I ►isschoppensynodede gunst van de twijfel I JBS !R VOOR HETj rOPPOSITIEPI Oude Mothers-koeien Fiets Het is de leerling verboden om KERK jongeren pagina MEND EGKUNDIGE DSGEN slinger! >UNTANTS TSCHAP ;nt- ïtant ICULATOR Achterdocht door dr, corn, verhoeven Zaterdag 25 september 1971 tsingsmogelijkheden voor. al krijgen over een afdeling ien van alle specialismen, atiënten verpleegd worden ;n zelf hun voorkeur geven /verken, te komen. mte zal alle medewerking rit U zich wenden tot de 6. 50-40044 3RLANDSE jreda aan 18 95 I04 24 00 ins plaats vooreen „Telefoon: lam (binnenkort te vestige" Krogten") irtperiode in Amsterdam. LANTEN SPRENKELEN WET V tLLIE UYLDERT MACROBIOTIEK, mystiek en aanverwante zaken liggen goed op een deel tan tie jongerenmarkt. „Terug naar de natuur" is de slogan die het vegetarische leven als het meest ideale verkoopt. Voor niet-ingewijden liet dit leven er vaak nogal kretologisch uit. Vaak ook rijzen de haren je itn berge als je jongeren glashard macrobiotische theorieën hoort nrkondigen die gespeend zijn van elke theoretische basis en op niet „eer stoelen dan onvrede met de massaconsumptie (die bespuit, vergiftigt, plastificeert, diepvriest etc.). Iemand die met gezag en alernationale reputatie over de Kosmische Levensstijl kan praten is tellie Uyldert uit Bussum. De woonkamer g.eeft dezelfde indruk als de tuin: rommelig, maar l«ti staat en ligt alles op z'n plaats, inde kamer liggen paperassen en boeken op de grond, naast een bureau verspreid, De boekenkast puilt uit. Boven een tafeltje met potjes verdroogde planten, hangen nee gouden engeltjes, die je vroeger wel boven een oude kerststal in de kerk zag hangen. Het Begrenzende lesvertrek doet iarentegen leeg en somber aan. Hiertussen leeft Mellie Uyldert, a vrouw van middelbare leeftijd, iiehet vanaf 1928 tot haar wrnaamste taak in dit leven heeft nschouwd om de mensen te wijzen toe ze gelukkiger en gezonder unnen zijn door de wetten en het itme van de kosmos te volgen. Mellie Uyldert is helemaal eruggekeerd tot de natuur, haar joedsel bestaat uit kruiden, die in aar tuin groeien. „Alles is door de natuur geregeld ngoed geregeld. Je hoeft je geen «rgen en problemen te maken, öf xtra energie te verzetten. De atuur zorgt ervoor dat de planten ie bij je passen ook bij je groeien, Is voedsel en medicijn. Wereldproblemen als honger estaan alleen in het brein van de nensen. Er is honger omdat men liet ziet welk voedsel er groeit. Ik eb eens gehoord van Afrikaanse rouwen die twee dagen door het erwoud liepen om vitaminepillen oor hun kinderen te halen. Terwijl voor hun huis de planten met e goede grondstoffen er in groeiden, laar de mensen geloven in het illetje, het magische tabletje uit de ibriek, daar komt kanker van. De 21 tot 25 jaar, bij voorkeur d voor registeraccountant, iendit niet het geval is, e in het bezit van MBA. u, door persoonlijke aking, van de eigen sfeer ïaatschap en de kwaliteiten arbeidsvoorwaarden. ies en inlichtingen, jk of telefonisch, aan het lande adres. is een accountantskantoor sstigingen in Nederland. 1'/i jaar alle vereiste papieren it fascinerende beroep in uw za 1. Er is ruime keus uit schritre- n ook mondelinge leergangen. - Huwelijke programmeurs zijn ze a gd. Vul meieen de bon in. Doe -3*4'' Leeftijd: •ttnscliap heeft de kennis over riidcn uitgeroeid". I Mellie Uyldert spreekt langzaam •■zelfverzekerd. Zonder veel •«verheffingen of theatrale gebaren vriendelijk en eenvoudig. ■«Toen ik 20 jaar was heb ik mijn I'' aan God aangeboden, als •«wment om mee door te werken. I'arvoor moet je jezelf blanco maken, je ik-ambitie en li u en eruit gooien. Je moet je uithalen als een rommella en Tfif openstellen voor de ptemming die je in dit leven hebt, «er dat je alles met je verstand construeren. Dan stroomt er een enorm licht binnen, dat is iets ontzaglijks, dat is het mooiste wat je in je leven kunt meemaken. Dan pas openbaren alle dingen hun wezen en herken je de toegang tot het al-weten, het doorzien, het bewust kennen van iets. Daardoor ga je met alles samenwerken en merk je dat je niet iets aparts bent, maar een deeltje van de gemeenschap. Je hebt jezelf bevrijd van de korst van aangeleerde en ingedresseerde kennis. Dan leef je in God. Kan iedereen deze bewustwording bereiken? M. U.: „Nog maar weinig mensen zijn eraan toe. De meesten zijn door hun geïsoleerd denken de band met het bewustzijn kwijtgeraakt. De religio: de herbinding van de ihens met schepper. Men kan bewust worden als je je volledige „ik" hebt ontplooid. Misschien een op de 100 mensen bereiken de psychische leeftijd van 33 jaar, het moment waarop de doorbraak, het intense leven begint. Dan wordt je geestelijke-ik geboren en breekt het spirituele leven door. Maar de meeste mensen zijn achter op het groeischema, zij worden psychisch niet ouder dan drie jaar, sommigen worden negen jaar. Er zijn bijna geen volwassenen. Gelooft u in reïncarnatie, het na de aardse dood opnieuw geboren worden van een wezen? M. U.: „Maar dat is toch iets vanzelfsprekends. Hoe kan anders het ene kind geboren worden met vermogens en talenten en het andere kind met niets? Het zijn de gevolgen van de vorige levens. Iedereen maakt tijdens zijn leven een psychisch patroon, dat na de dood bewaard blijft en waaromheen in het volgende leven een lichaam wordt gebouwd. Iemand die blind is heeft in zijn vorige leven niet heeft niet willen luisteren, willen zien, en iemand die doof is Er zijn oude zielen die het in hun vorige levens al een eind gebracht hebben met de ontplooiing van dat ik, zodat ze nu bijna klaar zijn en zich bewust worden van de naastbijliggende taak. Het ene leven wordt aan het vorige geschakeld en men neemt ook het volgende op waar men gebleven is. Sommige mensen hebben herinneringen, zij herkennen de sleutel op het kastje. En als ze dan onder hypnose gebracht worden, kunnen ze uit hun vorige levens vertellen". Hoe verklaart u dat met de erfelijkheidsleer? M. U.: „Dat loopt er parallel mee. Volgens dezelfde ontwikkelingsgang. Want pas als er drie lijnen samen lopen, kan er een mens geboren worden. Dat zijn de lijnen: van de vorige levens, van je biologische erfelijkheid en de lijn van de kosmische ordening". Wanneer en hoe vaak reïncarneert iemand? M. U.: „De mens heeft het ritme zelf in de hand. Je moet alle fasen doormaken, de gevoelige periode, de tijd dat je aan je verstand werkt, aan je hogere gevoelsleven, het idealisme en dan breekt op je 21e de individualiteit door. Dan moet je proberen de plaats in te nemen die voor je geschikt is. Leest u ook horoscopen? M. U.: „Een horoscoop is een klein gedeelte van het geheel en wat heb je daar alleen aan? Ik doe niet aan toekomstvoorspellingen. Ik help de mensen die bij me komen niet alleen voor hun lichaamskwaal, maar vooral hoe ze zichzelf kunnen genezen en hoe ze kwalen kunnen voorkomen door hun zielehouding. U heeft een eigen opvatting over het ontstaan van de wereld. Wat denkt u over het vergaan van de wereld? M. U.: „De wereld vergaat voortdurend, de wereld die de menisen maken. Maar er komt een tijd dat de wereld echt vergaat en er maar een paar mensen overblijven Zoals met de Ark van Noach: Iedereen zal moeten reïncarneren voor een laatste kans. De aarde zal veranderen. Het ene land zal overstromen en het anidere zal te voorschijn komen. Een groepje mensen zal opnieuw moeten beginnen en dat duurt niet zo lang meer. Jij zult het nog meemaken. ENIGE weken geleden vroegen wij scholieren om schoolreglementen op te sturen. Inmiddels hebben wij genoeg reacties binnen om een bloemlezinkje samen te stellen. Er blijken in een tijd waarin je „doodgegooid" wordt met democratisering, inspraak, vrijheid, inderdaad nog regels te bestaan die regelrecht uit het feodale tijdperk schijnen te stammen. De meeste reglementen die opgestuurd werden zijn gesteld in een toontje dat een vooroorlogse boetepredikant niet zou misstaan. Natuurlijk moeten we er wel even bij vermelden dat er hier geen volledig natuurgetrouw beeld wordt geschetst. Dan zou je alle reglementen aan een vergelijkend onderzoek moeten onderwerpen en dat zou in dit kader te ver voeren. Vanwege die onvolledigheid zullen we hier dan ook geen namen van de betrokken scholen noemen en volstaan met de mededeling dat de geciteerde artikelen genomen zijn uit de reglementen van mavo's, atheneums, havo's en een internaat. 1. Gedurende de schooltijd mag geen leerling het schoolterrein verlaten zonder vergunning van de rector. 2. Roken is op en in de nabijheid van de school ten strengste verboden. 3. De leerlingen behoren zindelijk te zijn in hun uiterlijk en passend gekleed. 4. Het is de leerlingen verboden in de omgeving van de school vóór en na schooltijd rond te hangen, op hoeken van straten te staan enz. Men komt recht naar school en gaat recht naar huis. 5. Het is de leerlingen verboden zich vóór of na schooltijd op te houden in cafés, cafetaria's e.d. Als bij bijzondere gelegenheden hiertoe aanleiding is, kan ontheffing gevraagd worden aan de rector. Op overtreding van deze bepaling staat de zwaarste straf die dit reglement kent: verwijdering! 6. Een leerling kan van school verwijderd worden als hij een gevaar is voor of een nadelige invloed heeft op andere leerlingen. 7. De leerlingen zijn verplicht bij de aanvang van elk schooljaar de agenda van de school aan te schaffen. 8. De leerlingen moeten zich in alle opzichten gedragen volgens de aanwijzingen van de docenten. 9. Wie tussen de middag niet naar huis gaat, is verplicht op school over te blijven. Het js niet toegestaan zich ergens anders te bevinden dan op de aangewezen plaatsen. 10. Alle boeken en tijdschriften die de leerlingen L.. mee naar school nemen zijn onderworpen aan het oordeel van de rector of diens plaatsvervanger. 11. De leerling die zich onbehoorlijk gedraagt kan door de conrector ter verantwoording geroepen worden. Bij een officiële waarschuwing die op „de rode kaart" wordt aangetekend, gaat er bericht naar de ouders en naar de directeur. Drie aantekeningen betekenen schorsing. Drie schorsingen betekenen verwijdering. 12. Het is de meisjes niet toegestaan zich te kleden op een dusdanig uitdagende manier die in strijd is met de algemene fatsoensnormen. De directrice behoudt zich het recht voor hierover aanwijzingen of richtlijnen te verschaffen. Alle reglementen die ons bereikten puilden uit van de verboden. Nergens werd in de school-grondwetjes melding gemaakt van rechten van de leerlingen. Er was één scholier die ons schreef het reglement van zijn school NIET op te willen sturen, omdat hij dat kreng al vaak genoeg moest overschrijven. DE nieuwe plaat van The Mothers (voorheen Of Invention) is geen openbaring. Afgezien van een Paar nieuwe nummers, waaronder het lang niet gekke The Mud Shark, en Bwana Dik en Latex Solar Beef heeft Zappa nogal wat oude koeien op de kant getrokken door nieuwe versies van Little House I Used T o Live In (van de LP Burnt Weenie Sandwich) en Willie The Pimp en Peaches in Regalia (van de LP Hot Rats) erbij te betrekken .Best aardige nummers hoor, daar niet van, maar het maakt wel een wat armoedige indruk zo. Temeer als we weten, dat het materiaal voor deze plaat is samengesteld uit de eigen opnamen van live-concerten in Fillmore waar op een keer ook John Lennon en Yoko Ono aanwezig waren. Van het Zappa-Lennon optreden is op deze plaat, die Fillmore East June 1971 heet, niets te vinden. Zoals gezegd, vain de groep The Mothers is 't epitheton Of Invention weggelaten, en inderdaad zijn er weer een paar mutaties in de groep ontstaan. George Duke de organist is vervangen door Bob Harris en Jef Simmons de bassist uiteindelijk door Jim Pons. Deze Pons is weer een lid van de vroegere groep The Turtles zodat er inmiddels drie Turtles (namelijk ook nog Kaylan en Mark Volman) bij de Mothers zijn gekomen. Hoewel het materiaal op deze plaat dus wat aan de verrassingen mank gaat door het in herhaling vallen met oude nummers, is het al met al geen mislukking en hij bevalt beter dan de vorige, Chunga's Revenge. J JMMHI) eindredactie hans maas .alen 1 a sr 6008, Amsterdam. Indien aldus I jok bellen. Uitsluitend na B Li* SEPT- a-s- begint in Rome krl v"-rSadering van de bis- pPMsynode. Ruim 200 bisschop- Ptkaajn z'cb °P voor een vier Ij. durend beraad dat enkele Pn w"!eest urSe"te vraagstukken Itm gelijk leven tot onder- Ktcr f:./e zendi"K van de VvereM11,, recf>tvaardigheid in It, Meer ter informatie dan |"t(]C)1 zal 00k n»g iets gezegd likerk ver "e zgn. Grondwet van Pa°k1nw>aUS Paulus VI op 19 sept. •«cilia a v??r de slotzitting van het P'en rif6 blssoh°PPensynode in het fceiuinht rfrd deze beslissing luid zou Je' .geest van Vaticanum l'ïaan ,f'6t uitd°ven, er zou een P» tin waar bet directe overleg PttBaanaUSjmet de bele kerk kon de collegialiteit begon Plinaf A6un?I?en' Vooral 00k voor R q Alfimk was het een blijde f^KoreaTrf Vanu een Permanent Ptwerl f ïn bet wereldepisco- DerffT ff™ ge^neeerd. Een I'S» S ,ef opende zich: niet Lkerk hf f de paus en de curie |nis^esturei\maar de Paus en men hPeneollege. Aan de curie IfSd ,er de uitvoering toebe- vorm van overleg een stempel heeft kunnen drukken op de ontwikkelin gen. Geen van beide keren heeft de synode zich ontpopt als de centrale beleidsinstantie die vruchtbare idee- en van overal bijeen wist te bren gen en te verwerken in een werke lijke visie. Een juiste plaatsbepaling kostte grote moeite. Nog steeds kwam er vrees op dat collegialiteit een in breuk betekende op het pauselijk primaat. Ondanks de beginselverkla ring van het Concilie wilde het er niet bij iedereen in, dat het paus schap onaangetast zou blijven- Toen dan nog spanningen aan het licht traden tussen de paus en verschil lende bisschoppen, staafde dit hen in hun overtuiging. Heel de verga dering van 1969 was ervoor nodig, de achterdocht te temperen. De slot verklaring vormde een belijdenis van eenheid met de paus zonder afzwakking van de wezenlijke plaats van het bisschoppencollege. Verder kwam men toen niet. H'et veelvuldig beroep dat van allerlei kanten op de leden was gedaan toch vooral de actuele problemen te be handelen, werd slechts gehonoreerd door het voornemen daar de volgen de keer over te spreken. Zover is het nu. Maar wie had gedacht dat men de zaken voortva rend en zo dringend mogelijk zou aanpakken, moet vaststellen dat de voorbereiding in het, teken heeft ge staan van reserve én behoedzaam heid. Op voorstel van kardinaal Marty van Parijs deed de synode van 1969 de aanbeveling aan het prièstervraagstuk voorrang te geven en de internationale theologencom missie te belasten met een rapport. De paus bekrachtigde deze opdracht, en gezien de samenstelling van de commissie viel te rekenen op een gedegen, evenwichtig werkstuk. Juist toen het klaar was, werd het bestaan bekend van een andere commissie die op verzoek van het secretariaat van de synode ook een stuk onder handen had dat in de plaats zou komen van het theologen- rapport door een uitgeverij in Parijs discussienota over het priesterambt die aan alle bisschoppen werd toe gestuurd. Al spoedig bleek deze no ta een teken van tegenspraak. Enige maanden later werd het theologen- rapport door eenuitgeveri j in Parijs gepubliceerd. Belangstellende bis schoppen konden een exemplaar ko pen. Het is gemakkelijk te raden waar om het secretariaat van de synode de zaak in eigen beheer heeft willen houden- Het hete hangijzer van het celibaat wordt aangepakt, en dat mag maar op één manier, die van de onverkorte verdediging. De bedie naar van de westerse kerk moet de celibataire priester blijven. Van wij ding van gehuwden kan hoogstens bij uiterst priestertekort sprake zijn. Dat is het standpunt dat de paus herhaaldelijk heeft ingenomen en waaraan hij niet getornd wil zien. Overigens staat de grote meerder heid van het wereldepiscopaat, en zeker van de leden van de synode achter dit standpunt, en iedere spe culatie dat een open gedachtenwis- seling tot koerswijziging' zou leiden, lijkt ongegrond. Niettemin, omdat de theologencommissie het priester schap van gehuwden als niet abnor maal voorstelt, moest hun stuk wij ken. Een dergelijke gang van zaken is karakteristiek voor de zorg waarmee voorkomen wordt dat er onverhoopt iets in de gedachten-wisseling ge beurt. Iedere gedachten/gang die niet het aangewezen klimaat voor het priesterschap ziet in de celibataire levenswijze, is moeilijk te verteren, hoeveel goede elementen men op anderie punten ook aandraagt. Met het celibaat valt of staat het pries terschap. Jammer genoeg wordt zo ongewild in de hand gewerkt dat de hele problematiek rond het priesterambt ook aan de andere zijde op dit ene punt van het celibaat wordt toege spitst, alsof er met de priester geen vuiltje aan de lucht zou zijn als dit knelpunt maar uit die weg geruimd zou zijn. Dat is een misvatting waartegen zich steeds meer stem men verheffen. Dat er iets moet gebeuren is dui delijk. Het aantal priesters neemt snel af» zowel door een stijging van de ambtsneerleggingen als door een scherpe daling van de wijdingen. Bijna nergens kan men nog op de oude voet voortleven. Er vallen zul ke gaten dat lapmiddelen te enen male ontoereikend zijn. Deze zorge lijke situatie ^dwingt wel tot bezin ning. Geen bisschop die er nog zon der grote moeite in slaagt de zaak volgens hiet oude patroon draaiende te houden. Met name de Zuidamerikaianse bisschoppen schijnen in hun gedach teontwikkeling een stuk op weg te zijn naar een nieuw zicht op de toekomst. Voor onze begrippen wij zen de statistieken op een enorme schaarste aan priesters in die lan den. Te bogen die schaarste weg te werken is uitzichtloos. De bisschop pen daar gooien het over een andere boeg. Zij boren arsenalen aan krach ten aan, die in de geloofsgemeen schap aanwezig zijn maar waarop weinig of geen beroep is gedaan. Zo heeft de Braziliaanse bisschoppen conferentie een resolutie aanvaard, die in iedere parochie het ontstaan van zgn. basisgemeenschappen sti muleert, de vorming van kleine ker nen christenen die zich ook zonder dat ier een priester bij is, op gronds lag vain het geloof aaneensluiten en met elkaar ernst maken met het evangelie. Wanneer het beraad van de syno- DDrl de in Rome op deze gedaanteveran dering van de priester en de ge meente komt, doen zich wellicht verrassingen voor. Tijdnood hoeft er niet te zijn. De bisschoppen trekken drie weken uit om zich met de problemen rond het priesterschap bezig te houden. Over het celibaat alleen zal men zolang niet praten. Wei valt te verwachten dart enkele leden van de synode zullen pleiten voor een duidelijker fundering van de traditionele praktijk. Zij zullen ook aandacht vragen voor die pries ters die zich wel geroepen voelen tot de priesterlijke bediening maar in zichzelf niet de sensibiliteit voor het celibaat ontwaren. Waarschijnlijk zal er uitvoerig ge discussieerd worden over de vraag of de priester zich dient in te laten met politieke zaken, en of hij er goed aam doet een maatschappelijk beroep te kiezen. Dit zijn in vele zuidelijke landen brandende kwes ties en zij vormen ook de invals hoek om tot de kern van de zaak door te dringen: aan welk type priester heeft de kerk behoefte? Er Bij het beëindigen van zijn acade mische studie was het de jonge doc tor een diepgevoelde behoefte allen te bedanken die aan de voltooiing van zijn proefschrift hadden meege werkt. Namen noemen was hache lijk, enerzijds omdat de lijst te lang zou worden als hij volledig moest zijn, anderzijds ook omdat in deze tijd van teamwork en interdiscipli nair onderzoek eigenlijk niemand kan zeggen dat de resultaten van wetenschappelijke arbeid zijn per soonlijk eigendom zijn. Hij was zich er wel van bewust, dat dit laatste ook voor hem gold en voor het hier gepresenteerde verslag. Zonder en- thoitsiaste samenwerking zou het niet tot ttapd gekomen zijn. Als hij dan toch namen moest noemen, dan op de eerste plaats die van zijn geachte promotor, de grote stuwer en vriendelijke mens die in moeilijke ogenblikken altijd bereid was te luisteren. Ook de medewer kers van het laboratorium werden hartelijk bedankt. Het was welhaast vanzelfsprekend dat zonder hun toe wijding en hun overuren het onder zoek de mist ingegaan zou zijn. Dank ook aan de typiste die bereid bleek het manuscript tot drie keer toe uit te tikken en zich later nog met de correctie van de drukproe ven belastte, aan tante Mien die in spannende tijden talloze kopjes kof fie had laten aanrukken en, last but not least, aan de levensgezellin die in zo menig avondlijk uur het gezel schap van haar studieuze echtgenoot had moeten derven. Om nou even te zeggen waar het onderzoek over ging en wat er pre cies de resultaten van warenen dat dan nog zo te zeggen dat ook de leek het kon begrijpen, kijk, dat viel niet mee. Maar om het eens heel simplistisch voor te stellen, zonder vaktermen of jargon te ge bruiken, op gevaar af onwetenscha- pelijk te worden, kwam het dan hierop neer, dat met gebruikmaking van bepaalde, moderne technieken van meten en testen gepoogd was na te gaan of er een bepaalde, meetbare relatie bestaat tussen de intensiteit en de kracht waarmee op de trap pers van een fiets geduwd wordt enerzijds en de snelheid waarmee deze zich voortbeweegt anderzijds, zulks uiteraard onder bepaalde en welomschreven omstandigheden. De wetenschap die zich hiermee bezig hield was nog jong en het ter rein schier niet te overzien. Daarom had de studie zich niet kunnen uit strekken tot bijv. het literatuuron derzoek. Liefhebbers daarvan wer den verwezen naar de jongste Ame rikaanse publicaties, waaruit, ter loops gezegd, afdoende duidelijk werd, dat er alleen al de laatste jaren een zee van geschriften over dit terrein heen gespoeld was. Een mens moest zich nu eenmaal beper kingen opleggen. Ook de man van wetenschap had maar één leven. Daarom was ook alleen maar zijde lings aandacht besteed aan het grondslagenonderzoek dat voor deze jonge tak van wetenschap eigenlijk zo broodnodig was. De opleiding hiervoor was in dit land helaas nog zeer gebrekkig. Niettemin was men erin geslaagd een methode te ontwikkelen die, dacht hij, tot bepaalde, niet onbe vredigende resultaten zou kunnen leiden, al gaf hij natuurlijk graag toe dat die methode voor verdere ontwikkeling en verfijning vatbaar zou kunnen blijken te zijn. Als voor lopig resultaat van het onderzoek meende de jonge geleerde te kunnen meedelen, dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid was komen vast te staan dat in verreweg de meeste gevallen de cijfers stonden allemaal in het boek de gezocht relatie inderdaad bestaat. Populair gezegd: hard trappen le verde gemiddeld een grotere snel heid op dan zacht trappen. En naar gelang er harder of zachter getrapt werd, bleken de verschillen in ge produceerde snelheid merkwaardig genoeg groter te worden. Met cijfers en grafieken was dit mooi te illus treren: de verschillen sprongen er duidelijk uit. Het was trouwens opvallend dat deze verschillen intuïtief altijd wel 1 waren aangevoeld door ervaren fiet sers. Met een voor dilettanten be wonderenswaardig scherp inzicht hadden zij deze intuïtie ook altijd in praktijk gebracht. En ofschoon hier uit bleek dat de mensen vroeger ook niet gek waren, moest toch gezegd worden dat dit inzicht alleen maar een vóór-wetenschappelijk karakter had. Daarom was het van zo groot belang dat het nu volgens een we tenschappelijke methode getoetst en geverifieerd was. Nu kon men er veilig mee werken. Mocht hij daar toe hebben bijgedragen op zijn ei gen, bescheiden wijze, dan achtte de jonge doctor zijn moeite al rijkelijk beloond. zitten enorme consequenties aan vast. Of de synode nog diepgaand za! bezig zijn met het vraagstuk van de rechtvaardigheid in de wereld, valt te betwijfelen. Men heeft slechts één week om erover te beraadsla gen. Dat is zeer weinig tegenover de gigantische problematiek die zich hier aandient. Mogelijk vraagt men zich af, in hoeverre de kerk er toe moet over gaan, de feitelijke situa ties aan haar sociale leer te toetsen, de bevindingen openlijk uit te spre ken en ervoor te ijveren dat concre te misstanden verdwijnen. In de maatschappelijke strijd geëngageer de christenen verwachten iets van hun werk. Alleen maar een inspra- tie? Of ook een deskundige analyse van de feiten? Of zelfs steun voor actie? DRS. R. V.D. HEUVEL OSB

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 17