UK
AJAX
KIG
UAX
S
■81
Raadsleden moeten gaan spelen
Schelmenstreken
Zal ook hij ooit president worden?
den
soonlijk
ml
Vonck
Ook Duitse
bossen
stinken
van afval
ri
De Kennedy Vrouwen
door
PEARL S. BUCK
kunst
cultuur
I
Succes en sof
Baarle-Nassau/Hertog en Kultureel Akkoord
aangas»
Algemeen
belang
als blabla
Balans
van
festival
Inspraak
op de
ordening
Terugblik
(2) op de
Berlinale
DIEREN IN NEW YORK
STERVEN AAN
LOODVERGIFTIGING
„We hebben een nieit
ir, maar wel vrij trans-
gevoerd", zegt Ab Lui-
belangrijteste zorg lijkt
■pig een goede vervanger
stra te vinden. Maar ik
overtuigd, dat we die
>elerskader zeker kunnen
>WS, het vorig jaar zo
■de en door allerlei ge
plaagde DWS, begint vol
d aan een nieurw seizoen
roetbal. Dat ós op zich al
want het aantal zwarte
na afloop van de vorige
s was legio. Ook het ge-
Ab Luifciniga hoorde
Tu niet meer. De kansen
;oede gekeerd, meent bij
alleen.
rltaten op het veld een
uilen meewerken, kan
,ens Ab Luikinga een ta-
bezorgd seizoen tegemoet
luit hij: „We zijn vorig
«gal in negatieve zin dn
s geweest. Het zou mooi
het dit seizoen precies
is. Ik heb daar wel ver-
r".-
sterdam. Opgericht: 1907.
en: blaiüw-zwart shirt,
ek. Terrein: Olympisch
Locommodatie: 65.000 toe-
Aantal contractspelers:
jaar 28). Chris Badhofner
)ert Binaohi (23), Rob
(25), Chris Dekker (25),
lijkers (24), Peter Eman
its Flinkevleugel (31),
irteen (29), Fred Gnirrep
ie Goedhart (21), Theo
;1), Jan Jongbloed (30),
amminiga (24), Jan Keur
is van Leyenhorst (19),
leT (21), Klaas Nuninga
s Overweg (23), Andre
(20), Fred Schoonder-
Cor Schoonhoven (18),
Sloten (24), Frits Soete-
Leo van Straaten (23),
olen (27), Carel Vesters
ap Viseer (20), Piet
nt (27), Henny Vreden-
en Dick Windhond
m: Chris Dekker (NEC),
sens (Ajax), Jan Keur
t-Meeuwen), Andre Pe-
KW), Cor van Sloten
i, Leo van Straten (FSC)
'esters (Haarlem),
i: Karei Bonsdnk en
mann (FC-Utreoht) en
:a (PSV).
Pim van de Meent
11e).
onze sportredactie)
Piet Vonck heeft tij
interlandwedstrijd tussen
en een Westduitse B'
in Munster werd gehou-
een voortreffelijke presta-
;d door de ti<v kilometer
en in 29 minuten en 53° i
De Zeeuw, die zijn Per'
record met 12.2 second®
i, is daarmee de achtste
er die deze afstand binne#1
r heeft afgelegd.
l/msudg zu juii iy/i
Het vierentwintigste Holland Fes
tival zit er weer op. Behalve de pak
weg honderdduizend Nederlanders
en toeristen, die de zalen hebben
bevolkt (en zulks in verheugend
grote dichtheden, dit jaar), en be
halve de paar miljoen Nederlanders
en Belgen, die via de tv een Festi
val-graantje hebben meegepikt, ont
gaat toch de meerderheid van de
Nederlanders wat een liet slechts
artistiek, maar ook zakelijk groot
scheeps gebeuren zo'n Festivalis.
Een paar cijfertjes? In 25 dagen
werden 15 manifestaties op de
planken of op het concertpodium
neergezet. Alles op tijd. Niemand
die zich afvraagt waar die décors,
die muziekinstrumentui of al die
andere artistieke bagage gisteravond
nog stond. Maar er waren een hand
vol lieden, die dag en nacht een
compleet spoorboek moesten waar
maken. Want »iiet alleen dat die
voorstellingen op tijd in ruim twin
tig meedelende steden moesten zijn,
er waren ook nog de artiesten. En
dat waren dan, naast 76 complete
groepen, variërend van een Concert
gebouworkest of een Koninklijk
Zweeds Theater tot Kamerkwartet
ten, óók nog eens 447 individuele
artiesten. Laten daar eegis pak weg
200 buitenlanders bij zijn geweest.
Er werden dit jaar werken uitge
voerd van 165 auteurs en componis
ten. Daaronder waren er tientallen,
die in opdracht va»i het Festival
werden geschreven of gecompo
neerd.
„Het was onze bedoeling om met
de bevolking uit de Belgische encla
ve Baarle-Hertog tot een gesprek te
komen over het Belgisch-Nederlands
cultureel verdrag, de realisering
daarvan de daarmee in verband
staande zaken betreffende de relatie
België-Nederland. Onze opzet bleek
echter nauwelijks te realiseren, daar
bijna niemand van het bestaan van
dit verdrag op de hoogte was, laat
staan dat men er zich ei», mening
over gevormd had. Op onze vragen
over culturele integratie en over za
ken die twee buurlanden betreffen
kregen we nauwelijks antwoord.
Velen begrepen ons niet, p.ideren
vonden dat de hoge heren dai maar
uit moesten maken." Dat staat te
lezen in een verslag dat redactiele
den in het laatste Tijdschrift voor
Architectuur en Beeldende Ku»isten
maakten over hun bezoek aan Baar
le-Hertog -Hertog". Herhaalde po
gingen om toch tot een gesprek te
komen leidden soms tot gespannen
situaties. Menigeen meed ons gezel-
Hier wordt allesbehalve ,C'-ulturele taal gesproken tegen leden van het
TABK-team in Baarle-Hertog. De foto was natuurlijk een fijn plaatje
bij de „bevindingen" in het TABK.
schap, terwijl zij die zich myder getrokken. Een bejaard Nederlander
afwijzend betoonden soms met de voegde ons kwaad toe: „Vroeger
harde hand van ons vandaan werden hadden we Arnold Meijer en Wies
Moe.is, met hen werkten we aan de
realisering van de groot-Nederlandse
gedachte. Daar hadden we geen ver
drag voor nodig. Wat wij toen deden
was pionierswerk, het werd echter
niet gewaardeerd. Landverraders
noemde men ons". De redactieploeg
denkt met heimwee aan de literaire
yitmoeting in Brussel in het kader
van dit akkoord, waarvan „het be-
iang werd gekenmerkt door het ge
zamenlijk bewustzijn dat de eenheid
van taal niet door het plaatsen van
grenspalen en het oprichten van
doinyieposten ongedaan gemaakt kon
worden". De fout, die het team
waarschijnlijk gemaakt heeft is, dat
zij vergeten hadden de hoge culture
le Brusselse hoed af te zetten en in
Baarle-Nassau -Hertog een doodge
wone culturele pet op te zetten.
Misschien is het zinvol voor dit
team om het komende jaar in de
meimaand nog ee.is terug te komen
om bijvoorbeeld met een of ander
harmonie- of fanfarekorps langs de
grens te gaan „dauwtrappen". Welis
waar een stukje folklore, maar
waarschijnlijk lezen we dan iets van
een «itegratie tussen het TABK-
team en de Belgisch-Nederlandse
bevolking langs de grens. Voorwaar
de tot een verdrag.
Kortom, artistiek en zakelijk is
een Festival een monstergebeuren.
Dat het allemaal mooi klopte, is de
minste eindbalans. Dat het meren
deels artistiek van groot belang was,
is een belangrijkere balans. Dat het
Holland Festival steeds meer nadruk
op „Hollands" gaan leggen, is een
extra winst op die balans. Op de 63
concerten die dit jaar werden gege
ven, kwamen niet minder da»i 64
Nederlandse muziekwerken ten ge
hore, eerlijk verdeeld over de oude
re garde en over de meest vooruit
strevende jonge componisten. Ook
op het gebied van dans en toneel
(occlusief de speciale jeugdzaken
zoals Gupia of de kindermusical Es-
peranza) was er veel eigenlands
werk. En zelfs de Opera deed mee,
al werd nu uitgerekend die Spinoza
helaas een tegenvaller. Maar ja, op
156 uitvoeringen kan het niet an
ders, of er zijn dingen die tegenval
len. De Bacchanten drukten de ver
der zo hoge bezoekcijfers van dit
Festival ernstig in het gemiddelde;
zo'n vierhonderd bezoekers per
avond in een zaal voor 1400 verdunt
de statistiek behoorlijk.
Het Festival heeft, sedert z'n re
cente vernieuwing en verjonging, de
goede gewoonte om alleen dat aan
te kopen, wat men zelf in het bui
tenland heeft gezien. Zo'n voorstel
ling was „Deafman Glance". Een
monumentaal werk, met liefst 91
medewerkers uit 14 landen (waar
onder Suriname en Nederland, Ma
rokko en België, Brazilië en Nigerï-
a). Een voorstelling zonder tekst.
Zeer origineel en persoonlijk opge
zet door de Amerikaan Robert Wil
son (28 jaar). De Europese première
vond plaats in april op het Theater
festival te Nancy. Het werd een
overdonderend succes, bijgewoond
door één van de Holland Festival
directieleden, die vrijwel letterlijk
hemel en aarde heeft bewogen om
deze voorstelling nog in Nederlayd
te krijgen. En hier werd het min of
meer een sof, liep zowat een derde
van het publiek al met de pauze
weg Klaarblijkelijk hadden die
Nederlanders minder geduld dan de
Fransen, of minder gevoel voor pan
tomimeEen Festival maken is
moeilijker dan men denkt. Dat het
dit jaar over het gebied van toneel,
dans, opera, mime en pantomime zo
boeiend was, zo welgekozen en vaak
zo verrijkend, is mijn oprechte conV-
pliment na 22 maal een avondje zit
ten in 25 dagen.
C. NICOLAï.
Spelenderwijs wijs worden. Bij
klaverjassen of „Mens erger je niet"
is de inzet niet levensgevaarlijk. Er
worden echter steeds meer spellejes
bedacht, die wel „levensgevaarlijk"
zijn. Inzet: ons leef- en woonmilieu.
Vanuit Amerika komen deze „ga
mes" (spelen en speltechniek) over
gewaaid naair, onze TH's en universi
teiten. Door middel van deze spelen,
die zo nauwkeurig mogelijk de wer
kelijkheid (hijvoorbeeld stadsuit
breidingen en streek-planning) na
bootsen, kunnen studenten (de toe
komstige plannenmakers) vertrouwd
raken met alle mogelijke zichtbare
en onzichtbare politieke, economi
sche, sociale etc. aspecten van de
ruimtelijke ordening. Maar ook be
stuurders, gemeenteraadsleden en
„het grote- publiek" kunnen op deze
wijze een inzicht krijgen hoe uit
breidingsplannen tot stand komen
en achterhalen hoe zij hier invloed
op uit kunnen oefenen.
Aam de TH te Delft leeft deze
mogelijkheid tot bezinning nogal-
Voor me ligt een lijvig afstudeer
scriptie van Jam Noordman: „Operati
onele spelen in de planologie; dra
gers vam informatie en ervaring";
verder een comoept-spel „Bivier"
(beslissing industriële vestiging)
van Jan Goedman en Paul van de
KaïmeT, waarvan de KRO-tv opna
men 'maakte, tijdens de practisohe
toepassing te Nieuwüorp. Het heeft
geen zin om op deze plaats diep op
de technische kanten van deze spe
len in te gaan. Het zou goed zijn,
wanneer velen van deze mogelijk
heid op de hoogte zijn en er gebruik
van gaan maken. In de. agglomeratie
Eindhoven zijn ze er bijvoorbeeld
spelenderwijs achter gekomen dat
een bepaalde wegeniuiitleg in de toe
komst een helse chaos zou opleve
ren. Geschrokken hebben toen de
bestuurders extra credieten beschik
baar gesteld voor een nog intensie
vere bestudering van de manier
waarop het openbaar vervoer betere
kansen kan krijgen.
Dat spelen' niet zonder meer
„spelletjes" zijn, maakt de scriptie
van Jan Noordman duidelijk, wan
neer hij in het begin tot begripsver
klaringen komt en notities maakt bij
de talrijk mogelijke methodieken en
de hanteerbaarheid daarvan. Daar
van getuigen de praiuitische moeilijk
heden, die een aantal studenten on
dervonden, toen zij in Tunis een
mogelijke ontwikkeling spelender
wijs in kaart wilden brengen. „De
wereld schijnt opgedeeld in twee
ongelijke delen. Het ene deel heeft
een hoog technologisch en weten
schappelijk niveau, het andere deel
is nog bezig zijn primaire proble
men op te lossen, zoials voeding,
kleding en lager onderwijs. De
■grens loopt niet eenvoudig tussen
arme en rijke landen". Het spelen
derwijs ruimte ordenen staat dam
ook nog in de kinderschoenen. Maar
de voorlopige experimenten zijn
bemoedigend genoeg om er mee
door te gaan. Is het niet zo, dat
zowel overheid (bestuurders en des
kundigen als het publiek langza
merhand steeds meer het onbehage
lijke gevoel krijgen, dat bepaalde
ontwikkelingen zich doorzetten on
danks zichzelf, omdat men er geen
vat meer op kan krijgen? In deze
scriptie worden behalve het Tunis-
spel nog het zogenaamde „wegtrase-
ringsspel" en het „streiekplanspel"
behandeld. Allemaal pogingen om
beter vat en inzicht te kunnen krij
gen op de consequenties in de le
vende praktijk van alledag van ge
schetste plannen op geduldig en
niet-tegensputterend papier.
„Kennis over het functioneren van
het „ruimtelijk systeem" is nodig
om mogelijk te maken dat de juiste
mensen op de juiste manier en op
het juiste tijdstip kunnen ingrijpen,
en orn goede, nieuwe systemen te
bunnen ontwikkelen. Planologen
maken gebruik van wetenschappe
lijk onderzoek en operationeel on
derzoek. Sommigen onder hen ver
werpen de werkwijze van de niet-
systematisch-werkende intuïtief -
pragmatische) planologen. Zij den
ken soms dat de empirisoh-weten-
sdhappelijbe methode de enige weg
is om tot vermeerdering van de zo
noodzakelijke kennis te komen.
Sommige gebieden van het dagelijkse
leven onttrekken zich eohiter aan cle
methoden van empirisoh-weten-
sobappelijk onderzoek- De systeem
benadering tracht de voordelen van
beide benaderingen te combineren".
Zo houdt Noordman onder anderen
een pleidooi voor het spelenderwijs
ontdekken waar we met onze ruimte
heen gaan, wat we er meer aan
het doen zijn.
Een opmerking, die we ook nog
graag aanhalen: „Een groot pro
bleem bij inspraak is, dat men vaak
niet ziet, hoe eigen problemen met
een groter geheel samenhangen.
Voor de niet-ingewijden, niet-speci-
alisten is de speltheorie een middel
om de samenhangen van problemen
op het gebied van de planologie te
tonen en hen zo te heipen hun
problemen in een groter geheel te
zien. Als zodanig is het een middel
om inspraak en deelname van het
publiek aan het besluitvormingspro
ces zinvol te helpen maken. Maar
ook, om hen door dit inzicht te leren,
waar zij kunnen ingrijpen en zelf
hun lot bepalen, bijvoorbeeld in ge
bieden, waar bewoners worden gema
nipuleerd of waar hun belangen
worden verwaarloosd".
Met Paul van de Kamer vragen
hopenlijk zich velen af: „Zou er in
de toekomst misschien toch „spe
lend' 'zijn te „ordenen"? Er zullen
natuurlijk altijd lieden zijn, die zeg
gen: „dat spelletjes-goede". Dit soort
„roillen-spelen" kunnen inderdaad
ook een ontmaskering teweegbren
gen. En er is natuurlijk enige moed
voor nodig om - behalve inspraak te
hebben - mogelijk ook in je hemd
gezet te worden. Anderzijds wordt
er met de ruimtelijke ordening toch
al dikwijls genoeg een „spelletje
gespeeld". Maai- van die spelletjes
moeten we nu juist af. En daarbij
zouden deze „gaines" een hulpmid
del kunnen zijn.
Tussen
bSÏ:
Een film als een schilderij. Daarvan is iets te proeven van dit moment
uit Pasolini's Decamerone.
de verregende „Dam-sla-
de Kurfürstendamm door,
rennen van de ene cinema
indere, tijdens de 21e Berli
ner Filmfastspiel-e. De keuze tussen,
die daarbij gemaakt moest worden,
was niet moeilijk wat betreft Paso
lini's „Deeamerone" en Edgar Reitz
„Gesohiohte van Kubelkind".
Wij kozen de eerste, omdat onze
landgenoot Gerard Vandenberg het
camerawerk verzorgd had. Al was
zijn fotografie een lust voor het oog,
Vogelers film was niet meer dan
een sober en traag Blut und Boden
melodrama, waarbij van (zeer) dik
hout (zeer) dikke planken gezaagd
werden rond de strijd tussen de
stroper en een graaf anno 1871. Een
monotone en overbodige indruk ach
terlatend.
Pasolini koos voor zijn Decame
rone 7 verhalen uit het gelijknamige
boek van Boccaccio. Hij wisselde de
ze af met de schelmenstreken van
Ciappelletto en „omarmde" dit ge
heel zelf in de rol van de schilder
Gioto, die hij aan het slot bij de
voltooiing van zijn wandschildering
laat zeggen: „Het is prachtig om een
werk te voltooien, maar nog mooier
om erover te dromen". De film is
een levend schilderij geworden met
alle menselijke schelmenstreken,
uitbundige levensvreugde en verzet
tegen kerkelijke macht in de 14e
■eeuw. Een zevenluik, waaruit een
mentaliteit straalt verwant aan onze
tijd. De film doet denken aan Felli-
ni's heidense kijkspel „Satyrioon",
maar Pasolini graaft dieper.
O „De Russen zijn dank zij de
door de communisten tot stand ge
brachte culturele revolutie goed op
weg het Westen te overvleugelen.
Tegelijkertijd begint echter in de
USSR zelf vanwege het stijgende
culturele peil een proces van ont
dooiing in de ideologische sector.
Het een zowel als het ander kan in
de bomende jaren voor het Westen
van geweldige draagwijdte worden".
Zo besluit R. Holtz zijn bijdrage
„Sovjet-culturele revolutie, een mo
del?" in STREVEN—10 (postbus
233, Den Bosch). „Voor mijn ouders
betekende traditie nog iets: een eet
servies was familiebezit, er was een
geschiedenis aan verbonden, maar
zonder verleden. Voor mij is zo'n
servies nostalgia geworden: een
voorwerp uit het verleden; alleen
actualiteit. Wereldvreemd, zoals zo
vele dingen in deze wereld en de
oude cultuur vreemd zijn". Opmer
king van E. de Kuyper in „Beeld
spraak V". „De t.v. vertoon-t re
gelmatig oudere bioscoopfilms. Dat
heeft verregaande gevolgen. Daar
door wondt nu ziohtbaar dat geschie
denis niet identiek is met terugblik,
maar dat geschiedenis nu gebeurt",
aldus D. Lauiwaert in „Samen lekker
naar de bioscoop". Verder o.a. J.
van Meurs: „Enkele ideeën over eu
thanasie" en F. Bertia-u: „Weers
voorspellingen: wetenschap of
kunst?".
„Het is te verwachten dat, hetzij
de cassette of de plaat, hetzij het
systeem van televerbinding met een
centrale, een grote invloed zullen
hebben op de onderwijsmethodes.
Men vraagt zich zelfs af of de t.v.
niet volledig de school zal vervan
gen", aldus I. Nelissen over „De
toekomst van de fenomenen film en
t.v." in KÜLTUURLEVEN—6 (Jus
tus Lipsiusstr. 18, Leuven).„Con
templatie is allereerst een oefening
in zijn. Als de mens niet leert er te
zijn, belangeloos te verwijlen, dan
tonen de dingen zich niet zoals ze in
zichzelf zijn, de mensen onthullen
bun eigen bestaan niet", schrijft H.
Sohaeffer in „Politieke theologie en
contemplatie" Verder o.a. F. Ver-
riest: „Euthanasie en het recht om
te sterven"; G. Keiler: „De Black
Power-beweging in de Amerikaanse
politiek" en een jaaroverzicht over
theologie en godsdienstige ontwik
kelingen.
„Deze maatschappij doet voort
durend een beroep op het „gemeen
schapsgevoel", maar het gaat daarbij
steeds om een pseudogemeenschap.
Het voortdurend blaten van gezags
dragers over het „algemeen belang"
is diaarvan een sprekend voorbeeld.
Vooral in kwesties zoals die van
ondernemingsraden zien we dit ele
ment voortdurend opduiken. De ar
beiders blijken hier echter niet om
de tuin geleid, al is er altijd een
percentage op wie deze blabla wel
effect heeft", noteert R. Sierksma in
„Arbeider en arbeidsbeleving" in
deze interessante aflevering van DE
GIDS4 (Beulingstr. 2, Amster
dam). Het nummer bevat enkele
opstellen over arbeiders in de indius
trie; t.w. E. Ebels: „Het eigenaardi
ge van de arbeider"; A. de Froe:
„Arbeiders, intelligentie en erfelijk
heid" A. de Swaan: „Een boterham
met tevredenheid"; A. Jansen: „Ar
beider - literatuur - arbeid" en ge
noemd artikel van Sierksma.
De eens „toegediende" moraal
blijkt een moraline te zijn, iets
waardoor wij zo niet vergiftigd dan
toch iets waaraan wij verslaafd zijn
geraakt", opmerking in de uitvoeri
ge analyse-over Simone de Beauvoir
van P. Jacobs in REKENSCHAP2
(Oudegracht 152, Utrecht). Ver
der ga-at in dit nummer O. Noo-rde-
bos in op het boek van dr. J. Sperma
Weiland: „Het einde der religie" en
J. Brandt Corstius op het essay over
Miulitatuli van Garmt Stuiveling.
eindredactie
henk egbers
(Van onze correspondent)
BONN. Sommige mensen den
ken wellicht nog, dat de liefde van
de Westduitsers voor ordelijkheid en
reinheid voldoende bescherming biedt
voor het milieu.
Zij vergissen zich.
Duitse bossen ruiken naar achter
gelaten afva\, stroompjes waarvan het
water eens gelijk champagne smaak
te, worden verstopt door vuiligheid,
oude auto's laat men aan de kant
van de weg staan en afgedankte meu
bels worden domweg in het land
schap gedeponeerd.
Zojuist is er een alarmerend rap
port verschenen over de situatie in
Neder-Saksen, een grootdeels agra
risch gebied, waarvan het fraaie
landschap jaarlijks miljoenen toeris
ten trekt.
Volgens het rapport is de melk, die
in het aan de Noordzee grenzende
deel van het gebied wordt geprodu
ceerd alleen te drinken nadat zij ver
mengd is met een flinke hoeveelheid
melk uit een ander' gebied: de vege
tatie daar bevat 120 maal zoveel lood
als normaal.
Ongeveer 80 procent van de over
gebleven natuur in Neder-Saksen
wordt door enige vorm van verontrei
niging bedreigd. Een deel van 't land
schap wordt reeds verminkt door
wolkenkrabbende hotels, silo's met
appartementen, weckend-bungalows
en kampeerterreinen.
Een van de ergst vervuilde plaatsen
van Europa is zonder twijfel de Dra-
chenfels, de rotshoogte van Königs-
winter, die volgens de VVV de meest
beklommen berg ter wereld, 's Zo
mers kunt je er waden door de ijs
verpakkingen en sigarettendoosjes.
(Copyright De Stem/
The Guardian.)
(Van onze correspondent
NEW YORK. In de State Island-
dierentuin in New York zijn diverse
dieren getroffen door loodvergifti-
ging. Een aantal is reeds gestorven.
Een onderzoek heeft uitgewezen, dat
luchtverontreiniging de oorzaak is
van het lood, dat in de lichamen van
de dieren is aangetroffen.
Aangezien dit lood voornamelijk
door auto's en lucht wordt ingebla
zen, kan dit wel eens ernstige conse
quenties hebben voor de mensen in
de omgeving en niet alleen in die
omgeving.
Acht maanden geleden werden me
dici voor het eerst gealarmeerd door
de dood van een luipaard, die zijn
vacht verloor, ophield met eten en
stierf. Drie weken later werd zijn
half-broer verlamd in zijn kooi aan
getroffen. Tijdens de behandeling
ontdekte men een grote hoeveelheid
lood en zink in het lichaam. Na ken
nelijk herstel en een^ tweede verlam
ming schijnt hij nu weer op te knap
pen. Nader onderzoek bracht soort
gelijke gevallen aan het licht bij an
dere dieren.
De grond in de dierentuin bevatte
4000 delen lood per miljoen. Het ge
bladerte was aangetast in een mate,
die normaal alleen voorkomt bij
planten in wegbermen.
27.
Maar toch mocht ik Edward Ken
nedy wel en ik was geïnteresseerd in
wat hij te zeggen had, maar ook in
het observeren, terwijl hij sprak,
van de tekenen die ik zo goed
herken door mijn ervaring met mijn
eigen drie zoons: de strijd om posi
tie binnen ieder gezin. Edward Ken
nedy was duidelijk de jongste zoon
Hij toonde een zekere spanning; on
getwijfeld het gevolg van het wedij
veren met zijn oudere en misschien
briljantere broers, een handicap
waar ik al eerder over sprak.
Dat waren mijn gedachten terwijl
ik naar de jonge senator luisterde
en zijn gezicht bestudeerde- Tenslot
te onderbrak ik hem om het doel
van mijn komst uiteen te zetten. Hij
zweeg nauwelijks om naar me te
luisteren, weer een verschil tussen
hem en zijn broers. Zij waren ou
der, zekerder van zichzelf, ze von
den het minder nodig hun eigen
belangrijkheid te bewijzen.
De kunst om te luisteren naar wat
een ander te zeggen heeft, de belan
gen, gezichtspunten v-an iemand an
ders onderkennen is een teken van
rijpheid, waarbij de eigen positie
niet in het geding komt. Het jongste
kind in een gezin moet ratelen, re
detwisten, schreeuwen, aandringen,
eisen en zo nodig een drifthui krij
gen om zijn zin te krijgen.
Ik heb een kleinzoon van vijf
jaar, een wonder van talent en on
deugendheid die, als zijn vader in
een staat van onbedwingbare erger
nis de liniaal opheft om een ge
rechtvaardigde straf uit te delen,
zijn microscopische rechterhand op
heft en op de pontificale manier van
een geroutineerd advocaat zegt:
„Wacht nu eens even, pappie. Laat
me eerst uitleggen waarom pre
cies..." en dan legt bij het ad fini-
tum uit tot hij zijn zin heeft gekre-
gen. i
Die zelfde kleine jongen ziet kans,
alleen door onophoudelijk te praten,
in de grote familiekring de aandacht
te monopoliseren en daardoor de
sympathie van iedereen te wekken.
Dat zijn eigenschappen van jongste
zoons en door die middelen ontko
men ze aan de discipline en de
maatstaven waaraan de oudere zoons
gehouden worden.
Ik heb bijvoorbeeld nooit een
jongste zoon gekend die geen roeke
loos chauffeur was. Mijn eigen jong
ste zoon, nu een gezeten burger, in
in een bepaalde periode van zijn
leven een wildeman achter het stuur
geweest. Toen hij in Harvard stu
deerde hebben zijn studieresultaten
zelfs te lijden gehad onder zijn
hartstocht voor race-auto's. Ik kan
daarom de neiging van de jonge
senator om hard te rijden wel be
grijpen- Het overschrijden van de
maximumsnelheid is in zekere zin
een blijk van onzekerheid, van de
behoefte om zichzelf te bewijzen.
Wanneer men tot rijpheid komt be
staat die noodzaak niet meer en
wijst de snelheidsmeter w-eer een
normale stand aan.
Men zou de. vraag kunnen stellen
hoe lang dit duurt. Het antwoord is
dat het verschilt naar gelang van
degene om wie het gaat. In het
geval van Edward Kennedy zou het
wel eens langer kunnen duren dan
anders, omdat hij drie oudere broers
heeft gehad die uitzonderlijk bril
jant waren en uitzonderlijke capaci
teiten bezaten. Zelfs zijn zusters
hebben de kracht en de charme van
de Kennedy's. Hij heeft een zware
strijd moeten leveren.
In zijn kamer bewonderde ik een
tamelijk klein met de hand gebeeld
houwd bureau. Het blad is met leer
bekleed en een metalen plaatje ver
meld: Voor Joseph P. Kennedy III.
Er staan ook initialen op, „J.B.K."
Die initialen staan voor Jacqueline
Bouvier Kennedy. Het bureau be
hoorde toe aan Joseph Kennedy jr.,
de oudste zoon van de familie- Het
plaatje is bestemd voor de oudste
zoon van Robert Kennedy. Robert
Kennedy heeft het bureau zelf ge
bruikt. Nu werkt Edward er aan
maar op zekere dag zal het aan de
jonge Joe III toebehoren.
Aan de muur hangt ook een inge
lijst schoolrapport met allemaal hoge
cijfers, slechts één onvoldoende. Dat
werd eens uitgereikt aan Rose Ken
nedy en, vertelde Edw-ard Kennedy
me, door zijn broer Jack die, door
zijn ouders aangespoord op school
wat beter zijn best doen, wraak nam
door een oud rapport van zijn moe
der op te scharrelen. Zij, die ge
woonlijk alleen maar hoge cijfers
haalde, met een onvoldoende? Op
Jack's schimpscheut had ze geant
woord dat hij moest doen wat ze
zei, niet wat zij gedaan had.
Mijn bezoek aan Edward Kennedy
eindigde die dag in het teken van
warme genegenheid voor de familie.
We spraken over zijn moeder en het
was duidelijk dat hij uiterst trots op
haar is. Hij had een sterk ontwik
keld familiegevoel dat zich uitstrek
te tot alle kinderen, neven en nich
ten.
Toen ik wegging vroeg ik me af:
„Zal deze man ooit president wor
den?"
We hebben de principes van de
democratie tot de onze gemaakt, we
leven volgens de wetten en de idea
len van de democratie. In een der
gelijk idealistisch stelsel zou alles
goed moeten gaan, ware het niet
en dat is men zich niet voldoende
bewust, dat een democratie rivaliteit
met zich meebrengt. Iedereen heeft,
althans in theorie, gelijke kansen
om te slagen. Theoretisch is ieder
een net zo goed als ieder a-nder en
heeft hij dezelfde rechten en dezelf
de kansen om te proberen rijk en
machtig te worden.
De kink in de kabel wordt veroor
zaakt doordat de een in de onver
mijdelijke concurrentiestrijd meer
succes heeft dan de -ander, door
aangeboren talent en wilskracht. Zij
zijn van het begin af aan de win
naars. In onze generatie zijn dn de
Verenigde Staten de Kennedy's van
het begin af aan de winnaars ge
weest- Ze hebben rijkdom, een knap
uiterlijk, stoutmoedigheid, aangebo
ren talent en vastberadenheid in
zich verenigd. Een dergelijke over
vloed van zegeningen kan alleen tot
moeilijkheden en tenslotte, zoals we
gezien hebben, tot de dood leiden.
Ons volk kan een zo verbluffende
combinatie eenvoudig niet verdra
gen. Onder welk voorwendsel dan
ook moeten dergelijke mensen, die
„alles meehebben" uitgeschakeld
worden. Fred-ric Wertham, de be
kende psychiater, noemt het „mag-
nicide, het doden van een groot
mens". „Democratie", zegt David
Riesman, socioloog van Harvard,
„werpt de vraag op: waarom ben jij
zo groot en ben ik zo klein?"
Deze zwakke plek in ons concur
rent estelsel kan niet gecompenseerd
worden door repressieve maatrege
len van hogerhand. Die zouden de
grondslagen van het democratische
stelsel juist aantasten. Wat met de
familie Kennedy gebeurde is een
volmaaktvoorbeeld van een afschu
welijke misdaad die de democratie
zelf aantast. De gewelddadige in
vloed van massale en individuele
jaloezie op de begaafde en geslaagde
mens kan dergelijke mensen zelfs
beletten de taak die ze zich gesteld
hebben te vervullen.
Toch hebben we begaafde mensen
dringend nodig. We hebben ze nodig
op ieder niveau. 'Zij 'het op veel
bescheidener wijze, heb ook ik de
ervaring opgedaan die de Kennedy's
bijna vernietigd heeft.
(Wordt vervolgd.).
Ted Kennedy, de enig overgebleven zoon van Joseph P. (hier met Ethel
en een aantal van haar kinderen bij het graf van Robert).
-