NTEURS
inkelmeisjes
En toen
de kabouters
™g Iet zuiden heeft de woonwagenbewoners verwend
ETIKETTE
Oud brood
wij
nu
wij
en 7.O0
rrm
a
w
rhovenN.v«lrecteur van een regionaal woonwagencentrum
Per
Pelikaan
Cars
IEIZEN
jcarbedrijf
lONTEUR/
IR
srdag
21 augustus 19/
jongeren
H jH- T-? Miri.nsHHK
LLAND
jtwerpen, const]
les> o-a. auto,
s, dozenlijm.
yan de produl^
[wikkelde !an(it>
tussen de 50%
ptuimige groei niej
Irvice, plaatsing»
lichines
ar iemand met
engenoemde maci
l.atig in binnen
in aantrekkelijk,
Ie.
|naand)
directie van
SLAVINNEN
ANNO 1971
urs:
J (24/8) - 165,-
|/9) 11S,J
npton Court,
adt (23/8)235,-
J) I
p3/8, 30/8, 6/9)
15,(6/9)
"(30/8) 375,—'
15,— (6/9)i 375,-
1 e (30/8) Iffir
vrije groepsreis f 1®,-
9/10) is,-!
Ijruck (23/8, 20/8,
6/9) I 235,-
111/9, 18/9)ƒ225,-!
reisbureau en tem-
EN TEL. Olff
■Winkelmeisjes zijn eigenlijk slavinnen." Dit schrijft ons een meisje dat
^Ver anoniem wenst te blijven in verband met maatregelen
t ],aar baas wel eens tegen haar zou kunnen nemen. Alleen al
m feit dat dit meisje vanuit de anonimiteit haar beklag moet doen
Rijperend genoeg voor de „nagenoeg rechteloze" of in ieder geval uitermate
lergeschikte positie die winkelpersoneel anno 1971 inneemt,
doelen hier in het bijzonder op de jongeren in dienst van de zoge
nde kleine zelfstandigen, die, in tegenstelling tot het personeel
grote bedrijven als V D, geen CAO-poot hebben om op te staan,
drukken de brief hier af, niet zozeer omdat het interessant is
s iets te vernemen van „een vergeten groep", maar omdat het hoog tijd
dat het woord „democratisering" ook eens tot middenstandsoren
irdringt. Er is actie nodig. Er zou toch zoiets als een speciale vakbond
ir winkelpersoneel moeten kunnen komen, om maar iets te noemen.
j-NU-NÜ-WIJ kan in dit geval niet meer zijn dan een spreekhuis.
Daarom is het te hopen dat collega's van onze briefschrijfster
Balseen oproep beschouwen. Het zou toch nuttig zijn om op deze pagina
Mk eens iets te vertellen van wat jij hebt meegemaakt,
fan wat jij voor verbetering vatbaar vindt aan de baan van een winkelmeisje.
Wie weet wordt daardoor ergens wel iets opengebroken.
L
en ervaren
epairaties aan kant#*
in het bezit is van
pn. Hoog salaris-
ling pers
ff Mijn dug begint 's morgens
cm'zeven uur. Het eerste halfuur
teb ik nodig om me te wassen, op te
en en kleren uit te zoeken.
.chief dan nog een kwartier over
'een ontbijt naar binnen te
ten, want om kwart voor acht
de bus. Officieel moet ik
half negen beginnen, maar
stal ben ik door die bus
vroeger. Om te beginnen moeten
[altijd de zaak schoon maken
staan met drie meisjes in een
waar gemiddeld per dag
tot honderd klanten komen
jgen een uur of negen begint
lieve leventje van jaknikken,
wen en lief zijn voor Koning
it, Zitten is er niet bij.
we het treffen en de bazin
[t een goeie bui dan mag er wel
eentje van ons 's morgens
mit om iets bij de koffie te
i. Koffie overigens die snel
ii neus en lippen door
binnen geslurpt moet worden,
mevrouw staat er bij wijze
ireken met de stopwatch bij.
it toeuallig een kwartiertje
Kt druk is in de zaak is er
altijd roei iets dat nog gedaan moet
^^,en; artikelen prijzen, de
\en schoonmaken of noem maar
\ssen de middag heb ik
uur vrij, te weinig om naar huis
innen, genoeg om ergens in de
IR een broodje te gaan pakken.
Dat uur mag echt niet langer duren
4an zestig minuten, want
|Btopuiatcli wacht al weer.
BfttKmis om zes uur als de zaak
is er van die stopwatch
s niets meer te bemerken,
is het de gewoonste zaak van
Hreld dat je nog even een
je opknapt. Met een beetje
kan ik echter wel de bus
over half zenen halen.
over zepen ben ik dan thuis.
if. Een uitgebreid avondmaal
er meestal bij in.
ids ontbreekt me gewoonlijk
t om nog veel te doen.
avonden in de week ga ik
type-cursus. Tel daar nog één
by die grotendeels in de
'ette doorgebracht wordt,
mond die je nodig hebt om
n te verstellen of te maken
om nieuwe te kopen heb je
eujks en toch moet je er
itatief uitzien) en je begrijpt
r loemtg vrije tijd overschiet.
Je weekenden heb je nooit iets
Jt je de hele zaterdag
a-hard) moet werken.
Het zou allemaal nog niet zo erg
zijn als het maar een beetje
gewaardeerd werd. Van de 350
gulden die ik schoon in mijn hand
over hou moet ik mijn kamer
betalen (100 gulden), de bus, mijn
eten, mijn type-cursus en mijn kleren.
Af en toe een elpee kopen?
Ho maar! Sparen voor mijn uitzet
bijvoorbeeld? Ho maar!
En de baas en de bazin maar praten
over een verminderde omzet.
Alsof wij daar de schuld van zijn.
Ga maar niet vragen om loons
verhoging en kom zelfs maar niet
met een idee voor verbetering van de
werksfeer. Hoe zou je durven.
„Je hoeft je echt niet met mijn
beleid te bemoeien. Ik zit al 25 jaar
in het vak. Wat weet jij ervan af?",
zei de baas laatst. Nee, winkelmeisjes
zijn gewoon slavinnen."
EEN DIENARES VAN
KONING KLANT EN
KEIZER BAAS.
Kamerbewoner, gooi oud brood
niet te snel weg. Ér zijn
verschillende manieren om het te
verwerken. Heb je geen rooster,
geen vlamverdeler en geen asbest
plaatje prik de snee dan aan je volk
en houdt hem gewoon in het vuur,
dan wordt ie vanzelf bruin en
knappend. Van geroosterd brood
kun je trouwens ook paneermeel
maken, dat weer op allerlei
manieren te gebruiken is
(bijvoorbeeld om in de gehakt te
stoppen). Brood bakken met ham of
kaas er tussen is een andere
mogelijkheid. Stukjes gebakken
brood bij spinazie smaken heerlijk.
Bruin brood wordt minder snel oud
dan wit brood en is bovendien
gezonder.
eindredactie
hans maas
„DE jeugd is lange tijd
de meest verwaarloosde
periode van het
mensenleven geweest. Dat
begon al in het
scheppingsverhaal toen
God de Vader schiep naar
zijn beeld en gelijkenis.
Het was misschien juister
geweest om met de eerste
mensen klein te beginnen,
maar het ontbrak de
Schepper waarschijnlijk
aan geduld en vaardigheid
om dit experiment te
begeleiden. Bovendien had
Hij geen voorbeelden bij
de hand om deugdelijk
werk af te leveren. De
eerste mensen liepen te
hard van stapel en misten
de wendbaarheid om
zonder averij langs de
boom ven kennis van goed
en kwaad te komen. Of
hen dat met de jeugd als
inwerktijd wel was gelukt,
valt te bezien maar het
bewijs van het tegendeel is
niet geleverd.
In dit opus één van de
mensheid in de christelijke
en joodse overlevering was
de mens er eerder dan het
zaad en het eitje. De
paradijsvloek was het
werk van volwassenen. De
jeugd moet echter
meedelen in het failliet
zonder er schuld aan te
hebben. Uitzonderingen
konden niet worden
geduld, zodat de
volwassenen er voor
zorgden dat de jongeren
hun portie van de
paradijsvloek beet kregen.
Zij schiepen de jeugd naar
hun eigen door de zondeval
aangevreten gelijkenis. Het
resultaat was een
bijbelvaste stoet kinderen
met volwassen
streken...."
Dit schrijft Huub
Schoondergang in het boek
„...En toen kwamen de
kabouters". Ondertitel:
,,Van jeugdbeweging tot
bewogen jeugd". In een
sappig stijltje,
Schoondergang is een
familiebladen-j ournalist,
wordt de geschiedenis van
de vaderlandse
jeugdbeweging geschetst.
De auteur ontluistert de
opgewarmde idealen
waarmee de jeugd
eeuwenlang werd
zoetgehouden. Geen
moeilijke opdracht
natuurlijk, zeker niet als
het op een manier gebeurt
die wars is van elke
wetenschappelijkheid.
Maar goed, dat ontbreken
van droge historische taal
maakt dat je het boek in
een mum van tijd uitleest
Spelenderwijs doe je
kennis op, kun je je
lichtelijk amuseren met de
vele stijlbloempjes, meer
niet.
In de tweede helft van
het boek registreert
Schoondergang de
inspirerende werking van
de jeugd op de
maatschappij. Hij doet dat
op iets minder ironische
toon. Echte kritiek klinkt
pas door in het laatste
hoofdstuk waarin de
langharige meelopers de
revue passeren:
„Van de ruim drie
miljoen jongeren in
Nederland zijn er
misschien tienduizend
actief bij het progressieve
jeugdwerk betrokken. De
rest ziet toe, van totaal
onverschillig tot volkomen
gebiologeerd. De muren die
vroeger het uitzicht op de
jongerenorganisaties
belemmerden zijn
neergehaald. De
Jongerenbond, de Zaaier
en de AJC waren
jeugdgetto's met
poortwachters binnen en
buiten de muren. Besloten
clubs die dikwijls door de
buitenwacht als
dependances van de hel op
aarde werden gedoodverfd.
De kranten zwegen de
verenigingen dood of
schreven er hoogstens wat
over als de leden met de
justitie in aanraking waren
gekomen.... Het aantal
jongeren dat wezenlijk
betrokken is bij de
floorshow van Kabouters,
Dolle Mina's en hippies,
mag niet overdreven
worden. Het zijn immers
lang niet allen
wereldverbeteraars die
lange haren dragen. Vele
jongeren profiteren alleen
van de verworven
vrijheden en laten het
bevechten daarvan graag
aan anderen over. Voor
hen betekent een
demonstratie dikwijls
slechts een aanleiding om
een lekkere rel te
schoppen, zoals onder meer
door de gebeurtenissen na
het optreden tegen het
Damslapen werd bewezen.
De vooruitgang bestaat
voor deze jongeren uit
meer zendtijd voor het
blèrende etherschaap
Veronica, het straffeloos
opvoeren van het
knalvermogen van hun
bromfietsen en het
ongehinderd vernielen van
andermans
eigendommen
Vader Schoondergang
besluit met de woorden:
„Het ontbreekt de jongeren
aan volwassenen die hen
trachten te verzoenen met
«Üümen onzer redacteuren)
STERDAM De overheid
me' name het ministerie
buituur, Recreatie en Maat-
PPelijk werk (CRM) is
J sjreeks verantwoordelijk
r«mniit6l' voJ i ePidemisch geworden
CompUTer fjtschijnsel van bërandende
dnvagens en alle intimidaties,
en agressie daaromheen.
"we beschuldiging valt te beluls-
een groot deel van de
bezk?T,enaÖie zich in Neder-
rprif r n met het woonwa-
can h l hunner, de directeur
Lbelangrijk regionaal woon-
invil Is bere'd geweest om
®ns de aanklacht met ar-
L steven, op voorwaarde
?'jn naam niet zouden noe-
j„ ®m Persoonlijke moeilijk-
de uitoefening van zijn
00rkomen. Hij zegt te spre-
mens veel collega's zoals hem
bn' reÜcnte vergaderingen is ge-
F Aan hem allereerst de
de aard van het menszijn.
Met het streven naar een
plaatsje onder de zon dat
zij het hunne kunnen
noemen, naar wat meer
intimiteit en naar
zekerheden die meer met
leefbaarheid dan met
verburgerlijking te maken
hebben. Iemand moet de
jongeren erop wijzen dat
er consequenties aan hun
dikwijls gerechtvaardigde
eisen verbonden zijn. Geen
betogingen.tegen
milieuverontreiniging
houden en dan zelf waar
zij samenkomen een
beestenbende achterlaten,
niet protesteren tegen
geluidsoverlast en zelf de
knalpijp van hun brommer
afzagen, zich niet ergeren
aan de geldhonger van de
ouderen en intussen bij
hen om ondersteuning
aankloppen".
Huub Schoondergang
En toen kwamen
de kabouters.
Uitgeverij Sijthof, 9,90.
Serlen
16
iderden gingen re
.jeds voor-
zij" hebben eerst "'P*-
advies eangevraM
.d"!
dit de eerst'
toekomst
tingen en
voor U kan
naar een betere tl-
omscholen en sPe
lstel is afstel
sM>|
onderstaande «uPJ"'„l|
deze ongeftantes'0
tonnn„r<)mmelt het °Peens zo in
"Sagenwereld
fet beleid zou gericht moeten
hwanenh °hakeling van de
lurXJ°ewo"ers met de norma-
|hrgersamenleving waarbij de
kleine zelfstandigen die ge-
"dlv°or weersomstandigheden
ienbamt ?an bl°emenkooplieden,
Tkon» ela/-en ed- ala modei
dienen- Wanneer die
I w- -s onwerkbaar weer bij-
t-hnn/f4 m de kosten van levens-
i moeten de woonwagen
bewoners daarin ook bijstand krij
gen. Wij doen het hier al op die
manier. Maar daarnaast zijn er een
groot aantal gemeenten die klakke
loos betalen. Vooral in het zuiden
van het land zijn ze royaal met
uitkeringen zonder dat men een on
derzoek instelt naar de noodzaak
ervan. Wie aanklopt, wordt geholpen.
Ik vind deze verwennerij je rei-
ste vorm van discriminatie. Woon
wagenbewoners hebben een groot
gevoel voor duidelijkheid. Ze hou
den van gezag en orde. De labiliteit
in het overheidsbeleid begrijpen ze
niet en dat roept bij hen agressie
op. Het is een proces dat zich onbe
wust afspeelt maar de praktijk wijst
uit dat de zaken zo liggen. De over
heid gedraagt zich ten opzichte van
de woonwagenbewoners zoals een
oma zich gedraagt die haar klein
kind verwent met gevolg dat het
gezag van de ouders - dat zijn wij,
de functionairssen die zich met het
werk bezighouden - nihil is. Regel
rechte discriminatie van vroeger is
omgeslagen in verwennerij en dat
leidt tot verwaarlozing die weer
agressie tot gevolg heeft. Het is een
bekend verschijnsel dat je bij voor
beeld ook in de reclassering aan
treft".
De woonwagenbewoners wekken
op het ogenblik bepaald niet de
indruk dat ze voor gezag en orde
zijn.
„Laat ik Eindhoven als voorbeeld
nemen. De schippers die het daar
gelegen woonwagenkamp passeren,
krijgen gevarengeld vanwege de ri
sico's die ze lopen. Geen agent die
er heen durft. De politie is bang voor
de publieke opinie of voor de agres
sie van de bewoners, ik weet het
niet. Er ontstaat een duidelijk getto
in de trant van de vroegere vrijste
den. Als je maar binnen de muur
bent, kun je je alles permitteren.
Dat lijkt lekker maar het komt neer
op discriminatie. Het geeft de men
sen het gevoel dat ze in wezen
onvolwaardig zijn. Voor ieder indi
vidu geldt dat hij behoefte heeft aan
een kader waarbinnen hij bepaalde
spelregels in acht dient te nemen.
Woonwagenbewoners zijn daar geen
uitzondering op. Hoewel ik geen
psycholoog ben, durf ik toch met
Fromm, de schrijver van „Angst
voor vrijheid" te spreken van een
„verwrongen sociaal karakter" bij
deze groep, veroorzaakt door de hen
omringende werkelijkheid. De ont
plooiing van ieder mens, dus ook
van de woonwagenbewoners, kan al
leen geschieden op basis van ouder
lijk dan wel maatschappelijk gezag
waarop het individu steunen kan en
waardoor het zich leert bewegen
binnen de grenzen die het gezag
stelt. Het gezag vormt voor hen de
zekerheden waarop hij kan terug
vallen en die hem in staat stellen
tot maximale ontplooiing te komen.
Maar tot op heden wordt de woon
wagenbewoner door het hele over
heidsbeleid die zekerheden onthou
den. Het zou dan ook eigenlijk nie
mand moeten verwonderen dat we
nu geconfronteerd worden met de
gevolgen van het verwrongen sociale
karakter dat we zelf geschapen heb
ben".
Maar de karakterstructuur van de
woonwagenbewoners is toch juist
dusdanig dat ze zich niet in een
kooi laten zetten?
„Ik zou verder willen gaan. Al
zijn wij gekooide burgers in ons
flatje daarom hoeft 'n ander dat nog
niet te zijn. Maar een vrijheid die
aan weinigen is voorbehouden, zal
niet op kosten van de gemeenschap
gerealiseerd mogen worden en im
pliceert evenmin dat woonwagenbe
woners automatisch het recht zou
den hebben om zich onder en boven
de wetten van de samenleving te
stellen. Ik zal weer een voorbeeld
geven. Drie woonwagens worden op
'n avond aangehouden voor controle.
De voertuigen blijken in ondeugde
lijke staat te verkeren en een be
stuurder is de rijbevoegdheid ontno
men. Wat gebeurt er? De wagens
worden onder begeleiding van vijf
agenten, naar het centrum gebracht
en aan het personeel overgedragen.
Daarmee is de zaak afgedaan. Zou
zoiets denkbaar zijn in de burger
samenleving? Hier is sprake van
een overduidelijke vorm van discri
minatie waarvan uiteindelijk de
woonwagenbewoners zelf de dupe
worden, ook al lijkt dat oppervlak
kig bezien niet zo. Fromm die ik
zojuist ook al citeerde, zegt dat men
met een dergelijke houding de ei
genwaarde terugbrengt tot het nul
punt, de jaloezie en het egoisme
bevordert omdat de halfslachtigheid
van het beleid de onzekerheid ver
groot en mede daardoor een onmaat
schappelijk gedrag bevordert. De
verantwoordelijkheid voor de ander,
het zgn. „Wij-gevoel" is bij deze
mensen totaal weggeëbt. De laatste
ontwikkelingen ten aanzien van bij
standsverlening - denk maar aan
de vervanging van de wagens, ook
al zijn die moedwillig in brand gesto
ken - en de schrikreactie van de
overheid op hun pressiemethoden
hebben de woonwagenbewoners al
leen maar een versterkte bevesti
ging gegeven van hun ervaring dat
ze met de vuist alles kunnen bekij
ken. Het zit op het ogenblik hele
maal fout met het beleid. Het is
mijns inziens juist een taak van
rechtvaardigheid om aan de woon
wagenbewoners dezelfde eisen te
stellen als aan ieder ander lid van
de maatschappij. Zij zijn en wen
sen te zijn volwaardige leden van
de samenleving en daarom is het de
plicht van de overheid om hen de
zelfde verantwoordelijkheden toe te
kennen als ieder ander. Het motief
van vroeger: „Laat maar, want het
zijn arme drommels" kan niet meer
worden aangevoerd".
Ook letterlijk niet?
„Blijkens een recent onderzoek
zijn inkomens van 400 cot 800 gul
den per week bij woonwagenbewo
ners geen uitzondering. Ik ken wel
gevallen met een inkomen van 4.000
gulden per maand. Aan de buiten
kant ziet men het er niet aan af,
maar dat wordt mede veroorzaakt
door gebrek aan budgettering, het
leven van de hand in de tand het
parasitaire gedrag van deze mensen.
Daar komt bij dat men ondanks de
vaak fabelachtige inkomens geen
premie AOW betaalt, geen inkom
sten- of andere belasting, geen rei
nigingsrechten of ziekenfondspre
mie, geen luister- en kijkgelden of
welke vorm van lasten ook. Midden
standers die hard zwoegen om het
hoofd boven water te houden, beta
len dat allemaal wel. Voor velen
mogen het waanzin lijken maar ik
ontkom niet aan de gedachte dat de
hele woonwagenwet overboord moet
worden gezet, dat eventueel be
staande wetten moeten worden uit
gebreid met betrekking tot woon
vorm en registratieplicht en dat de
normale wetten en verordeningen
consequent toe moeten wórden ge
past op deze groep. Er zouden daar
mee mijns inziens onnoemelijk veel
problemen opgelost worden terwijl
de verkapte discriminatie die er nog
steeds is, zou verdwijnen".
Ook de bijstandswet zou normaal
op de woonwagenbewoners moe
ten worden toegepast?
„Ja. De bijstandswet geelt recht
op financiële hulp aan ieder die
door onmacht niet in zijn levenson
derhoud kan voorzien. Als je nu
weet dat woonwagenbewoners met
een inkomen van 2.000 tot 4.000
gulden in de maand om bijstand
aankloppen en het nog krijgen ook
dat is toch te gek om los te lopen
Maar ze worden van hogerhand in
het gelijk gesteld en dat gaat de
eenvoudige ambtenaar van een ge
meentelijke sociale dienst natuurlijk
redeneren: waar maak ik me druk
om? En de kwestie van de verbrande
woonwagensWoningzoeken
den kunnen toch ook niet bij de
bijstandswet aankloppen om woon
ruimte? Hier wordt duidelijk en ver
schrikkelijk gediscrimineerd tegen
over de gewone burger".
pen van de aardige dingen van deze
lijd vind ik het verslappen van
de oude etikette. Vroeger was die
namelijk benauwend strak. Dat werd
vooral veroorzaakt door de volkomen
dogmatische manier waarop haar re
gels werden gehanteerd. Dat is op
zichzelf iets heel raadselachtigs, want
we kunnen toch met de beste wil van
de wereld niet zeggen dat het volgen
van weinig voor de hand liggende
regels als het vasthouden van een
vork met linker- of rechterhand van
een zo groot belang is voor ons be
slaan dat hun strengheid uit dat be
lang verklaard moet worden. In dit
geval lijkt de strengheid van de regel
eerder omgekeerd evenredig te zijn
aan het belang ervan. De feilloze
precieste en zekerheid waarmee hij
wordt toegepast, houdt alleen nega
tief verband met de mogelijkheid tot
een duidelijke verantwoording ervan.
De precisie is alleen maar te ver
klaren uit de willekeur. We zien dat
meestal bij ritueel gedrag: naarge
lang rituele en magische handelingen
willekeuriger zijn en minder duide
lijk betrokken op een omschrijfbaar
en te constateren effect, worden de
regels waarnaar zij moeten worden
uitgevoerd, steeds ingewikkelder en
strenger. Etikette is gestolde wille
keur en daarom zijn haar regels zo
streng en dogmatisch. Niet een grote
zekerheid brengt mensen tot dwang
matig precies gedrag, maar een vol
strekte onzekerheid.
Leerlingen zijn ook altijd dogmati
scher dan hun meesters. Ik geloof
dat dit ook hier van toepassing is.
De etikette is of was zo streng
omdat zij overgenomen werd als de
leefregel van een andere, maatschap
pelijk „hogere" klasse. Door middel
van de etikette probeerden burgers
zich aan te passen aan het hof. Eti
kette is hoffelijkheid, een manier van
optreden die aan het hof gebruikelijk
is. Zij maakt van mensen hovelingen.
Dit betekent dat het gedrag van een
hogere klasse eenvoudig geïmiteerd
wordt. En door een bepaald gedrag
zonder meer te imiteren verliezen wij
elk contact met de eventuele motie
ven waaruit dat gedrag voortkomt.
Het is typerend voor de burgerlijke
etikette, die nu bezig is te verdwij
nen, dat haar regels op geen enkele
mariier gemotiveerd worden. Het
enige motief dat in de wellevend
heidsboekjes van vroeger werd aan
gehaald, is dat degene die niet han
delt volgens een bepaalde regel b.v.
dame voor laten gaan, rechterhand
geven, zich voorstellen, zich in de
„beschaafde" kringen onmogelijk
maakte. Wie niet tot die kringen wil
de behoren, kon rustig de hele eti
kette aan zijn laars lappen. Maar de
schrijvers van die boekjes, kenners
van kringen en regels, gingen ervan
uit dat iedereen dolgraag toegang
kreeg tot die kringen en er dus vlij
tig de rituelen van wilde instuderen
zonder zich verder af te vragen
waarom en waartoe.
Een enkele regel stond in zo'n
boekje ook onbewimpeld, dat iemand
die een regel overtrad of blijk gaf
hem niet eens te kennen, in diezelfde
beschaafde kringen, als een onbe
schofte boer gold. Dat Was een tame
lijk juiste opmerking. Boeren werden
bescliomud als mensen zonder eti
kette. Maar de beperkingen van die
etikette werden daarbij niet ter spra
ke gebracht en zelfs niet opgemerkt.
Het is heel goed mogelijk dat boeren,
uit trots of uit wanhoop aan de ver
anderbaarheid van hun klasse meest
al geweigerd hebben de grimassen
van de zogenaamde hogere kringen
te imiteren. Maar het was een grove
vergissing van de burgerlijke etiket-
te-kenners hen op grond daarvan als
onbeleefd of zelfs ongevoelig te be
schouwen. De gevolgen van deze ver
gissing, die intussen nog rustig voott-
bestaat, beginnen langzaamaan dui
delijk te worden, nu een andere sub
cultuur bezig is zich te ontwikkelen,
waarin men zich op exact dezelfde
manier als vroeger de boeren aan de
grimassen van de burgerlijke etikette
onttrekt. Op een bijeenkomst van
jonge mensen gebeurt het nog maar
zelden dat iemand zijn jasje dicht
knoopt en zich voorstelt. De aanspre
king met Uwordt steeds minder
gehanteerd. Er blijkt nauwelijks nog
een klasse te zijn die men moet imi
teren om zijn eigen status wat te
verhogen. Ik ken de motieven van
deze verandering niet, maar ik ver
moed dat zij op een of andere manier
bedoeld is als een protest tegen een
al te lang durende periode van bur
gerlijkheid, tegen het vernisje van
uiterlijkheden en tegen de illusie dat
er een klasse mag zijn die de toon
aangeeft. In hoeverre deze verande
ring tot eert nieuw soort van etikette,
dwang en imitatie leidt, weet ik niet.
Ik vrees eigenlijk dat dit wel zal ge
beuren, maar ik heb altijd de voor
keur gegeven aan de beleefdheid van
boeren boven die van bepaalde krin
gen.
AD VERTENTIIE
TOENEMEND AANTAL
INBRAKEN 1
Voorkom inbraak door een doel
treffende alarminstallatie. Wacht
niet tot het te laat is. Vraag vrij-
olijvend inlichtingen en/of de
monstratie van de allermodernste
Amerikaanse ultra-sonoor- appa
ratuur. Voor bedrijven en parti
culieren. Doe-het-zelf pakketten
(infra-rood) 560,
Agent van HOFLAND ELEC-
TRONICA R'dam. Voor Zuid-Ne
derland: J. Bremer, Willebrord-
straat 9, Teteringen. Tel. 01618 -
769 (tot 23 uur).