De champignon
heeft nog een
te dure klank
waarin schoten de Kennedys tekort?
Alweer fini
Meer bont
BLIJF ZITTEN
WAAR JE ZIT
Protest intellectuelen
tegen censuur Vatikaan
De Kennedy Vrouwen
door
PEARL S. BUCK
vrouw
mode
Vierde groente in Nederland
OP DE KORREL
DIEPVRIEZEN
Omelet met
champignons
door
greet buchner
Donderdag 29 juli 1971
(Van een onzer verslaggevers)
Twee van de drie Hollandse
huisvrouwen kopen nooit cham
pignons. En dat nog wel terwijl
die paddestoel in ons land zo uit
stekend gedijt, het hele jaar door
te krijgen is, en in een handom
draai bereid kan worden in vele
variaties of als verfijning van een
gerecht.
„Drempelvrees" noemen markt
onderzoekers de reden waarom de
huisvrouw champignons mijdt.
Men kan ze moeilijk over het
hoofd zien want ze zijn in elke
groentehandel en zelfs op de kar
te krijgen. Het is mogelijk, dat het
woord champignon nog een te
exotische, te dure klank heeft zo
als bijvoorbeeld kaviaar. Terecht
is dat echter niet. De champignon
is Nederlands vierde groente na
tomaat, sla en komkommer.
Nadat in 1890 in Zuid-Limburg be
gonnen werd met champignonteelt
op heuvelbedden in grotten, bleef
het consumeren van champignons
een halve eeuw lang even verfijnd
als hun matblanke kleur, volmaakte
vorm en welluidende naam. Maar
vanaf 1950 ging de moderne teelt
van start en nam zulk een hoge
vlucht, dat Nederland nu de vijfde
plaats inneemt op de wereldranglijst
van champignonproducerende lan
den. In 1940 kon 30.000 kilo uit de
grotten geoogst worden. Tien jaar
later het tienvoudige.In 1968 produ
ceerden we 20 miljoen kilo, dit jaar
worden het er 35 miljoen. Vergele
ken met 12 jaar geleden oogst de
kweker vandaag 2 tot 3 maal zoveel,
in de helft van de tijd. De meeste
hier gekweekte champignons gaan
de grens over. Slechts een achtste
deel van de oogst wordt vers ver
bruikt in eigen land. Het allergroot
ste deel wordt ingeblikt of diepge-
vroren-gedroogd.
De teeltgebieden liggen in het
zuiden, rond Venlo en Roermond, in
de omgeving van Nijmegen, Zalt-
bommel, Breda, Eindhoven en Yer-
seke. Dat men die champignonhui
zen vooral in het zuiden tegenkomt
heeft niets, zoals men zou kunnen
denken, met de bodemgesteldheid te
maken. De duistere cellen waarin
sprookjesbossen van miljoenen pad
destoelen groeien, zouden overal
kunnen staan, want de „grond" voor
die cellen wordt volgens vaste for
mules bereid. De Limburger was
misschien wel het eerst voor de
nieuwe cultuur te vinden omdat hij
de champignons uit de grotten bij
Valkenburg en Maastricht kende.
Voor het winnen van die kleine
De ontwikkeling van de champignonteelt heeft in Nederland sinds 1950
een enorme vlucht genomen. In duistere cellen groeien sprookjesbossen van
miljoenen paddestoelen.
champignons worden speciale teelt
huizen gebouwd en ingericht mees
tal met 3 cellen naast elkaar. In het
pikkedonker van elke cel rijen zich
langs het 15 tot 20 meter lange
middenpad, de bedden in ettelijke
verdiepingen boven elkaar.
Een teler kan het hele jaar rond
werken en wordt daarbij niet zelden
geassisteerd door zijn gezin. Cham
pignons zijn een familieaangelegen-
beid. Grote en kleine handen, grove
maar heel veel fijne vingers nemen
de champignon bij de hoed en wrik
ken hem los, snijden het voetje af
en borstelen hem zonodig schoon
met een penseel. Zij zetten het eier
schaal-witte product in een doosje
met het hoedje naar boven en
niemand op veiling of winkel hoeft
er meer aan te raken.
Nederland heeft de strengste kwa-
liteits- en sorteringsvoorschriften ter
wereld. Hierbij speelt grootte geen
rol, de mening dat de kleintjes het
fijnst zouden zijn is verkeerd. De
kwaliteit hangt alleen maar af van
„vast vlees" en gesloten onder het
hoedje.
De champignon doe daaraan vol
doet heeft kwaliteit I. (Klasse Extra
eist gelijke grootte, recht bijgesne
den voetjes die niet langer zijn dan
1 en een kwart cm. voor „fijn"; voor
„middel" en „grof" mogen de voet
jes niet langer zijn dan de halve
breedte van.de kop.)
Is het vlees losser en heeft zich
tussen hoedje en voetje een vliesje
gevormd, dan hebben we kwaliteit
II. Nog losser van vlees en een
verbroken vliesje levert kwaliteit
III. Aan deze waardering ligt maar
één oorzaak ten grondslag: vochtver
lies. (In Eingeland worden champig
nons die open zijn en zelfs een
gestrekte hoed dragen, grif ver
kocht. Ze kunnen zelfs prijzen op
tentoonstellingen halen!) Wat voe
dingswaarde aangaat, maakt het
kwaliteitsverschil niets uit: ze zijn
rijk aan eiwitten, hebben het com
plete stel aminozuren, vitamine BI,
B2 en C, maar geen koolhydraten en
vetten!!
Ze dienen de huisvrouw met ge
mak, want goed wassen en uit laten
In Frankfort, het centrum van de
wereldbonthandel exposeerden 462
vooraanstaande bontwerkers uit mo
decentra aller landen hun eenmalige
ontwerpen in confectie-bont en te
vens modellen, die in series worden
gemaakt. Hoewel er steeds meer
bont verkocht wordt zijn de firma's
van naam blijven staan op kwaliteit.
Over het algemeen verandert de
mode in bont niet zo snel. (Men
koopt dan ook meestal niet jaarlijks
kwaliteitsboot). De lengte heeft men
voor de komende winter dan ook
heel verstandig tot op of onder de
kuit gehouden, De modellen zijn
vrij klassiek met een jeugdige toets.
Vos in elke vossekleur zal gewaar
deerd worden. Herenbontjassen ko
men meer en meer in omloop. Met
het bont naar buiten gekeerd en niet
als voering. Meer en mooier bont
dus, ook voor meneer-
FOTO LINKS
Civet-kat jas met vos gegar
neerd, midi-lang en sportief van
allure.
lekken op een doek is de enige
voorbereiding. Daarna gaan ze de
pan in om gebakken of gekookt te
worden, maar nooit langer dan een
minuut of 5. De charme van de
champignon is zijn veerkrachtig
vlees waarin het heerlijk „bijten"
is.
Om ze te bewaren moet de kans
op vochtverlies zo klein mogelijk
zijn. Koel en donker (ideaal is ca. 1
graad Celsius, dus de huishoudkoel-
kast voldoet goed) blijven ze lang
vers wanneer ze afgedekt zijn met
een vochtopnemend papier (van
keukenrol) waarop een uitgewron
gen vochtige theedoek of washandje
ligt. Zo wordt de lucht boven de
champignons vochtig en staan ze
zelf geen vocht af, terwijl ze geen
schade lijden van condensdrup-
pels.
Champignons zijn niet duur. Het
gerecht dat u ermee klaarmaakt zou
dat natuurlijk wel kunnen zijn: wilt
u zeetong met sfiuis van kreeft en
champignons op tafel brengen dan
moet u in de beurs tasten. Maar
neemt u genoegen met een champig-
nonommelet dan bent u goedkoop
uit.
De Ronde van Frankrijk wordt
altijd in twee etappes uitgevoerd,
eerst op de pedalen en dan op de
plankiers. U hebt het in het illustra
tiemateriaal van uw gebruikelijk
dagblad al bunnen merken: na de
velgen en de frames zijn het de
jurken en japonnen, de strikjes en
de kwikjes die jn de stalles van het
wereldnieuws zitten.
Op de eerste berichten afgaande
moet ik aannemen dat d-e reclame
deskundigen van de Nederlandse
modemagazijnen al weer naar hun
archieven snellen om er de koeten
van verleden jaar uit te halen. U
weet het nog wel: „De knie is fini",
schreeuwden ze van hun daken. En
ze dwongen hun verkoopstertjes die
slagzin nog waar te maken ook. Het
heeft er sterk de schijn van gehad
dat deze fluwelen vorm van gewe
tensdwang net het omgekeerde heeft
uitgewerkt van wat de mode-inko
pers beoogden. Vlotte het met maxi
nog wel redelijk, midi lag er na de
eerste probeersels al gauw uit. En
de reactie bleek radicaal: de hot
pants kwamen, lieten gezien worden
en overwonnen. Niet de ontwerpers,
de kooplui en hun standwerkers
kregen gelijk, maar Bernard Shaw
die al vijftig jaar geleden schreef
dat de mode een eeuwig durende
variatie vormt op de erkende be
hoefte van de vrouw om zich aan-
en haar verholen verlangen om zich
uit te kleden. De knie bleek hele
maal niet fini en nog veel meer
niet.
Balmain, Dior, Saint-Laurent, Car-
din, Ricci of hun erven, ze kunnen
bedenken wat ze willen, aan het
oer-ontwerp kunnen ze niets veran
deren. Dat ligt voor eeuwig, onaan
tastbaar, vast. In het 27e vers van
bet eerste hoofdstuk van het boek
Genesis. En textiel kwam er niet aan
te pas.
JOOP HARTMAN
Als u - groente en fruit in eigen
tuin kweekt en een deel van de
„plukverse" produkten wilt bewaren
voor de winter, dan is diepvriezen
een goede bewaarmethode. Maar
woont u op een flat en koopt u
groente bij de groenteman, dan kunt
u zich beter niet wagen aan „zelf"
diepvriezen.
Verse groente uit de winkel is
meestal net niet vers genoeg meer
om in te vriezen. Bovendien weet u
niet tot welke variëteit de gekochte
groente behoren; ér bestaan n.l.
variëteiten, die minder geschikt zijn
om in te vriezen. Een goede kwali
teit van het diepgevroren produkt is
niet gewaarborgd als versheid en
variëteit onbekend zijn.
Diepvriezen van gekochte groente
blijkt weinig lonend te zijn, want
behalve de prijs van de groente,
komen er kosten van verpakking,
gas of elektriciteit en arbeid bij. U
zult ook over ruimte moeten be
schikken voor de voorbereidingen
van het invriezen.
Met vlees is het al net zo. Alleen
eigen slacht is geschikt en lonend
om zelf in te vriezen. Tegenwoordig
is veel vlees, dat de slagers verko
pen al bevroren geweest en omdat
opnieuw invriezen de kwaliteit be
slist niet ten goede komt, is het af
te raden om gekocht vlees zonder
meer te gebruiken.
U kunt natuurlijk uw sl-ager vra
gen om vers geslacht vlees, dat u
kunt diepvriezen. Dit heeft alleen
zin wanneer u een grote hoeveelheid
vlees tegelijk koopt en dit zelf in
porties verdeelt.
Ingrediënten: 250 g. champig
nons. Voor de omelet: 4 eieren,
wat peper en zout. 4 eetl. melk,
1 eetl. bloem, boter of margarine
(peterselie)
De eieren met peper, zout en
de melk loskloppen en er de
bloem doorroeren. De champig
nons schoonmaken, enige malen
goed wassen, zonodig klein snij
den en laten uitlekken. Wat bo
ter of margarine verhitten en
hierin de champignons met wat i
citroensap bedruppeld op een fei
vuur snel bakken. De champig
nons af en toe omscheppen.
Naar verkiezing een fijngesnip
perd uitje of plakjes rookspek
meebakken. Ondertussen de om-
melet bakken door in een koeke-
pan een klontje boter of marga
rine te smelten. De helft van het
eimengsel in de pan gieten en
vlug laten stollen. De pan af en
toe schudden zodat het nog vloei
bare gedeelte onder het gestol
de eimengsel loopt. De helft van
de gebakken champignons op de
omelet leggen en deze dubbel
slaan. De volgende omelet op
dezelfde manier bakken. Beide -
omelets met wat fijngehakte pe
terselie garneren.
Als we thuiskomen van vakantie,
dan is een van de eerste werkjes
het doorkijken van de kranten en
de post. Meestal verdelen we de
buit. Dan zet ik mij bijvoorbeeld
aan het krantenlezen en aanstre
pen van belangrijke dingen (naar
mijn meningen de echtgenoot gaat
aan het nader bestuderen van het
geen de postbode door de brieven
bus gegooid heeft. Tussen de bedrij
ven door wisselen we de nieuwste
gegevens van beide fronten met el
kaar uit.
Soms houden die op wonderbaar
lijke wijze verband met elkaar. Zo
bijvoorbeeld mijn verhaal dd 23 juni
en 's mans enveloppe die hij op
hetzelfde moment opentrok. Ik las
op 23 juni in de krant dat het
Verbond van Nederlandse Onderne
mers, kortweg VNO zich zorgen
maakte over het aantal werklustigen
in ons land.
Dal daalt gestadig, niet alleen in
aantal, maar ook in procenten. Waren
er in het jaar 1958 nog ruim Bl%
werkenden te vinden bij de groep
„beroepsgesr' likte" personen, in
1968 was dit percentage nog maar
5.9 ofteu 150.000 werkenden min
der.
,.W hebben dit gedeeltelijk op
kunnen vangen door het aantrekken
van buitenlandse werknemers, maar
op den duur kun ,en we hiermee
niet doorgaan" zeiden de onderne
mers. „Als we de economie van ons
land willen redden, dan zal er een
beroep gedaan moeten worden op de
gehuwde vrouw als werkkracht. Die
vormt onze enige arbeidsreserve".
Het leek me allemaal erg plausi
bel en in gedachten was ik al bezig
met een aardig attïkel over de sa
menleving en de vrouw, in die zin,
dat de samenleving het werk van de
gehuwde vrouw niet langer kan
missen.
„Ik zal er meteen over schrijven,,
zei ik tegen de man.
Waa- ovet
„Over het tekort aan arbeids
krachten en over de noodzaak voor
de gehuwd vrouw om ook eens een
handje uit te steken".
„Je laat het", brieste de man. ..dat
is je reinste volksmisleiding".
Bij deze woorden hield hij me de
inhoud van de zojuist geopende en
veloppe onder de ogen. „Over al
i -etgeen vorig jaar met hard wer
ken en met het maken van de nodi
ge onkosten aan huishoudelijke hulp
etc. verdiend hebt, mag je nu bijna
de helft belasting betalen. Durf je
nog langer vol te houden dat de
maatschappij recht heeft op het
werk van de vrouw. Toe nou.
Laat die maatschappij eerst maar
eens wat redelijker worden ten aan
zien var. diezelfde vrouw. Alleen
maar geld afpikken en daar niets
tegenover stellen, -lat is het wat
onze lieve samenleving doet".
„Maar onze economie gaat naar de
bliksem als de vrouwen niet gaan
werken," wierp ik voorzichtig te
gen.
„En de ondernemers kunnen niet
langer ondernemer blijven als ze
niet voldoende werkkrachten heb
ben".
„Als redelijk denkend mens, die
bovendien nog kan rekenen, advi
seer ik je om dan maar eens een
artikel te schrijven over de taak van
de ondernemers"?
„Hoe bedoel je?", deed ik arge
loos.
„Als die werkelijk zo' verlegen
zitten om werkkrachten, dan moeten
ze hun invloed maar eens laten gel
den bij het regeringsbeleid. Bij het
huidige kabinet kan dat voor de
ondernemers bepaald niet moeilijk
zijn zou ik zo zeggen. Dat is immers
een kabinet van en voor onderne
mers.
„En wat moeten ze dan zeggen
tegen hun vriendjes in de rege
ring"?
„Dat ze verlegen zitten om ge
huwde vrouwen als werkkracht en
dat ze die leen kunnen krijgen, als
de regering eens wat ernstiger in
gaat op de bezwaren van het huidi
ge belast, ngstelsel. Die aftrek van
één derde van het inkomen met
een maximum van 2200 gulden is je
reinste lachertje. De ene belastingin
specteur zegt hiervan vrolijk dat dat
voldoende is om de progressiviteit
van de optelsom inkomen-man-en-
vrouw teniet te doen. De ander dat
dat het bedrag is dat de vrouw uit
mag geven voor extra huishoudelij
ke onkosten. Dat alleen bewijst al
dat het te weinig is.
Je kunt ofwel het ene ermee be
doelen ofwel het andere. Voor beide
posten is het méér dan de helft te
weinig. Gevolg hiervan, jij en al die
andere vrouwen die zich te pletter
werken, houden vrijwel niets over.
Durf je op deze basis nog langer
propaganda te maken voor het wer
ken van de gehuwde vrouw omdat
de maatschappij haar werk zo hard
nodig heeft?"
Bedremmeld zei ik: „Nee, dat kan
natuurlijk niet. Je kunt geen artikel
schrijven over de nood van de onder
nemer, en de nood van de maatschap
pij en daaraan de conclusie verbin
den dat de gehuwde vrouw beide
noden moet lenigen door te gaan
werken voor niets of voor een krats.
Neen, dat kan echt niet."
Daarom lijkt het me juister en
eerlijker om een artikel te gaan
schrijnen over de oneerlijkheid van
ons belastingstelsel, over de traag
heid v. de ondernemers die niets
doen om het de vrouw gemakkelij
ker te maken en over h.t feit, dat
de vrouw wier man iets méér ver
dient dan het minimumloon, beter
thuis kan blijven en niets kan doen.
Dat is misschien niet aardig ten
overstaan van de maatschappij maar
het is lucratiever voor de vrouw en
haar gezin.
Of, zoals een gehuwde vrouwelij
ke arts in een uitgave voor de
vrouwelijke Leidse studenten
schreef: „Ik verdien 24.000 gulden.
Daarvan betaal ik 8000 gulden aan
de belastingen 8000 gulden aan een
vervanger. Rest 8000 gulden voor de
extra huishoudelijke hulp en oppas
voor de kinderen. Daarmee kom ik
net uit. In feite werk ik dus voor
niets."
Hebben degener die zitten te
springen om vrouwelijke arbeids
krachten hier-een antwoord op?
ROME (KNP) Ongeveer hon
derd vooraanstaande Italianen,
waaronder theologen, schrijvers,
professoren en volksvertegenwoordi
gers, hebben in een verklaring ge
protesteerd tegen het ontslag van
vijf redacteuren van het tijdschrift
II Regno, een van de weinige pro
gressieve bladen van Italië.
Onder druk van het Vatikaan is
het blad van koers moeten verande
ren en zijn de redacteuren ontsla
gen, zo verklaren zij. De groep van
honderd protesteert ook tegen de
pressie van de H. Stoel op talrijke
andere publikaties en uitgevers. De
verklaring zegt: „De lijn die het
Vatikaan in deze zaken volgt, druist
regelrecht in tegen haar eigen offi
ciële publikaties waarin steeds
wordt gewezen op het recht en de
noodzakelijkheid van de vrije me
ningsuiting. Op deze manier maakt
het Vatikaan zijn eigen uitspraken
ongeloofwaardig".
34.
Ik zou eigenlijk moeten zeggen
dat de Kennedy's in bepaalde ka
raktereigenschappen te kort gescno-
ten zijn Het is waar dat ons volk
hen dikwijls valselijk beschuldigd
heeft van dwaze daden, zelfs van
immorele daden volgens de in ons
land aanvaarde normen voor per
soonlijk gedrag, zoals ik dat op de
voorgaande bladzijden beschaven
heb; maar toch heerst er onder ons
volk een bezorgdheid met betrek
king tot de Kennedy's die niet be
staan heeft in het geval van bijvoor
beeld Coolidge of Hoover of Tru
man, om maar een paar presidenten
te noemen.
Geen van deze mannen was zo
briljant als de Kennedy's, maar men
had het gevoel dat ze betrouwbaar
der waren. Misschien vertrouwt het
zogenaamde gewone volk de mannen
en vrouwen die briljanter, vermete
ler en creatiever zijn dan het zelf Is,
nooit helemaal Als dat waar is. dan
is het zaak voor de briljante, verme
tele de creatieve mensen die ande
ren te bewijzen dat ze zo betrouw
baar, zo verstandig, zo wijs kunnen
en zullen zijn als het volk van hen
verlangt.
Maar en daar gaat het om
als de opvoeding van de superieure
geest ook het leren van verantwoor
delijkheid in het gebruik van talen
ten en bekwaamheden omvat, zou
dat kunnen betekenen dat de kloof
tussen twee uitersten overbrugd is.
Als de minder begaafden door erva
ring kunnen leren de meest begaaf
den te vertrouwen, zou het mogelijk
zijn dat de heersende naijver en
wrok van de massa ten opzichte van
de uiterst begaafden verandert in
dankbaarheid voor het feit dat der
gelijke geesten en persoonlijkheden
als leiders beschikbaar zijn.
Ik merk dat ik in dit boek de
cirkel ben rond gegaan: van de ver
dediging van de briljante en begaaf
de minderheid, gesymboliseerd door
de Kennedy's van wie alle hoop op
menselijke vooruitgang afhankelijk
is, tot de verdediging van de meer
derheid die van de minderheid
afhankelijk haar vreest, wan
trouwt en haat, terwijl de meerder
heid tegelijkertijd onbewust en on
uitgesproken verlangt naar een lei
derschap dat bezield is door wijs
heid, rechtvaardigheid en verant
woordelij kheidsgevoel.
Waarin zijn de Kennedy's te kort
geschoten? Ik spreek opnieuw van
de Kennedy's als symbool. Ik spreek
over een familie die meer heeft dan
rijkdom. De Rockefellers zijn bij
zonder rijk en de Fords ook. Beide
families hebben een stamvader die
te vergelijken is met Joseph' Patrick
Kennedy. Beide families hebben een
uitgebreide tweede en derde genera
tie voortgebracht, maar geen grote,
populaire leiders. Beide families
nebben menig goed werk van mens
lievende aard verricht, denkt u
maar aan de medische vooruitgang
die met hulp van de Rockefeller
Foundation tot stand is gebracht, of
aan de opmerkelijke verbeteringen
in de rijstbouw die door de Ford
Foundation mogelijk werden ge
maakt en, meer dan wat ook, het
probleem van de hongersnood in In
dia zullen kunnen helpen oplossen.
Deze goede werken moeten niet ge
kleineerd worden, maar ze vloeien
voort uit een noodzaak en hebben
geen leiders voortgebracht die het
mensdom bezielt en aanmoedigt.
John Fitzgerald Kennedy was er,
voor hij vermoord werd, na aan toe
diie graad van inspiratie te bereiken,
en als hiij in leven was gebleven had
hij ons wellicht verheven tot een
nieuw begrip van onze eigen natio
nale capaciteiten en tot waarlijk in
ternationaal leiderschap.
Onder zijn invloed zou zijn vrouw
misschien verder gegroeid zijn naar
een eigen plaats aan zijn zijde. Zon
der hem is ze teruggevallen in haar
eigen persoonlijkheid en horen we
alleen nog nieuws over haar nieuwe
aanwinsten aan juwelen en haar ve
le bezittingen en de dingen waar
mee ze zich amuseert. De teleurstel
ling van het volk dat haar aanbad
en haar graag had zien uitgroeien
tot datgene wat bet verlangde dat ze
zou worden, komt nu tot uitdruk
king in bittere kritiek en minach
ting, die ze bepaald niet verdient.
Dezelfde woede keert zich tegen
Edward Kennedy, tot wie het volk
hoopvol begon op te zien, een hoop
die daw één enkel voorval de bea
dem werd ingeslagen. Ik betwijfel
of het hem zal vergeven. Zelfs als
het, zoals hij het noemt, zal „begrij
pen" nadat alle vragen gesteld en
beantwoord zijn, betwijfel ik of het
ooit zal vergeven.
Op de dag dat Joseph Patrick
Kennedy stierf ratelden de telexen
het nieuws over de hele wereld:
opnieuw de dood van een Kennedy,
maar ditmaal verwacht en daarom
niet wreed. Alleen de dood van
jonge mensen is wreed. Aan het
eind van een lang en geslaagd leven
is de dood natuurlijk, is de dood
goed. Hoe ik dat weet? Ik weet het
uit eigen ervaring.
Toen ik een kind was, in China,
heb ik de dood vaak gezien, in
oorlogen, in hongersnoden en epide
mieën, en dan was de dood altijd
angstaanjagend en afschuwelijk. In
het bijzonder afschuwelijk als de
dode een kind, een jong kind was.
We woonden op een heuvel builen
een grote stad en de hellingen wa
ren bedekt met graven. Soms
maar al te vaak waren dat gra
ven van kleine kinderen en het
waren altijd ondiepe graven, de li
chaampjes lagen soms zelfs niet in
doodkisten en als ze van een arme
familie waren geweest waren ze
soms zelfs niet eens gekleed Kle
ding was te waardevol om in de
grond gestopt te worden om te ver
rotten. De wilde hongerige honden
van de omliggende dorpen vonden
die kleine grafjes vaak en ik vond
soms, omdat ik nu eenmaal altijd
rondzwierf, zo'n dood lichaampje,
half opgevreten, deerlijk toegeta
keld. Dan overviel me de afgrijslijk-
haéd v an de dood «a m aUoen «la ik
was, groef ik, luid snikkend, met
mijn blote handen het gat dieper en
begroef het gehavende lichaam, de
afgereten ledematen, zo goed als ik
kon. Zó diep voelde ik de dood in
die dagen, zo afschuwelijk was de
wreedheid van de dood dat ik er
meit niemand over kon spreken,
zelfs niet met mijn moeder.
Maar naarmete de jaren verstre
ken, door de onrust van oorlogen en
revoluties heen, begon ik de dood
beter te begrijpen en te beseffen dat
er een tijd komt dat de dood, hoe
onverklaarbaar hij ook is en altijd
blijven zal, barmhartig en zelfs wel
kom kan zijn En dat begreep ik pas
later in mijn leven toen mijn eigen
man op precies dezelfde wijze ge
troffen werd aLs Joseph Patrick
Kennedy, plotseling, in blakende ge
zondheid, op een zomerdag, te mid
den van zijn familie. En ik ken de
hele droeve geschiedenis, omdat ik
en mijn kinderen die ook beleefd
nebben het schijnbare herstel dat
de man na een periode van behan
deling en rust bijna weer zichzelf
deed zijn, maar slechts bijna, en
nooit meer precies dezelfde. Nie
mand van de familie was ooit meer
precies dezelfde, omdat we zeker
wisten dat er keer op keer nog een
aanval zou komen, tot de laatste.
Door die kennis, die zekerheid
voelden we ons geen dag en geen
nacht meer veilig.
En de aanvallen kwamen, keer op
Jacqueline Kennedy, na de dood van
John F., teruggevallen in haar eigen
persoonlijkheid.
keer, soms licht, soms zwaar, maar
altijd gepaard gaande met verdere
aftakeling, tot er geen spraak meer
was, geen beweging, het gezicht in
viel, het denkvermogen, en het
meest tragische van alles het
vermogen emoties te voelen niet
meer bestond, tot de geliefde man
zelf niet meer bestond, lang voordat
het fysieke leven een einde nam.
Hij zat dag in dag uit in zijn stoel;
als hij 's avonds naar bed gebracht
werd lag hij daar tot de dag weer
aanbrak Hij was omringd door. zijn
gezin, maar hij was niet langer de
stuwkracht ir hun levens, de centra
le figuur En daarna moest ieder lid
van het gezin zijn -eigen kracht ont
wikkelen, steeds gebaseerd op de
kracht die door de vader was inge
geven.
(Wordt vervolgd).