De champignon heeft nog een te dure klank waarin schoten de Kennedys tekort? Alweer fini Meer bont BLIJF ZITTEN WAAR JE ZIT Protest intellectuelen tegen censuur Vatikaan De Kennedy Vrouwen door PEARL S. BUCK vrouw mode Vierde groente in Nederland OP DE KORREL DIEPVRIEZEN Omelet met champignons door greet buchner Donderdag 29 juli 1971 (Van een onzer verslaggevers) Twee van de drie Hollandse huisvrouwen kopen nooit cham pignons. En dat nog wel terwijl die paddestoel in ons land zo uit stekend gedijt, het hele jaar door te krijgen is, en in een handom draai bereid kan worden in vele variaties of als verfijning van een gerecht. „Drempelvrees" noemen markt onderzoekers de reden waarom de huisvrouw champignons mijdt. Men kan ze moeilijk over het hoofd zien want ze zijn in elke groentehandel en zelfs op de kar te krijgen. Het is mogelijk, dat het woord champignon nog een te exotische, te dure klank heeft zo als bijvoorbeeld kaviaar. Terecht is dat echter niet. De champignon is Nederlands vierde groente na tomaat, sla en komkommer. Nadat in 1890 in Zuid-Limburg be gonnen werd met champignonteelt op heuvelbedden in grotten, bleef het consumeren van champignons een halve eeuw lang even verfijnd als hun matblanke kleur, volmaakte vorm en welluidende naam. Maar vanaf 1950 ging de moderne teelt van start en nam zulk een hoge vlucht, dat Nederland nu de vijfde plaats inneemt op de wereldranglijst van champignonproducerende lan den. In 1940 kon 30.000 kilo uit de grotten geoogst worden. Tien jaar later het tienvoudige.In 1968 produ ceerden we 20 miljoen kilo, dit jaar worden het er 35 miljoen. Vergele ken met 12 jaar geleden oogst de kweker vandaag 2 tot 3 maal zoveel, in de helft van de tijd. De meeste hier gekweekte champignons gaan de grens over. Slechts een achtste deel van de oogst wordt vers ver bruikt in eigen land. Het allergroot ste deel wordt ingeblikt of diepge- vroren-gedroogd. De teeltgebieden liggen in het zuiden, rond Venlo en Roermond, in de omgeving van Nijmegen, Zalt- bommel, Breda, Eindhoven en Yer- seke. Dat men die champignonhui zen vooral in het zuiden tegenkomt heeft niets, zoals men zou kunnen denken, met de bodemgesteldheid te maken. De duistere cellen waarin sprookjesbossen van miljoenen pad destoelen groeien, zouden overal kunnen staan, want de „grond" voor die cellen wordt volgens vaste for mules bereid. De Limburger was misschien wel het eerst voor de nieuwe cultuur te vinden omdat hij de champignons uit de grotten bij Valkenburg en Maastricht kende. Voor het winnen van die kleine De ontwikkeling van de champignonteelt heeft in Nederland sinds 1950 een enorme vlucht genomen. In duistere cellen groeien sprookjesbossen van miljoenen paddestoelen. champignons worden speciale teelt huizen gebouwd en ingericht mees tal met 3 cellen naast elkaar. In het pikkedonker van elke cel rijen zich langs het 15 tot 20 meter lange middenpad, de bedden in ettelijke verdiepingen boven elkaar. Een teler kan het hele jaar rond werken en wordt daarbij niet zelden geassisteerd door zijn gezin. Cham pignons zijn een familieaangelegen- beid. Grote en kleine handen, grove maar heel veel fijne vingers nemen de champignon bij de hoed en wrik ken hem los, snijden het voetje af en borstelen hem zonodig schoon met een penseel. Zij zetten het eier schaal-witte product in een doosje met het hoedje naar boven en niemand op veiling of winkel hoeft er meer aan te raken. Nederland heeft de strengste kwa- liteits- en sorteringsvoorschriften ter wereld. Hierbij speelt grootte geen rol, de mening dat de kleintjes het fijnst zouden zijn is verkeerd. De kwaliteit hangt alleen maar af van „vast vlees" en gesloten onder het hoedje. De champignon doe daaraan vol doet heeft kwaliteit I. (Klasse Extra eist gelijke grootte, recht bijgesne den voetjes die niet langer zijn dan 1 en een kwart cm. voor „fijn"; voor „middel" en „grof" mogen de voet jes niet langer zijn dan de halve breedte van.de kop.) Is het vlees losser en heeft zich tussen hoedje en voetje een vliesje gevormd, dan hebben we kwaliteit II. Nog losser van vlees en een verbroken vliesje levert kwaliteit III. Aan deze waardering ligt maar één oorzaak ten grondslag: vochtver lies. (In Eingeland worden champig nons die open zijn en zelfs een gestrekte hoed dragen, grif ver kocht. Ze kunnen zelfs prijzen op tentoonstellingen halen!) Wat voe dingswaarde aangaat, maakt het kwaliteitsverschil niets uit: ze zijn rijk aan eiwitten, hebben het com plete stel aminozuren, vitamine BI, B2 en C, maar geen koolhydraten en vetten!! Ze dienen de huisvrouw met ge mak, want goed wassen en uit laten In Frankfort, het centrum van de wereldbonthandel exposeerden 462 vooraanstaande bontwerkers uit mo decentra aller landen hun eenmalige ontwerpen in confectie-bont en te vens modellen, die in series worden gemaakt. Hoewel er steeds meer bont verkocht wordt zijn de firma's van naam blijven staan op kwaliteit. Over het algemeen verandert de mode in bont niet zo snel. (Men koopt dan ook meestal niet jaarlijks kwaliteitsboot). De lengte heeft men voor de komende winter dan ook heel verstandig tot op of onder de kuit gehouden, De modellen zijn vrij klassiek met een jeugdige toets. Vos in elke vossekleur zal gewaar deerd worden. Herenbontjassen ko men meer en meer in omloop. Met het bont naar buiten gekeerd en niet als voering. Meer en mooier bont dus, ook voor meneer- FOTO LINKS Civet-kat jas met vos gegar neerd, midi-lang en sportief van allure. lekken op een doek is de enige voorbereiding. Daarna gaan ze de pan in om gebakken of gekookt te worden, maar nooit langer dan een minuut of 5. De charme van de champignon is zijn veerkrachtig vlees waarin het heerlijk „bijten" is. Om ze te bewaren moet de kans op vochtverlies zo klein mogelijk zijn. Koel en donker (ideaal is ca. 1 graad Celsius, dus de huishoudkoel- kast voldoet goed) blijven ze lang vers wanneer ze afgedekt zijn met een vochtopnemend papier (van keukenrol) waarop een uitgewron gen vochtige theedoek of washandje ligt. Zo wordt de lucht boven de champignons vochtig en staan ze zelf geen vocht af, terwijl ze geen schade lijden van condensdrup- pels. Champignons zijn niet duur. Het gerecht dat u ermee klaarmaakt zou dat natuurlijk wel kunnen zijn: wilt u zeetong met sfiuis van kreeft en champignons op tafel brengen dan moet u in de beurs tasten. Maar neemt u genoegen met een champig- nonommelet dan bent u goedkoop uit. De Ronde van Frankrijk wordt altijd in twee etappes uitgevoerd, eerst op de pedalen en dan op de plankiers. U hebt het in het illustra tiemateriaal van uw gebruikelijk dagblad al bunnen merken: na de velgen en de frames zijn het de jurken en japonnen, de strikjes en de kwikjes die jn de stalles van het wereldnieuws zitten. Op de eerste berichten afgaande moet ik aannemen dat d-e reclame deskundigen van de Nederlandse modemagazijnen al weer naar hun archieven snellen om er de koeten van verleden jaar uit te halen. U weet het nog wel: „De knie is fini", schreeuwden ze van hun daken. En ze dwongen hun verkoopstertjes die slagzin nog waar te maken ook. Het heeft er sterk de schijn van gehad dat deze fluwelen vorm van gewe tensdwang net het omgekeerde heeft uitgewerkt van wat de mode-inko pers beoogden. Vlotte het met maxi nog wel redelijk, midi lag er na de eerste probeersels al gauw uit. En de reactie bleek radicaal: de hot pants kwamen, lieten gezien worden en overwonnen. Niet de ontwerpers, de kooplui en hun standwerkers kregen gelijk, maar Bernard Shaw die al vijftig jaar geleden schreef dat de mode een eeuwig durende variatie vormt op de erkende be hoefte van de vrouw om zich aan- en haar verholen verlangen om zich uit te kleden. De knie bleek hele maal niet fini en nog veel meer niet. Balmain, Dior, Saint-Laurent, Car- din, Ricci of hun erven, ze kunnen bedenken wat ze willen, aan het oer-ontwerp kunnen ze niets veran deren. Dat ligt voor eeuwig, onaan tastbaar, vast. In het 27e vers van bet eerste hoofdstuk van het boek Genesis. En textiel kwam er niet aan te pas. JOOP HARTMAN Als u - groente en fruit in eigen tuin kweekt en een deel van de „plukverse" produkten wilt bewaren voor de winter, dan is diepvriezen een goede bewaarmethode. Maar woont u op een flat en koopt u groente bij de groenteman, dan kunt u zich beter niet wagen aan „zelf" diepvriezen. Verse groente uit de winkel is meestal net niet vers genoeg meer om in te vriezen. Bovendien weet u niet tot welke variëteit de gekochte groente behoren; ér bestaan n.l. variëteiten, die minder geschikt zijn om in te vriezen. Een goede kwali teit van het diepgevroren produkt is niet gewaarborgd als versheid en variëteit onbekend zijn. Diepvriezen van gekochte groente blijkt weinig lonend te zijn, want behalve de prijs van de groente, komen er kosten van verpakking, gas of elektriciteit en arbeid bij. U zult ook over ruimte moeten be schikken voor de voorbereidingen van het invriezen. Met vlees is het al net zo. Alleen eigen slacht is geschikt en lonend om zelf in te vriezen. Tegenwoordig is veel vlees, dat de slagers verko pen al bevroren geweest en omdat opnieuw invriezen de kwaliteit be slist niet ten goede komt, is het af te raden om gekocht vlees zonder meer te gebruiken. U kunt natuurlijk uw sl-ager vra gen om vers geslacht vlees, dat u kunt diepvriezen. Dit heeft alleen zin wanneer u een grote hoeveelheid vlees tegelijk koopt en dit zelf in porties verdeelt. Ingrediënten: 250 g. champig nons. Voor de omelet: 4 eieren, wat peper en zout. 4 eetl. melk, 1 eetl. bloem, boter of margarine (peterselie) De eieren met peper, zout en de melk loskloppen en er de bloem doorroeren. De champig nons schoonmaken, enige malen goed wassen, zonodig klein snij den en laten uitlekken. Wat bo ter of margarine verhitten en hierin de champignons met wat i citroensap bedruppeld op een fei vuur snel bakken. De champig nons af en toe omscheppen. Naar verkiezing een fijngesnip perd uitje of plakjes rookspek meebakken. Ondertussen de om- melet bakken door in een koeke- pan een klontje boter of marga rine te smelten. De helft van het eimengsel in de pan gieten en vlug laten stollen. De pan af en toe schudden zodat het nog vloei bare gedeelte onder het gestol de eimengsel loopt. De helft van de gebakken champignons op de omelet leggen en deze dubbel slaan. De volgende omelet op dezelfde manier bakken. Beide - omelets met wat fijngehakte pe terselie garneren. Als we thuiskomen van vakantie, dan is een van de eerste werkjes het doorkijken van de kranten en de post. Meestal verdelen we de buit. Dan zet ik mij bijvoorbeeld aan het krantenlezen en aanstre pen van belangrijke dingen (naar mijn meningen de echtgenoot gaat aan het nader bestuderen van het geen de postbode door de brieven bus gegooid heeft. Tussen de bedrij ven door wisselen we de nieuwste gegevens van beide fronten met el kaar uit. Soms houden die op wonderbaar lijke wijze verband met elkaar. Zo bijvoorbeeld mijn verhaal dd 23 juni en 's mans enveloppe die hij op hetzelfde moment opentrok. Ik las op 23 juni in de krant dat het Verbond van Nederlandse Onderne mers, kortweg VNO zich zorgen maakte over het aantal werklustigen in ons land. Dal daalt gestadig, niet alleen in aantal, maar ook in procenten. Waren er in het jaar 1958 nog ruim Bl% werkenden te vinden bij de groep „beroepsgesr' likte" personen, in 1968 was dit percentage nog maar 5.9 ofteu 150.000 werkenden min der. ,.W hebben dit gedeeltelijk op kunnen vangen door het aantrekken van buitenlandse werknemers, maar op den duur kun ,en we hiermee niet doorgaan" zeiden de onderne mers. „Als we de economie van ons land willen redden, dan zal er een beroep gedaan moeten worden op de gehuwde vrouw als werkkracht. Die vormt onze enige arbeidsreserve". Het leek me allemaal erg plausi bel en in gedachten was ik al bezig met een aardig attïkel over de sa menleving en de vrouw, in die zin, dat de samenleving het werk van de gehuwde vrouw niet langer kan missen. „Ik zal er meteen over schrijven,, zei ik tegen de man. Waa- ovet „Over het tekort aan arbeids krachten en over de noodzaak voor de gehuwd vrouw om ook eens een handje uit te steken". „Je laat het", brieste de man. ..dat is je reinste volksmisleiding". Bij deze woorden hield hij me de inhoud van de zojuist geopende en veloppe onder de ogen. „Over al i -etgeen vorig jaar met hard wer ken en met het maken van de nodi ge onkosten aan huishoudelijke hulp etc. verdiend hebt, mag je nu bijna de helft belasting betalen. Durf je nog langer vol te houden dat de maatschappij recht heeft op het werk van de vrouw. Toe nou. Laat die maatschappij eerst maar eens wat redelijker worden ten aan zien var. diezelfde vrouw. Alleen maar geld afpikken en daar niets tegenover stellen, -lat is het wat onze lieve samenleving doet". „Maar onze economie gaat naar de bliksem als de vrouwen niet gaan werken," wierp ik voorzichtig te gen. „En de ondernemers kunnen niet langer ondernemer blijven als ze niet voldoende werkkrachten heb ben". „Als redelijk denkend mens, die bovendien nog kan rekenen, advi seer ik je om dan maar eens een artikel te schrijven over de taak van de ondernemers"? „Hoe bedoel je?", deed ik arge loos. „Als die werkelijk zo' verlegen zitten om werkkrachten, dan moeten ze hun invloed maar eens laten gel den bij het regeringsbeleid. Bij het huidige kabinet kan dat voor de ondernemers bepaald niet moeilijk zijn zou ik zo zeggen. Dat is immers een kabinet van en voor onderne mers. „En wat moeten ze dan zeggen tegen hun vriendjes in de rege ring"? „Dat ze verlegen zitten om ge huwde vrouwen als werkkracht en dat ze die leen kunnen krijgen, als de regering eens wat ernstiger in gaat op de bezwaren van het huidi ge belast, ngstelsel. Die aftrek van één derde van het inkomen met een maximum van 2200 gulden is je reinste lachertje. De ene belastingin specteur zegt hiervan vrolijk dat dat voldoende is om de progressiviteit van de optelsom inkomen-man-en- vrouw teniet te doen. De ander dat dat het bedrag is dat de vrouw uit mag geven voor extra huishoudelij ke onkosten. Dat alleen bewijst al dat het te weinig is. Je kunt ofwel het ene ermee be doelen ofwel het andere. Voor beide posten is het méér dan de helft te weinig. Gevolg hiervan, jij en al die andere vrouwen die zich te pletter werken, houden vrijwel niets over. Durf je op deze basis nog langer propaganda te maken voor het wer ken van de gehuwde vrouw omdat de maatschappij haar werk zo hard nodig heeft?" Bedremmeld zei ik: „Nee, dat kan natuurlijk niet. Je kunt geen artikel schrijven over de nood van de onder nemer, en de nood van de maatschap pij en daaraan de conclusie verbin den dat de gehuwde vrouw beide noden moet lenigen door te gaan werken voor niets of voor een krats. Neen, dat kan echt niet." Daarom lijkt het me juister en eerlijker om een artikel te gaan schrijnen over de oneerlijkheid van ons belastingstelsel, over de traag heid v. de ondernemers die niets doen om het de vrouw gemakkelij ker te maken en over h.t feit, dat de vrouw wier man iets méér ver dient dan het minimumloon, beter thuis kan blijven en niets kan doen. Dat is misschien niet aardig ten overstaan van de maatschappij maar het is lucratiever voor de vrouw en haar gezin. Of, zoals een gehuwde vrouwelij ke arts in een uitgave voor de vrouwelijke Leidse studenten schreef: „Ik verdien 24.000 gulden. Daarvan betaal ik 8000 gulden aan de belastingen 8000 gulden aan een vervanger. Rest 8000 gulden voor de extra huishoudelijke hulp en oppas voor de kinderen. Daarmee kom ik net uit. In feite werk ik dus voor niets." Hebben degener die zitten te springen om vrouwelijke arbeids krachten hier-een antwoord op? ROME (KNP) Ongeveer hon derd vooraanstaande Italianen, waaronder theologen, schrijvers, professoren en volksvertegenwoordi gers, hebben in een verklaring ge protesteerd tegen het ontslag van vijf redacteuren van het tijdschrift II Regno, een van de weinige pro gressieve bladen van Italië. Onder druk van het Vatikaan is het blad van koers moeten verande ren en zijn de redacteuren ontsla gen, zo verklaren zij. De groep van honderd protesteert ook tegen de pressie van de H. Stoel op talrijke andere publikaties en uitgevers. De verklaring zegt: „De lijn die het Vatikaan in deze zaken volgt, druist regelrecht in tegen haar eigen offi ciële publikaties waarin steeds wordt gewezen op het recht en de noodzakelijkheid van de vrije me ningsuiting. Op deze manier maakt het Vatikaan zijn eigen uitspraken ongeloofwaardig". 34. Ik zou eigenlijk moeten zeggen dat de Kennedy's in bepaalde ka raktereigenschappen te kort gescno- ten zijn Het is waar dat ons volk hen dikwijls valselijk beschuldigd heeft van dwaze daden, zelfs van immorele daden volgens de in ons land aanvaarde normen voor per soonlijk gedrag, zoals ik dat op de voorgaande bladzijden beschaven heb; maar toch heerst er onder ons volk een bezorgdheid met betrek king tot de Kennedy's die niet be staan heeft in het geval van bijvoor beeld Coolidge of Hoover of Tru man, om maar een paar presidenten te noemen. Geen van deze mannen was zo briljant als de Kennedy's, maar men had het gevoel dat ze betrouwbaar der waren. Misschien vertrouwt het zogenaamde gewone volk de mannen en vrouwen die briljanter, vermete ler en creatiever zijn dan het zelf Is, nooit helemaal Als dat waar is. dan is het zaak voor de briljante, verme tele de creatieve mensen die ande ren te bewijzen dat ze zo betrouw baar, zo verstandig, zo wijs kunnen en zullen zijn als het volk van hen verlangt. Maar en daar gaat het om als de opvoeding van de superieure geest ook het leren van verantwoor delijkheid in het gebruik van talen ten en bekwaamheden omvat, zou dat kunnen betekenen dat de kloof tussen twee uitersten overbrugd is. Als de minder begaafden door erva ring kunnen leren de meest begaaf den te vertrouwen, zou het mogelijk zijn dat de heersende naijver en wrok van de massa ten opzichte van de uiterst begaafden verandert in dankbaarheid voor het feit dat der gelijke geesten en persoonlijkheden als leiders beschikbaar zijn. Ik merk dat ik in dit boek de cirkel ben rond gegaan: van de ver dediging van de briljante en begaaf de minderheid, gesymboliseerd door de Kennedy's van wie alle hoop op menselijke vooruitgang afhankelijk is, tot de verdediging van de meer derheid die van de minderheid afhankelijk haar vreest, wan trouwt en haat, terwijl de meerder heid tegelijkertijd onbewust en on uitgesproken verlangt naar een lei derschap dat bezield is door wijs heid, rechtvaardigheid en verant woordelij kheidsgevoel. Waarin zijn de Kennedy's te kort geschoten? Ik spreek opnieuw van de Kennedy's als symbool. Ik spreek over een familie die meer heeft dan rijkdom. De Rockefellers zijn bij zonder rijk en de Fords ook. Beide families hebben een stamvader die te vergelijken is met Joseph' Patrick Kennedy. Beide families hebben een uitgebreide tweede en derde genera tie voortgebracht, maar geen grote, populaire leiders. Beide families nebben menig goed werk van mens lievende aard verricht, denkt u maar aan de medische vooruitgang die met hulp van de Rockefeller Foundation tot stand is gebracht, of aan de opmerkelijke verbeteringen in de rijstbouw die door de Ford Foundation mogelijk werden ge maakt en, meer dan wat ook, het probleem van de hongersnood in In dia zullen kunnen helpen oplossen. Deze goede werken moeten niet ge kleineerd worden, maar ze vloeien voort uit een noodzaak en hebben geen leiders voortgebracht die het mensdom bezielt en aanmoedigt. John Fitzgerald Kennedy was er, voor hij vermoord werd, na aan toe diie graad van inspiratie te bereiken, en als hiij in leven was gebleven had hij ons wellicht verheven tot een nieuw begrip van onze eigen natio nale capaciteiten en tot waarlijk in ternationaal leiderschap. Onder zijn invloed zou zijn vrouw misschien verder gegroeid zijn naar een eigen plaats aan zijn zijde. Zon der hem is ze teruggevallen in haar eigen persoonlijkheid en horen we alleen nog nieuws over haar nieuwe aanwinsten aan juwelen en haar ve le bezittingen en de dingen waar mee ze zich amuseert. De teleurstel ling van het volk dat haar aanbad en haar graag had zien uitgroeien tot datgene wat bet verlangde dat ze zou worden, komt nu tot uitdruk king in bittere kritiek en minach ting, die ze bepaald niet verdient. Dezelfde woede keert zich tegen Edward Kennedy, tot wie het volk hoopvol begon op te zien, een hoop die daw één enkel voorval de bea dem werd ingeslagen. Ik betwijfel of het hem zal vergeven. Zelfs als het, zoals hij het noemt, zal „begrij pen" nadat alle vragen gesteld en beantwoord zijn, betwijfel ik of het ooit zal vergeven. Op de dag dat Joseph Patrick Kennedy stierf ratelden de telexen het nieuws over de hele wereld: opnieuw de dood van een Kennedy, maar ditmaal verwacht en daarom niet wreed. Alleen de dood van jonge mensen is wreed. Aan het eind van een lang en geslaagd leven is de dood natuurlijk, is de dood goed. Hoe ik dat weet? Ik weet het uit eigen ervaring. Toen ik een kind was, in China, heb ik de dood vaak gezien, in oorlogen, in hongersnoden en epide mieën, en dan was de dood altijd angstaanjagend en afschuwelijk. In het bijzonder afschuwelijk als de dode een kind, een jong kind was. We woonden op een heuvel builen een grote stad en de hellingen wa ren bedekt met graven. Soms maar al te vaak waren dat gra ven van kleine kinderen en het waren altijd ondiepe graven, de li chaampjes lagen soms zelfs niet in doodkisten en als ze van een arme familie waren geweest waren ze soms zelfs niet eens gekleed Kle ding was te waardevol om in de grond gestopt te worden om te ver rotten. De wilde hongerige honden van de omliggende dorpen vonden die kleine grafjes vaak en ik vond soms, omdat ik nu eenmaal altijd rondzwierf, zo'n dood lichaampje, half opgevreten, deerlijk toegeta keld. Dan overviel me de afgrijslijk- haéd v an de dood «a m aUoen «la ik was, groef ik, luid snikkend, met mijn blote handen het gat dieper en begroef het gehavende lichaam, de afgereten ledematen, zo goed als ik kon. Zó diep voelde ik de dood in die dagen, zo afschuwelijk was de wreedheid van de dood dat ik er meit niemand over kon spreken, zelfs niet met mijn moeder. Maar naarmete de jaren verstre ken, door de onrust van oorlogen en revoluties heen, begon ik de dood beter te begrijpen en te beseffen dat er een tijd komt dat de dood, hoe onverklaarbaar hij ook is en altijd blijven zal, barmhartig en zelfs wel kom kan zijn En dat begreep ik pas later in mijn leven toen mijn eigen man op precies dezelfde wijze ge troffen werd aLs Joseph Patrick Kennedy, plotseling, in blakende ge zondheid, op een zomerdag, te mid den van zijn familie. En ik ken de hele droeve geschiedenis, omdat ik en mijn kinderen die ook beleefd nebben het schijnbare herstel dat de man na een periode van behan deling en rust bijna weer zichzelf deed zijn, maar slechts bijna, en nooit meer precies dezelfde. Nie mand van de familie was ooit meer precies dezelfde, omdat we zeker wisten dat er keer op keer nog een aanval zou komen, tot de laatste. Door die kennis, die zekerheid voelden we ons geen dag en geen nacht meer veilig. En de aanvallen kwamen, keer op Jacqueline Kennedy, na de dood van John F., teruggevallen in haar eigen persoonlijkheid. keer, soms licht, soms zwaar, maar altijd gepaard gaande met verdere aftakeling, tot er geen spraak meer was, geen beweging, het gezicht in viel, het denkvermogen, en het meest tragische van alles het vermogen emoties te voelen niet meer bestond, tot de geliefde man zelf niet meer bestond, lang voordat het fysieke leven een einde nam. Hij zat dag in dag uit in zijn stoel; als hij 's avonds naar bed gebracht werd lag hij daar tot de dag weer aanbrak Hij was omringd door. zijn gezin, maar hij was niet langer de stuwkracht ir hun levens, de centra le figuur En daarna moest ieder lid van het gezin zijn -eigen kracht ont wikkelen, steeds gebaseerd op de kracht die door de vader was inge geven. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 15