Streng
Steeds sneller
22
De conducteur zat op den bok van Amsterdam naar Leiden, hij droeg een zwartfluwelen pak met koopren knoopen en
hijstak den horen tusschenbeiden".
Nicolaas Beets
mi-
i'
jeubel jubileum
e alles overtroeft...
in luxueus en
liet vergeten is.
raliel geheel... Jublleumpiiis 1.245,-
as op uw lellen... 1 december is de
meubel Jubileumaktie voorbijl
teer zolang het nog kant
(Van een onzer verslaggevers)
IcTRECHT Het begon allemaal 175 jaar geleden in Antwerpen,
p 18 oktober 1796 treedt de voerman Jan Baptist van Gend in het
iwe|jjk met Maria Francisca Loos, de waardin van het logement De
Beiden stammen uit families van vervoerders. In 1783 al was
li, Antwerpenaar, Jan Baptist Loos, een bodedienst begonnen, waar-
k met een hondekar.
Al spoedig werkte hij met wagens, die door de zuidelijke Nederlanden
Antwerpen was al van ouds een centrum van wagendiensten. Een
Btwérpse almanak van 1783 vermeldt: „Logementen der voerlieden en
|ens tot het bestellen van packen en brievennevens Den Spiegel,
(je Kammerstraat (nu de oude Koornmarkt) bij sr. Loos Den boden op
Lu bestelt ook packen en brieven op Luyck".
(tot 1 december 1971)
iedereen die bij Iniermeubel binnen-
tie met honderden kansen op begerens-
hatten. Schatten die u onmiddellijk in
tgekeerd krijgt. En wat u daarvoor dan
sn? Alleen even de geheim-folder halen
"htèr de van Intermeubel. Bovendien
geheim-folder onze spiksplinternieuwe
sktie.
op u te wachten bij
ÈREGREBSTRWVT 6
OVERGORDIJNEN - VITRAGE;
iOO BERGEN OP ZOOM
Iden mikroskopiscn
gaatjes. Die zorgen
dat uw huid de
dag kan blijven
jeunt u soepel
|1 u zich vrij kunt
a bewegen.
corselet vanaf Jw*
[corselet vanaf J oor
18 Hour
J
t Colignon, die van 1885 tot 1908 Van Gend en Loos opstuwde.
r
1250/
r
Leiden de eerste Van Gend en Loos-vestiging.
Reeds een jaar na de opening van
het bedrijf bestond een dienst op
Maastricht. Dat was in 1784. En in
1790 gebruikte Loos voor het ver
voer van personen „diligentien".
Want inmiddels had de diligence
zijn intrede gedaan, een verbeterde
reis- of postwagen, waarmee een
nieuw tijdvak in het reisverkeer
aanbrak.
Loos verzond op verzoek alle goe
deren naar Frankrijk: hij expedi-
eerde naar „Orleans, Rouen,
Rheims, Lion. Marseille, Havre-le-
Grace, l'Orient, Amiens, Bettune,
Toulouse, Bordeaux en Bresl". Het
bedrijf bestond echter slechts tot
1805 toen de oprichter overleed. De
naam Loos bleef echter bestaan in
de vervoerswereld, want Petrus Jo-
sephus Loos, een neef van Jan Bap
tist, boerenzoon, richtte in 1796 een
eigen vervoersbedrijf op in Antwer
pen. Tot dan was hij houder van het
'hotel het hof Hof van Engeland.
Een almanak van 1797 bericht:
„Alle dinsdagen, donderdagen en za
terdagen een diligentie op Loven en
alle maandagen, woensdagen en
vrijdagen van Loven op Antwerpen
a 44 "stuyvers. Bestelt ook onder
quarant alle packagie, geld en brie
ven, zoo op Loven, Diest, Thienen,
Naemen en geheel Holland, t'Ant-
werpen in het hotel „Hof van Enge
land" in de Keyserstraat en tot Lo
ven in „De Vergulde Hand" in de
Vischmarkt".
Samen met zijn zuster Maria be
heerde hij ook het hotel De Kroon,
aan de Eiermarkt 33 in Antwerpen,
waar zij als waardin optrad. Het
moet in dat hotel geweest zijn dat
de koetsier Jan Baptist van Gend
regelmatig afspande om zijn pintje
te pakken en onder de- bekoring
kwam van de charmes van de waar
din.— i« -.Awms». Tf
Hoe het zij, zij trouwden en Jan
Baptist stichtte een vervoersdienst:
het duurde niet lang of het bedrijf
van Maria's broer werd samenge
voegd met dat van haar man. De
„koninklijke postwagens, onderne
ming van J. B. van Gend cn de
weduwe P. J. Loos" was geboren...
Het jonge vervoersbedrijf profi
teerde van de wegen die Napoleon
en koning Willem 1 lieten aanleg
gen. Steeds verder breidden de
diensten zich uit, zodat omstreeks
het midden van de vorige eeuw het
net van Van Gend enL003 heel
West-Europa omvatte. Van Gend en
Loos onderhield in die tijd zelfs een
regelmatige diligencedienst tussen
Nederland en St. Petersburg (nu
Leningrad) in Rusland.
Het was in die tijd nog maar
bedroevend slecht met onze Wegen
gesteld. In 1814 kende Nederland
nog niet eens vijfhonderd kilometer
straatweg. Pas in 1820 was de
straatweg Utrecht-Amsterdam vol
tooid. In 1821 had Over'jssel nog
geen enkel straatweg, hetzelfde
gold voor Drente in 1823, en in 1827
nog voor Friesland en Groningen. In
de jaren 1810-1813 kwam de grote
straatweg Breda-Antwerpen via
Zundert gereed, een onderdeel van
de weg Parijs-Amsterdam.
Van Gend en Loos profiteerde al
meten van de betere wegen. In de
Amsterdamsche Courant no. 69 van
woensdag 21 maart 1827 lezen wij
hierover: „Koninklijke Postwagens,
onderneming van J. B. van Gend en
de weduwe P. J. Loos. De admini
stratie heeft de eer den koophandel
en het publiek te berigten, dat hare
diligences sedert primo maart 1827
met die der algemeende koninklijke
administratie, gevestigd te Parijs,
Rue Notre Dame des Victoires, zul
len corresponderen zoo te Rijssel als
te Valenciennes en dat voortaan
twee diligences dagelijks van Am
sterdam naar de hoofdstad var
Frankrijk zullen vertrekken, des
ochtends ten 5 en des avonds ten
8.45 ure, beide welke de weg in 60
uren tijds zullen afleggen, rijdende
over Haarlem, 's Hage, Delft, Rot
terdam, Utrecht, Gorinchem, Dor
drecht, Breda, Antwerpen, Brussel,
Gend, Mons, Valenciennes cn Rijssel
en staande in onmiddellijk verband
met de andere postwagens der on
derneming, zoowel voor alle de
voornaamste steden van het rijk, als
voor geheel Frankrijk en Duitsch-
land. Kantoor te Amsterdam is bij
de heer A. van der Hulst, op den
Dam no 56". Een klein Europees net
dus en. tegen wat voor prijzen. Am
sterdam-Parijs kostte 13.90 gulden...-
het bedrijf opent nog meer lijnnen.
In 1828 een diligencedienst Amster-
dam-Utrecht-Rhenen-Wageningen-
Arnhem-Zutphen, „te Wageningen
met een embranchement op Nijme
gen en Cleve in verbinding met de
koninklijke Pruisische snelposten
naar Duitschland".
Ook in de Zuidelijke Nederlanden
vergrote activiteit. In 1823 vertrek
ken viermaal per dag diligences op
Brussel en Kortrijk. in „correspon
dentie direct" met die van Bergen-
Henegouwen, „Valencijn, Parijs, Na
men, Luxumburg, Luyck, Aken,
Gent, Brugge, Ostende, geheel
Frankrijk en Duitschland. Alle deze
voituren zijn verenigd in een het
zelfde establissement te Brussel; bij
de Kaesmarkt en komen weder te
Antwerpen, op 4 verschillende
uren". Van Gend en Loos had toen
al achttien kantoren verspreid over
België en Nederland. Als spcc'aüteit
had het bedrijf geldvervoer en ver
voer van koopmansgoederen. He*
deelde mee: „Aan den koophandel
zal gunstige voorwaarden tot het
overbrengen van goederen, geldspe-
cieen en effecten worden toegestaan
en de ondernemers zullen niets na
laten om zich het vertrouwen van
het publiek waardig te maken".
De jaren dertig van de vorige
eeuw luidden een nieuwe fase van
het bedrijf in. In maart 1831 over
leed de weduwe Loos, en tien dagen
later haar zwager Van Gend. Zijn
oudste zoon, eveneens geheten Joan
nes Baptist, geboren 4 februari 1800,
werd aangesteld tot administrateur
der firma, wat betekende dat hij
met de leiding werd belast. Hiermee
ging een naamsverandering gepaard
Voortaan heette het bedrijf: Alge
mene postwagen onderneming J. B.
van Gend cn Loos.
Het bedrijf had intussen wel
naam gemaakt met zijn uitstekende
diligences. Zelfs Hildebrand, de
dichter Nicolaas Beets, kon het niet
nalaten de loftrompet te steken over
hun kwaliteit: „doch hier breng ik u
de eer die u toekomst, edele van
Gend en Loos, Veldhorst en Van
Koppen, waarme menschenvnen-
den". De trekschuit had de strijd
verloren. En, hoe goed het ook ging,
de diligence ging het pleit ook ver
liezen.
Donkere wolken verschenen aan
de horizon, rookwolken van de eer
ste trein...in 1835 reed in België de
eerste trein tussen Brussel en Ha
chelen, in 1839 gevolgd in Neder
land door de trein tussen Amster
dam en Haarlem. Er brak een moei
lijke tijd aan voor de diligencebe-
drijven. Het spoorwegnet breidde
zich snel uit en steeds meer diligen-
cebedrijven werden opgeheven. Te
gen de concurrentie van de veel
snellere spoorweg was blijkbaar
niets te beginnen. Ook Van Gend en
Loos verloor steeds meer terrein en
ten einde raad verkochten in 1885
de nakomelingen van Jan en Maria
het bedrijf aan Hippolyte Colignon,
een personeelslid van Van Gend en
Loos. Beter dan alle anderen zag
Hippolyte Colignon de manier om
uit de moeilijkheden te komen. Ge
leidelijk hief hij de personenver-
voerdiensten per diligence op en
verving ze door goederendiensten.
In plaats van te concurreren, pro
beerde hij met de spoorwegen sa
men te werken. Hij vervoerde goe
deren van de stations naar de gea
dresseerden in de stad en omgeving
of bracht de goederen van de ver
zenders naar het station. Soms nok
huurde hij spoorwagons voor goe
derenvervoer op de langere afstand.
Colignon was de eerste die begreep,
dat railvervoer en wegvervoer geen
vijanden behoeven te zijn, maar
zeer goed kunnen samenwerken.
Het is deze Hippolyte Colignon
geweest, geboren in april 1831, en in
1844 bij Van Gend en Loos in dienst
gekomen, die het bedrijf van de
ondergang gered heeft. Colignon zag,
met de door alle verwikkelingen en
uiterlijkheden heenziende blik van
een geboren ondernemer, hoezeer hij
in een behoefte kon voorzien, door
voor de verzender zonder extra kos
ten en last van visitatie en andere
douane-moeilijkheden, het vervoer
te verzorgen. Onder hem werd Van
Gend en Loos de bijna legendari
sche instelling, die goederen verzond
naar elk werelddeel. Zelfs was de
uitdrukking bij het publiek in
zwang dat Van Gend en Loos nog
bestellingen aannam voor het oor
logsterrein. En zijn grote verdienste
was dat hij begreep hoe hij de
spoorwegen toch nog nuttig kon la
ten zijn voor Van Gend en Loos.
Door het vestigen van zogenaamde
factorijen voor de spoorwegen in
allerlei plaatsen, waar het publiek
goederen kon laten brengen of halen
zonder gedwongen te zijn zelf naar
het station te gaan en zonder dat dit
meerdere kosten meebracht kon de
firma zich onontbeerlijk maken. De
ze taak zou zij dan completeren
door de contractant van de spoorwe
gen te worden,bij het uitvoeren van
de besteldienst. Het bedrijf opende
in 1885 in Amsterdam een nieuw
kantoor. Het Nieuws van den Dag
schreef: „Het geheel pleit wel voor
de energie der firma, die, hoewel
reeds zoovele jaren het buigerrecbt
in ons land bezittende, in de laatste
jaren, niet het minst in den rijks
postpakkettendienst, aan geduchte
concurrentie het hoofd moest bie
den".
De Van Gend en Loos afhaal- en
besteldiensten breidden zich steeds
meer uit en de voorschriften voor de
wagenvoerders en conducteurs wer
den strenger. Een conducteur, die
een trein miste waarop hij had moe
ten meerijden, wordt „tot straf acht
dagen te voet gesteld en bij herha-
De eerste vrachtauto, die Van Gend en Loos in gebruik nam, een de' Dion Bouton uit 1914.
Al heel modern was in 1928 deze Ford trekker-oplegger.
'1 >1
■tó -
'li
In 1888 reed de laatste diligence van 's-Hertogenbosch naar Waalwijk,
ling daarvan uit den dienst ontsla
gen". En voor de dagen dat een
conducteur te voet was gesteld, -
werd hem geen loon uitbetaald.
Conducteurs mochten gedurende de
uitoefening van hun dienst niet ro
ken of slapen. Dronkenschap was
onvergeeflijk: daarop stond onher
roepelijk ontslag. Elke conducteur
kreeg een lijst mee, waarop de goe
deren. gelden of stukken stonden
genoteerd, die hij moest vervoeren.
Als hij zulk een „lijst op het kan
toor mocht achterlaten of dezelve
verliezen" kreeg hij vijf gulden boe
te.
Het bedrijf opende kantoren in de
steden en dorpen in de omgeving
van de stations, waar de goederen
konden worden aangebracht of afge
haald. Hierdoor kregen veel kleinere
plaatsen die niet aan een spoorlijn
lagen toch een verbinding niet de
rail. Deze samenwerking met de
spoorwegen lukte vooral in Neder
land. niet zo erg in België. In 1908
overleed Hippolyte Colignon in de
leeftijd van 77 jaar. Zijn zoons Ge
orges, René en Fernand delen de
13e juli van dat jaar per circulaire
mee, dat zij opvolgers zijn. Het
bedrijf wordt op de zelfde voet
voortgezet en floreert.
De eerste moeilijkheden komen
met de eerste wereldoorlog. Vooral
de paarden krijgen het hard te ver
duren, voer is schaars. Het is de
periode dat Van Gend en Loos de
eerste auto in dienst neemt, een De
Dion Bouton. Maar na de oorlog
bloeide het bedrijf als nooit tevoren.
Een hechte samenwerking r.ie', de
Nederlandsche Spoorwegen, die jn
Nederland ontstond uit de samen
smelting van Staatsspoorwegen en de
Hollandscbe IJzeren Spoorwegmaat
schappij droeg daar toe bij. Van
Gend en Loos werd belast met de
uitvoering van de besteldienst en
het onderhouden van factorijen voor
beide spoorwegmaatschappijen.
Zo werd het 1927. Het bericht
deed de ronde dat het contract dat
de Nederlandsche Spoorwegen met
Van Gend en Loos gesloten hadden
per 1 juli 1928 Zou worden opge
zegd. Onrust allerwege.
In de jaren na de eerste wereld
oorlog ondervonden de Nederlandse
spoorwegmaatschappijen een steeds
toenemende concurrentie van het
wegverkeer, die gepaard ging met
een daling van de inkomsten. Het
was daarom onvermijdelijk dat zij
zelf gingen deelnemn aan het ver
keer op de weg. Dit geschiedde met
de oprichting van de N.V. Algemee-
ne Transport Onderneming in mei
1927. In het maatschappelijk kajoi-
taal namen de Hollandsche IJzeren
Spoorwegmaatschappij en de Staats
spoorwegen elk voor de helft deel.
Hoewel de Algemeene Transport
Onderneming begon met het exploi
teren van enige buslijnen, waren de
spoorwegen zich bewust, dat zij ook
het goederenverkeer langs de weg
ter hand moesten nemen. Dit kon op
rationele wijze gecombineerd wor
den met het plaatselijke transport
vooral de besteldienst en de expedi
tie, zoals die tot dusverre door Van
Gend en Loos verzorgd werden. Alle
werkzaamheden, waarmee Je C.V.
Van Gend en Loos, H. Colignon en
Cie zich tot dusverre belast had,
werden overgenomen door een nieu
we opgerichte en te Utrecht geves
tigde naamloze dennootschap, de
N.V. Expeditieonderneming Van
Gend en Loos. De activa en het
personeel gingen naar de nieuwe
vennootschap over, en dus ook de
aloude naam „Van Gend en Loos".
Formeel werd Van Gend en Loos
een dochteronderneming van de
ATO, ofschoon de eerste, een bloei
ende en grote onderneming in vol
bedrijf, veel belangrijker was dan
de tweede.
In 1948 werd de ATO opgeheven.
De naam werd veranderd in N.V.
Algemene Transport- en Expeditie
Onderneming Van Gend en Loos. Er
ging ook een andere geest in he*t
bedrijf waaien, in zoverre dat men
zich onafhankelijker ging voelen.
Misschien ook als reactie op de oor
logstijd waarin vrachtauto's en paar
den door de bezetter werden gevor
derd en het vrachtvervoer praktisch
stil lag. Een stilte die gevolgd v/erd
door een storm. Internationale auto
diensten worden ingesteld, naar
Tsjeeho-Slowakije, Hongarije, Oos
tenrijk, Zwitserland. Frankrijk en
België. Grote bekendheid verkrijgen
de konvooien van Praag. Vaii Gend
en Loos verwerft de bijnaam „de
vrachtrijders van Europa".
Steeds sneller gaat de ontwikke
ling. In 1958 verdwijnt de laatste
Van Gend en Loos paardewagen uit
het stadsbeeld. Die ene De Dion
Bouton is uitgegroeid tot een kolos
saal wagenpark. Hangend confectie-
vervoer, geldtransporten, theaterver-
voer, het zijn zo maar een paar van
de specialiteiten van Van Gend en
Loos. In honderdvijfenzeventig jaar
is het bedrijfje van het duo Jan
Baptist van Gend en Maria Loos
uitgegroeid tot een wereldomvatten
de organisatie met agentschappen in
48 over de gehele wereld verspreide
landen, meer dan 6.000 werknemers,
2.000 voertuigen en 400 mechanische
trucks.