I
►isschoppensynodede gunst van de twijfel
I
JBS
!R VOOR HETj
rOPPOSITIEPI
Oude Mothers-koeien
Fiets
Het is de
leerling
verboden
om
KERK
jongeren
pagina
MEND
EGKUNDIGE
DSGEN
slinger!
>UNTANTS
TSCHAP
;nt-
ïtant
ICULATOR
Achterdocht
door
dr, corn, verhoeven
Zaterdag 25 september 1971
tsingsmogelijkheden voor.
al krijgen over een afdeling
ien van alle specialismen,
atiënten verpleegd worden
;n zelf hun voorkeur geven
/verken,
te komen.
mte zal alle medewerking
rit U zich wenden tot de
6.
50-40044
3RLANDSE
jreda
aan 18
95
I04
24 00
ins plaats vooreen
„Telefoon:
lam (binnenkort te vestige"
Krogten")
irtperiode in Amsterdam.
LANTEN SPRENKELEN
WET
V tLLIE UYLDERT
MACROBIOTIEK, mystiek en aanverwante zaken liggen goed op een deel
tan tie jongerenmarkt. „Terug naar de natuur" is de slogan die het
vegetarische leven als het meest ideale verkoopt. Voor niet-ingewijden
liet dit leven er vaak nogal kretologisch uit. Vaak ook rijzen de haren je
itn berge als je jongeren glashard macrobiotische theorieën hoort
nrkondigen die gespeend zijn van elke theoretische basis en op niet
„eer stoelen dan onvrede met de massaconsumptie (die bespuit,
vergiftigt, plastificeert, diepvriest etc.). Iemand die met gezag en
alernationale reputatie over de Kosmische Levensstijl kan praten is
tellie Uyldert uit Bussum.
De woonkamer g.eeft dezelfde
indruk als de tuin: rommelig, maar
l«ti staat en ligt alles op z'n plaats,
inde kamer liggen paperassen en
boeken op de grond, naast een
bureau verspreid, De boekenkast
puilt uit. Boven een tafeltje met
potjes verdroogde planten, hangen
nee gouden engeltjes, die je
vroeger wel boven een oude
kerststal in de kerk zag hangen. Het
Begrenzende lesvertrek doet
iarentegen leeg en somber aan.
Hiertussen leeft Mellie Uyldert,
a vrouw van middelbare leeftijd,
iiehet vanaf 1928 tot haar
wrnaamste taak in dit leven heeft
nschouwd om de mensen te wijzen
toe ze gelukkiger en gezonder
unnen zijn door de wetten en het
itme van de kosmos te volgen.
Mellie Uyldert is helemaal
eruggekeerd tot de natuur, haar
joedsel bestaat uit kruiden, die in
aar tuin groeien.
„Alles is door de natuur geregeld
ngoed geregeld. Je hoeft je geen
«rgen en problemen te maken, öf
xtra energie te verzetten. De
atuur zorgt ervoor dat de planten
ie bij je passen ook bij je groeien,
Is voedsel en medicijn.
Wereldproblemen als honger
estaan alleen in het brein van de
nensen. Er is honger omdat men
liet ziet welk voedsel er groeit. Ik
eb eens gehoord van Afrikaanse
rouwen die twee dagen door het
erwoud liepen om vitaminepillen
oor hun kinderen te halen. Terwijl
voor hun huis de planten met
e goede grondstoffen er in groeiden,
laar de mensen geloven in het
illetje, het magische tabletje uit de
ibriek, daar komt kanker van. De
21 tot 25 jaar, bij voorkeur
d voor registeraccountant,
iendit niet het geval is,
e in het bezit van MBA.
u, door persoonlijke
aking, van de eigen sfeer
ïaatschap en de kwaliteiten
arbeidsvoorwaarden.
ies en inlichtingen,
jk of telefonisch, aan het
lande adres.
is een accountantskantoor
sstigingen in Nederland.
1'/i jaar alle vereiste papieren
it fascinerende beroep in uw za
1. Er is ruime keus uit schritre-
n ook mondelinge leergangen. -
Huwelijke programmeurs zijn ze a
gd. Vul meieen de bon in. Doe
-3*4''
Leeftijd:
•ttnscliap heeft de kennis over
riidcn uitgeroeid".
I Mellie Uyldert spreekt langzaam
•■zelfverzekerd. Zonder veel
•«verheffingen of theatrale gebaren
vriendelijk en eenvoudig.
■«Toen ik 20 jaar was heb ik mijn
I'' aan God aangeboden, als
•«wment om mee door te werken.
I'arvoor moet je jezelf blanco
maken, je ik-ambitie en
li u en eruit gooien. Je moet je
uithalen als een rommella en
Tfif openstellen voor de
ptemming die je in dit leven hebt,
«er dat je alles met je verstand
construeren.
Dan stroomt er een enorm licht
binnen, dat is iets ontzaglijks, dat is
het mooiste wat je in je leven kunt
meemaken. Dan pas openbaren alle
dingen hun wezen en herken je de
toegang tot het al-weten, het
doorzien, het bewust kennen van
iets.
Daardoor ga je met alles
samenwerken en merk je dat je niet
iets aparts bent, maar een deeltje
van de gemeenschap. Je hebt jezelf
bevrijd van de korst van
aangeleerde en ingedresseerde
kennis. Dan leef je in God.
Kan iedereen deze
bewustwording bereiken?
M. U.: „Nog maar weinig mensen
zijn eraan toe. De meesten zijn door
hun geïsoleerd denken de band met
het bewustzijn kwijtgeraakt. De
religio: de herbinding van de ihens
met schepper.
Men kan bewust worden als je je
volledige „ik" hebt ontplooid.
Misschien een op de 100 mensen
bereiken de psychische leeftijd van
33 jaar, het moment waarop de
doorbraak, het intense leven begint.
Dan wordt je geestelijke-ik geboren
en breekt het spirituele leven door.
Maar de meeste mensen zijn achter
op het groeischema, zij worden
psychisch niet ouder dan drie jaar,
sommigen worden negen jaar. Er
zijn bijna geen volwassenen.
Gelooft u in reïncarnatie, het na
de aardse dood opnieuw geboren
worden van een wezen?
M. U.: „Maar dat is toch iets
vanzelfsprekends. Hoe kan anders
het ene kind geboren worden met
vermogens en talenten en het
andere kind met niets? Het zijn de
gevolgen van de vorige levens.
Iedereen maakt tijdens zijn leven
een psychisch patroon, dat na de
dood bewaard blijft en waaromheen
in het volgende leven een lichaam
wordt gebouwd. Iemand die blind is
heeft in zijn vorige leven niet
heeft niet willen luisteren,
willen zien, en iemand die doof is
Er zijn oude zielen die het in hun
vorige levens al een eind gebracht
hebben met de ontplooiing van dat
ik, zodat ze nu bijna klaar zijn en
zich bewust worden van de
naastbijliggende taak. Het ene leven
wordt aan het vorige geschakeld en
men neemt ook het volgende op
waar men gebleven is.
Sommige mensen hebben
herinneringen, zij herkennen de
sleutel op het kastje. En als ze dan
onder hypnose gebracht worden,
kunnen ze uit hun vorige levens
vertellen".
Hoe verklaart u dat met de
erfelijkheidsleer?
M. U.: „Dat loopt er parallel mee.
Volgens dezelfde ontwikkelingsgang.
Want pas als er drie lijnen samen
lopen, kan er een mens geboren
worden. Dat zijn de lijnen: van de
vorige levens, van je biologische
erfelijkheid en de lijn van de
kosmische ordening".
Wanneer en hoe vaak
reïncarneert iemand?
M. U.: „De mens heeft het ritme
zelf in de hand. Je moet alle fasen
doormaken, de gevoelige periode, de
tijd dat je aan je verstand werkt,
aan je hogere gevoelsleven, het
idealisme en dan breekt op je 21e
de individualiteit door. Dan moet je
proberen de plaats in te nemen die
voor je geschikt is.
Leest u ook horoscopen?
M. U.: „Een horoscoop is een klein
gedeelte van het geheel en wat heb
je daar alleen aan? Ik doe niet aan
toekomstvoorspellingen. Ik help de
mensen die bij me komen niet
alleen voor hun lichaamskwaal,
maar vooral hoe ze zichzelf kunnen
genezen en hoe ze kwalen kunnen
voorkomen door hun zielehouding.
U heeft een eigen opvatting
over het ontstaan van de wereld.
Wat denkt u over het vergaan van
de wereld?
M. U.: „De wereld vergaat
voortdurend, de wereld die de
menisen maken. Maar er komt een
tijd dat de wereld echt vergaat en
er maar een paar mensen
overblijven Zoals met de Ark van
Noach:
Iedereen zal moeten reïncarneren
voor een laatste kans. De aarde zal
veranderen. Het ene land zal
overstromen en het anidere zal te
voorschijn komen. Een groepje
mensen zal opnieuw moeten
beginnen en dat duurt niet zo lang
meer. Jij zult het nog meemaken.
ENIGE weken geleden vroegen
wij scholieren om
schoolreglementen op te sturen.
Inmiddels hebben wij genoeg
reacties binnen om een
bloemlezinkje samen te stellen.
Er blijken in een tijd waarin je
„doodgegooid" wordt met
democratisering, inspraak,
vrijheid, inderdaad nog regels
te bestaan die regelrecht uit
het feodale tijdperk schijnen te
stammen. De meeste
reglementen die opgestuurd
werden zijn gesteld in een
toontje dat een vooroorlogse
boetepredikant niet zou
misstaan. Natuurlijk moeten we
er wel even bij vermelden dat
er hier geen volledig
natuurgetrouw beeld wordt
geschetst. Dan zou je alle
reglementen aan een
vergelijkend onderzoek moeten
onderwerpen en dat zou in
dit kader te ver voeren.
Vanwege die onvolledigheid
zullen we hier dan ook geen
namen van de betrokken
scholen noemen en volstaan
met de mededeling dat de
geciteerde artikelen genomen
zijn uit de reglementen van
mavo's, atheneums, havo's en
een internaat.
1. Gedurende de schooltijd
mag geen leerling het
schoolterrein verlaten zonder
vergunning van de rector.
2. Roken is op en in de
nabijheid van de school ten
strengste verboden.
3. De leerlingen behoren
zindelijk te zijn in hun uiterlijk
en passend gekleed.
4. Het is de leerlingen
verboden in de omgeving van
de school vóór en na schooltijd
rond te hangen, op hoeken van
straten te staan enz. Men komt
recht naar school en gaat recht
naar huis.
5. Het is de leerlingen
verboden zich vóór of na
schooltijd op te houden in
cafés, cafetaria's e.d. Als bij
bijzondere gelegenheden hiertoe
aanleiding is, kan ontheffing
gevraagd worden aan de rector.
Op overtreding van deze
bepaling staat de zwaarste straf
die dit reglement kent:
verwijdering!
6. Een leerling kan van school
verwijderd worden als hij een
gevaar is voor of een nadelige
invloed heeft op andere
leerlingen.
7. De leerlingen zijn verplicht
bij de aanvang van elk
schooljaar de agenda van de
school aan te schaffen.
8. De leerlingen moeten zich
in alle opzichten gedragen
volgens de aanwijzingen van de
docenten.
9. Wie tussen de middag niet
naar huis gaat, is verplicht op
school over te blijven. Het js
niet toegestaan zich ergens
anders te bevinden dan op de
aangewezen plaatsen.
10. Alle boeken en
tijdschriften die de leerlingen
L..
mee naar school nemen zijn
onderworpen aan het oordeel
van de rector of diens
plaatsvervanger.
11. De leerling die zich
onbehoorlijk gedraagt kan door
de conrector ter verantwoording
geroepen worden. Bij een
officiële waarschuwing die op
„de rode kaart" wordt
aangetekend, gaat er bericht
naar de ouders en naar de
directeur. Drie aantekeningen
betekenen schorsing. Drie
schorsingen betekenen
verwijdering.
12. Het is de meisjes niet
toegestaan zich te kleden op
een dusdanig uitdagende manier
die in strijd is met de algemene
fatsoensnormen. De directrice
behoudt zich het recht voor
hierover aanwijzingen of
richtlijnen te verschaffen.
Alle reglementen die ons
bereikten puilden uit van de
verboden. Nergens werd in de
school-grondwetjes melding
gemaakt van rechten van de
leerlingen. Er was één scholier
die ons schreef het reglement
van zijn school NIET op te
willen sturen, omdat hij dat
kreng al vaak genoeg moest
overschrijven.
DE nieuwe plaat van The Mothers
(voorheen Of Invention) is geen
openbaring. Afgezien van een Paar
nieuwe nummers, waaronder het
lang niet gekke The Mud Shark, en
Bwana Dik en Latex Solar Beef
heeft Zappa nogal wat oude koeien
op de kant getrokken door nieuwe
versies van Little House I Used T o
Live In (van de LP Burnt Weenie
Sandwich) en Willie The Pimp en
Peaches in Regalia (van de LP Hot
Rats) erbij te betrekken .Best
aardige nummers hoor, daar niet
van, maar het maakt wel een wat
armoedige indruk zo.
Temeer als we weten, dat het
materiaal voor deze plaat is
samengesteld uit de eigen opnamen
van live-concerten in Fillmore waar
op een keer ook John Lennon en
Yoko Ono aanwezig waren.
Van het Zappa-Lennon optreden is
op deze plaat, die Fillmore East
June 1971 heet, niets te vinden.
Zoals gezegd, vain de groep The
Mothers is 't epitheton Of Invention
weggelaten, en inderdaad zijn er
weer een paar mutaties in de groep
ontstaan. George Duke de organist is
vervangen door Bob Harris en Jef
Simmons de bassist uiteindelijk
door Jim Pons. Deze Pons is weer
een lid van de vroegere groep The
Turtles zodat er inmiddels drie
Turtles (namelijk ook nog Kaylan
en Mark Volman) bij de Mothers
zijn gekomen.
Hoewel het materiaal op deze
plaat dus wat aan de verrassingen
mank gaat door het in herhaling
vallen met oude nummers, is het al
met al geen mislukking en hij
bevalt beter dan de vorige, Chunga's
Revenge.
J JMMHI)
eindredactie
hans maas
.alen 1 a
sr 6008, Amsterdam. Indien aldus I
jok bellen. Uitsluitend na B
Li* SEPT- a-s- begint in Rome
krl v"-rSadering van de bis-
pPMsynode. Ruim 200 bisschop-
Ptkaajn z'cb °P voor een vier
Ij. durend beraad dat enkele
Pn w"!eest urSe"te vraagstukken
Itm gelijk leven tot onder-
Ktcr f:./e zendi"K van de
VvereM11,, recf>tvaardigheid in
It, Meer ter informatie dan
|"t(]C)1 zal 00k n»g iets gezegd
likerk ver "e zgn. Grondwet van
Pa°k1nw>aUS Paulus VI op 19 sept.
•«cilia a v??r de slotzitting van het
P'en rif6 blssoh°PPensynode in het
fceiuinht rfrd deze beslissing luid
zou Je' .geest van Vaticanum
l'ïaan ,f'6t uitd°ven, er zou een
P» tin waar bet directe overleg
PttBaanaUSjmet de bele kerk kon
de collegialiteit begon
Plinaf A6un?I?en' Vooral 00k voor
R q Alfimk was het een blijde
f^KoreaTrf Vanu een Permanent
Ptwerl f ïn bet wereldepisco-
DerffT ff™ ge^neeerd. Een
I'S» S ,ef opende zich: niet
Lkerk hf f de paus en de curie
|nis^esturei\maar de Paus en
men hPeneollege. Aan de curie
IfSd ,er de uitvoering toebe-
vorm van overleg een stempel heeft
kunnen drukken op de ontwikkelin
gen. Geen van beide keren heeft de
synode zich ontpopt als de centrale
beleidsinstantie die vruchtbare idee-
en van overal bijeen wist te bren
gen en te verwerken in een werke
lijke visie.
Een juiste plaatsbepaling kostte
grote moeite. Nog steeds kwam er
vrees op dat collegialiteit een in
breuk betekende op het pauselijk
primaat. Ondanks de beginselverkla
ring van het Concilie wilde het er
niet bij iedereen in, dat het paus
schap onaangetast zou blijven- Toen
dan nog spanningen aan het licht
traden tussen de paus en verschil
lende bisschoppen, staafde dit hen
in hun overtuiging. Heel de verga
dering van 1969 was ervoor nodig,
de achterdocht te temperen. De slot
verklaring vormde een belijdenis
van eenheid met de paus zonder
afzwakking van de wezenlijke
plaats van het bisschoppencollege.
Verder kwam men toen niet. H'et
veelvuldig beroep dat van allerlei
kanten op de leden was gedaan toch
vooral de actuele problemen te be
handelen, werd slechts gehonoreerd
door het voornemen daar de volgen
de keer over te spreken.
Zover is het nu. Maar wie had
gedacht dat men de zaken voortva
rend en zo dringend mogelijk zou
aanpakken, moet vaststellen dat de
voorbereiding in het, teken heeft ge
staan van reserve én behoedzaam
heid. Op voorstel van kardinaal
Marty van Parijs deed de synode
van 1969 de aanbeveling aan het
prièstervraagstuk voorrang te geven
en de internationale theologencom
missie te belasten met een rapport.
De paus bekrachtigde deze opdracht,
en gezien de samenstelling van de
commissie viel te rekenen op een
gedegen, evenwichtig werkstuk.
Juist toen het klaar was, werd het
bestaan bekend van een andere
commissie die op verzoek van het
secretariaat van de synode ook een
stuk onder handen had dat in de
plaats zou komen van het theologen-
rapport door een uitgeverij in Parijs
discussienota over het priesterambt
die aan alle bisschoppen werd toe
gestuurd. Al spoedig bleek deze no
ta een teken van tegenspraak. Enige
maanden later werd het theologen-
rapport door eenuitgeveri j in Parijs
gepubliceerd. Belangstellende bis
schoppen konden een exemplaar ko
pen.
Het is gemakkelijk te raden waar
om het secretariaat van de synode
de zaak in eigen beheer heeft willen
houden- Het hete hangijzer van het
celibaat wordt aangepakt, en dat
mag maar op één manier, die van de
onverkorte verdediging. De bedie
naar van de westerse kerk moet de
celibataire priester blijven. Van wij
ding van gehuwden kan hoogstens
bij uiterst priestertekort sprake zijn.
Dat is het standpunt dat de paus
herhaaldelijk heeft ingenomen en
waaraan hij niet getornd wil zien.
Overigens staat de grote meerder
heid van het wereldepiscopaat, en
zeker van de leden van de synode
achter dit standpunt, en iedere spe
culatie dat een open gedachtenwis-
seling tot koerswijziging' zou leiden,
lijkt ongegrond. Niettemin, omdat
de theologencommissie het priester
schap van gehuwden als niet abnor
maal voorstelt, moest hun stuk wij
ken.
Een dergelijke gang van zaken is
karakteristiek voor de zorg waarmee
voorkomen wordt dat er onverhoopt
iets in de gedachten-wisseling ge
beurt. Iedere gedachten/gang die niet
het aangewezen klimaat voor het
priesterschap ziet in de celibataire
levenswijze, is moeilijk te verteren,
hoeveel goede elementen men op
anderie punten ook aandraagt. Met
het celibaat valt of staat het pries
terschap.
Jammer genoeg wordt zo ongewild
in de hand gewerkt dat de hele
problematiek rond het priesterambt
ook aan de andere zijde op dit ene
punt van het celibaat wordt toege
spitst, alsof er met de priester geen
vuiltje aan de lucht zou zijn als dit
knelpunt maar uit die weg geruimd
zou zijn. Dat is een misvatting
waartegen zich steeds meer stem
men verheffen.
Dat er iets moet gebeuren is dui
delijk. Het aantal priesters neemt
snel af» zowel door een stijging van
de ambtsneerleggingen als door een
scherpe daling van de wijdingen.
Bijna nergens kan men nog op de
oude voet voortleven. Er vallen zul
ke gaten dat lapmiddelen te enen
male ontoereikend zijn. Deze zorge
lijke situatie ^dwingt wel tot bezin
ning. Geen bisschop die er nog zon
der grote moeite in slaagt de zaak
volgens hiet oude patroon draaiende
te houden.
Met name de Zuidamerikaianse
bisschoppen schijnen in hun gedach
teontwikkeling een stuk op weg te
zijn naar een nieuw zicht op de
toekomst. Voor onze begrippen wij
zen de statistieken op een enorme
schaarste aan priesters in die lan
den. Te bogen die schaarste weg te
werken is uitzichtloos. De bisschop
pen daar gooien het over een andere
boeg. Zij boren arsenalen aan krach
ten aan, die in de geloofsgemeen
schap aanwezig zijn maar waarop
weinig of geen beroep is gedaan. Zo
heeft de Braziliaanse bisschoppen
conferentie een resolutie aanvaard,
die in iedere parochie het ontstaan
van zgn. basisgemeenschappen sti
muleert, de vorming van kleine ker
nen christenen die zich ook zonder
dat ier een priester bij is, op gronds
lag vain het geloof aaneensluiten en
met elkaar ernst maken met het
evangelie.
Wanneer het beraad van de syno-
DDrl
de in Rome op deze gedaanteveran
dering van de priester en de ge
meente komt, doen zich wellicht
verrassingen voor. Tijdnood hoeft er
niet te zijn. De bisschoppen trekken
drie weken uit om zich met de
problemen rond het priesterschap
bezig te houden. Over het celibaat
alleen zal men zolang niet praten.
Wei valt te verwachten dart enkele
leden van de synode zullen pleiten
voor een duidelijker fundering van
de traditionele praktijk. Zij zullen
ook aandacht vragen voor die pries
ters die zich wel geroepen voelen
tot de priesterlijke bediening maar
in zichzelf niet de sensibiliteit voor
het celibaat ontwaren.
Waarschijnlijk zal er uitvoerig ge
discussieerd worden over de vraag
of de priester zich dient in te laten
met politieke zaken, en of hij er
goed aam doet een maatschappelijk
beroep te kiezen. Dit zijn in vele
zuidelijke landen brandende kwes
ties en zij vormen ook de invals
hoek om tot de kern van de zaak
door te dringen: aan welk type
priester heeft de kerk behoefte? Er
Bij het beëindigen van zijn acade
mische studie was het de jonge doc
tor een diepgevoelde behoefte allen
te bedanken die aan de voltooiing
van zijn proefschrift hadden meege
werkt. Namen noemen was hache
lijk, enerzijds omdat de lijst te lang
zou worden als hij volledig moest
zijn, anderzijds ook omdat in deze
tijd van teamwork en interdiscipli
nair onderzoek eigenlijk niemand
kan zeggen dat de resultaten van
wetenschappelijke arbeid zijn per
soonlijk eigendom zijn. Hij was zich
er wel van bewust, dat dit laatste
ook voor hem gold en voor het hier
gepresenteerde verslag. Zonder en-
thoitsiaste samenwerking zou het
niet tot ttapd gekomen zijn.
Als hij dan toch namen moest
noemen, dan op de eerste plaats die
van zijn geachte promotor, de grote
stuwer en vriendelijke mens die in
moeilijke ogenblikken altijd bereid
was te luisteren. Ook de medewer
kers van het laboratorium werden
hartelijk bedankt. Het was welhaast
vanzelfsprekend dat zonder hun toe
wijding en hun overuren het onder
zoek de mist ingegaan zou zijn.
Dank ook aan de typiste die bereid
bleek het manuscript tot drie keer
toe uit te tikken en zich later nog
met de correctie van de drukproe
ven belastte, aan tante Mien die in
spannende tijden talloze kopjes kof
fie had laten aanrukken en, last but
not least, aan de levensgezellin die
in zo menig avondlijk uur het gezel
schap van haar studieuze echtgenoot
had moeten derven.
Om nou even te zeggen waar het
onderzoek over ging en wat er pre
cies de resultaten van warenen dat
dan nog zo te zeggen dat ook de
leek het kon begrijpen, kijk, dat
viel niet mee. Maar om het eens
heel simplistisch voor te stellen,
zonder vaktermen of jargon te ge
bruiken, op gevaar af onwetenscha-
pelijk te worden, kwam het dan
hierop neer, dat met gebruikmaking
van bepaalde, moderne technieken
van meten en testen gepoogd was na
te gaan of er een bepaalde, meetbare
relatie bestaat tussen de intensiteit
en de kracht waarmee op de trap
pers van een fiets geduwd wordt
enerzijds en de snelheid waarmee
deze zich voortbeweegt anderzijds,
zulks uiteraard onder bepaalde en
welomschreven omstandigheden.
De wetenschap die zich hiermee
bezig hield was nog jong en het ter
rein schier niet te overzien. Daarom
had de studie zich niet kunnen uit
strekken tot bijv. het literatuuron
derzoek. Liefhebbers daarvan wer
den verwezen naar de jongste Ame
rikaanse publicaties, waaruit, ter
loops gezegd, afdoende duidelijk
werd, dat er alleen al de laatste
jaren een zee van geschriften over
dit terrein heen gespoeld was. Een
mens moest zich nu eenmaal beper
kingen opleggen. Ook de man van
wetenschap had maar één leven.
Daarom was ook alleen maar zijde
lings aandacht besteed aan het
grondslagenonderzoek dat voor deze
jonge tak van wetenschap eigenlijk
zo broodnodig was. De opleiding
hiervoor was in dit land helaas nog
zeer gebrekkig.
Niettemin was men erin geslaagd
een methode te ontwikkelen die,
dacht hij, tot bepaalde, niet onbe
vredigende resultaten zou kunnen
leiden, al gaf hij natuurlijk graag
toe dat die methode voor verdere
ontwikkeling en verfijning vatbaar
zou kunnen blijken te zijn. Als voor
lopig resultaat van het onderzoek
meende de jonge geleerde te kunnen
meedelen, dat met aan zekerheid
grenzende waarschijnlijkheid was
komen vast te staan dat in verreweg
de meeste gevallen de cijfers
stonden allemaal in het boek de
gezocht relatie inderdaad bestaat.
Populair gezegd: hard trappen le
verde gemiddeld een grotere snel
heid op dan zacht trappen. En naar
gelang er harder of zachter getrapt
werd, bleken de verschillen in ge
produceerde snelheid merkwaardig
genoeg groter te worden. Met cijfers
en grafieken was dit mooi te illus
treren: de verschillen sprongen er
duidelijk uit.
Het was trouwens opvallend dat
deze verschillen intuïtief altijd wel 1
waren aangevoeld door ervaren fiet
sers. Met een voor dilettanten be
wonderenswaardig scherp inzicht
hadden zij deze intuïtie ook altijd in
praktijk gebracht. En ofschoon hier
uit bleek dat de mensen vroeger ook
niet gek waren, moest toch gezegd
worden dat dit inzicht alleen maar
een vóór-wetenschappelijk karakter
had. Daarom was het van zo groot
belang dat het nu volgens een we
tenschappelijke methode getoetst en
geverifieerd was. Nu kon men er
veilig mee werken. Mocht hij daar
toe hebben bijgedragen op zijn ei
gen, bescheiden wijze, dan achtte de
jonge doctor zijn moeite al rijkelijk
beloond.
zitten enorme consequenties aan
vast.
Of de synode nog diepgaand za!
bezig zijn met het vraagstuk van de
rechtvaardigheid in de wereld, valt
te betwijfelen. Men heeft slechts
één week om erover te beraadsla
gen. Dat is zeer weinig tegenover de
gigantische problematiek die zich
hier aandient. Mogelijk vraagt men
zich af, in hoeverre de kerk er toe
moet over gaan, de feitelijke situa
ties aan haar sociale leer te toetsen,
de bevindingen openlijk uit te spre
ken en ervoor te ijveren dat concre
te misstanden verdwijnen. In de
maatschappelijke strijd geëngageer
de christenen verwachten iets van
hun werk. Alleen maar een inspra-
tie? Of ook een deskundige analyse
van de feiten? Of zelfs steun voor
actie?
DRS. R. V.D. HEUVEL OSB