NTEURS inkelmeisjes En toen de kabouters ™g Iet zuiden heeft de woonwagenbewoners verwend ETIKETTE Oud brood wij nu wij en 7.O0 rrm a w rhovenN.v«lrecteur van een regionaal woonwagencentrum Per Pelikaan Cars IEIZEN jcarbedrijf lONTEUR/ IR srdag 21 augustus 19/ jongeren H jH- T-? Miri.nsHHK LLAND jtwerpen, const] les> o-a. auto, s, dozenlijm. yan de produl^ [wikkelde !an(it> tussen de 50% ptuimige groei niej Irvice, plaatsing» lichines ar iemand met engenoemde maci l.atig in binnen in aantrekkelijk, Ie. |naand) directie van SLAVINNEN ANNO 1971 urs: J (24/8) - 165,- |/9) 11S,J npton Court, adt (23/8)235,- J) I p3/8, 30/8, 6/9) 15,(6/9) "(30/8) 375,—' 15,— (6/9)i 375,- 1 e (30/8) Iffir vrije groepsreis f 1®,- 9/10) is,-! Ijruck (23/8, 20/8, 6/9) I 235,- 111/9, 18/9)ƒ225,-! reisbureau en tem- EN TEL. Olff ■Winkelmeisjes zijn eigenlijk slavinnen." Dit schrijft ons een meisje dat ^Ver anoniem wenst te blijven in verband met maatregelen t ],aar baas wel eens tegen haar zou kunnen nemen. Alleen al m feit dat dit meisje vanuit de anonimiteit haar beklag moet doen Rijperend genoeg voor de „nagenoeg rechteloze" of in ieder geval uitermate lergeschikte positie die winkelpersoneel anno 1971 inneemt, doelen hier in het bijzonder op de jongeren in dienst van de zoge nde kleine zelfstandigen, die, in tegenstelling tot het personeel grote bedrijven als V D, geen CAO-poot hebben om op te staan, drukken de brief hier af, niet zozeer omdat het interessant is s iets te vernemen van „een vergeten groep", maar omdat het hoog tijd dat het woord „democratisering" ook eens tot middenstandsoren irdringt. Er is actie nodig. Er zou toch zoiets als een speciale vakbond ir winkelpersoneel moeten kunnen komen, om maar iets te noemen. j-NU-NÜ-WIJ kan in dit geval niet meer zijn dan een spreekhuis. Daarom is het te hopen dat collega's van onze briefschrijfster Balseen oproep beschouwen. Het zou toch nuttig zijn om op deze pagina Mk eens iets te vertellen van wat jij hebt meegemaakt, fan wat jij voor verbetering vatbaar vindt aan de baan van een winkelmeisje. Wie weet wordt daardoor ergens wel iets opengebroken. L en ervaren epairaties aan kant#* in het bezit is van pn. Hoog salaris- ling pers ff Mijn dug begint 's morgens cm'zeven uur. Het eerste halfuur teb ik nodig om me te wassen, op te en en kleren uit te zoeken. .chief dan nog een kwartier over 'een ontbijt naar binnen te ten, want om kwart voor acht de bus. Officieel moet ik half negen beginnen, maar stal ben ik door die bus vroeger. Om te beginnen moeten [altijd de zaak schoon maken staan met drie meisjes in een waar gemiddeld per dag tot honderd klanten komen jgen een uur of negen begint lieve leventje van jaknikken, wen en lief zijn voor Koning it, Zitten is er niet bij. we het treffen en de bazin [t een goeie bui dan mag er wel eentje van ons 's morgens mit om iets bij de koffie te i. Koffie overigens die snel ii neus en lippen door binnen geslurpt moet worden, mevrouw staat er bij wijze ireken met de stopwatch bij. it toeuallig een kwartiertje Kt druk is in de zaak is er altijd roei iets dat nog gedaan moet ^^,en; artikelen prijzen, de \en schoonmaken of noem maar \ssen de middag heb ik uur vrij, te weinig om naar huis innen, genoeg om ergens in de IR een broodje te gaan pakken. Dat uur mag echt niet langer duren 4an zestig minuten, want |Btopuiatcli wacht al weer. BfttKmis om zes uur als de zaak is er van die stopwatch s niets meer te bemerken, is het de gewoonste zaak van Hreld dat je nog even een je opknapt. Met een beetje kan ik echter wel de bus over half zenen halen. over zepen ben ik dan thuis. if. Een uitgebreid avondmaal er meestal bij in. ids ontbreekt me gewoonlijk t om nog veel te doen. avonden in de week ga ik type-cursus. Tel daar nog één by die grotendeels in de 'ette doorgebracht wordt, mond die je nodig hebt om n te verstellen of te maken om nieuwe te kopen heb je eujks en toch moet je er itatief uitzien) en je begrijpt r loemtg vrije tijd overschiet. Je weekenden heb je nooit iets Jt je de hele zaterdag a-hard) moet werken. Het zou allemaal nog niet zo erg zijn als het maar een beetje gewaardeerd werd. Van de 350 gulden die ik schoon in mijn hand over hou moet ik mijn kamer betalen (100 gulden), de bus, mijn eten, mijn type-cursus en mijn kleren. Af en toe een elpee kopen? Ho maar! Sparen voor mijn uitzet bijvoorbeeld? Ho maar! En de baas en de bazin maar praten over een verminderde omzet. Alsof wij daar de schuld van zijn. Ga maar niet vragen om loons verhoging en kom zelfs maar niet met een idee voor verbetering van de werksfeer. Hoe zou je durven. „Je hoeft je echt niet met mijn beleid te bemoeien. Ik zit al 25 jaar in het vak. Wat weet jij ervan af?", zei de baas laatst. Nee, winkelmeisjes zijn gewoon slavinnen." EEN DIENARES VAN KONING KLANT EN KEIZER BAAS. Kamerbewoner, gooi oud brood niet te snel weg. Ér zijn verschillende manieren om het te verwerken. Heb je geen rooster, geen vlamverdeler en geen asbest plaatje prik de snee dan aan je volk en houdt hem gewoon in het vuur, dan wordt ie vanzelf bruin en knappend. Van geroosterd brood kun je trouwens ook paneermeel maken, dat weer op allerlei manieren te gebruiken is (bijvoorbeeld om in de gehakt te stoppen). Brood bakken met ham of kaas er tussen is een andere mogelijkheid. Stukjes gebakken brood bij spinazie smaken heerlijk. Bruin brood wordt minder snel oud dan wit brood en is bovendien gezonder. eindredactie hans maas „DE jeugd is lange tijd de meest verwaarloosde periode van het mensenleven geweest. Dat begon al in het scheppingsverhaal toen God de Vader schiep naar zijn beeld en gelijkenis. Het was misschien juister geweest om met de eerste mensen klein te beginnen, maar het ontbrak de Schepper waarschijnlijk aan geduld en vaardigheid om dit experiment te begeleiden. Bovendien had Hij geen voorbeelden bij de hand om deugdelijk werk af te leveren. De eerste mensen liepen te hard van stapel en misten de wendbaarheid om zonder averij langs de boom ven kennis van goed en kwaad te komen. Of hen dat met de jeugd als inwerktijd wel was gelukt, valt te bezien maar het bewijs van het tegendeel is niet geleverd. In dit opus één van de mensheid in de christelijke en joodse overlevering was de mens er eerder dan het zaad en het eitje. De paradijsvloek was het werk van volwassenen. De jeugd moet echter meedelen in het failliet zonder er schuld aan te hebben. Uitzonderingen konden niet worden geduld, zodat de volwassenen er voor zorgden dat de jongeren hun portie van de paradijsvloek beet kregen. Zij schiepen de jeugd naar hun eigen door de zondeval aangevreten gelijkenis. Het resultaat was een bijbelvaste stoet kinderen met volwassen streken...." Dit schrijft Huub Schoondergang in het boek „...En toen kwamen de kabouters". Ondertitel: ,,Van jeugdbeweging tot bewogen jeugd". In een sappig stijltje, Schoondergang is een familiebladen-j ournalist, wordt de geschiedenis van de vaderlandse jeugdbeweging geschetst. De auteur ontluistert de opgewarmde idealen waarmee de jeugd eeuwenlang werd zoetgehouden. Geen moeilijke opdracht natuurlijk, zeker niet als het op een manier gebeurt die wars is van elke wetenschappelijkheid. Maar goed, dat ontbreken van droge historische taal maakt dat je het boek in een mum van tijd uitleest Spelenderwijs doe je kennis op, kun je je lichtelijk amuseren met de vele stijlbloempjes, meer niet. In de tweede helft van het boek registreert Schoondergang de inspirerende werking van de jeugd op de maatschappij. Hij doet dat op iets minder ironische toon. Echte kritiek klinkt pas door in het laatste hoofdstuk waarin de langharige meelopers de revue passeren: „Van de ruim drie miljoen jongeren in Nederland zijn er misschien tienduizend actief bij het progressieve jeugdwerk betrokken. De rest ziet toe, van totaal onverschillig tot volkomen gebiologeerd. De muren die vroeger het uitzicht op de jongerenorganisaties belemmerden zijn neergehaald. De Jongerenbond, de Zaaier en de AJC waren jeugdgetto's met poortwachters binnen en buiten de muren. Besloten clubs die dikwijls door de buitenwacht als dependances van de hel op aarde werden gedoodverfd. De kranten zwegen de verenigingen dood of schreven er hoogstens wat over als de leden met de justitie in aanraking waren gekomen.... Het aantal jongeren dat wezenlijk betrokken is bij de floorshow van Kabouters, Dolle Mina's en hippies, mag niet overdreven worden. Het zijn immers lang niet allen wereldverbeteraars die lange haren dragen. Vele jongeren profiteren alleen van de verworven vrijheden en laten het bevechten daarvan graag aan anderen over. Voor hen betekent een demonstratie dikwijls slechts een aanleiding om een lekkere rel te schoppen, zoals onder meer door de gebeurtenissen na het optreden tegen het Damslapen werd bewezen. De vooruitgang bestaat voor deze jongeren uit meer zendtijd voor het blèrende etherschaap Veronica, het straffeloos opvoeren van het knalvermogen van hun bromfietsen en het ongehinderd vernielen van andermans eigendommen Vader Schoondergang besluit met de woorden: „Het ontbreekt de jongeren aan volwassenen die hen trachten te verzoenen met «Üümen onzer redacteuren) STERDAM De overheid me' name het ministerie buituur, Recreatie en Maat- PPelijk werk (CRM) is J sjreeks verantwoordelijk r«mniit6l' voJ i ePidemisch geworden CompUTer fjtschijnsel van bërandende dnvagens en alle intimidaties, en agressie daaromheen. "we beschuldiging valt te beluls- een groot deel van de bezk?T,enaÖie zich in Neder- rprif r n met het woonwa- can h l hunner, de directeur Lbelangrijk regionaal woon- invil Is bere'd geweest om ®ns de aanklacht met ar- L steven, op voorwaarde ?'jn naam niet zouden noe- j„ ®m Persoonlijke moeilijk- de uitoefening van zijn 00rkomen. Hij zegt te spre- mens veel collega's zoals hem bn' reÜcnte vergaderingen is ge- F Aan hem allereerst de de aard van het menszijn. Met het streven naar een plaatsje onder de zon dat zij het hunne kunnen noemen, naar wat meer intimiteit en naar zekerheden die meer met leefbaarheid dan met verburgerlijking te maken hebben. Iemand moet de jongeren erop wijzen dat er consequenties aan hun dikwijls gerechtvaardigde eisen verbonden zijn. Geen betogingen.tegen milieuverontreiniging houden en dan zelf waar zij samenkomen een beestenbende achterlaten, niet protesteren tegen geluidsoverlast en zelf de knalpijp van hun brommer afzagen, zich niet ergeren aan de geldhonger van de ouderen en intussen bij hen om ondersteuning aankloppen". Huub Schoondergang En toen kwamen de kabouters. Uitgeverij Sijthof, 9,90. Serlen 16 iderden gingen re .jeds voor- zij" hebben eerst "'P*- advies eangevraM .d"! dit de eerst' toekomst tingen en voor U kan naar een betere tl- omscholen en sPe lstel is afstel sM>| onderstaande «uPJ"'„l| deze ongeftantes'0 tonnn„r<)mmelt het °Peens zo in "Sagenwereld fet beleid zou gericht moeten hwanenh °hakeling van de lurXJ°ewo"ers met de norma- |hrgersamenleving waarbij de kleine zelfstandigen die ge- "dlv°or weersomstandigheden ienbamt ?an bl°emenkooplieden, Tkon» ela/-en ed- ala modei dienen- Wanneer die I w- -s onwerkbaar weer bij- t-hnn/f4 m de kosten van levens- i moeten de woonwagen bewoners daarin ook bijstand krij gen. Wij doen het hier al op die manier. Maar daarnaast zijn er een groot aantal gemeenten die klakke loos betalen. Vooral in het zuiden van het land zijn ze royaal met uitkeringen zonder dat men een on derzoek instelt naar de noodzaak ervan. Wie aanklopt, wordt geholpen. Ik vind deze verwennerij je rei- ste vorm van discriminatie. Woon wagenbewoners hebben een groot gevoel voor duidelijkheid. Ze hou den van gezag en orde. De labiliteit in het overheidsbeleid begrijpen ze niet en dat roept bij hen agressie op. Het is een proces dat zich onbe wust afspeelt maar de praktijk wijst uit dat de zaken zo liggen. De over heid gedraagt zich ten opzichte van de woonwagenbewoners zoals een oma zich gedraagt die haar klein kind verwent met gevolg dat het gezag van de ouders - dat zijn wij, de functionairssen die zich met het werk bezighouden - nihil is. Regel rechte discriminatie van vroeger is omgeslagen in verwennerij en dat leidt tot verwaarlozing die weer agressie tot gevolg heeft. Het is een bekend verschijnsel dat je bij voor beeld ook in de reclassering aan treft". De woonwagenbewoners wekken op het ogenblik bepaald niet de indruk dat ze voor gezag en orde zijn. „Laat ik Eindhoven als voorbeeld nemen. De schippers die het daar gelegen woonwagenkamp passeren, krijgen gevarengeld vanwege de ri sico's die ze lopen. Geen agent die er heen durft. De politie is bang voor de publieke opinie of voor de agres sie van de bewoners, ik weet het niet. Er ontstaat een duidelijk getto in de trant van de vroegere vrijste den. Als je maar binnen de muur bent, kun je je alles permitteren. Dat lijkt lekker maar het komt neer op discriminatie. Het geeft de men sen het gevoel dat ze in wezen onvolwaardig zijn. Voor ieder indi vidu geldt dat hij behoefte heeft aan een kader waarbinnen hij bepaalde spelregels in acht dient te nemen. Woonwagenbewoners zijn daar geen uitzondering op. Hoewel ik geen psycholoog ben, durf ik toch met Fromm, de schrijver van „Angst voor vrijheid" te spreken van een „verwrongen sociaal karakter" bij deze groep, veroorzaakt door de hen omringende werkelijkheid. De ont plooiing van ieder mens, dus ook van de woonwagenbewoners, kan al leen geschieden op basis van ouder lijk dan wel maatschappelijk gezag waarop het individu steunen kan en waardoor het zich leert bewegen binnen de grenzen die het gezag stelt. Het gezag vormt voor hen de zekerheden waarop hij kan terug vallen en die hem in staat stellen tot maximale ontplooiing te komen. Maar tot op heden wordt de woon wagenbewoner door het hele over heidsbeleid die zekerheden onthou den. Het zou dan ook eigenlijk nie mand moeten verwonderen dat we nu geconfronteerd worden met de gevolgen van het verwrongen sociale karakter dat we zelf geschapen heb ben". Maar de karakterstructuur van de woonwagenbewoners is toch juist dusdanig dat ze zich niet in een kooi laten zetten? „Ik zou verder willen gaan. Al zijn wij gekooide burgers in ons flatje daarom hoeft 'n ander dat nog niet te zijn. Maar een vrijheid die aan weinigen is voorbehouden, zal niet op kosten van de gemeenschap gerealiseerd mogen worden en im pliceert evenmin dat woonwagenbe woners automatisch het recht zou den hebben om zich onder en boven de wetten van de samenleving te stellen. Ik zal weer een voorbeeld geven. Drie woonwagens worden op 'n avond aangehouden voor controle. De voertuigen blijken in ondeugde lijke staat te verkeren en een be stuurder is de rijbevoegdheid ontno men. Wat gebeurt er? De wagens worden onder begeleiding van vijf agenten, naar het centrum gebracht en aan het personeel overgedragen. Daarmee is de zaak afgedaan. Zou zoiets denkbaar zijn in de burger samenleving? Hier is sprake van een overduidelijke vorm van discri minatie waarvan uiteindelijk de woonwagenbewoners zelf de dupe worden, ook al lijkt dat oppervlak kig bezien niet zo. Fromm die ik zojuist ook al citeerde, zegt dat men met een dergelijke houding de ei genwaarde terugbrengt tot het nul punt, de jaloezie en het egoisme bevordert omdat de halfslachtigheid van het beleid de onzekerheid ver groot en mede daardoor een onmaat schappelijk gedrag bevordert. De verantwoordelijkheid voor de ander, het zgn. „Wij-gevoel" is bij deze mensen totaal weggeëbt. De laatste ontwikkelingen ten aanzien van bij standsverlening - denk maar aan de vervanging van de wagens, ook al zijn die moedwillig in brand gesto ken - en de schrikreactie van de overheid op hun pressiemethoden hebben de woonwagenbewoners al leen maar een versterkte bevesti ging gegeven van hun ervaring dat ze met de vuist alles kunnen bekij ken. Het zit op het ogenblik hele maal fout met het beleid. Het is mijns inziens juist een taak van rechtvaardigheid om aan de woon wagenbewoners dezelfde eisen te stellen als aan ieder ander lid van de maatschappij. Zij zijn en wen sen te zijn volwaardige leden van de samenleving en daarom is het de plicht van de overheid om hen de zelfde verantwoordelijkheden toe te kennen als ieder ander. Het motief van vroeger: „Laat maar, want het zijn arme drommels" kan niet meer worden aangevoerd". Ook letterlijk niet? „Blijkens een recent onderzoek zijn inkomens van 400 cot 800 gul den per week bij woonwagenbewo ners geen uitzondering. Ik ken wel gevallen met een inkomen van 4.000 gulden per maand. Aan de buiten kant ziet men het er niet aan af, maar dat wordt mede veroorzaakt door gebrek aan budgettering, het leven van de hand in de tand het parasitaire gedrag van deze mensen. Daar komt bij dat men ondanks de vaak fabelachtige inkomens geen premie AOW betaalt, geen inkom sten- of andere belasting, geen rei nigingsrechten of ziekenfondspre mie, geen luister- en kijkgelden of welke vorm van lasten ook. Midden standers die hard zwoegen om het hoofd boven water te houden, beta len dat allemaal wel. Voor velen mogen het waanzin lijken maar ik ontkom niet aan de gedachte dat de hele woonwagenwet overboord moet worden gezet, dat eventueel be staande wetten moeten worden uit gebreid met betrekking tot woon vorm en registratieplicht en dat de normale wetten en verordeningen consequent toe moeten wórden ge past op deze groep. Er zouden daar mee mijns inziens onnoemelijk veel problemen opgelost worden terwijl de verkapte discriminatie die er nog steeds is, zou verdwijnen". Ook de bijstandswet zou normaal op de woonwagenbewoners moe ten worden toegepast? „Ja. De bijstandswet geelt recht op financiële hulp aan ieder die door onmacht niet in zijn levenson derhoud kan voorzien. Als je nu weet dat woonwagenbewoners met een inkomen van 2.000 tot 4.000 gulden in de maand om bijstand aankloppen en het nog krijgen ook dat is toch te gek om los te lopen Maar ze worden van hogerhand in het gelijk gesteld en dat gaat de eenvoudige ambtenaar van een ge meentelijke sociale dienst natuurlijk redeneren: waar maak ik me druk om? En de kwestie van de verbrande woonwagensWoningzoeken den kunnen toch ook niet bij de bijstandswet aankloppen om woon ruimte? Hier wordt duidelijk en ver schrikkelijk gediscrimineerd tegen over de gewone burger". pen van de aardige dingen van deze lijd vind ik het verslappen van de oude etikette. Vroeger was die namelijk benauwend strak. Dat werd vooral veroorzaakt door de volkomen dogmatische manier waarop haar re gels werden gehanteerd. Dat is op zichzelf iets heel raadselachtigs, want we kunnen toch met de beste wil van de wereld niet zeggen dat het volgen van weinig voor de hand liggende regels als het vasthouden van een vork met linker- of rechterhand van een zo groot belang is voor ons be slaan dat hun strengheid uit dat be lang verklaard moet worden. In dit geval lijkt de strengheid van de regel eerder omgekeerd evenredig te zijn aan het belang ervan. De feilloze precieste en zekerheid waarmee hij wordt toegepast, houdt alleen nega tief verband met de mogelijkheid tot een duidelijke verantwoording ervan. De precisie is alleen maar te ver klaren uit de willekeur. We zien dat meestal bij ritueel gedrag: naarge lang rituele en magische handelingen willekeuriger zijn en minder duide lijk betrokken op een omschrijfbaar en te constateren effect, worden de regels waarnaar zij moeten worden uitgevoerd, steeds ingewikkelder en strenger. Etikette is gestolde wille keur en daarom zijn haar regels zo streng en dogmatisch. Niet een grote zekerheid brengt mensen tot dwang matig precies gedrag, maar een vol strekte onzekerheid. Leerlingen zijn ook altijd dogmati scher dan hun meesters. Ik geloof dat dit ook hier van toepassing is. De etikette is of was zo streng omdat zij overgenomen werd als de leefregel van een andere, maatschap pelijk „hogere" klasse. Door middel van de etikette probeerden burgers zich aan te passen aan het hof. Eti kette is hoffelijkheid, een manier van optreden die aan het hof gebruikelijk is. Zij maakt van mensen hovelingen. Dit betekent dat het gedrag van een hogere klasse eenvoudig geïmiteerd wordt. En door een bepaald gedrag zonder meer te imiteren verliezen wij elk contact met de eventuele motie ven waaruit dat gedrag voortkomt. Het is typerend voor de burgerlijke etikette, die nu bezig is te verdwij nen, dat haar regels op geen enkele mariier gemotiveerd worden. Het enige motief dat in de wellevend heidsboekjes van vroeger werd aan gehaald, is dat degene die niet han delt volgens een bepaalde regel b.v. dame voor laten gaan, rechterhand geven, zich voorstellen, zich in de „beschaafde" kringen onmogelijk maakte. Wie niet tot die kringen wil de behoren, kon rustig de hele eti kette aan zijn laars lappen. Maar de schrijvers van die boekjes, kenners van kringen en regels, gingen ervan uit dat iedereen dolgraag toegang kreeg tot die kringen en er dus vlij tig de rituelen van wilde instuderen zonder zich verder af te vragen waarom en waartoe. Een enkele regel stond in zo'n boekje ook onbewimpeld, dat iemand die een regel overtrad of blijk gaf hem niet eens te kennen, in diezelfde beschaafde kringen, als een onbe schofte boer gold. Dat Was een tame lijk juiste opmerking. Boeren werden bescliomud als mensen zonder eti kette. Maar de beperkingen van die etikette werden daarbij niet ter spra ke gebracht en zelfs niet opgemerkt. Het is heel goed mogelijk dat boeren, uit trots of uit wanhoop aan de ver anderbaarheid van hun klasse meest al geweigerd hebben de grimassen van de zogenaamde hogere kringen te imiteren. Maar het was een grove vergissing van de burgerlijke etiket- te-kenners hen op grond daarvan als onbeleefd of zelfs ongevoelig te be schouwen. De gevolgen van deze ver gissing, die intussen nog rustig voott- bestaat, beginnen langzaamaan dui delijk te worden, nu een andere sub cultuur bezig is zich te ontwikkelen, waarin men zich op exact dezelfde manier als vroeger de boeren aan de grimassen van de burgerlijke etikette onttrekt. Op een bijeenkomst van jonge mensen gebeurt het nog maar zelden dat iemand zijn jasje dicht knoopt en zich voorstelt. De aanspre king met Uwordt steeds minder gehanteerd. Er blijkt nauwelijks nog een klasse te zijn die men moet imi teren om zijn eigen status wat te verhogen. Ik ken de motieven van deze verandering niet, maar ik ver moed dat zij op een of andere manier bedoeld is als een protest tegen een al te lang durende periode van bur gerlijkheid, tegen het vernisje van uiterlijkheden en tegen de illusie dat er een klasse mag zijn die de toon aangeeft. In hoeverre deze verande ring tot eert nieuw soort van etikette, dwang en imitatie leidt, weet ik niet. Ik vrees eigenlijk dat dit wel zal ge beuren, maar ik heb altijd de voor keur gegeven aan de beleefdheid van boeren boven die van bepaalde krin gen. AD VERTENTIIE TOENEMEND AANTAL INBRAKEN 1 Voorkom inbraak door een doel treffende alarminstallatie. Wacht niet tot het te laat is. Vraag vrij- olijvend inlichtingen en/of de monstratie van de allermodernste Amerikaanse ultra-sonoor- appa ratuur. Voor bedrijven en parti culieren. Doe-het-zelf pakketten (infra-rood) 560, Agent van HOFLAND ELEC- TRONICA R'dam. Voor Zuid-Ne derland: J. Bremer, Willebrord- straat 9, Teteringen. Tel. 01618 - 769 (tot 23 uur).

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 19