SPORT-EXTRA
OUDERS MAKEN WIELERSPORT DUU
Beginnen met tweedehands
Voor voetbalsport is weinig nodig
wemspo
lel mach
MASSALE BELANGSTELLIN
VOOR GYMNASTIEKSPOK1
Sponsors uitkomst
voor motorsport
HONKBALLERS HEBBEN
GEEN TE HOGE KOSTEN
ER VEEL
KEUKEN
SPORT
iXTRA
Honkbal, motorsport, turnen, voetbal en wieÜ
HANDSCHOENEN ZIJN NIET NODIG
AUTOKOSTEN LOPEN WEL HOOG OP
CONTRIBUTIE
LIGT OC
TEKST
Ton Koomen
Peter Heerkens
Hein Groothuis
Rob van Deursen
Jo Simons
Ton Koomen
UDEN Wielrennen is qua belangstelling na voetbal de tweede sport
van Nederland. Duizenden mensen trekken in het seizoen naar de
parkoersen om de slaven van de weg aan het werk te zien. Vaak wordt
daarbij vergeten wat voor opofferingen die knapen zich hebben moeten
getroosten om zover te komen dat ze bij de amateurs of meer nog bij de
profs rijden. Opofferingen wat uithoudingsvermogen betreft, maar ook
financiële opofferingen. Want de wielersport is voor speciaal de jonge
beoefenaar een verschrikkelijk dure bezigheid. Alleen een goed tube kost
al meer dan dertig gulden. En hoe vaak gebeurt het niet dat een coureur
lek rijdt.. Weg tube. Weg dertig gulden. Al kan een geplakt bandje dan
wel dienen voor training. Maar een coureur is bijgelovig. Hij rijdt niet
graag met opgelapt materiaal. Daarom: weg dertig guldén.
Jan van Stee, voorzitter van de Zeeuwse wielervereniging Theo Middel
kamp weet dat de wielrennerij duur is. Erg duur. Maar hij zegt: „De
ouders zelf maken het vaak duur. Als zo'n jongen begint dan moet hij
gelijk het beste van het beste hebben. Dat is natuurlijk onzin. Je kweekt
geen goede coureurs met alleen maar goed materiaal. Fietsen is nog altijd
een kwestie van karakter. Goed materiaal is voor een renner een plezierige
bijkomstigheid. Ik raad de ouders van een beginnend coureur altijd aan om
een tweedehandsfiets te kopen. Bij de amateurs zijn er altijd wel jongens
die voor 125 of 150 gulden een redelijk racefiets te koop hebben. Een fiets
waar je mee kunt beginnen en als het tegenvalt niet hoeft door te gaan
omwille van het dure materiaal dat je ouders hebben gekocht. Want dat is
het vaak. Je ziet adspiranten zonder talent meestal jaren door ploeteren
omdat moe en pa zo nodig een fiets moesten kopen van achthonderd
gulden. Nee, een tweedehands is het beste om mee te beginnen.
Een jongen heeft dan nog een broek en een trui nodig, dat komt bij
elkaar op 35 gulden. Een shirt kan men meestal van de vereniging kopen.
Bij ons kosten ze twintig gulden. Race-schoenen heeft hij natuurlijk ook
niet dus daar komt nog eens vijfentwintig gulden bij. Ik neem aan dat
iedereen wel een paar witte sokken in de kast heeft liggen, dus die hoeft
hij niet te kopen. Handschoenen zijn ook niet nodig, maar een valhelm
wel.
Die is zelfs zeer terecht verplicht. Een goede valhelm kost tussen de
zeven en tien gulden".
Met de aanschaffingen die Van Stee opdreunde kan iemand wedstrijden
rijden, maar het mag nog niet. Er moet een licentie aangevraagd worden
bij de Koninklijke Nederlandse Wielren Unie. Van Stee: „Tegenwoordig
kan je beginnen als jeugdlicentiehouder. Maar dat houdt wel in dat je lid
van een vereniging moet worden, want de clubs moeten zorgen voor de
begeleiding van die jonge knapen. Een jeugd- of een adspirantenlicentie
kost ongeveer zeven gulden per jiaar. Ik weet die bedragen niet precies.
Een jeugd-licentiehouder moet uiteraard contributie betalen. Maar dat is
niet veel. Een gulden vijftig per maand gemiddeld".
Voor een jonge coureur zijn de vervoerskosten vaak een flinke aanslag
op eigen of vaders-portemonnee. Adspiranten en nieuwelingen kunnen niet
veel verdienen in de koers en als ze prijs rijden dan krijgen ze nog
waardebonnen van de KNWU, waarmee ze materiaal kunnen kopen. Maar
geld is er niet bij. En toch moeten er enorme afstanden overbrugd worden
om op de koers te komen. De ouders moeten zich dus ook heel wat
opofferingen getroosten om zoon- of dochterlief te laten koeren.
Vijfhonderd kilometer op een dag is meestal niets om startgelegenheid
te vinden. Speciaal voor de Zeeuwse adspiranten is dat een probleem. Jan
van Stee: „Ja, de autokosten lopen vaak hoog op. Dat weet ik. Maar
allemaal rijden ze toch met de gedachten aan een profcarrière in hun
achterhoofd. Allemaal denken ze het eens terug te verdienen. Daarom wil
pa maar al te graag rijden. Natuurlijk heb je ook coureurs die zich nog op
de „ouderwetse" manier verplaatsen naar de koers: op de fiets. Dat zijn
de mannen met karakter".
Voor die wielerverenigingen zelf zijn de uitzendingen de geldvreters. Jan
van Stee: „Elke uitzending van onze club uit kost ons toch zeker gemiddeld
tweehonderd gulden. Je moet de auto's betalen, de chauffeurs krijgen eten,
de jongens zelf natuurlijk ook, er moet als het amateurs zijn een soigneur
aan te pas komen en ga zo maar door. Het zijn allemaal geen grote
bedragen, maar bij elkaar opgeteld wordt het toch een respectabel bedrag.
„Jan van Stee geeft trouwens de beginners ook altijd de raad om zich
goed te laten verzekeren. Van Stee: „Wa zijn ze door de Urne verzekerd,
maar eigen schadie krijgen ze niet terug. Daarom moet elke renner zorgen
voor een goede verzekering. Dat kost geloof ik maar dertig gulden per jaar.
En het kan een hoop narigheid voorkomen". Jan van Stee vader van twee
zoons, zegt tot slot: „Als een van mijn zoons later zou gaan fietsen, dan
weet ik wel, dat ik er in het begin niet meer dan 250 gulden per jaar in
steek. Dan worden ze misschien wel uitgelachen aan de start door de
knapen met dat nieuwe materiaal, maar dat is goed voor het karakter.
Want daar gaat het uiteindelijk om in de wielrennerij".
Jan van Stee: „Het gaat om het karakter in de tcieleTsport en niet op de eerste plaats om het
Laat ze maar beginnen met tweedehands spullen".
Vnor de zwemsport is weinig not
Jging - die niet te duur is -
'zwempak.
'ÏHNEUZEN In Ieite Tleb ,-j
broek of pak nodig. Zo simpel
—„„ia-ine. is ook niet zo moeihjl
is. Secretai
ile uit Terneuzen zegt: „Ja, w
>n zwemmen om lid te worde
'mies geven, maar wij doen dat
•ten komen met zes diplomas, m
ze kunnen zwemmen. Wij doen i
li en de techniek".
NAC-secretaris Speekenbrink: Bij onze vereniging zijn de amateurs
helemaal goed uit. Ze profiteren tevens van de faciliteiten voor de betaalde
sector."
BREDA. De meest populaire sport in ons land en
niet alleen in Nederland de voetbalsport is voor ieder
een te beoefenen. Wat de financiële kant betreft dan
natuurlijk, want het medisch advies kan luiden het beter
te laten. De kosten die komen kijken voordat iemand kan
gaan voetballen hoeft voor niemand een probleem te zijn.
Met een shirtje, broekje, een paar voetbalkousen, scheen
beschermers en een paar voetbalschoenen ben je er wat
de uitrusting betreft.
Je kunt er nog een fraaie sporttas en trainingspak bij
kopen, maar dat kan ook met minder. In de praktijk zal
het er op neerkomen dat de totale uitrusting nog geen
honderd gulden kost.
En dan natuurlijk op zoek naai' een voetbalclub. Geen
probleem, die zijn er voldoende in ons land. Elk dorp
heeft zijn voetbalclub en in de steden zijn er legio, waar
de voetballer in de dop terecht kan. Duur is dat beslist
niet. NAC-secretaris Speekenbrink: „De jongens tussen
de vijftien en twintig jaar betalen in onze amateurafde
ling een bedrag aan contributie dat schommelt tussen de
vijfendertig en vijftig gulden per jaar".
Bij NAC, dat naast de betaalde afdeling een aparte
amateurafdeling heeft zijn de amateurs wel bijzonder
goed uit. Zowel de senioren als junioren van de Bredase
topclub in de amateursector profiteren van de voorzie
ningen die voor de betaalde sector zjjn getroffen. Secre-
taris Speekenbrink „Er is een aparte afdeling voor de
amateurs.
Dat functioneert voortreffelijk. De amaiteurafdeling van
NAC telt tegen de tweehonderd leden. Er nemen dertien
elftallen aan de competitie deel. De amateurafdeling is
echt geen afdeling bij ons die er zomaar bijhang! Nee,
die is kerngezond. NAC neemt wat dat betreft een be
voorrechte positie in. Onze amateurs hebben allerlei
voordelen vergeleken met de amateurs van de meeste
clubs in Brabant en Zeeland. Ze kunnen gebruik maken
van verwarmde kleedkamers, douches met warm water,
uitstekende speelvelden en goed materiaal. Dat is na
tuurlijk het voordeel van een betaald-e club. Die kan dat
allemaal bieden. Ook het aantal trainingen per week is
groter dan bij de meeste amateurclubs.
Hier, bij NAC kunnen ze twee, drie of desnoods vier
keer per week de trainingen bezoeken. Er zijn in totaal
voor de amateurs drie trainers. M. Haneveer voor de
senioren, P. Tax, die een ClOS-opleiding heeft gevolgd
voor de junioren en L. Lokhoff voor de pupillen en
aspiranten. Je ziet wel, dat er bij de NAC voldoende
aandacht aan de amateurs wordt besteed. Het is echt
niet zo dat toen we besloten een aparte afdeling voor de
amateurs en betaalde voetballers in het leven te roepen
we de amateurs op de achtergrond hebben geduwd".
Bovendien is bij de talentvolle jongeren, met name bij
NAC natuurlijk op de achtergrond nog allji dj
eens in de betaalde sector te komen. Trainer Peeteri
assistent-oefenmeester Kijnders - uit Breda-Mg
deze zaken - eigen kweek - nauwlettend in tof J
De amateurs van NAC zijn bijzonder «Uil, Al
lang wordt het Ralit Verlegh-toernooi gelMtam'
door elftallen van alle bekende topclubs iiW'.f
wordt deelgenomen. Ook Ajax en FeijenooiH®
steeds van de partij. Dan zijn er de contaiwj
autorally's voor de leden en nog meer actmtiiti
het aantrekkelijk maken.
NAC-secretaris Speekenbrink is er dan ook vaal
tuigd dat de voetbalsport, die niet alleen aantrek)»?
voor de voetballers zelf, maar ook iedere zaterdaj
zondag honderdduizenden voetbalsportenthoujiastai®
de velden trekt om er als kijker te genieten i
populair zal blijven. Financieel hoeft het nantif
enkel probleem op te leveren. Duur is de spoöwi
door de bedragen die er uit de toto-gelden iijk
kam er ook veel gedaan worden voor de jeujiatJfc
Behalve de aanschaf van de benodigde voefiW
en de niet te hoge contributie is er niets ril®
een fantastische vrije tijdsbesteding, die «1)1»»
kwestie er veel van terecht brengt in de belaaide-i'
later eventueel nog rendement af kan weipen. Kl
laatste natuurlijk niet het belangrijkste.
iemand dus lid worden van
voor te zorgen dat hij k:
te worden, bunnem vaak van
ouii-ar al 1101 dan wel een 9tu'
ir bet zwemmen iis niet_ duur. Se<
it zwemmen dan moet je zorgen
ongeveer tussen de vijftien en tv
natuurlijk niet, want het Nedt
'immers toch ook een trainingspa.
■jen buiten het bassin op tempera
Yeft is zwemmen inderdaad goedko*
He tontributie bij De Schelde ligt o
ai betalen de leden. Een bedrag
de kring Zeeland zit. De Zwemkr
t iemand als hij dat wil zich ap:
mal voor de Zeeuwse zwemverer
Vroeger moesten wij aan oi
ikostenais we ergens naar wedstrijd
ait varieerde tussen de gulden en
„ar. We hebben namelijk de contril
,5r nodig is en dat we er niet mee
„■kosten niet te verwaanlozen op t
i eerste waterpoloteam bijvoorbeel<
Bardam en Schiedam. Als we daat
.1 kostte dat heel wat. Maar geluk
„leniging die tegen benziiie-prijis
ETTEN-LEUR Honkbal is weliswaar niet de populairste sport in
Nederland, maar volgens Internos-secretaris W. Spierings is het wel een
van de snelst groeiende. „Het is niet zo'n dure sport", stelt hij. „Een
beginner heeft nodig een shirt, een overshirt, handschoen, pet, lange broek,
lange kousen en slobkousen. Dat kost bij elkaar ongeveer hondr vijftig
gulden en daar kun je gemiddeld zo'n twee jaar mee spelen. Het duurste
stuk hiervan is de handschoen, die ongeveer dertig gulden kost. Voor de
rest heb je weinig nodig. Speciale honkbalschoenen zijn niet verplicht. Dan
kun je ook volstaan met voetbalschoenen of gymschoenen".
Om bij eeu honkbalvereniging te komen zijn geen speciale eisen gesteld.
Je hebt geen inleggeld nodig en hoeft alleen de contributie en de eventuele
reiskosten te betalen, die over het algemeen niet erg hoog zijn. „Natuur
lijk", stelt de heer Spierings, die zelf speler is in het team van Internos,
dat twee jaar geleden in Etten-Leur werd opgericht, „hangt de contributie
af van de club waarin je speelt, evenals de reiskosten. Bij ons is de
contributie f5,50 per maand voor een senior en f2,50 voor een junior.
Buiten de kring Breda-Oosterhout gaan we met een busje en dan worden
de kosten gedeeld door het aantal meereizende spelers. Dat komt per
competitie, als ik de toernooien meereken, ongeveer neer op dertig gulden
per jaar, wat zo'n vier gulden is per uitwedstrijd. Nee, honkbal is ieoht niet
zo'n dure sport. Alleen die aanschaf in het begin natuurlijk wel".
Reiskosten variëren uiteraard omdat een club in bijvoorbeeld een landelij
ke klasse verder moet reizen. De vereniging zelf geeft volgens de heer
Spierings ongeveer driehonderd gulden per jaar uit voor de aanschaf van
materiaal, waaronder ballen en knuppels. „In het begin", vertelt de heer
Spierings, „moesten we alles nieuw aanschaffen. Dat was twee jaar
geleden. We gaven toen meer dan duizend gulden uit, waarvoor we van de
gemeente een aanvamgssubsidie kregen van vierhonderd gulden. Voor de
rest hebben we een sponsor, namelijk de firma Harry de Bruijn in Etten-
Leur. We komen nu precies rond. Maar alles zal wel duurder worden en
dat houdt in dat zowel de contributie als de toelage van de sponsor
verhoogd moet worden om quitte te spelen".
Internos-secretaris W. Spierings: „Honkbal is een van de snelst groeien,
de sporten in ons land."
Motorsporteen dure sport. Sponsors zijn onontbeerlijk voor coureurs
die in deze tuk van sport ietswillen bereiken.
RIJEN „De motorsport is een dure sport. Dat kan ik zonder meer
vaststellen. Maar het is wel ook een van de mooiste en bekoorlijkste
sporten". Jo Ebben, bekend als schrijver en organisator in de motorsport
wereld, stelt dat maar eventjes vast. „Als je motorsport wil bedrijven",
en dat kan alleen maar als je weg bent van de sport. Dat er, ondanks de
hoge kosten, die eraan verbonden zijn, nog zo veel beoefenaars zijn,
bewijst wel dat deze sport niet alleen bekoorlijk is, maar bovendien iets
aparts aantrekkelijks moet hebben".
Wat de kosten voor een coureur betreft maakt Jo Ebben onderscheid in
twee groepen: de motorcrossers en de wegracers. „Voor de racesport heb j<e
nodig een helm, variërend van f 50,- tot f 200,-, laarzen tussen de tachtig en
de honderd twintig gulden, een leren overal van ongeveer vierhonderd
gulden en een bril van drie tientjes. Daarbij dan nog uiteraard een motor,
125 cc gemiddeld f 5.000,- en 350 en 500 cc gemiddeld f 8.000,-. En als je
dat allemaal hebt ben je er nog lang niet, want dan moet je nog een
vervoermiddel hebben om je racemonster te vervoeren, want daarmee mag
je niet de weg op. Per wedstrijd ben je bovendien honderd galden kwijt
aan benzine en verblijf. En dan moet je nog geen stukken krijgen ook. Voor
gereedschap ben je vijf- tot achthonderd gulden kwijt, aan reserve
onderdelen gemiddeld duizend gulden, een reserveband kost ook een
negentig gulden. Omdat je overal een weekend blijft - zaterdag is de
training en zondag de wedstrijd - heb je nog eens voor f750,- oaimpingarti-
kelen nodig. Nou", zucht Jo Ebben, „en dan ben je er zo ongeveer".
„Voor een motorcrosser ligt het iets goedkoper, want die hebben een
leren broek in plaats vam een hele overal en dat scheelt zowat dê helft in
prijs. Een crossmotor kost tussen de 3500 en 5000 gulden. Motorcrossers
blijven geen weekend en hebben dus geen campingartikelen nodig.
Kortom", concludeert Jo Ebben, „of je moet er nogal wat geld voor over
hebben, of je moet een sponsor vinden. Zonder dat is het bijna niet te
doen".
PRINSENBEEK Gymnastiek is de wieg van de
sport. Wat men later ook beoefent of wil gaan doen in
de sport: aan gymnastiek valt door de schooljaren niet
te ontkomen. Die kennismaking via het onderwijs
heeft deze sport een massale belangstelling bezorgd,
maar het is niet de enige verklaring voor de grote
populariteit van gymnastiek, oftewel (na gemid
deld het bereiken van de 12-jarige teeltijd) tur
nen.
Naast de introductie op de scholen schuilt de grote
kracht van gymnastiek in de omstandigheid dat 'men
eraan kan beginnen op een leeftijd waartegen geen
enkele andere sport kan concurreren. Was de leeftijd
van 6 jaar enige tijd geleden al een magische grens,
de barrière is sensationeel doorbroken door de sinds
kort stormachtige ontwikkeling van de „moeder-en-
kind-gymnastiek". Peuters van 2 jaar kunnen op die
marnier „sport."-beoefenen.
Gymnastiek heeft nog meer vóór (en daar gaat het
in deze serie artikelen om) de kosten zijn laag.
Mevrouw Jossie van den Beemt (onder haar meisjes
naam Aarts vier keer NKGB-kampioene van Brabant
en momenteel trainster bij de vereniging „Prinsen
beek") rekent uit: „die contributie voor kinderen tot
en meit 6 jaar is gemiddeld bij de verenigingen en
ik geloof niet dat de NKGB en KNGV elkaar wat dat
betreft veel ontlopen f 1,50 per maand. Voor
kinderen van 6 tot 12 jaar f 2,- en na die leeftijd f 3,-.
Hef inschrijfgeld bedraagt bij de meeste clubs onge
veer f2,-. Het enige wat men dan verder nog moet
betalen is een turnpaikje van f 12,-.
„Dat optellend komt men tot een eindbedrag van
(globaal) f 38,- om te kunnen starten met gymnastiek.
,Op wat oudére leeftijd stijgt dit bedrag,
veel. Enkele financiële richtlijnen (gegevtn
sie van den Beemt)rond de 9 jaar is
aan wedstrijden en wordt een tweede
noodzakelijk.
In dezelfde leeftijdsgroep kan men voor hetees
een zogenaamde „keurgroep" (selectie van
rijksten) vallen waardoor men dan 1 les t*
moet worden genomen, tegen betaling van IV
les. „Over reiskosten", aldus Jossie van i
„kan ik weinig concreets zeggen. Dat veis™
vereniging tot vereniging, maar ik geloof wet
bedrageri erg hoog liggen. „Prinsenbeek
meestal zelf of vraagt de ouders op z'n
kwartje". Moeilijker te overzien zo bl'l»
contributie-regeling. Jossie van den Beemt
verenigingen die nogal uitspringen boven t
dat ik noemde. Dat komt dan door de hoge
Wij mogen in Prinsenbeek niet klagen, m>sr
dat er gemeenten zijn die de prijs nogal hoo
Dan kan een vereniging niet -nders dan de
tie opschroeven".
Over het algemeen echter liggen die bedra
dan bij andere sporten, ook a) zijn
intensieve lessen gemoeid. En lessen
veel sporten: dure instructeurs, dus hoge
Niet echter bij gymnastiek Verklaring
den Beemt: „Bij ons is het eigenlijk
werk, daarom blijft gymnastiek goed
de ouders. De meesten verdienen niks aan
ven, die doen het als hobby. En degenen "ie
moeten worden, de echte trainers dus,
verhouding tot andere sporten weinig. Een
den per uur".
Mevrouw Jossie van den Beemt: „Over reiskosten
creets zeggen, maar ik denk niet dat die kosten erg hoog
kan ik weinig con-
zijn."
FOTO'S n M
Dick de Boer, Jotian va^
Cor de Boer en Ben -
REDACTIE EN LAY-OUT:
L. Tieman, voorzitter van de Ro
ams-tuin-en-keuken-schakers hoe
echt niet te laten voor de hoe
Het aantal
Schaak Bond (KNSB)
tn» s 'u'n - en - keuken - scl
eens bord en stukken tevoors
öe stap naar een vereniging
eflknn„\e z'in niet aan het schake
"OKoopste sporten.
lidmaatschap", zegt de heer
ilHlemglng De Pion, „schomm<
Per maand en voor de jii
^rbij is dan inbegrepen
(1»20 gulden voor serno
Teru/n kQrrd dan zijn maal
Jtnpetitiptrü bon<3 tevens teg«
l»De honÏÏ officiële toemoc
competitie'^6?'-
111 je êrrnêóV Zï'f1 de heer Tieman,
:taalt de he a° komen- Pil officiële
Al„ "0nd meestal de helft Ac
'rgenlenla.nd ,bij, een club speelt,
Reiken en de ver6niging aaaf
ior het spew br°Ut?e kriiSen- Mo
•en wedstrtmw is' aar daar Saat
'°rden koi van hout. zoals
■^f. Voot ?gevear en tientje i
«■tonnen bordwf 3^ kun ie
'n gulden rit rtMld de vijf Su
■°te klok kelt aanschaffen. Zelfs
,*el 4 25l faemiddeld v'iftig guii
zijn echter1, ?Ud zijn en M
Wle zich e ook voorradig".
Srdiepen in a! Jst!!er wil verdie]
B ar' maar ook =vakilteïatuur' Di« i
f toen voor leden) KNSB-winke
wieestal de helft van de
1