Tiende wereldkartoenale van Heist Waarom zou ik? ze zijn daar niet Informatiecentrum Cineclub moet blijven De Kennedy Vrouwen door PEARL S, BUCK kunst cultuur 1 SCHRIJF OOK EENS EEN TONEELSTUK EN STUUR HET OP NAAR Markt neemt 1 toneel J toe Spaanse cultuur censuur Botte bijl aan de subsidies nota Leven op de korrel Gevraagd en toch geen geld SOVJET-VLOOT STERKER GEWORDEN n ff DOCUMENTAI1 OVER ONDERWIJS „Al deze factoren slijtage van de functionarissen, afscheid van mi nister Klompé, inflatie, de combina tie Drees-Telegraaf, het anti-elite argument en het boemerangeflect wanneer het van de kunstkant ge bruikt wordt dat alles maakt het waarschijnlijk, dat de kunstsubsi dies in de komende paar jaar, als zi.j niet flink zullen dalen, minder snel zullen stijgen dan in de periode daarvoor". Dat schrijft K. Pol o.a. in de inleiding op de bundel „Kunst en overheid in de pers" (Staatsuitg. - f9,50), waarop we nog graag na der terugkomen. Het bovenstaande licht Poll o.a. als volgt toe: „Minister Klompé had een grote Invloed in het kabinet. Zi beschikte over twee onbetaalbare politieke deugden: werkkracht en het vermo gen tot overreding. Alleen De Tele graaf ging af en toe tegen haar te keer, maar het is merkwaardig hoe weinig dat blad, en de opvattingen waarvan het de echo is, de laatste lijd hebben kunnen uitrichten bij de beïnvloeding van het kunstbeleid- Ook dat was een verdienste van minister Klompé: zij liet zich d°°r die aanvallen niet bang maken en zij wist de door De Telegraaf geïn spireerde of gesteunde kritiek in de Kamers altijd uitstekend op te van gen". „Het is de vraag of haar opvolger even stevig in zijn schoenen zal staan. Dat hangt van de persoon af, maar ook van de ontwikkelingen die één persoon niet in zijn macht heelt. De Telegraaf weet met zijn specula ties op de afkeer van staat, maat- Er is nu één Centrum ivoor Neder landse Dramaturgie. En omclat dit nauw samenwerkt met een gelijk waardig Centrum in Antwerpen, kan men stellen dat voor alle Ne derlandstalige auteurs, waar ter we reld zij zich ook bevinden, één geza menlijke hulppost bestaat. En denkt u niet dat dit slechts weinig Neder landers, Vlamingen of bewoners van De West zou aangaan. Want het aantal mensen dat spontaan probeert spelen te schrijven voor toneel, ra dio of tv. loopt in de honderden. Alleen al bij de éne omroep van de zeven die Nederland telt, waar ik dramaturg ben, komen per jaar meer dan tweehonderd Nederlandsta lige spelen binnen. Al die mensen hebben recht op een serieuze beoor deling en op een antwoord..Ook in die ruim 80% gevallen, waarin het ingezonden werk goed bedoeld maar reddeloos amateuristisch is. Bij zoveel animo van auteurskant, was het dus echt wel nuttig dat er een centraal punt was, waar ieder een gratis zijn werk door deskundi gen beoordeeld kan krijgen; binnen drie maanden een beredeneerde be oordeling ontvangen; en bij hoopge vende kwaliteiten verder kunnen worden begeleid bij her-schrijvin gen tot bruikbaar script. Voor le zers, die nog wat iv een lade hebben liggen: schroom niet, en stuur het in tweevoud naar het Centrum voor Nederlandse Dramaturgie, Marius Bauerstraa t 30 te Amsterdam-17 Een adres, dat bij velen bekend is als Het Bumahuis. En dat het inderdaad gaat om behoorlijke aantallen gegadigden, die nu eindelijk één punt vinden voor deskundig advies, moge al uit het eerste aa'nloopjaar blijken (aan loop in bekendworden bij betrokke nen!): van vijftig verschillende au teurs ontving men 84 stukken. Dat zijn er, nu alweer een tweede jaar verder, dik boven de tweehonderd geworden. Van die eerste vijftig au teurs ontvingen er 24 een aanmoedi gingshonorarium: 12 kregen een des kundig begeleider toegewezen om het stuk met meer vakmanschap te gaan herschrijvende overigen kre gen een beredeneerde beoordeling waaruit ze lering konden trekken op welke punten ze tekort schoten en waarom dit werk onredbaar .was. Indien een stuk speelbaar wordt geacht, gaat men er meesleuren" langs ae toneeldirectiesde tv en de radio. Niet zonder succes in dat eerste jaar, want van de twaalf speelbaar - geachte werken kwamen er zeven op het repertoire bij om roep of toneel. Trouwens, alle beoor delingen gaan naar de mogelijke afnemers-dramaturgen van theater en omroep. Er is een snel groeiende „markt" voor Nederlands werk. In het sei zoen, dal gelijk liep met het eerste Centrum-jaargingen er op de radio 223 uitzendingen vati 79 Nederlands talige schrijvers. Bij de tv was dat 555 uitzendingen van 48 auteurs. Trekt men series als Fabeltjeskrant Floris of Scheepsjongens van Bonte koe er af, dan blijven er nog altijd 115 Nederlandse tv-spelen in één jaar, zijnde ruim 50% van alle in Nederland zelf geproduceerde tv- spelen. .Radio en tv doen méér eigenlandse honing in hun program maboek dan de gebruiker bewust proeft. Dat het u mog: blijven beko men. wordt dan mede bewerkt door zo'n Centrum voor Nederlandse Dra maturgie. C. NICOLAi schappijkritiek, avantgardisme en ordeverstoring zijn oplaag nog steeds te vergroten. De druk van de inflatie zal misschien meer bezuini ging noodzakelijk maken. W. Drees jr., of hij dat nu wil of niet, vindt in de kringen van Teiegraaflezers een dankbaar gehoor. Hij beschikt over dezelfde eigenschappen als mi nister Klompé. zij het met een an ders gericht idealisme en een meer kritische intelligentie (maar voorlo pig met minder politieke aantrek kingskracht ais vertrouwenwekkende vader - of moederfiguur). Hij kan de botte bijl, waarmee Dc Telegraaf werkt, scherper maken. In de Ka mer zal hij, met cijfers en voorbeel den, moeilijk weerlegbare argumen ten naar voren brengen tegen de subsidiepolitiek van CRM. Een van die argumenten zal zijn dat maar een kleine minderheid van de bevol king profiteert van alle miljoenen voor orkesten, toneelgezelschappen, musea. Met dit argument treft hij de huidige gevers en ontvangers van subsidie op een kwetsbare plaats. Die roepen namelijk ook om het hardst, dat kunst niet bestemd moet zijn voor een elite, maar voor het gehele volk. Het gros van de burge rij heeft geen zin in kunst". Een hoogst enkele keer, zoals hij de prozaprijs voor Weinreb, schiet kunst bij de overheid in het ver keerde keelgat, maar voor dé rest: 1 vrijheid, blijheid, alles wat de kun stenaar doet is welgedaan, en zolang het maar als kunst gepresenteerd wordt, wordt het ook genadeloos als kunst gehonoreerd. De eis van neu traliteit, die de overheid begrijpelij kerwijs aan zichzelf stelt, heeft tot gevolg dat het in de Nederlandse kunstwereld wemelt van boven-de- partij-staanders. In de politiek is dat al een dodelijk slag mensen, in de kunst zijn zij zo mogelijk nog dode lijker. Niet alleen ambtenaren neste len zich op de Olympus boven de partijen, maar ook alle kunstenaars die door de overheid als deskundi gen, op persoonlijke titel of als ver tegenwoordigers van de vakorgani saties, in de kunstraden en commis sies worden benoemd. Bij elkaar zijn me dat er nogal wat, en hun macht is groot. Die neutraliteit is de vloek van een stelsel van staatssub sidies voor kunst in een democra tisch geregeerd land, hoe prettig en welkom die subsidies aan de andere kant ook zijn". De tiende Wereldkartoenale te KnokkeHeist kreeg een toevloed van 1100 tekeningen, gemaakt door 230 tekenaars. De jury selecteerde daaruit 300 cartoons, afkomstig uit 19 landen, die momenteel tot 30 augustus zijn opgehangen in de Schaapstal te Knokke-Heist. Daaron der bevinden zich de bekroonde spotprenten van de Joegoslaaf Zoran Jovanovic en de Belgen Gerard Als- teens en Jan Decreten. Het is niet de slechtste kartoenale van de afge lopen jaren; deze vergaarbak van relativerende en aanklagende pren ten, die variëren van een «mpele lijn tot een heel „schilderij". Ook blijken de zwarte en feestelijke randies van ons menselijkebestaan, die als motieven zijn gehanteerd, ex- j 1 positie 1 steeds in-ternationaler te worden. Er wordt veel gelachen door de tali'ijke bezoekers in de Schaapstal méér dan op het Humorfestival van Heist! en dat werkt al bevrijdend. In de cartoon kan niet alleen de tekenaar een stuk van zijn frustra ties kwijt, maar deze biedt ook de kijker de gelegenheid er zijn eigen gevoelens op te projecteren. De car toonist ziet meestal bepaalde ele menten van ons bestaan, details, die „dat vreselijke belangrijke" averac- centueren en daardoor relativeren. Er wordt nogal eens beweerd, dat een cartoonist niet bijzonder goed behoeft te kunnen tekenen. Dat is alleen in de academische zin van het woord waar, want ook in Helst blijkt, dat de echt gebrekkige teke naar weinig zeggingskracht heeft. De sterksten zijn vaak degenen» dlie schijnbaar niet kunnen tekenen. maar een (Teken-technisch) „ge brekkige" stijl hebben ontwikkeld, die is uitgegroeid tot een persoonlij ke signatuur. Werkelijk spitse humor, die toch overkomt, is ook in Heist met een lampje te zoeken. De meeste cartoon isten moeten hun brood verdienen met het tekenen voor doorgaans nog al commerciële bladen en kranten En dan moet het meestal van dik hout zaagt men planken zijn, want de doorsnee-abonnee moet het im mers snappen. Het grove effect staal voorop: het fijnzinnige meesmuilen is slecht verkoopbaar. Daarom doen de hondjes, de pisbaken en de gene raliserende opgeheven vinger tegen de luchtvervuiling en Vietnam het altijd nog goed. Daarom ook blijven de meeste cartoonisten hangen op het uiterlijke effect. De bekroonde Joegoslaaf te recht is bevangen door vrijheid en knechtschap en maakt daar fraaie, maar harde prenten van. De Belg Alsfeens kreeg in de categorie ge- bruiksgrafiek zijn „laureaat" met name voor zijn schutbladen van de tijdschi-iften „Exodus" en „De Nieu- wev, die vaak getuigen van een fijn gevoel voor het kleine vlak en dik wijls een grote zeggingskracht hebben. De Nederlandse inzending is niet zo erg overtuigend en niet represen tatief. Onder de 10 Nederlandse^ na men, maakt het werk van Peter van Saane en H. van Z-uuren nog de meest acceptabele indruk. België le verde het leeuwedeel met rüim 50 cartoonisten. Daarvan kreeg J Decreton de publieksprijs. Mag, maar hoeft niet. Uiteraard vind je onder deze grote groep een dwarsdoorsnee van onderwerpen: vliegtuigkaping, tv, hondjes, revolutie, leger, religie, sportverdwazin-g, luchtvervuiling, politiek etc. „Leuk" is om de inzendingen tus sen Oost- en West-Duitsland met el kaar te vergelijken. In de DDR de sprookjesachtige vrijblijvende prent, behoudens enkele USA-soldaat als SS-er voorgesteld; in de Bundesre- De bekroonde cartoon van Zoran Jovanovic. publiek is alles de Oost-Westpolitiek wat de klok slaat. Er liggen ook een 100-tal voor beelden van gebruiksigrafiek. Behal ve enkele uitzonderingen zijn hier bij geen opvallende zaken te mel den. Integendeel: van nogal wat exemplaren vraag je je af hoe ze zijn uitverkoren, omdat ze dicht bij de kitsch en de banale vakantie- prentkaarten liggen. Er is één Ne derlandse inzending bij: ambachte lijk wel goed getekend ironische reclame voor reisbureaus van C. de Vries. De beste Nederlandse bij drage aan alles wat in Knokke hu mor en cartoon heet blijft voorlopig nog het vignet van Ton Smits, dat er alle straten en drukwerken siert. „Zonder de Bossche fotograaf Michel Szulc Kryzanowski nu al een meester te willen noemen, is hij momenteel ai de basis aan het leg gen om er in de nabije toekomst één te worden" Dat staat te lezen in FOTO8 (postbus 4. Doetinchem) Dat wordt aan de hand van foto's verder gedemonstreerd Ing. Mass- haupt vertelt aan de hand van een aantal kleurige voorbeelden, een in teressant verhaal over de problemen rond de kleurweergave en kleurbe- oordeling. Dr J. van Santen gaat in op fotografie in het infrarode ge deelte van het spectrum, zowel op IR-kleuren als op IR zwart-wit film Hij laat daarbij uitkomen dat dit soort fotografie gemakkelijk door ie dereen kan worden bedreven, ter wijl er tal van creatieve mogelijkhe den zijn. Behalve de gebruikelijke informatieve rubrieken is er ook nog een grondige test van de Mirai- ya RB 67 in te volgen en een verhaal over de Brusselse fotograaf Philippe Goo-ssens, die liever poppen dan mensen fotografeert, „Oordeelt men over de literatuur na 1939 in Spanje, dan loopt men op drijfzand, of men nu bereid is zich van deze situatie rekenschap te ge ven (en er in zijn onderwijs reken schap van af te leggen) of niet. Men weet namelijk maar in een klein aantal gevallen wat de auteur wer kelijk schreef"; notitie van J. Lech- ner in „Lopen op drijfzand (aante keningen over de Spaanse poëzie na 1939)" in HOLLANDS MAAND BLAD283-284 Nobelstraat 27, Den Haag). Daarbij komt uiteraard de Spaanse censuur om de hoek kijken. „Drees jr. zegt wat liberalen en confessionelen al lang dachten", is de kop van een bijdrage van J. M. den Uyl, terwijl K. Poll daar nog wat op doorborduurt met het artikel „Onderwijs als luxe (De valsheid van het profijtbeginsel)". .,Ba»zac, Proust en Nederland: een incomple te driehoeksverhouding", is het on derwerp van H. Drion. Karei van het JReve vindt dat Jan Rogier „C- verdreven (heeft) geformuleerd" in de kwestie PresserDe Jong „Naar mijn mening is het belang rijkste verschil tussen de huidige benadering van het vernieuwings- vraagstuk en die van voor en na de oorlog, dat nu het scheppen van gelijke kansen voor alle kinderen, de democratisering dus, nadrukke lijk geldt als dé doelstelling bij uitstek van de vernieuwing van het onderwijs". Aldus O. Bosnia wan neer hij in POLITIEK EN CUL TUUR6-7 Leidséstraat 25. Amster dam) schrijft over „Onderwijsacties, een stuk klassenstrijd". Verder: J. Morriën: „J. Luns-Navo-verledeh, Nav-o-heden"; W. Nie-uw-enhuijse: „Om eenheid in de loonstrijd" en S. Carillo: „Cofaimunisten en katholie ken in de strij d tegen Franco". eindredactie henk egbers Cineclub is enkele jaren geleden begonnen met het draaien van films in studentenkringen, maar is inmid dels uitgegroeid tot een volwassen coördinatiecentrum. Met een geva- riëerd pakket van 80 films staat het ten dienste van steeds meer scholen, vormingscentra, buurthuizen en ac tiegroepen in heel het land. Daaruit blijkt, dat er een groeiende behoefte bestaat aan politiek geengageerde films, omdat de t.v. zich over het algemeen beperkt tot korte reporta ge-flitsen en de bioscopen alleen films vertonen, die commercieel haalbaar zijn. Ondanks de zinvolle functie, die Cineclub duidelijk ver vult met het verspreiden van infor matieve politieke films over Neder land en andere landen, staat de club op de rand van een bankroet. Cineclub is de enige organisatie in Nederland die informatieve politie1- ke films distribueert. Per jaar wor den er ongeveer 1500 Cineelubvoor- stellin-gen gedraaid in het hele land; dat is 4 a 5 -per dag. Cineclub wil niet zomaar films vertonen, ,maar stof aanbieden voor discussie en ac tie. Voorbeelden van dergelijke films zijn: de Jordaanfilm, Maag denhuisfilm, Laos-film (Ivens), Re volte, Inside North Vietnam, Palesti ne vaincra, China-Cuba va, Rio Chi- quito en vele anderen. De films zijn alle gemaakt op zuiver ideologische basis. Maar zelfs ideologie kost geld. Kopieën moeten aangekocht worden, vertaald en on dertiteld. Cineclub maakt zelf film, die, zuinig opgezet, toch veel geld kosten. De instituten die huren, zitten over het algemeen slecht bij kas. Al deze factoren hebben Cineclub f 30.000 schuld bezorgd en het fail lissement dreigt. Er was tot nu toe geen enkele subsidie, behalve van Amsterdam voor de Jordaanfilm. Ook CRM „trapte er niet in"; je zult als overheid je eigen ruiten ingooien met al die opponerende films...! Op het ogenblik loopt er nog een subsi- die-aanvraag bij de Kunstraad. Om aan geld te komen zijn er verschillende activiteiten op touw gezet. Voorlopig wordt gestaakt met het maken van eigen films. Het „Comité ter bevordering van politie ke films in Nederland" is begonnen met een donateursactie. Voor f25,- per jaar krijgt men het informatie bulletin van de club en het recht op de voorvertoningen. Cineclub wil het programma uitbreiden met dia series en de zaak professioneler gaan aanpakken. Cineclub is gevestigd aan de Prin sengracht 28 te Amsterdam (tel. 020-250045-123123). Het is wenselijk dat dit centrum zo spoedg mogelijk meer bestaanszekerheid krijgt, om dat vooral veel jongeren gebaat zijn met de werkzaamheden daarvan. (Van onze redaotie buitenland) LONDEN Jane's Fighting Ships, een Brits standaardwerk over de oorlogsvloten van de wereld, heeft opnieuw een waarschuwend geluid laten horen over de voortdu rende groei van. de Russische ge. vechtskracht ter zee. Het stelt voor om voor de handhaving van het internationale evenwicht een perma nente zeemacht samengesteld uii oorlogsschepen van verscneidene landen, in de Indigche Oceaan te stationeren. In een voorwoord bij de 74ste uitgave, die dezer dagen is gspubli- ceerd, zegt de hoofdredacteur van Jane's, Ray Blackman, dat de Sov jet-Unie nu beschikt over een „su- pervtoot naar het voorbeeld van een supermacht", dat wil zeggen zowel wat betreft het aantal en de kwali teit van haar oorlogsbodems als haar aanwezigheid op alle wereld zeeën De Russische marine is numeriek en dikwijls ook kwalitatief die van de Verenigde Staten voorbijge streefd op het terrein van opper vlakteschepen en actieve onderzee- ers. Bij de nucleaire onderzeeërs ligt zij praktisch gelijk en in 1975 zal zij ook hier superieur zijn. Het enige onderdeel waarin de Amerikanen de Russen de baas zijn - en dit voorlopig ook wel zullen blijven - is dat van de vliegdeksche pen. Dit is volgens Jane's Fighting Ship's belangrijk omdat vliegdek schepen nog immer de doeltreffend ste oorlogschepen zijn. Het gezaghebbende boekwerk, een niet-officiële uitgave, besteedt in de nieuwe editie veel meer ruimte aan de Sovjet-marine dan in het verle den. Het zegt dat deze nu beschikt over 83 onderzeeërs met kernaan drijving, 318 met traditionele voort stuwing, twee hélicopterschepen, kruisers, 100 torpedo-boot jagers en 130 escortevaartui-gen van het type fregat en korvet, alsmede ongeveer 125 kleine snelvarende boten met geleide raketten. De hoofdredacteur van Jane: toont zich voorts verontrust over de verkleining van de Amerikaanse en Britse zeestrijdmachten. „Voor de Amerikaanse marine is de situatie ernstig", zegt hij. Deze heeft thans dertien aanvalsvlie-gdeksehepen ie genover zestien drie jaar geleden en 160 kruisers, fregatten en torpedo bootjagers tegen 240 in 1969, terwijl de verhouding op het gebied van onderzeeërs 93 - 103 is. De groeiende aanwezigheid van de Russische vloot op alle zeeën vormt een bewijs van haar grote opevatio nele kracht, haar moderne techniek en ha-ar souplesse. Vijf jaar geleden, aldus Jane's, had de Sovjet-Unie nog geen oorlogsbodems in de Indische Oceaan-, tegenwoordig kruisen er een twintigtal oppervl-akteschepen en een onbekend aantal onderzee ërs. Daartegenover zou volgens Jane's een multi-nationale zeemacht in dit belangrijke zeegebied moeten staan. Deze zou schepen van de Verenigde Staten, Engeland, Australië, Nieuw- Zeeland, India, Pakistan, Maleisië, Singapore, Portugal en Zuid-Af-rika kunnen omvatten. Hij vergelijkt de ze zeemacht met die van de NAVO in de Atlantische oceaan. Jane's Fighting Ships legt tenslot te de nadruk op het voordeel dat kleine land-en zouden kunnen heb ben door het accent bij de opbouw van hun marine te leggen op kleine, snelle en met geleide raketten be wapende vaartuigen. De admiralitei ten van de meeste landen hebben lering getrokken uit de vernietiging in 1967 van de Israëlische des-troyer „Eilath" door een klein met raketten uitgerust vaartuig van de Egyptische marine. Dergelijke schepen zijn ver houdingsgewijs goedkoop, vergen weinig bouwtijd en kunnen kleine marines een aanvalskracht geven die in verhouding met de omvang van de vloot ongewoon groot is. Niettemin, zo meent hoofdredac teur Blackman, blijft het „prestige is macht" van kracht. Grote schepen zullen nodig blijven om de interna tionale status van bijvoorbeeld een land als Engeland op te houden. pinsdag 3 augustus 1971 Vermoedelijk we'] heeft versleten. Voc andere op in een te gebouwd waren en in zijn filmdagen mi nu opnieuw in de 11 alleen de tv-Tarzar gebracht maar oi 37. Op een keer zagen de jongens vanaf het strand een omgeslagen boot op de ruwe zee, en ze haastten zich naar hun eigen boot en trokken er op uit om een man te redden Die bijna verdronken was. De kleine Joe was toen nog maar twaalf en Jack pas tien jaar. Ze dachten geen ogen blik aan zichzelf. Joe zou niet zo jong hebben hoeven sterven als hij in de oorlog niet vrijwillig in dienst was ge-bleven toen zijn tijd er op zat. Maar hij kende geen vrees, hij was zwaar gebouwd, hij had altijd een steile kuif die hij niet in be dwang kon houden, hij was altijd ongedurig en bezig met iets verme tels. Het was de jonge Joe die z,jn .moeder met de anderen hielp en ze tot een clan vormde en bijeen hield Hij leerde ze fietsen en zwemmen en rugby en tennissen. Alleen Jack wilde hem niet gehoorzamen en Joe moest vaak met hem vechten waar bij hij altijd won omdat Jack lang en mager en niet sterk was. Joe kon hem nooit veranderen, hoe vaak ze ook vochten. Toch hielden de broers van elkaar en toen Jack ouder was heeft hij gezegd dat ze. als er ooit iets behoorlijks vaneen van hen terecht zou komen, dat aan Joe te danken zou zijn. De jongens moesten hun school aflopen en ze waren in een ver schrikkelijk slordige periode. De dienstmeisjes klaagden dat Jack's kamer altijd een en al rommel was, met natte handdoeken en zwembroe ken en schoenen en sokken. En wat schoensmeer betrof: bij de uitrei king van de einddiploma's op de school in Choate staken zijn kale schoenen onder zijn toga uit. die te kort was voor zijn lengte. Hij was maar nummer vierenzestig van de honderdtwaalf en toch hadden zijn jaargenoten hem gekozen als de leerling die het best zou slagen, wat hij ook van zijn leven zo-u willen maken. En hij trok meisjes aan als honing de bijen Haar zoons hadden vaak katte- kwaad uitgehaald, moest Rose Ken nedy toegeven Ze hadden zelfs eens een nacht op het politiebureau door gebracht. Dat was tijdens de zeil wedstrijden in Edgartown waar de twee oudste jongens een zo wild overwinningsfeest gaven dat het be stuur er de politie bijhaalde. Joe en Jack werden allebei opgebracht en de gehuurde kapitein van hun lacht werd gevraagd een borgsom te stor ten. Dat werd door hem, een on buigzaam, beslist man, dóe op zijn stuk stond en het vertrouwen van de vader van de jongens genoot, geweigerd. Hij zei dat ze konden blijven waar ze waren om een lesje te leren De eerste nacht dat een vrouw alleen in haar bed ligt terwijl haar man onder de aarde rust, verdringen de herinneringen zich in haar ge dachten. In de zomer van 1936 hadden haar kinderen maar toen geen kinde ren meer alle zeilwedstrijden ge wonnen. Jack met Joe als fokke- maat won een eerste prij-s in de kampioenswedstrijd-en van de Star klasse en twee eerste prijzen in de series van juli e-n augustus. Eunice, als stuurvrouwe van de „Tenovus"' met haar zusters als bemanning, won keer op keer in de Wian.no Junior klasse Als de wedstrijden begonnen senreeuwde ze opgetogen: „Vooruit, allemaal een weesgegroet je bidden!" En toen waren de kinderen hele maal en schijnbaar zo plotseling vol wassen. Jack stelde zich verkiesbaar als senator voor Massachusetts en Eunice hielp hem bij zijn campagne en vertelde iedereen dat haar broer „het eerste schot tegen het commu nisme in dit land loste". Zij en Pat zagen er schattig uit in hun «vij-de rokken die met Jack's naam en een afbeelding van het Kapitool gebor duurd waren. Hun oorbellen ver meldden de slagzin „Kies Kennedy". Allemaal heel gek, maar roerend t-n het was een bewijs voor het bestaan van de oude clan-geest die hun oud ste broer hun ingeprent had. En toen kwam het jaar dat Joseph Patrick ambassadeur in Engeland werd en dat betekende voor hen allemaal een nieuw leven..,Herinne ringen, herinneringen en zelfs de dood kon die niet uitwissen. Maar de re-gen bleef vallen. Drie Kennedy-vrouwen hebben die eerste nacht het volledige besef van de dood moeten doorleven en doorstaan, die nacht die de eerste nacht is dat de geliefde onder de grond ligt of tot as is vergaan. Zo lang het lichaam nog zichtbaar is, hoe verzwakt het ook is, of zelfs als de d-o-od al is ingetreden, is het er nog. In het geval van de jonge Joe Kennedy was er geen lichaam. Er was niets van hem over. Hij vloog hoog boven de zee en het volgende ogenblik was hij er niet meer. Maar Rose Kennedy en Jacqueline en Ethe] hebben ieder op haar eigen wijze zich tegen hun wil een beeld moeten vormen van dat stille li chaam tn zijn cel onder de aarde. Niets e-n niemand kan die ongeziene aanblik verhinderen. Alleen het le ven kan hem doen vervagen, en zelfs dat nooit helemaal. Vrouwen wier geliefde echtgenoten te jong sterven g-a-an echter op verschillende manieren met de herinnering over weg. Een van de nichten van de Kennedy's die ik ken heeft nooit voor de tweede maal een graf van de Kennedy's bezocht, wat vrienden en familieleden haar min of meer verwijten. „Waarom zou ik? Ze zijn daar niet", antwoordt ze eenvoudig. Wat mij betreft, ik ben éénmaal naar het graf van president Kennedy geweest en ik zal er nooit meer heengaan. Ik gedenk hem op andere manieren. Maar de Kennedy-vrouwen, zij wier echtgenoten in het graf liggen, be zoeken die rustplaatsen altijd. Ik weet dat de twee jongs-ten hun kin deren er mee naar toe nemen. De zeer godsdienstige a-ard van Rose Kennedy kennend, vermoed lk dat zij zal handelen zoals haar schoon dochters gehandeld hebben. Maar voor Rose Kennedy voel ik een speciale sympathie. Het leven ligt achter haar. Ze i-s geen vrouw om in haar kinderen en kleinkinde ren te leven. Ze is te sterk, te onafhankelijk, te veel gewend aan een eigen leven. Ze is er ook aan gewend een mooie vrouw te zijn geweest en dat is ze eigenlijk nog. Rose Kennedy is niet jong meer en heeft alleen nog haar levensa vond te verwachten. Inderdaad, ook dat zijn kostbare jaren, waarin mu ziek mooier klinkt dan ooit, de kunst grotere betekenis heeft even als de schoonheid van de natuur, omdat het nog maar zo kort zal duren. De jongere vrouwen daarentegen, haar schoondochter® die weduwen kinderen om aan te denken en plan nen voor te maken. Hun leven is niet alleen het hunne het behoort aan de volgende ge neratie. Er bestaat niet alleen een verplichting tegenover de gestorven echtgenoot, maar ook tegenover de opgroeiende familie Kennedy. Buiten valt de regen niet langer Het sneeuw, geluidloos, geworden zijn, hebben hun leven, jaren van leven, nog voor rich en Een Kennedy keert terug naar Ierland. President John F. Kennedy om helst hier zijn nicht Mary Ryan van de Kennedy-tak die in Neiv Ross achter- (Wordt vervolgd), bleef. Herinneringen.... allemaal herinneringen voor Rose Kennedy. ill"'" ■fatISililÉESS "tiimlilwiili iüJiililiLi (Van onze r.tv.-red: De KRO zendt vanavond mentaire over de onderwi wing uit, een onderweri laatste jaren in het middi de belangstelling staat. Ei mensen, die bij de vernie het basisonderwijs opmerl sultaten boekt, is de hoof zer J. Dezaire, hoofd vs Augustinus-school te Van hem is ook de uitsp onderwijs is nooit inter weest voor de onderwijze mensteller van deze do- Leo Akkermans heeft dezi als titel aan het program! geven. De gedachtegang van de 1 re is, dat de jonge onder van de kweekschool (te; pedagogische academie) les gaat geven, binnen er in routine verzeild raakt de oudere onderwijzers als deel wordt gezien, maai jongere leerkrachten nau- teressant is. In het verni derwijs gaat de onder meer uit van het lesje boekje, hij volgt niet lam paalde methode, maar pi te geven vanuit het kind.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 12