STAATSSECRETARIS DRS. OOSTENBRINK: Middenstand mag niet worden fijngemalen Dieren beschermers contra Boltini Mr. Scholten gaat ..regionaal spreekuur houden Van niet Hippi: werkt paarde CHEF d Duif va Schrijve de snels STELLETJE HALF - DEBIELEN AR-kamerlid voor Zeeland en Brabant Conflict tussen pastoors op Ameland VORMING VAN I binnenland buitenland 1- MKmsmmmmmm: URGENT NIET BANG SLECHT Limburgse pendel naar Duitsland 11.500 man MOEILIJKSTE papier oor uw pen Pastorale zorg Int. symposium over rijgedrag in het verkeer Verongelukte piloot komt na 38 dagen weer boven water Dinsdag 3 augustus 1971 (Van een onzer redacteuren) Ik ben niet defaitistisch over het voortbestaan van het midden- en kleinbedrijf. Het klimaat in ons land mag echter niet zo ongun stig worden, dat het grootste deel van de middenstand wordt fijn gemalen. De middenstandsbedrijven moeten juist blijven groeien om alle kosten op te kunnen vangen. Dat betekent investeren en dat kost weer geld. De hardnekkige inflatie veroorzaakt bij vele middenstanders een gevoel van grote machteloosheid. Hoeveel an deren kunnen zoals de loontrekkenden hun lasten niet afwentelen. Middenstanders hebben die mogelijkheid nauwelijks. Daarnaast worden ze in het kader van het prijsbeleid argwanend in het oog gehouden, opdat ze niet teveel lasten in de prijzen gaan doorbe rekenen. Dit is een van de visies van de nieuwe staatssecretaris op Econo mische Zaken, drs. J .J. M. Oos tenbrink (34) tijdens een vraagge sprek met dit blad. Onderminister Oostenbrink, nog geen 2 weken aan het bewind is speciaal belast met de integratie van aangelegen heden betreffende het midden- en kleinbedrijf in het totaie rege ringsbeleid. Hij is niet banig, dat hij als de „benjamin" in de nieuwe regerings ploeg-Biesheuvel te weinig ge wicht in de schaal kan leggen. „Pet is geen kwestie van leeftijd. Er zijn wel meer jongere geweest, die hun invloed ondanks een jeug dige leeftijd konden uitoefenen". De nieuwe onderminister heeft niet zoals zijn voorganger een af geleide taak van de minister van Economische Zaken. „Ik vul minis ter Lan-gman aan wat betreft het beleid t,a.v. het midden- en klein bedrijf. Nog nader zal premier Biesheuvel met mij overleggen, hoe mijn positie in het kabinet wordt. Mijn werkterrein strekt zich feitelijk gezien mijn opdracht over vele departementen uit", al dus drs. Oostenbrink, die erop wijst, dat ook in het verleden een integratiebeleid t.a.v. middenstand werd gevoerd. „Nu krijgt het een zwaarder accent". meer dan iedere staatssecretaris dan ook actief zal bijwonen. „Ik wil een vrij entreebiljet hebben in deze raad om op het juiste moment binnen te vallen, wanneer er een middenstandsbeleid rakend onder werp wordt aangesneden", aldus de staatssecretaris, die het nog steeds onbegrijpelijk vindt, dat voorzitter P.G. v.d. Weele van het Koninklijk Verbond van Onderne mers, hem nogal scherp heeft afge wezen. „Ik heb vijf jaar bij een middenstandsorganisatie gewerkt en toen en daarna bij de Raad van het Grootwinkelbedrijf samen met de heer Van de Weele in vele commissies samen aan tafel geze- tén. Waarom hij mij afwijst is mij niet duidelijk. Bij de Raad van het Grootwinkelbedrijf werd ik ook geconfronteerd met problemen, die in de meeste gevallen betrekking hadden op het midden- en kleinbe drijf", aldus drs. Oostenbrink. De confessionele organisaties in het midden- en kleinbedrijf hebben zijn benoeming wel toegejuicht. (Van een onzer redacteuren) DEN HAAG „Pas een half uur voor de uitzending van de radionieuwsdienst, waarin mijn benoeming wereldkundig werd ge maakt, wist ik pas, dat ik staatssecretaris van Economische Zaken zou worden", aldus drs. J. J. M. Oostenbrink. „Ik was door mijn benoeming verrast. Mijn vrouw niet minder. Toen ik mijn 7-jarige dochter probeerde uit te leggen, wat een staatssecretaris is en wat ik nu allemaal ga doen, was haar eerste reactie Papa, ik ben blij dat u niet meer elke dag met de auto naar Amsterdam moet rijden". De nieuwe staatssecretaris (34) is van geboorte Amsterdammer, bezocht het Dominicuscollege in Nijmegen en behaalde in 1954 het diploma gymnasium alpha. Daarna studeerde hij aan de Gemeente Universiteit van Amsterdam en deed in september 1960 doctoraal examen economie. Na militaire dienst kwam drs. Oostenbrink in dienst van Hunter Douglas in Rotterdam als bedrijfseconoom. Van 1963 tot en met 1968 was hij verbonden aan het Nederlands Katholiek Ondernemers verbond, laatstelijk als plaatsvervangend algemeen secre taris. Op 1 januari 1969 werd hij staatssecretaris van de Raad van het Grootwinkelbedrijf. Drs. Oostenbrink is in het bijzonder belast met het midden- en kleinbedrijf en de integratie van alle aangelegenheden ervan in het totale regeringsbeleid. Ook gaat hij zich bezig houden met het toerisme en het ijk- en accountantswezen. Onderminister Oostenbrink staat gezien zijn nieuwe taak meer tus sen een minister en een staatsse cretaris in. Hij geeft dit toe, maar is niet banig, dat hij tussen de wal en het schip karnt te vallen. Hij wil zijn invloed ook laten uitstrek ken tot in de ministerraad, die hij Een snelle uitwerking van de gedachten van commissie-Van Soest acht de nieuwe staatssecreta ris van groot belang. „Hierbij moe ten ook de organisaties duidelijk aangeven hoe ze er over denken en moeten ze hun visie op onder delen van het plan om een belas tingvrije pensioenvoorziening op te bouwen, vanuit het bedrijfskapi taal geven. Het is volgens het re geerakkoord de afspraak dat dit plan zo vlug mogelijk wordt uitge werkt. Er moet in verband met de kosten dan maar met andere prio riteiten worden gesehoven. Het hangit natuurlijk ook af van de economische situatie of deze voor de middenstand zo belangrijke plannen geheel of gedeeltelijk kunnen worden uitgevoerd. De middenstanders en hun organisa ties hebben er recht op, dat dit gebeurt", aldus onderminister Oos tenbrink, soepel gezeten in een van de fauteuils van zijn mime lichte werkkamer. Drs. Oostenbrink heeft begrip voor de toenemende onrust onder de middenstanders. Geen antwoord weet hij op de vraag hoe hij zal reageren op demonstraties van bo ze middenstanders. „Of hij de wind uit de zeilen van de Neder landse middenstandspartij zal ha len, die drie zetels in het parle ment heeft?". Een antwoord daar op blijft hij schuldig. „Ik ben na tuurlijk wel benieuwd naar hun opstelling in de kamer. Ik kan mij de ontevredenheid bij de midden stand wel voorstellen, vooral via de inflatie, waaraan zij bijzonder bloot staan. Ik ga zeker proberen die ontevredenheid weg te nemen. En ik hoop, dat de organisaties in het midden- en kleinbedrijf daarbij hun volledige medewerking geven. Daarbij stel ik de voorlichting, scholing en, vorming centraal. Die moet dan ook worden uitgebreid", aldus de nieuwe onderminister, die zich ziet als de „public-relations- tnan van het midden- en kleinbe drijf, die de aandacht van de rege ring zal vragen voor de problemen van de kleine ondernemers. Ik ben echter geen verlengstuk van een pressiegroep", aldus drs. Oosten brink. iÉl Deze beige wollen mantel uit de collectie van de Parijse ontwerper Ted Lapt dus is luchthavengenoemd. De naam zal wel ontleend zijn aan de vier opgestikte diagonaalzakken. De ceintuur is van zwart leer. V) •>1 UTRECHT (ANP) Uitermate beledigend, denigrerend en in strijd met de zorgvuldigheid jegens de naasten noemde de Haagse advocaat mr. C. J. Colijn gisteren de uitlatin gen aan het adres van het Neder lands Jack London-verbond (tegen dierentuinen, circussen en in gevan genschap levende dieren), die cir cusdirecteur Toni Boltini in mei heeft gebruikt in een gesprek met een verslaggever. In een kort geding bij de presi dent van de Utrechtse rechtbank, mr. J. W. van Eek, eiste het ver bond een verbod opnieuw dergelijke denigrerende uitlatingen te doen en publikatie van het veroordelende vonnis in een door de rechtbankpre sident te bepalen vorm in de krant, die de gewraakte uitlatingen publi ceerde „In mijn ogen zijn de ménsen van het Jack-London-verbond echter een stelletje half-debielen, die een aan misdadigheid grenzende mentaliteit erop nahouden", zou de heer Boltini hebben verklaard tijdens een begin mei gehouden landelijke persconfe rentie ter gelegenheid van zijn jubi- leumtoernee. Bovendien zou de heer Boltini het verbond van leugens hebben beticht, omdat in het bonds blad een foto was afgedrukt van een dompteur, die een stoel voor zich houdt, waarmee leeuwen zouden worden mishandeld. De raadsman van de heer Boltini, mr L. J. H. de Vink, betoogde dat de dompteur die stoel niet gebruikt om te mishandelen, maar om een afstand tussen hem en de leeuw te scheppen. Als verdedigingsmiddel dus. Wat beledigend genoemde uit latingen betreft, zei mr De Vink, dat de gramschap van de heer Boltini zich niet richt tegen de doelstellin gen van het verbond, maar wel te gen de toegepaste middelen. In alge meenheid wordt permanent beweerd dat dieren in circussen en dierentui nen worden mishandeld. In strijd met de waarheid wordt gesteld, dat leeuwen geen tanden en klauwen meer hebben „omdat die er zijn uitgeslagen". Boltini vindt deze bestrijdingsme- thode getuigen van achterlijkheid en heeft de mensen van het verbond daarom balf-debiel genoemd. Het was, aldus mr De Vink, evenwel niet zijn bedoeling, dat een en ander zou worden gepubliceerd. Mr. Colijn neemt het de heer Boltini vooral kwalijk, dat hij zijn cliënten voor leugenaars heeft uitgemaakt. Recht bankpresident mr J.'W. van Eek zal dinsdag 10 augustus vonnis wij- wca. (Van onze Haagse redacteur) DEN HAAG Het zat mr. Jan Nico Scholten (49) met de afgelo pen verkiezingen niet mee: door het teruglopen van de AR-aanhang kwam hij net 2072 stemmen te kort om lid te kunnen worden van de Tweede Kamer. Inmiddels is de heer Scholten toch teruggekeerd in het parlement, waarvan hij vóór de verkiezingen ook al enkele maanden deel had uitgemaakt, namelijk van september verleden jaar toen hij de heer Van Bennekom opvolgde, tot de kamer ontbinding in mei. Die terugkeer dankt hij aan Barend Biesheuvel, die immers zijn kamerzetel ruilde voor die van de minister-presidant. De heer Scholten is, hij komt daar rond voor uit, bijzonder blij met bet herwonnen kamerlidmaatschap. „Ik heb het bewust altijd gewild". Hoewel de betrekkelijk kleine AR- fractie niet het „instituut" van regi onale kamerleden kent, wordt de in Andel wonende burgemeester van de gemeenten Andel, Giessen en Rijswijk geacht de regio-belangen in de Tweede Kamer te behartigen, een niet zo eenvoudige taak omdat in dit geval met de regio wordt bedoeld: Zeeland en Noord-Brabant. Scholten wil die zaak goed aanpak ken en is in Heusen en Altena al begonnen met het houden van een politiek spreekuur. „Iedereen kan daar terecht met klachten en wen sen. De band met de kiezers is voor mij erg belangrijk. Ik ben van plan dat in heel Brabant en in Zeeland te gaan doen". Zijn eerste twee spreekuren in Andel („nee, niet in het gemeente huis, maar in een café, op neutraal terrein anders beschouwen ze je teveel als de burgemeester") zijn een leuk succes geweest. Twee maal 25 mensen met de meest uiteenlo pende problemen hebben Scholten .tot de overtuiging gebracht, dat hij en mee door moet gaan. „Je hebt als kamerlid een soort ombudsfunctie. Je moet altijd klaar etaan voor de mensen". Die wens altijd te willen klaar staan voor de kiezer brengt mr. Scholten gelijk op een nijpend pro bleem, waarmee alle kamerleden overigens worstelen: de ronduit slechte omstandigheden waarin ze hun werk moeten doen. „Je hebt geen eigen kantoor, geen eigen se cretaresse. Het Nederlandse kamer lid is als het ware een schip op het strand. Dat is een onaanvaardbare situatie. En dat geldt temeer voor het waarmaken van je taak als con troleur van het regeringsapparaat. Er moet op het Binnenhof meer ruimte komen voor de kamerleden, opdat het parlement beter kan func tioneren. Het is naar mijn smaak vooral een technische en financiële zaak". Juist de dag nadat ik met de heer Scholten heb gesproken verschijnt er in de kranten een bericht over de verbouwing van de kamer. Veran dert dat wat aan zijn standpunt? Scholten (telefonisch): „Ik heb dat bericht gelezen en ik wacht met belangstelling af hoe dat zal uitpak ken, Maar voorlopig handhaaf ik mijn mening, dat de kamerleden onvoldoende geaccommodeerd en toegerust zijn". MAASTRICHT (ANP) De pen del van Limburg naar Duitsland heeft in 1970 een hoogtepunt bereikt. Onder invloed van de hoogconjunc tuur en de spanningen op de ar beidsmarkt in het Duitse grensge- bied, nam de pendel toe met circa 2000 mannen en steeg daarmee tot 11.500. Ruim 40 pet. is werkzaam in de Duitse bouwnijverheid en 27 pet. in de metaalnijverheid. In de Duitse mijnindustrie werken nog altijd ruim 500 Limburgse pendelaars. Het Maastrichtse districtsbureau voor de arbeidsvoorziening in Lim burg, dat deze cijfers heeft bekend gemaakt, is van mening dat pendel genuanceerd moet worden benaderd. Het pendelen is een niet weg te denken onderdeel van de Limburgse arbeidsmarktstructuur, maar er zal moeten worden gezorgd voor een evenwichtige pendelbalans. De een zijdige pendelbeweging naar Duits land veroorzaakt met het voort schrijden van het herstructure ringsproces en de toenemende eco nomische bedrijvigheid in Limburg, een gevoelig verlies van arbeidspo tentieel. Ondanks het aantrekken van buitenlandse arbeiders bleef in de Limburgse metaal- en bouwnij verheid een grote vraag bestaan arbeidskrachten. Kamerlid en Brabants Statenlid Scholten (binnenkort ex-burgemees ter, want de drie gemeenten die hij als zodanig dient worden opgehe ven) is eveneens benieuwd naar de praktische betekenis van de toezeg ging in het regeerakkoord, dat de fracties beter uitgerust zullen wor den. Het is in ieder geval geen luxe vindt hij, want soms kom je aan het simpelste routinewerk niet eens toe. „Ik heb nog onafgewerkste stukken liggen uit de vorige periode". Hij komt dan nog even terug op dat regionale spreekuur. „Het is de bedoeling er in september mee te starten. Om het goed te doen geldt echter weer, dat het parlement ver sterkt moet worden, anders wek je verwachtingen, die je niet waar kunt maken". Blijft hij lid van de Brabantse Staten? „Ja, het is een ideale combinatie. Als statenlid krijg je provinciaal voedsel voor je nationale taak en omgekeerd. Ik hoop daarom op goed overleg met de Zeeuwse statenfrac tie. Dat is een absolute voorwaarde, wil ik de Zeeuwse problemen (die voor een goed deel trouwens ook nationale problemen zijn Delta- werka-en, Zeehavenbeleid goed kunnen behartigen". West-Brabant en Zeeland hebben, vindt de heer Scholten, veel ge meenschappelijk: het Reimerswaal- plan en eventueel ook de nationale tweede luchthaven („maar die zal wel in de Markerwaard komen") zijn voor beide provincies belang rijk. Van groot belang is zijns in ziens ook, dat de ontwikkeling van Rotterdam enigszins aan banden wordt gelegd ten gunste van Zee land. Mr. Jan Nico Scholten is zijn poli tieke loopbaan begonnen. Als zeven tienjarige werd hij ARJOS-lid en tijdens zijn studententijd (VU Am sterdam) „deed ik veel aan poli tiek". Hij hield zich in die tijd erg bezig met de Nieuw-Guinea kwes tie. „Ik was in 1963 een van de eerste Nederlanders, die in Indone sië een gesprek had met Soekarno". Over zijn kamerlidmaatschap: „Zie ik als de moeilijkste baan die ik ooit heb gehad. Maar ik houd van nieuwe dingen". EGBERT ZIJLEMA (Van een onzer verslaggevers) AMELAND Op het eiland Ameland is min of meer een conflictsituatie gerezen tussen twee Duitse pastoors, Hubert en Fritz Jansen uit het Westduitse Recklinghausen enerzijds, en de pastoor van het eiland Ameland, F. Hendriks anderzijds. De oorzaak hiervan is dat pas toor Hubert Jansen na afloop van de drie eucharistievieringen een verklaring voorlas, waarin hij zijn mening over de hoge prijzen die de Duitse kinderen volgens hem op het eiland moe ten betalen, niet onder stoelen of banken stak. Volgens pastoor Jansen gelden er drie prijzen op het eiland: een voor de toeristen, een voor de eilanders en ten slotte een voor de Duitse kinde ren, die daar in kampen verblij ven. Er zijn momenteel 9.400 kin deren, afkomstig uit het Roer gebied, Zuid- en Noord-Duits- land, op het eiland, die worden uitgezonden door het sociaal cha- ritas vakantiekinderwerk. Ze ko. men al sinds 1953 op het eiland en zijn afkomstig uit minder draagkrachtige gezinnen. Pastoor Jansen noemde het een sociaal onrecht om „op deze ma nier de Duitse kinderen af te zetten. We halen nu al levens middelen van vaste wal, omdat ze daar goedkoper zijn", aldus de pastoor. Hij dreigde zelfs met terugtrekken van de kinderen. Pastoor Hendriks verklaarde over deze kwestie: „De gebroe ders Jansen, die mij bij de dien sten assisteren, moeten niet den ken dat ze alles kunnen doen. Ik ben ook zeer boos over deze voorgelezen verklaring, waarvan ik niet van tevoren op de hoogte ben gesteld". Illlllllll! 1 Brieven voor deze rubriek moeten met vol. ledige naam en adres worden ondertekend. Bij publicatie zullen deze vermeld worden. Slecht» bij hoge uitzondering zal van deze regel wor den afgeweken. Naam en adres zijn dan bij de redactie bekend. Publicatie van brieven (verkort of onverkort) betekent niet dat dt radactie het in alle gevallen eens ls met irv houd, c.q. strekking. Na-ar aanleiding van uw artikel ii dit blad, over de benoeming van di heer W. Tobé als gehuwd zielzorga in Etten-Leur, ben ik zeer veront waardigd. Volgens mij klopt er iel niet met de Nederlandse kerk. OJ i misschien de communicatie tussei Rome en Nederland scheef getrek ken? Dit is toch wel een duidelijk voor- beeld van discriminatie. Nemen \vi de ex-kapelaan van Teteringen. De ze werd aan het lijntje gehoude met de woorden: Als je wilt t-rou wen, garanderen we je dat je 4 meeste functies in de zielzorg noj mag vervullen, op enkele na. Maa: toen puntje bij paaltje kwam, kreej hij het bericht, dat hij geen enkel functie meer mocht uitoefenen. Nu vraag ik me toch wel danig al waarom mag een gehuwd priest® geen zielzorg meer verrichten, e een gehuwde leek, met theologisch studie, zoals de heer Tobé, wel Waarom wordt een gehuwde Jee! bevoorrecht boven een gehuwd: priester ?Zij zijn beiden toch mei sen. Je zou het idee krijgen dat he een kwestie is van iemand eei baantje gunnen. Sorry, het moes even van mijn hart. BAARLE-NASSAU J. V. D. VEEKEN (Naschrift redactie. Wat betri de zielzorgsfuncties van de heer V: der Veeken in Teteringen: nadat zijn aanvraag tot dispensatie van celibaatsverplichting had ingediei is de heer Van der Veeken, voorafgaand onderzoek en enquêti ring van de gelovigen, aangestel als pastor met uitsluiting van typisch priesterlijke functies. Pi daarna kwam, vrij plotseling, Rome de bepaling af dat priestc: voortaan slechts dispensatie uit celibaatsverplichting zouden krijgei als zij in het geheel geen pastoral werk meer zouden doen. De hetj Van der Veeken heeft toen tl gekozen voor dispensatie en moe: bijgevolg zijn pastorale werkzaam) heden in de parochie stopzetten. Inl derdaad mag een gehuwde leek n' zijn theologische studies wel ei aantal pastorale taken vervullei Van de zijde van het bisdom verin men wij dat men ook daar dez gang van zaken betreurt.). NOORDWIJKERHOUT (ANP) Gisteren is in het congrescentra I „De Leeuwenhorst" te NoordwijkeL hout een internationaal symposM I geopend. In besloten vergadering! I zullen de psychologische aspect: g van het rijgedrag in het wegverka I worden besproken. Gehoopt wori I de resultaten van de bespreking! I weer te geven in aanbeveling! r voor overheidsmaatregelen en vet» der onderzoek. Aan het congres wordt deelgenil men door zestig wetenschappelijl I onderzoekers uit veertien landen; helft van dit aantal komt uit Ameil ka. De zes Nederlandse deelnemef zijn afkomstig van de Stichting Wil tensohappelijk Onderzoek Verkeer I veiligheid, de vrije universiteit Amsterdam en het Instituut vo: I Zintuigfysiologie RVO-TNO. Dl meeste deelnemers zijn door hul regeringen of univeirsiteiten aangfl wezen en worden financieel gesteuul om aan het congres deel te nemeif Dee bijeenkomst is besloten gehoil den om „een vruchtbare kennisovei| dracht in kleine kring mogelijk I maken". YAKUTAT (ALASKA) (AP) In Yakutat (Alaska) is een 23-jarig' jongeman aangekomen, die 38 dag® eerder, een vliegtuigongeluk het1 overleefd. Gary Anderson verte" dat zijn vader, die 55 jaar oud i het ongeluk ook had overleefd ma» dat hij hem niet meer gezien had. Gary werd gevonden nadat piloot de letters s.o.s. had gezier die Anderson jr. met de voet bl getrokken op het strand van at) rivier, 105 kilometer ten westen VS Haines. De jongeman was er licht melijk goed aan toe, alhoewel h ruim 27 kilo was afgevallen. Hij ha- geleefd op wortels en rivierwatt In totaal had hij te voet een afsta® afgelegd van ruim 160 kilometer va waar zijn toestel was neergekome®. Deze machine, een watervliegtuig)1 was tot landen gedwongen op rivier de Alsek toen het weer bil zonder slecht was. Dit gebeurde 24 juni. Vader en zoon landden bï| houden. Gary kon naar de kant men maar zag dat zijn vader, 0' een zwemvest droeg, door het wat® van de snelstromende rivier we® meegevoerd. Anderson sr. was licht melijk in goede toestand en e" goede zwemmer, zei hij. De jong® was later teruggegaan naar de plaat waar de machine lag, en ging to® lopen, stroomafwaarts. Dinsdag 3 augustus 1971 Hans van Enkhuizen, val een verkeerde voorstellir.' reis naar Helsinki heeftl (Van onze sportre< ROTTERDAM Voo figuren uit de Nederlau sportwereld smeden op plannen ojn op niet al t> mijn te komen tot de v een stal van talentvolle den, waarover de Neder pische Sportbond (NHS) schikking moet krijgen. (Van onze duivesportmedi ZAAMSLAG De c< Zuid-Beveland hield een vanuit Doornik voor joi deelname 1168. Deze v gewonnen door een dl Schrijver uit 's-Heer A die met een gemiddeh van 1280,39 meter per de concurrentie te snel w: Pl-aatsgenoot H. St: tweede. 3. D. Rijk, Hein A. Westdorp 's-Heerenl| Danker, 6. C. Aerts, 7. G. de Bruine, 9. J. Kroi to Kruiningen. 10. G. Heerenhoek. Uitslag wedvlucht van 180 oude duiven, afstam en 8. M. Minnaard, K hoogste snelheid 829,47 i en 9. M. Pieterse, Wemt van de Drie, Ovezande. ®eulen, Schore, 7. P. tenddjke, 10. J. Poleij, Ka Wedvlucht v-anuit Pon ce: „De Snelvliegers" ®et 283 jonge duiven, seeuw (1097,5 mpm). 2. 3- A. Boonman, 4. H. Kr: J- Wille. 7. J. van de "osterbaan, 9. J. Bakkc Paepe. Met 109 oude duiven! Aalbragtse (1127,13 mpr Die 3. A. Boonman 5. T; n"»10 A- van Hijfte, 7. A- Wage, 9. J. van de Recht Voor Allen" S' 3'°nge duiven, hoogste sj 1 en 9 M. van de Pokke, 3. A. de Smit, 41 0- J. Dezutter, 6. J. Waj Meijer. 10. A. Coppens

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 10