lALI: HET EILAND DER GODEN ®ii •S&Ssü N TWEE DAGEN EEN STAD BOUWEN LAPWERK" VAN DEN HAAG HELPT GEMEENTEN NIET UIT DE NOOD CULTUUR GEBONDEN INDONESIË (SLOT) bungalow Ontspoorde NS-ers is VAN DISSEL binnenland buitenland iris I.R. v. DAM It woonhuis ING BOUWLAND "jj lis W. VROOME Door FRANS KESSELS AAN DE HULSTERE IR IN TERNEUZFA s 5 - 4 - 2 kamerf/afs ikelaarskantoor ROUW N.V. mmm IHÉllllÉÉ IJZELS ost en »iing TE KOOP srws&s 2900* van<?.^9'o9en ,n9®n «es »„:*„;rsfr.a',ïïr 11 w:r::vot cen Simulatiespel in hoofdstad door dr. corn, verhoeven Peron krijgt stoffelijke resten van zijn vrouw Eva terug |G HEINKENSZAND te GOES I ptember 1971 te 14.00 "Heinkenszand t.v.v j, onden (S.B.L.) te Utrec^ bliek verkopen HOFSTEDE laan de Boerendijk 4 to u olgt bonhuis met bijgebouWen september 1961 19 Hbouwschuur, varkenshc Issenhut, erf en weiland 8tfl nbinatie van de Kavels I eilg feoTuur15 611 22 Septemb»! fct is voor velerlei doeleind, eventuele (vestigmgs)vern pers contact op te nemen Ide verplichting de gebouw™! Stemming te onttrekken uit lining. ten kantore van de notaris |IS TE KLOOSTERZANDF" te HULST september 1971 om 4 uur de Waal-Baart te Klooster» 124, ten verzoeke van de Faml ubliek verkopen f, erf en tuin te KloosterzanJ I President Rooseveltstraat 1 i fcente Hontenisse Sectie H m |en. hing koper vanaf 1 oktober! 1 uiterlijk op 15 oktober 1971 loensdag 8 september en ma» fdkens van 3 tot 5 uur in de mi; Loopsom binen een maand Idagen na de toewijzing, i ten kantore van de notaris i 1-2821). 1 hooiü zit de beeldhou- b Ounboematje. Tussen z'n L beTen houdt hij een ru- W k zwart ebbehout, waaruit a regelmatige vaste handbe- l«n schilfers hout wegsnijdt langwerpig, plat stuk ij- f" een kant is aange- rmgzaam. heel langzaam de plompe, dode stro"h' -Jormea aan en komt gelei- v .f well. fijn XS eeltige handen van de - kunstenaar ligt een naakt Jmeisje van ongekende •lid en gratie. Uit haar na- P? wonderlijke lotus- zich vertakt tot griezeti- en uitgroeit tot een beangstigende droom van Whtige gedrochten, die on- Knd op het niets vermoe- l meisje neerkijken. ja jk gefascineerd naar de- fclende creatie zit te kijken, L, beeldhouwer, terwijl hij Ltd opheft en me doordrm- jankijkt: „Dit is Bali Ogen- 'liikonbekommerd zich koes- I in eigen bevalligheid en pracht, maar steeds weer •,|d door een tot leven geko- «tlitmerrie van vrees, zorg, «theid droefheid en onte rf Hij legt zijn handen M prachtige beeld en zegt ■nd' „Wij hebben allerlei timen verzonnen voor dit eiland. Ze zijn allemaal maar niet helemaal, want er „j weer een schaduwzijde", lijkt naar het beeld, en gaat Sier: het laatste paradijs. 'duizenden tinten groeit de de zich eindeloos uitstrek- i opklimmende en afdalende, terrassen tegen de heuvels en ber gen voor ons. Tussen het groen van de sawa's spelen eenden in het water, en grote witte reigers tekenen zich af ais heldere stip pen, dromend op hun hoge stelt- poten. Wolken spelen met de top pen van de bergen, die rustig toe laten dat aan hun voet karbouwen stoeien in de modderige velden, of met houten ploegen de natte grond muilen vol lange messcherpe tan den, die het doen en laten van de menselijke schepsels om zich heen nauwkeurig gadeslaan. Verkeers borden staan op stenen pilaren, en worden streng bewaakt door een erboven hurkende demon, die soms het bord zelf met zijn afgrijselijke klauwen vasthoudt. „Demonen en geesten beheersen het eiland. Ze wonen in de rivieren en op de omwroeten. Oude mannen met lan ge stokken, waarvan het uiteinde is versierd met een lapje stof, drijven lange rijen achter elkaar lopende eenden voor zich uit om deze op de sawa's te gaan hoe den. En overal rondom ons wui vende palmen en bamboestruiken, waartussen met kunstzinnig hout snijwerk bewerkte huisjes dromen in de zon. Een grandioos paradijs van onbeschrijfelijke schoonheid. De meeste mensen van Bali wo nen in kleine smerige dessa's (1) die van de buitenwereld zijn afge sloten door een met rijstestro be dekte moddermuur. De mensen voelen zich pas echt veilig als ze achter deze muren zijn bij eikaar, en weg van de wereld buiten: de mensen, de goden, de demonen. Bali, eiland der demonen. In tuintjes en op pleinen, tégen gevels en op de muren staan prach tige gebeeldhouwde stenen ge drochten, met uitpuilende ogen, opstekende spitse oren en gapende sawa's, in de bomen en op de bergen. Ze zijn kwaadaardig en de mensen niet goed gezind, en daar om boezemen ze iedereen vrees in. En iedereen is er dan ook op uit deze demonen tevreden te stellen. Bali, eiland van de duizend tem pels. Groots en majestueus rijst de Taman-Aynn-tempel uit de groene vlakte omhoog. Tientallen meisjes dragen kleurig versierde manden vol vruchten op het hoofd, en lo pen achter elkaar op de tempel poort toe, waarnaast een bordje hangt: „Vrouwen die in de men- struatietijd zijn, mogen hier niet binnentreden". In de tempel aan gekomen nemen Hindoe-priesters de offergaven van hen over, en de meisjes knielen neer op de grond tussen mannen en kinderen in en beginnen - met een bloem tussen de opgeheven handen - met ge bogen hoofd te bidden. Een oude vrouw schept water uit een ijzeren ketel en besprenkelt hiermee de rijen en rijen naar de grond ge keerde hoofden, kleien kapel-ach- tige offerhuisjes, lange bamboe stokken met waaierige pluimen en behangen met kleurige vaandels, staan verspreid over het tempel plein. Van talloze wierookstokjes kringelen kleine wolkjes omhoog, verenigen zich met elkaar, en leg gen een grijs waas over deze mys terieuze wereld van een diepgelo vig volk. En buiten in het open veld, in de sawa's en op de berg hellingen staan kleine stenen tem peltjes met repen stof, bamboe twijgen en bloemen versierd en langs de wegen grote van bladeren gevlochten sterren op lange stok ken om de mensen eraan te herin neren dat de geesten en goden overal zijn en alles zien. Er is veel armoede op het eiland, vooral in de steden het komt vaak genoeg voor dat de mensen in twee dagen niet eten, omdat er geen eten is. De enige plaats waar ze dan hun zorgen kwijt kunnen is -in de tempels. Bali, eiland van romantiek. Vrouwen en mannen baden in alle onschuld, totaal naakt in de rivieren en op de sawa's langs de grote weg, en wuiven naar ons als we voorbijrijden. Een jonge moe der met een baby op haar arm plukt rode bloemen van een hibis cus en legt die achter de spitse oren van de stenen demonen rond om. Dan plukt ze twee witte frangipani en steekt die liefdevol achter de oortjes van haar habytje, als een teken van reinheid en on schuld. Vrouwen en meisjes lopen langs de wegen met manden en schalen vol moeizaam en kleurig gerangschikte kunstwerken van groenten en fruit op hun hoofden. Statig en kaarsrecht schrijden ze naar de markt, en hun kunstwer ken worden tot gewoon voedsel voor stervelingen. In de dessa's is altijd wel wat rijst te vinden om in leven te blijven, de mensen zijn daar erg weinig-eisend, maar ais er ziekte komt is er veel ellende, want er is geen geld om genees middelen te kopen. Bali, het magi sche eiland. Rookpluimen stijgen omhoog uit het kleine kratertje op de hel ling van de Gunung Batur, de enige levende godenberg van Bali. In januari 1969 .heeft hij voor het laatst zijn razernij uitgespuwd en zijn eigen grootsheid bedekt met een braaksel van zwarte doods heid. Schuin achter hem, weerspie gelend in een prachtig meer rijzen de Gunung Abang en de 3000 me ter hoge Gunung Agung de lucht in. Aan de voeten van deze godde lijke drieëenlieid groeien dahlia's en afrikaantjes en salvia's en rozen en duizenden andere bloemen in evenzo veel kleuren. Een jongetje loopt tussende straatventjes door en legt in bananenbladeren ver pakte klonten gekookte rijst tussen de koopwaar, als een offer aan de goden. Een magere hond volgt hem en slokt de offertjes op zodra ze zijn neergelegd. Er schijnt geen kwaad in te steken, want niemand jaagt de hond weg. Niemand weet wat de goden zullen gaan doen, wanneer de vulkaan weer uit zal barsten. Een dit is een reden tot nooit eindigende onrust voor de mensen op Bali. Bali, eiland der schepping. In de handen van de beeldhou wers ontstaan de mooiste danse resjes en godinnen, spelende her tjes en afgrijselijke monsters. Steenhouwers zitten aan de weg kant, en kappen en schuren uit zachte zandsteen de wonderlijkste wezens. Een jongen van een jaar of 12 legt met uitzonderlijke be kwaamheid de laatste hand aan een olifantje. Schilders toveren op een wit doek. En een vierkante meter stof wordt een ontmoetings- plaats voor honderden goden en geesten. Vrouwen weven zilver- en gouddraden tot een festijn van dansende demonen. Op het eiland der schepping is de scheppende mens een god geworden. De kunstenaars leiden een hon- gerbestaan. Aan een goed beeld werken ze drie tot vier weken en ze verkopen het dan voor 1500 of 2000 1-oepia's aan de Amerikaanse loeristen die in Bali Beach hotel 5000 roepia's per nacht betalen. Ba li, eiland der goden. In totale overgave, de wereld om hen heen vergetend, dansen de meisjes met ongekende sierlijkheid op het ritme van de betoverende muziek. Hun hoofd, hun vingers, hun ogen vooral, dansen mee, en Se prachtige kleding die ze dragen, vormt een onmisbaar en sprookjes achtig onderdeel in dit schouw spel van mystieke schoonheid, ik word meegesleurd in een vreemde geheimzinnige wereld, die ik niet kan bevatten. En daar voel ik me leeg worden, en eenzaam, omdat ik er niet thuishood. Omdat ik nooit kan deelnemen aan de denkwereld van dit innerlijk onmetelijk rijk, groot en gaaf volk. „Onze dansen zijn een ode aan de meesters van het eiland", zegt de beeldhouwer zachtjes. „Bali is het eiland der goden, want het hoort toe aan de goden". En zijn handen strelen liefkozend het slapende meisje aan zijn voeten. te HULST september 1971 n.m. 4 uur in j lin de Grote Markt te Hulst, k pvel «BAAR VERKOPEN: erhole en Kuitaart, kadastraa lontenisse sectie K nr. 687 1 40 centiaren. wijlen mej. A. Malcontent a Ivan Mol voor f 680,de hoo hber 1975. (het genot van de pachtpem |en ruilverkavelingsrente val| or rekening van koper. binnen een maand na dt li Iten binnen een week. ter inzage ten kantore van de( alwaar eventueel nadere inlia. zijn. uitzicht op de Schelde -flat 550,4 k-flat i I per maand. - Terneuzen - Tel. Ol®4851 ÏRNEUZEN k. Aftimmering plafonds, type ëgels enz. kunnen in overleg Voor inlichtingen: W. Jut (ADVERTENTIE) Laat ons de zorgOTW uw verzeteMngen ar-taxateur o.g., 1. 01150-4327. G INGE id zal cp september lags om 14 enigingsge- aan de te Kloetin- 1223 B.W. n: 'n- en huis ïagazijn en it 67 te astraal be- Kloetinge, 103, groot :e aanvaar ing van de dient op koper te i overleg ers. Lasten i 1 septem- Isom uiter- na toewij- 'ing veiling een week tingen ten noemde no- por iemand 4 dagen per kinderen te inlichtingen, uur, tel taxateur o.g., Leeuwen!»3" i gemeente Vrijstaande gru- s met garage, c.v. 1 tuin. I 2 woningen aan laertstraat met Jksbj c.v.. (gunstige ro*8™ ge). Grote woning ®e gemeente a Groot pand w de gemeente tebNï' fSluiskiD Woning met berg'° tuin. Vrij. Woning met magazijn Onze leze" f mark., een mark, zijn er velen g niet min gaan 'K en w "'"Hgrtvuiiu, uins- HONTENlSStllj oensdag in het Esso Motor Grote woning J. Amsterdam proberen of zij Terhole. Vr«. sla<1 tonnen bouwen. «wuwen. Inlichtingen: c( E g. a. p. dek°r( Plaatsje met wat on»1 ««tamittt0:en',wat inruil?0""' sroèn en el nlaat m°et' zoals dat met "■"■Sen ^'osenheid, volop «Hingen" t ^emeenschappelijke -en 8let st' ie en handel Wel®st hun 411 'let «aar *0^'uUr htVr en het ffe- 't de taak te zor gen dat alles langs lijnen van gelei delijkheid gebeurt, zodat wordt voor komen dat de bevolking gaat mor- Preoies als in werkelijkheid zal dat niet meevallen. Wie wil zien hoe het zich allemaal afspeelt, kan gaan kij ken, want de bijeenkomst is open baar. De organisatie berust bij het adviesbureau Arnhem n.v., een doch ter van de Heidemij., die zich bezig houdt met adviezen op het gebied van de ruimtelijke ordening. Want daar gaat het om: hoe hou je orde als je ruimtelijk gaat ordenen. Dat proces speelt zich af in een periode van soms enkele tientallen jaren, maar hoe het gaat worden moet op dit moment reeds worden vastge steld. OneeTbiedig gezegd houden ruim- telijke ordenaars zich dan ook bezig met koffiedikkijken als zij hun plan nen opstellen. Gezocht is naar me thoden om toch iets te weten te ko men en een daarvan is het j,spelen" van z.g. „management games", waar bij men modellen opstelt van wat men wil bereiken om die dan ver volgens op hun consequenties te on derzoeken. Nadeel hiervan is dat men uitsluitend met objectieve factoren werkt. In de ruimtelijke ordening wordt men echter ook met niet-ob- jeotief te maken factoren geconfron teerd, zoals de tevredenheid van de bevolking. Om ook de wensen en de verlangens van de bevolking in het model te incorporeren zijn de simu latiespelen ontwikkeld. Zo'n simu latiespel wordt volgende week ge speeld. Het gaat hier om een door die Zwitserse architect M. Geiger uitge dacht spel, dat door het adviesbureau Arnhem aan Nederlandse maatsta ven en aan de Nederlandse wetge ving op het gebied van de ruimtelij ke ordening is aangepast. Aan het spel dat volgende week wordt gespeeld, nemen zowel plano logische deskundigen deel als leken, zoals vertegenwoordigsters van de Nederlandse vereniging van huis vrouwen. Verder komen aan het bord miensen uit handel en industrie, een Dolle Mina, studenten en hooglera ren en ambtenaren die op verschil lende niveaus met ruimtelijke orde ning en stedbbouw te maken hebben. T (Van onze Haagse redacteur) DEN HAAG Rustig aan, want het lijntje is al gebroken, ben je met een variant op een oude zegswijze geneigd te zeggen, als je de alarmerende berichten leest over de toenemende tekorten op de rijksbegroting. Dat lijntje schijnt een overspannen staaldraad te zijn, die met een enorme knal is gebroken en in zijn vaart ettelijke gaten in de broze begroting heeft geslagen. We zullen daarom een nog zuiniger rege- ringspolitiek te zien krijgen dan ons aanvankelijk werd voorgehouden. Intussen en nou moet ik even een sprongetje maken van de rijks begroting naar de gemeentebegro tingen zijn die begrotingstekorten voor de meeste gemeenten geen nieuws. Ook Zuidwest-Nederlandse gemeenten kampen al jaren met be grotingstekorten, gewoon omdat de uitkeringen, die de gemeenten van 't rijk krijgen (uit het zogenaamde ge meentefonds), ontoereikend zijn om de gemeentelijke taak te vervullen. Al zo lang dat gemeentefonds be staat (ruiim tien jaar, want in i960 trad de financiële verhoudingswet rijk-gemeenten in- werking) gaan ge meentebesturen gebukt onder de et telijke teleurstellingen die deze fi nanciële verhoudingswet heeft ver oorzaakt. De wet is weliswaar met allerlei verfijningsmaatregeien bijge schaafd, maar bevredigend werkt ze nog steeds niet. Vandaar dat er nu opnieuw een wijzigingswet panklaar ligt. En, om alle gemeentelijke hoop 'maar direct de bodem in te slaan, het wordt op nieuw een lapmiddel. Het wetsont werp, waarover de Tweede Kamer de woensdag en/of donderdag na derde dinsdag gaat debatteren, be oogt in feite niet meer dan een her verdeling van de beschikbare mid delen. Van een structurele verbete ring is beslist geen sprake. De wets wijziging zal er op neerkomen, dat sommige gemeenten, vooral de drie grote steden (maar die zitten dan ook het ergst in nood) er beter van worden, andere (de kleinere gemeen ten in het bijzonder) slechter. Teleurstellend moet het voor de in nood verkerende gemeenten zijn, dat de procedure die aan de indiening van het wetsontwerp vooraf is ge gaan, vrij langzaam is verlopen. Eerst was er een onderzoek van de raad voor de gemeentefinanciën. Deze raad baseerde zijn research-werk noodgedwongen op oude gegevens, namelijk uit 1964. Daardoor kon, zo als mijns inziens terecht wordt op gemerkt in het voorlopig verslag, geen recht worden gedaan aan de ac tuele situatie van de gemeenten. De indieners van het wetsontwerp, de voormalige ministers Witteveen en Beernink, erkennen dat, maar spe len de bal terug naar de gemeenten die hun jaarrekening en hun CBS- gegevens te laat zouden insturen. Het rapport van de raad voor de ge meentefinanciën dateert van juni 1968. Het duurde toen nog tot 1970 aleer de beide bewindslieden hun wetsontwerp indienden en eerst nu, anderhalf jaar later, komt de zaak in openbare behandeling, let wel: dan gaat de kamer debatteren over een wetsontwerp dat is gebaseerd op gegevens die zeven jaar oud zijn. Men kan dus niet bepaald zeggen, dat „Den Haag" staat te trappelen van ongeduld om iets aan de precai re situatie van de gemeenten te doen. Er is, toen de Kamer bijeen was voor het debat over de regeringsver klaring (begin augustus) nog een poging ondernomen do:r de oppo sitie om het wetsontwerp begin september te behandelen en er niet mee te wachten tot na de derde dins dag. Dat zou een tijdwinst van drie weken hebben opgeleverd en de meerderheid van de Kamer vond het kennelijk niet de moeite waard om daarvoor speciaal zijn reces te onder breken. Het blijft dus de woensdag en/otf donderdag na 21 september. De gemeenten hoeven er niet al te reik halzend naar uit te zien, dacht ik. Het blijft regering en Kamer er kennen het beide lapwerk. Voor een werkelijke leniging van de ge meentelijke nood ziji steviger maat regelen nodig, maatregelen van struc turele aard. Helaas, die zullen er, nu er in Den Haag zo hard om be zuinigingen wordt geschreeuwd, wel niet inzitten. Het kan, dacht ik, geen kwaad, hier nog even te vermelden, dat men nog tot vrijdag 10 september zijn schriftelijke opmerkingen kwijt kan over de plannen een buisleidingen- straat aan te leggen tussen Pernis en Zeeland en België. Vooral in West- Brabant moet er nogal wat gespit worden in de (agrarische) grond. Brabant immers geniet de twijfel achtige eer twee vertakkingen in zijn bodem te krijgen, iets waar het Landbouwschap zich deze week te gen verzette. Ik heb al horen verlui den, dat de georganiseerde landbouw een goede kans maakt zijn zin te krijgen en dat de Tweede Kamer er veel voor voelt het plan overeen komstig de wensen van het Land bouwschap te wijzigen (dus een buis- leidingenstraat na-ar Nispen en van daaruit langs de Belgische grens een aftakking naar Zeeland). Alleszins de moeite waard dus, deze kwestie, om uw opmerkingen niet achter de kie zen te houden. De Tweede-Ka'mer- commissie, die de zaak moet voorbe reiden, wacht ze tot vrijdag in. Het adres is Binnenhof la, Den Haag. Men richte zijn brief aan d-rs. A. Hu- bert, griffier van de commissie. EGBERT ZIJLEMA UTRECHT (ANP) Personeelsle- dan van de spoorwegen die zodanig „ontsporen'' dat ze moeten worden gestraft, worden voortaan gehoord voordat de straf wordt opgelegd. Straffen als vermindering van sala ris, terugstelling in rang en ontslag werden opgelegd door de concerndi rectie, die zich daarbij uitsluitend op de stukken baseerde. Deze strafbe- voegdheid is nu gedelegeerd naar de directeuren van de verschillende diensten, die voor zij uitspraak doen de „zondaar" boren. De uitspraak moet door de directeur personeels zaken zijn goedgekeurd. In 1969 werden aan NS-ers 366 niet-materiële straffen als berisping en terechtwijzing opgelegd en 4 straf fen in de materiële sector. In 1970 werden er 388 niet-mate- riële straffen en 5 materiële opge legd. In allerlei discussies rond de vraag of de maatschappij veranderd kan en moet worden, wordt door degenen die zowel van het een als van het ander overtuigd zijn, zeer veelvuldig het woord „cultuurgebon - den" of ook wel „cultuurbepaald" gebruikt. Als ik mij niet vergis, wordt het woord het meest gehan teerd door mensen die er bezwaar tegen maken dat aan de vrouw be paalde, typisch vrouwelijk genoem de eigenschappen worden toege schreven waardoor zij voorbestemd lijkt sommige taken wel en andere niet te vervullen. Er wordt bijvoorbeeld gezegd dat de vrouw „van nature" een zorgend wezen is. Daarom is zij, voorzover ze niet dag en nacht met haar gezin bezig is, het meest geschikt voor de Verzorgende beroepen. Het is geen toeval dat in deze beroepen de sala rissen wat lager zijn dan in de sector van de typisch mannelijke activiteiten. Want, zo zou de redene ring verder kunnen gaan, dat hele diepzinnige verhaal over natuurlijke aanleg en zo is gewoon een verzin sel waarmee in een typische man nenmaatschappij de vrouwen wor den afgescheept met de minst dank bare taken. Wie dus voor de eman cipatie van de vrouw is, moet voor zichtig zijn met uitspraken over „natuurlijke" eigenschappen. Wat conservatieve mannen voor natuur aanzien is alleen maar een rol die aan het meisje en de vrouw in onze maatschappij wordt opgedrongen. Hoe meer de vrouw zich met die rol identificeert, des te meer lijkt haar houding door de natuur zelf te wor den bepaald. Maar in precies dezelf de mate is zij het slachtoffer van een structuur die erop gericht is haar te discrimineren of in elk geval de rol op te leggen van zorgende figuur op de achtergrond. Als zij zich in die rol gelukkig voelt is dat omdat ze zich met haar slavernij verzoend heeft. Het woord „cultuurgebonden" is een eerste uiting van opstandigheid. Het lijkt een bres te slaan in de fatale geslotenheid van een rolver deling. Want terwijl de aanduiding natuurlijkte kennen geeft dat het gaat om een onverantwoordelijk ge geven althans in de zin dat wij het initiatief tot die verandering niet kunnen nemen suggereert het woord „cultuurgebonden" dat de verandering helemaal in ons bereik ligt. Het onderscheid lijkt helder en zinvol. De tegenstelling natuur en cultuur (of zelfs: afspraak) treedt al vanaf de vijfde eeuw voor Christus op in discussies rond de verander baarheid van de samenleving. Zij is voor het eerst uitgesproken door Griekse sofisten, filosofen die een nieuw terrein zochten voor het den ken. Omdat zij niet alleen bespiege lend wilden denken, maar ook wer kelijke invloed wilden hebben op de samenleving, probeerden zij een wig te drijven in de massieve vanzelf sprekendheid die als „natuurlijk" gegeven ervaren en als onverander baar aanvaard werd. Een deel daar van werd afgesplitst als cultuur, produkt van menselijke afspraak en dus vatbaar voor menselijke invloed en veranderingen. De formulering van dit onderscheid is een grote vondst. Zij wijst de menselijke macht en vrijheid een terrein toe. De sofisten verdienen dan ook gro tere waardering dan zij gewoonlijk krijgen. Maar toegepast op het pro bleem in verband waarmee het woord „cultuurgebonden" meestal gebruikt wordt, roept het onder scheid drie vragen op. De eerste heeft betrekking op de juistheid er van. Het is maar de vraag of de mens niet in de natuur grotere ver anderingen teweeg brengt dan in zijn eigen cultuur. Cultuur kan ook wel zijn: een onverantwoordelijk patroon van gedragingen tengevolge van de veranderingen die de mens in de natuur aanbrengt. Juist de natuur is het menselijk werkterrein. Ik laat dat verder buiten beschou wing. De tweede vraag gaat over de toepassing van het onderscheid. Zonder een wil tot verandering die al uitgaat van het onderscheid, is het moeilijk vast te stellen wat „na tuurlijk" en wat „cultuurgebonden" is. Is bijvoorbeeld de vrouw van nature een zorgend wezen of is haar dat zorgen bijgebracht? De derde vraag gaat over de praktische uit voering. Aangenomen dat een be paald gedrag inderdaad aantoonbaar cultuurgebonden is, kunnen we het dan ook zo maar veranderen? Oorlog is cultutirgebonden, maar blijkbaar kan niemand deze uiting van cul tuur tegenhouden. Er zijn mensen die om die reden zeggen, dat het een natuurverschijnsel is en „dus" onveranderbaar. Maar precies zoals het een schrale troost is dit te zeg gen. zo is liet misschien ook alleen maar een doekje voor het bloeden vlotweg iets „cultuurgebonden" te noemen. Onze onmacht wordt erdoor versluierd, maar niet weggeno men. MADRID (APP) Het stoffelijk overschot Vftn Eva Peron, de tweede vrouw van ex-president Juan Peron van Argentinië die als balling in Madrid leeft, zal aan Peron worden teruggegeven, zo heeft de Argentijnse ambassadeur in Spanje gisteren mee gedeeld.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 19