de
vierde
rik
loefu
keukens
I
i
i
[Het laatste
Nooit spijt
Oranje-rijst
Welgesteld
Uitsterven
1
sportbrief
uit belgië
Zaterdagbijlage van 9 oktober 1971
PSDMI
vrn.
Steeds meer jonge paren
willen bij de begijnen
trouwen. Op zichzelf is
dat heel verklaarbaar. De
middeleeuwse sfeer van de
binnenplaats van het bè-
gijnhof met zijn geurende
kruidentuin leent zich
uitstekend voor de
"bruidsmars" van koets of
statieauto naar de ingang
van de begijnenkerk. En
in geen enkele kerk in
Breda trouwen zoveel
mensen als in de kerk van
de begijnen. Pastoor Ooms
heeft er de handen vol
Het merkwaardige is ech
ter dat het lang niet alle
maal Brcdanaars zijn die
hier komen trouwen. "Ze
komen van heinde en
zegt pastoor Ooms.
"Het is een heel gewoon
verschijnsel geworden dat
een verloofd stelletio in
een weekend de auto pakt
om te zoeken naar een
kerk of kapel waar ze
kunnen trouwen, en velen
belanden dan hier".
Zuster De Leeuw: Jammer dat het niet meer kan".
oor de zes in Breda
De toverkracht van de bij
geval op 1 september uit te
spreken formule „Is Sint
Egidius heet, 't geeft schone
herfst met zweet" reikte dit
jaar tot en met de derde
oktober van de Heilige The-
resia, dag waarop de laatste
klassieker van het gestor
ven seizoen gereden werd.
Parijs-Tours is niet meer
dan een afzakkertje vooral
eer de koersfietsen in het
vet, de wegrenners in win
terslaap gaan. Parijs-Tours,
toch nog altijd een ruk van
285 kilometer, is een snack
voor jonge renners. Waarom
weet niemand, maar het is
zo. Dit jaar wgs het Kamiel
van Linden, die Rik wordt
genoemd. „Jonge Rik Van
Linden treedt in het rijk van
de grote spurters", schreef
Willem van Wijnendaële.
Dat is dan na Rik v. Steen
bergen (nu in opium), Rik
van Looy (nu in paardp en
Rik Merckx de vierde Rik in
de historie van 't rijke Bel
gische wielerleven.
Rik van Linden is een
zoon uit gave ouders te Wil
rijk, die nu natuurlijk een
café uitbaten. Rik zelf is
geen jongen voor de tap
kast. Hij is een stille, wiens
geluk gelegen is in het naast
de keukenkachel zitten kij
ken naar zijn eigen in pan
toffels verpakte voeten, dan
wel en indien aanwezig naar
de knieën van zijn meisje
MatLiidje. Rik is eerst een
blauwe maandag prof, maar.
heeft in de andere rangen
en staten van de renners-
stand het voor leken on
grijpbare aantal van 383
wedstrijden gewonnen. „In
bloemen, zo verklaart Rik
treffend, is dat genoeg om
een heel kerkhof mee te
bedekken". Wat hier opvalt
is de hem sierende hierna-
maalse instelling. van een
jongeman, die zelfs niet
doorbroken wordt door de
g
nt deze bon in een gesloten envelopp0 I
ons toezenden.
J deze bon invult en aan ons opstuurt,
en wij er voor dal II het Tielsa-
kenboek wordt toegezonden. Gratis!
ijgt dan een uitvoerige, kleurige
rmatie over alles van Tielsa.
33
I astoor Ooms van
de Bredase Begij-
nenparochie heeft
Borgen Het vlot niet met
pe financiering van de res
tauratiewerken. Het knel
punt zit volgens hem bij
P-S van Brabant, maar
pegt hij "de gemeente
ha? er ook wel eens wat
Barder aan trekken". De
restauratie is hoognodig,
ook al gaat dat zo'n dikke
jwee miljoen kosten. Als
er niets gebeurt dan wacht
begijnhof hetzelfde lot
het fenomeen der be-
IPen, dan sterft het.
fcj*- Begijnhof is het
fa' ln. Nederland dat nog
L f ..eglJnen wordt bewoond.
K" zes- Hun gemiddel-
«iiiH» ls ver over de
Itedpri.'j het is <laarom dat
per lïl l oudstc hegiin, zus-
1r R senberg - 92 jaar en
de If flor" geprofest - in
Cl. r Is "oude zusters" van
Ban Jedase bejaardentehuis
IrL. Haa"di>k verbluft.
Kat pp WaS het de gewoonte
lonen h"",?ere begi'n gins in"
kie i' cen ""dere, gebrek-
riitt ende zuster. Maar er
Leer geC" '"ngere begijnen
te™,77'' zegt z"ster De
ernaar i aI 51 'aar begijn is,
Koph zal GotIs w'l zijn.
L.J' ,s het z»nde dat het niet
peer kan in deze tijd".
Se "ook ?e. Leeuw is een van
neer hol 71 het beg«nhof
Er u ,ekende begijnen. Zon-
■erm!leIi Zelf le willen of te
■aarh» u If zij het dle °P
.bescheiden manier de
relations van het be-
Irpll? .Verzorgt. Zij verkoopt
laia iaarten en gidsjes
lesiinh T toeristen die het
Kail bezoeken en zij is
i|nbik ook de meest
lömf de begijn- Ze
jomt er eenvoudig voor uit
|Lfze ,het ieuk vindt g'efoto-
E«eerd te worden
|Ofendertig jaar lang verzorg-
g i.l de bewaarschool van de
tuinen, scen kleuterschool,
je,.) een soort voorloner van
j creche. Moeders die voor
hun levensonderhoud moesten
werken, konden hun kinderen
kwijt bij de begijnen. „M'n rug
en mijn armen zijn niet van
niets versleten", zegt zuster De
Leeuw, „maar van binnen is
alles nog goed hoor. De dok
ter stond ervan te kijken dat
ik zulke prachtige longen heb.
In ben nu 77, stijf en wat
moeilijk ter been, maar om te
babbelen ben ik nog goed ge
noeg'
Als ze opnieuw kon beginnen,
zou ze dan weer begijn wor
den?
Zuster De Leeuw: „Ik heb er
nooit spijt van gehad al heb
ben we het dikwijls moeilijk
gehad. Maar ik heb een zus
van 84. Die zit nog in de mis
sie. Die heeft het zwaarder ge
had dan ik".
Over de wereld van vandaag
heeft ze haar twijfels. Ze kan
zich verheugen in de welvaart
die zij bespeurt bij haar fa
milieleden als die haar eens
een middag komen ophalen,
maar „er zijn overal oorlogen
tegenwoordig. Vroeger was er
oorlog in Japan (de Russisch-
Japanse oorlog van 1905 - red.)
Janpan. zei mijn vader altijd,
want hij had niet veel school
gehad. Hij praatte veel over
die oorlog en ze zeiden tegen
hem: Lees die krant toch niet,
omdat hij er zenuwachtig van
werd. Maar nu is het overal
oorlog En alles is zo ver
schrikkelijk duur geworden.
De A O.W. dat is een groot ge
luk voor ons'".
Pastoor Ooms: „De begijnen
hebben nooit de gelofte van
armoede afgelegd. Zij werden
verondersteld voor zichzelf te
zorgen. Met geld van thuis of
met geld, verdiend met wer
ken. Dat betekent ook dat als
een begijn doodgaat, de fami
lie komt om datgene wat er te
erven valt op te halen. Zo'n
begijnengemeenschap verarmt
dus veel sneller dan een kloos
ter"
vrouwen zijn geweest die in
begijnhoven gingen wonen. Hij
maakt dat op uit het feit dat
elke begijn zelf haar woning
bouwde en ook uit het feit dat
de moeder-overste vroeger
„Meesteresse" heette en de
zusters zich lieten aanspreken
met „juffrouw". Het vesting
achtige karakter van begijn
hoven is overal duidelijk
waarneembaar, maar wordt
nog eens versterkt door het
gewicht dat de functie van
portierster blijkens de archie
ven, vooral in vroeger eeuwen,
werd toegekend. Zij was ver
antwoordelijk voor ,de veilig
heid van de gemeenschap. Hoe
wel de begijnen onafhankelijk
waren (geen gelofte van ar
moede) moesten er leefregels
komen wilde men in vrede zo
dicht opeen wonen. Het lag in
de aard van de tijd dat die
leefregels een sterk religieus
karakter hadden, zo meent
pastoor Ooms. In de loop der
eeuwen is daaraan het een en
ander veranderd, zodat het
moeilijk blijft het verschijnsel
begijn te definiëren. Het ver
schilde ook nogal eens van
plaats tot plaats. Zo werd in
1311 door het Concilie van
Vienne het begijnwezen in al
zijn vormen veroordeeld, van
wege het feit dat tal van ket
terse bewegingen uit de be
gijnhoven voortkwamen.
Wat begijnen precies zijn, valt
moeilijk te definiëren. Pastoor
Ooms houdt het erop dat het
oorspronkelijk samenscholin
gen zijn geweest van alleen
staande dames, die bij elkaar
in een als vesting opgezet be
gijnhof beschutting zochten te
gen de oorlogen, rooftochten
en brandstichtingen van de
middeleeuwen. Het moeten
oorspronkelijk welgestelde
In 1318 echter volgde voor de
begijnen van Nederland een
uitzonderingsdecreet van Paus
Johannes XXII, omdat de Ne
derlandse begijnen, na een on
derzoek rechtzinnig in de leer
waren geblekën. Interessant
aan het Bredase begijnhof is
ook de speciale binding die het
heeft met het huis van Oranje.
De Bredase heren van Nassau,
prins Maurits, prins Willem
II en vele anderen hebben er
door hun persoonlijke be
moeienissen toe bijgedragen
dat het begijnhof (evenals het
befaamde Norbertinessen-
klooster Catharinadal in Oos
terhout) de beeldenstorm en
de reformatie heeft kunnen
overleven.
Als nu Oranjes Breda be
zoeken, wippen zij altijd even
binnen bij de begijnen om daar
te proeven van de traditionele
begijnenrijst, die alleen voor
hen, volgens een geheim re
cept, wordt klaargemaakt. Het
laatste proefden prinses Bea
trix en prins Claus van de
rijst. „Maar", vertelt zuster De
Leeuw, „ook Juliaantje en
Het Bredase
begijnhof,
gebouwd
door Graaf
Hendrik 111
van
Nassau in
de plaats
van het
oude, dat
moest
worden
afgebroker
in verband
met de
uitbreiding
van het
Kasteel
van Breda.
1
SS
Willemientje zijn hier geweest.
Willemientje kreeg de rijst op
gediend in een kostbaar por-
celijnen kommetje. Het was
halfvol rijst. Daarover was
Saffraan gestrooid en er mid-
denop lag een prachtige rode
roos van marsepein. Bij Ju
liaantje was het een beetje
mislukt geloof ik, en zij kreeg
het in een gewoon bord".
De begijnen zijn altijd een
naar binnen gerichte gemeen
schap geweest, hoewel zij in
hun werk wel de stad betrok
ken. Het bewaarschooltje ge
tuigt daarvan, maar meer nóg
het „maatschappelijk werk"
dat de begijnen verrichtten in
gezinnen en voor zieken. Ook
werd er in het begijnhof ge
wassen voor mensen die dat
zelf niet konden. Enkele grote
droogzolders getuigen nog van
deze activiteit. „Ze mochten
maar weinig voor deze arbeid
vrager.", zegt pastoor Ooms.
„Een dubbeltje per uur is wel
het maximum geweest voor de
oorlog".
Het uitstervingsproces is al
lang aan de gang. Na de oor
log boekte Breda nog slechts
twee novicen. Een in 1946 en
een in 1948. Beiden vertrok
ken weer. De jongste begijn,
de 61-jarige zuster Frijters,
trad in 1932 toe tot de begij
nen. Zuster Frijters werkt in
de gezinszorg die in Breda zijn
oorsprong vindt bij de begij
nen, hoewel een poging uit de
dertiger jaren het leven van
de begijnen nieuwe inhoud en
aantrekkingskracht te geven
door hen in te schakelen bij
de gezinszorg, op zichzelf mis
lukte.
Elders in Nederland, waar
trouwens na de reformatie
maar heel weinig begijnhoven
waren overgebleven, stierven
de begijnen al eerder uit. Ook
in België, waar beroemde be
gijnhoven zijn (Lier, Brugge,
Leuven, Gent) is dat proces
aan de gang. In Brugge zijn
er geen meer, in Leuven nog
een, in Lier en Gent nog en
kele en in Turnhout nog vier.
Hun hoven soms kleine
stadjes in de stad zoals in
Lier, dan weer miniatuur-
vestingstadjes zoals in Breda -
krijgen andere bestemmingen,
als woongemeenschappen voor
bejaarden en dan meestal voor
alleenstaande vrouwen.
Ook als toeristische attracties
en als monumentale herinne
ringen aan de begijnen, die
merkwaardige religieuze vrou
wen, die zo actief zijn bezig
geweest in tal van Nederland
se steden 'en die nu heel stil
uit de samenleving verdwijnen
om er nooit meer terug te ko
men.
Hoewel: hoeveel verschil is er
tussen de begijnen van weleer
en de nonnen van vandaag, die
hun kloosters verlaten en
groepsgewijs gaan samenwo
nen en werken in de stad?
SÉ
kwalitatief hoog te noteren
knieën van Mathildje. Wil
lem heeft gelijk. Rik is het
rijk der grote spurters bin
nengetreden en hij kijkt of
hij vergeten heeft zijn voe
ten te vegen.
Anderlecht daarentegen is
uit het ambt der Grote Drie
getreden en vervangen door
Racing White dat nu samen
met Standard en Club Brug
ge de rol van parel aan de
Belgische voetbalkroon ver
vult. De club van Polleke
van Himst en Jantje Mul
der, van George Kessler en
Constant Vandenstock heeft
schele hoofdpijn van de ma
laise. Vooral nu de herfst
zon het land verlaat en de
wind koud en nat om de
hoeken jaagt, biedt Ander
lecht een trieste aanblik. De
ramen zijn verduisterd, het
bier is verschaald en in de
anders dansende kroegen
heerst de stilte voor de to
tale wanhoop. De buffetjuf
frouwen hebben de ogen
door jan wintraecken
neergeslagen en de doorkijk-
bloezes met dikke truien
waardeloos gemaakt.
Anderlecht werd thuis met
20 door Bologna uit de
Europese cupperij getikt en
won(!) ook weer thuis met
32 van het voetbaltech-
nisch en tactisch waardelo
ze Antwerp FC dank zij
twee own-goals van de va-
rensg allen, die met z'n el
ven in het doel elkaar tegen
de schenen gingen staan
schoppen. Ze schopten twee
keer raak en dat bracht An
derlecht op een verdiende 4
20 voorsprong. Het was
kortom om te grienen. En
kele Vrouwen van Ander
lecht deden dat ook. Met de
jaden sigarettenpijp in de
bibberende mond en buiten
bezwaar van de ravage aan
de maquillage.
Monsieur le Président Con
stant Vandenstock zat krijt
wit op zijn rood fluwelen
kussen te staren of hij
twaalf van zijn eigen geuze
lambieks met fles en al ach
ter de kiezen had. Alleen
aan niéuw materiaal stond
er voor 20 miljoen frank op
het veld te schutteren alsof
de Elfstedentocht ten koste
van bevroren ledematen en
oren zojuist volbracht was.
Georg Kessler bleef blozend
vrolijk kijken met in zijn
ogen het onverwoestbare ge
loof dat bergen verzet maar
helaas nog geen doelpunten
kan maken. Zijn tenen
kromde hij echter zo sterk,
dat hij best een maatje 37
had aangekund.
Het Racing White van
trainer Week en speler
Bergholtz integendeel loopt
als een tiet, in de betekenis
van kip, hen en hoen. Ra
cing verloor nog geen wed
strijd en gaat meer en meer
de indruk wekken samenge
steld te zijn uit een aantal
taaie rakkers die zich ge
stadig voortbewegen in de
richting van de waarlijk
professionele voetbalstatus,
wat dat dan ook precies mo
ge inhouden. Club Brugge
leidt met 9 uit 5. Dan vol
gen Standard en Racing
White met 8, Union (de clrb
die Eddy Merckx in de raad
van beheer heeft zitten) met
7, Anderlecht met 6 en Cer-
cle Brugge, Sint Truiden,
FC Luik en Crossing met
5 punten. De kenner zal, met
mij, zeggen dat de leerling
nog niet over de Rubicon
geworpen is. Doch daar is
aan toe te voegen dat er
nieuw leven in andere brou
werijen dan die van Van
denstock gekomen is. Racing
White is in en Club Brugge
staat nummer één op de hit
parade. Leo Canjels be
ademt zijn vingernagels voor
hij ze tegen zijn wildlederen
vest opwrijft. Maar Kessler
krijgt verdorie die kromme
tenen niet meer recht.