Stukje python, happie leeuw, boutje nijlpaard of bultje kameel „Oor", een krant vol muziek Mini-race-banen in München SERIEUZE GENRE NOG NIET UIT DE VERF j Debuut A la France Witte mieren Experimenteel Klassiek Uitverkocht Opheffen PARIJS (AP) Wat is beter dan een tijger in uw tank? Een leeuw in uw maag. „Maar het moet wel een erg jonge leeuw zijn, die niet meer dan zo'n zestig kilo weegt," zegt Paul Corcelet, een Parijse meesterkok, die er elk jaar drie marineert in rode wijn en ze serveert „aux fines herbes," of zijn „lion printanier" garneert met erwtjes, worteltjes en blokjes spek. Maar hij bereidt alleen die leeuwen, die in staat blijken eerst mensen te eten. Pythons zijn er meer en elke week krijgt zijn zaak nabij de opera een waszak met vijf stuks erin, keurig opgerold. „Kijk eens hoe mooi hij is", roept Corcelet verrukt uit, terwijl hij een python van drie meter door zijn vingers laat glijden. Hij drenkt ze in azijn en water, bestuift ze met meel en sauteert ze met sjalotjes, uien, to maten en witte wijn plus „een paar pimento's om het aroma te doen uit komen". Dit allemaal leidt dan tot „python provencale". „Python zou bijna kunnen door gaan voor krokodillestaart" zegt Cor celet, die met assistentie van zijn Russische chef in zijn kleine keuken om de hoek elk jaar honderd van die staarten in rum flamboyeert. Walvis echter „smaakt meer zoals schildpad" en hij serveert beiden „a la napolitaine". Nijlpaardebout gaat van nature met druiven en paddestoelen of groente pepers, tenzij men het subtielere aro ma van nijlpaardevlees gedrenkt in sherry prefereert. Ofschoon inwoners van Afrika dol zijn op rauwe oli fantsslurf, laat Corcelet zijn olifants slurven, die elk tachtig kilo wegen en waarvan het fijnste stuk „overeen komt met runderhaas", zestien uur sudderen in dikke bouillon, uiteraard in stukken gehakt om het gerecht be ter in de pot te kunnen krijgen. Oli fant smaakt tussen twee haakjes heerlijk met radijsjes. Wie zijn de liefhebbers van zoölo gische gerechten? Nieuwsgierige mensen, mensen die buiten de gren zen van de samenleving willen tre den en het leven willen kennen op verstandelijke basis. En zij nemen ze bevroren in plastic zakken mee naar huis tegen tien franken per portie. Corcelet, die 61 jaar is en wiens buikje getuigt dat hij in zijn loop baan altijd goed gegeten heeft, heeft zijn zaak 35 jaar geleden geopend. „Mijn chromosomen (dragers van de erfelijkheid) hebben me in deze rich ting gedreven", zegt Corcelet, wiens voorouders in 1760 de begeerde titel „koffieleveranciers van koning Lode- Wijk XVI" verkregen en wiens drie zaken tot heden toe „Mekka's" zijn voor aan koffie verslaafden. „Feitelijk ben ik alles verschuldigd aan mijn moeder, die verlangde dat haar gehoorzame zoon kleine lekker nijen voor haar bereidde. Zij was een fijne moeder", zegt hij, „want zij hield erg veel van me". moeilijk te hanteren reptiel gewassen te hebben ging hij er nader mee ken nis maken. Elke morgen klopte hij het liefkozend op de rug. Desondanks was het lot van het dier, gelijk een kerstkonijn, bezegeld. Tenslotte „zag hij het ineens" en sindsdien „overweegt" hij alle moge lijke dieren. „Neem de Noorse beer", zegt Corcelet, die met recht trots is op zijn berekop, „Eerst gebruikte ik Noorse recepten, maar zout en bier gebruiken in 'n beer, die riekt naar noten en honing, is een ketterij". „Om eerlijk te zijn", vervolgt hij, „ik ben een mensenvriend, de eige naar van een zaak en anders niet. Ik heb mijn naasten lief en probeer ie dereen welwillendheid te tonen, al slaag ik daar niet altijd in". Inspiratie voor nieuwe vondsten ontleen ik aan gesprekken met mijn buren. Bovendien houd ik van de na tuur". Tien jaar geleden maakte hij zijn debuut als chef-kok met een python. „Instinctmatig was mijn eerste re actie als van iedereen: vrees en af keer", herinnert hij zich. Na het Maar of hij nu de bult van een ka meel onderhanden neemt of een ren diertong smoort, een aap marineert of kangoeroesoep roert „kangoeroe is geroosterd nog beter" hij houdt altijd rekening met de traditionle Franse smaak. „Koeskoes b.v. moet je eten in een tent terwijl de zon schijnt en de wind er doorheen waait. Maar ranzige bo ter hoort niet thuis in een eetzaal van de 17 de eeuw en hij gebruikt dus nooit ranzige boter in zijn koeskoes en gewone recepten, zoals kerriescho tels, paella, blini's, bouillabaise, an- tilliaanse worst, slakken en haas. Al les wordt voorgekookt, verpakt en ingevroren onder zijn etiket „le mon de a table" dat aan een tv-diner doet denken. Je legt de gerechten een voudig een kwartier met plastic om hulsel en al in kokend water. Zelfs „virginia-ham", zijn jongste vondst, verdient een Parijse behandeling en Corcelet heeft op zijn minst achttien maanden gepiekerd over zijn ananas chutney ervoor, die drie weken moet trekken en drie dagen moet koken. „Als je tarwe zaait is er een zekere tijd nodig om het zaad te laten kie men. Met inspiratie is het net zo en ik ben alleen het werktuig ervan", zegt hij. „Het is als een wandeling maken. Je weet niet waar je heen gaat, maar je doet kracht op onder weg, zelfs als je wat van je gewicht verliest". Corcelet, wiens nieuwsgierigheid zich ook tot het plantenrijk uitstrekt, stopt zijn zaak vol vreemde dingen om de voorbijgangers stil te doen staan, die nog in zalige onwetendheid verkeren omtrent hetgeen op het for nuis staat. Er zijn jutezakken vol ko kosnoten en amandelen, bakken vol vijgen, geconfljte asperges met ker sen, rode toffees, baklgva, polenta, Chinese rotte eieren en matzes, alles gezellig door elkaar gehaspeld. Uit Madagaskar komt elke week een zending van dertig kilo verse, groene peperkorrels die aan de tak ken hangen als een kruising tussen giftige bessen en doperwtjes. Hij ver mengt ze met mosterd, een mengsel dat nooit eerder heeft bestaan. „Ik dank de hemel dat ik dat gemaakt heb". Hij heeft bewezen dat mosterd zich ook bruikbaar laat verbinden met sinaasappel, citroen, mierikswortel, knoflook en peterselie of munt, uit sluitend voor geroosterd lamsvlees. Drie jaar geleden heeft hij zelfs een reis naar Israël verdiend met zijn avocado-schuim voor het smoren van asperges. Ook azijn is een veelbelovend me dium. Corcelet doet een takje groene peperkorrels in de fles en heeft als eerste een speciale azijn met honing en cider uitgedokterd, uitsluitend te gebruiken voor met room bereide komkommers. Frambozenazijn kan echter op elke vruchtensla worden gebruikt. „De hemel is blauw, het raam is open en ik moet mijn schatten met anderen delen", zegt hij. „De manier van geven is belangrijker dan wat je geeft". En voor dessert heeft hij voor zijn klanten termieten (witte mieren) met chocolade. Hij geeft deze de voor keur boven andere mieren, omdat die zo sterk rieken. Hij geeft ook wel „marrons glacés" (geconfijte kastan jes). Voor lieden, die iets nog zoeters willen, zijn er gecandijde bijen in ho ning, maar hij houdt staande dat in secten ook een hoofdschotel kunnen zijn, zoals geroosterde sprinkhanen en rupsen. Op een dag zei een klant, overwel digd door de heerlijkheden voor zijn ogen: „U bent een koning", waarop Corcelet met zijn gewone bescheiden heid antwoordde: „Neen meneer, ik ben een slaaf, laat mij u bedienen". „Zonnige perioden met zo nu en dan nog overdrijvende wol kenvelden". Zo karakteriseert de Amsterdammer Barend Toet de situatie, waarin de muziekkrant „Oor" zich momenteel bevindt. Na een voorbereidingsperiode van ruim een jaar en met een kleine 10.000 gulden als aan- vangskapitaal besloot de 23- jarige ex-sportfotograaf enkele maanden geleden tot oprichting van het blad, waarvan op 1 april het eerste nummer verscheen. Oor, dat om de 14 dagen uitkomt en op het ogenblik een oplage van 20.000 exemplaren heeft, mag zich in een toenemende belang stelling verheugen. Doel van het blad is gedegen informatie te geven over alle mogelijke soor ten muziek. Vooralsnog wordt de meeste ruimte in de krant in beslag genomen door artikelen over pop- en jazzmuziek. Toet, die vooral gespecialiseerd is in popmuziek, is er van overtuigd dat Oor in een grote behoefte voorziet. „Nederland heeft eigenlijk nooit een goede muziekkrant gekend. Over popmuziek wordt hier vrij opper vlakkig geschreven, ook in een blad ais Aloha, dat volgens mij erg on volledig is en bovendien steeds meer op de actualiteit achter begint te lo pen. Aloha is eigenlijk nog nauwe lijks een muziekblad. Het is meer en meer een maatschappij kritisch or gaan geworden. En ook over andere soorten muziek wordt in Nederland niet zo veei en ook niet zo goed ge schreven. Oor is er om al die m<u- ziekinformatde te centraliseren." Oor, waarvan begin juli het zevende nummer is verschenen, wordt ge maakt door een vast en zeker het eerste jaar nog ongesalarieerd redac tieteam, bestaande uit Barend Toet en Jaap Brouwer, dat wordt geassis teerd door 12 free-lance medewer kers, die gespeoialisserd zijn in ver schillende muzieksoorten. Lon van Keulen is de vaste fotograaf van het blad en sinids het vierde nummer worden de lay-out en illustraties ook door een eigen kracht verzorgd. Het blad, dat gedrukt wordt bij drukke rij A. en S. Fad'degon in het Noord- hollanse Zwanenburg - Aloha rolt daar ook van de persen kost 85 cent. Volgens Toet bevindt de muziek krant zich nog in een experimenteel stadium. „Over de eerste niummers was ik eigenlijk niet zo tevreden. De inhoud had beter gekund en dat geldt ook voor de vormgeving. Mis schien zijn we zo nu en dan ook een beetje te intellectueel. Ik vind dat we nog meer ons best moeten doen om van Oor een breed pu blieksblad te maken. Daar wordt nu hard aan gewerkt. Elk nummer ziet er beter uit." Over de reacties op de eerste afleve ringen van „Oor" is Toet niet onte vreden. Vooral de door hem ge maakte exclusieve en uitgebreide vraaggesprekken met de Amerikaan se popgroepen The Byrds en The Band hebben veel lof geoogst. En ook de artikelen van Rob Majoor en Mathieu Karei over de relaties tus sen muziek en techniek zijn goed ontvangen. Aan klassieke en moderne muziek is tot nu toe vrij weinig aandacht be steed. Toet geeft toe dat deze mu zieksoorten in Oor nog steeds niet goed aan hun trekken zijn gekomen, maar kondigt aan dat daar binnen kort verandering in komt. Eén van de mensen, die daar voor zal zorgen, is de progressieve Amsterdamse componist Louis Andriessen, die zioh op de eind juni gehouden eerste redactievergadering in principe be reid heeft verklaard aan het mu ziekblad te gaan meewerken. Ver wacht wordt dat eind juli zijn eerste bijdrage wordt afgedrukt. Nóg enkele muzieksoorten zijn in Oor tot dusver niet tot hun recht gekomen. Pas in het zesde nummer werd aandacht besteed aan het Ne derlandse levenslied (een overigens uitstekende bijdrage van Herman Adelaar over Corry en de Rekels) en over bijvoorbeeld chansons en India se muziek is eveneens praktisch nog niets in de muziekkrant geschreven Oor-baas Toet zou voor deze mu ziekgebieden nog wel enkele experts kunnen gebruiken. De afzet van het blad vertoont een stijgende lijn. Van de oplage van het eerste nummer werd 50 proeent ver kocht en vervolgens is het geleide lijk aan beter gegaan. Oor-4 met de special over The Byrds was het best verkochte niummer: binnen een week waren alle exemplaren uitverkocht. Ook de verkoop van het nummer waarin uitvoerige informa tie over The Band voorkwiam, is erg gloed gegaan. „Oor had begin juli een kleine dui zend abonnees. Verreweg het groot- in de losse verkoop. Wat betreft de ste deel van de oplaag wordt afgezet verspreiding heeft Toet nogal wat klachten. „Veel tijdschriftenhandela ren weten nog steeds niet wat Oor voor een blad is. En daarom zijn we op het punt van de afzet soms aan de wolven overgeleverd. Eén van de nummers is bijvoorbeeld door allerlei misverstanden in Zuid- Holland helemaal niiet verspreid." Toet werkt op het ogenblik aan een uitbreiding van het aantal verkoop punten. In straatverkoop waar Aloha een paar jaar geleden mee be gonnen is gelooft hij niet. Voor Barend Toet sitaat het vast dat „Oor" de eerste jaargang zeker zal volmaken. Hij verwacht dat hij te gen hiet eind van dit jaar uit de grootste kosten zal zijn. Dat zal hij dan voor een groot deel te danken hebben aan de grammofoonplaten maatschappijen en aan de Duitse popimpressario Berry Visser, die re gelmatig op nogal grootscheepse wij ze in het blad adverteren. Realist als hij is vindt Toet dat de muziekkrant zomer volgend jaar een bepaald deel van de Nederlandse tijdschriftenmarkt verorverd moeit hebben. En gedecideerd voegt hij daar aan toe: „Als dat niet blijkt te lukken, zal ik de eerste zijn om het blad weer op te heffen." MÜNCHEN. Sportieve autoraces vinden in München thans in een zaal plaats. In een vrijetijdscentrum wer den voor de eerste keer in de Olym- piadestad twee mini-racebanen ge opend. Maximaal acht van de bijna een halve meter lange nabootsingen van internationale racewagens kun nen hier volkomen onafhankelijk van sporen de bochten ingaan. Gestuurd worden zij door hobby-rijders met stuurwiel en gaspedaal. De aandrij ving vindt plaats door een elektro motor. Bij hun première werden de Münchense miniwagens door vete ranen van de motorsport over de baan gejaagd. Op onze foto geheel links Georg Meier, bekend als een van de beste motorrijders ter wereld in de 500 cc-klasse. Maar ook leken kunnen met dit speelgoed voor vol wassenen sportieve ijver ontwikke len. Nog 'deze zomer zullen op de mini-racebaan de eerste Münchense stadskampioenschappen worden ver reden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 16