Ik heb me niet geremd gevoeld 95 Vier renners vinden kritiek Pel ten onrechte Een medische faculteit UITSLAGEN EN KLASSEMENTEN KREKELS IN VORM SPO AUR IS B „Met 0< mooist* De arm» niet latei zakken RINI WAGTMANS: fr< Reorganiseren Moderne aanpak 1 sport TWEEDE SPORTPAGINA VAN MAANDAG 19 JULI 1971 (Van ver) onze speciale verslagge- PARIJS Wat Rini Wagtmans zich ten doel stelde, haalde hij. Op zijn erelijst is een etappe-overwin ning in de Tour de France 1971 bijgeschreven („als me dat lukt", zei hij voor de ronde, „vind ik mijn seizoen geslaagd") en hij heeft aan de zijde van Eddy Merckx en onder de zeer professionele leiding van Lomme Driessens de scholing gekre gen die hij voorstond toen hij in dienst trad van Molteni. „Ik ben in deze Tour echt wielrenner gewor den". Dat is de winst die Rin.i Wagt mans in Parijs uittelde. Ze komt niet tot uiting in het algemeen klas sement, maar hij waarschuwde er tijdig voor („Ik ben nu eenmaal knecht") en toonde toen nog net bedenkingen tegen zijn rol. „Mijn persoonlijke prestatie moest in dienst staan van de piloeg en van Eddy Merckx. Het was miijn taak eerst hem en dan pas mezelf de ruimite te geven. Dat is gebeurd ook en ik hab me er niet door geremd gevoeld. Integendeel. Als ik op deze Tour terugkijk, ben ik dik tevreden De manier waarop bij Mólteni ge werkt wordt, bracht me dichter bij het vak. Ik leerde hoe professioneel je moet aijn c*m dit beroep goed te beoefenen. Voor elke belangrijke etappe bijvoorbeeld gingen we steeds trainen. Dan stuurde Dries sens ons zo'n 60 km weg. En niet op hat gemak hoor, nee, voluit koersen 's Morgens voor de laatste zware bergetappe, zijn we drie kwartier weggeweest. Keihard er tegenaan. Kijk, dat is nou zoiets waar je anders nooit toe komt. Ik wist ge woon niet dat het goed was". Of Rini Wagtmans zijn stage bij Merckx en Driessens afsluit om met de opgedane ervaringen volgend jaar zelfstandig te werken, heeft hij nog niet uitgemaakt, zegt hij, maar in Parijs circuleerden gisteren ge ruchten als zou het intussen reeds gebeurd zijn. „Ik zal het allemaal eens rustig bekijken. Er zijn in deze Tour vijf firma's bij me geweest, die me graag willen, maar ik weet nog niet wat ik doe. Het hangt ervan af waar ik voor mezelf de beste mogelijkheden zie om een goede Ronde van Frankrijk te kun nen rijden. Dat is mijn voornaamste doel. Ik weet dat de Tour de wed strijd is waarin ik het best tot m'n recht kom. Niet in klassiekers. Die hebben me nooit gelegen. De Tour, dat is het en als ik van merk verander gaat het daarom. Niet om het geld. Ik wil m'n carrière goed uitbouwen, en dan spelen op dit moment de centen geen hoofdrol". Rini Wagtmans: „In deze Tour ben ik echt wielrenner geworden" (Van onze speciale verslaggever) PARIJS De helft van de Goudsmit-Hoff-ploeg die de Tour de France tot een einde bracht, is het niet eens met de kritiek van ploeg leider Kees Pellenaars, die tijdens de Ronde er geen geheim van maak te dat de ware koersmentaliteit bij de meeste van zijn renners ont breekt. Vier van de acht die Parijs haalden delen die mening niet: Jan van Katwijk, Matthijs de Koning, Ger Harings en Henk Benjamins. Drie ervan erkenden Pellenaars' ge lijk: Gerben Karstens, Jos van der Vleuten en Jan Krekels. Wim Prin sen stemt blanco. Van de acht die in Parijs aankwa men, zijn er drie die stoppen met wielrennen ais ze straks aan het eind van het seizoen geen nieuw contract krijgen: Van Katwijk, Ha rings en Benjamins. Eén gaat dan ondanks dat door: Jos van der Vleu ten, twee (Krekels en De Koning) maken zich geen zorgen over plaat sing elders en Wim Prinsen meldt bij dat punt nog niet stilgestaan te hebben. Gerben Karstens tobt geen moment over 1972, want hij heeft inmiddels zegt hij voldoende aanbiedingen. De gedetailleerde antwoorden van de enquête onder de Gouidsmit-Hoff- rertners die de Tour de France uit reden. Vraag 1: Heeft Kees Pellenaars gelijk met zijn kritiek? Jos van der Vleuten: „Ja, het werd te makkelijk opgenomen. Vol- DE pel is verbijsterd (Van onze speciale verslaggever) PARIJS Na alle kritiek die hij op zijn renners had en nog heeft, na de teleurstellingen die hij tegenkwam en zonder veel voor behoud verwerkte, oordeelt Kees Pellenaars tenslotte in Parijs, dat hij géén spijt heeft van zijn wielermissie naar Frankrijk. „Ik ben mijn ploeg aan het opbouwen en wat dat betreft kon ik me hier goed oriënteren. Er zal voor volgend jaar flink gezuiverd moeten wor den". Uit het dagboek van de Goudsmit-Hoff-ploegleider blijken de conclusies daarmee niet ten einde, want: Kees Pellenaars vindt dat zijn personeel niet hard genoeg was voor de coureurs, dat het wense lijk zou zijn andere contracten te maken, dat de sponsor er verstan dig aan doet naast de prof- een amateurploeg te adopteren, dat hij straks bij het aanwerven van nieuwe renners geen belachelijke prij zen moet betalen, dat inspraak een mooi woord is, maar dat het niet iedereen gegeven is om op dat niveau mee te denken, en dat „de pep" nog lang de wielerwereld niet uit is. Vooral dat laatste deed Kees Pellenaars verbijsterd terugkeren naar het Liesbos. „Het pelo ton", gromt hij, „is geen peloton meer, maar een medische faculteit". Vol ontzetting rapporteert hij dan, hoe zijn eigen ogen zagen op welke manier de coureurs de kracht kre gen om door te gaan en dat naar zijn mening de Tourartsen spotten met wat ten grondslag ligt aan het dopingreglement. „Ik ben niet tegen medische begeleiding, maar wat ze nou klaarmaken is gewoon te gek- In Luchon sliepen we met alle ploe gen in een jongensinternaat, dus ik heb het allemaal eens goed kunnen bekijken. Echt, wat ik toen zag heb ik van m'n hele leven niet gezien. Er liepen Italianen rond met pakken "spuiten, Niet een of twee, nee: pak ken. Op verschillende bediden lagen renners met een infuus. Ze kregen glucose toegediend. Tik, tik, tik, tik. Er was er een die de volgende dag vergat het apparaat mee te nemen. Dat heb ik dan maar gedaan. Het zat netjes in mijn kof fer. Dat mag ik niet missen, dacht ik. Maar is het belachelijk of niet?". Zo, pats die naald in d'r arm en maar druppen. Tik, tik, tik. Ja, maar nou de stunt: heb jij de Italia nen van voren gezien in deze Tour? nee toch." Dus „ze pakken" ze al leen maar om bij te kunnen blijven aan de staart van de groep. Mensen, waar gaan we naar toe op die ma nier? En dan die Tour-dokter- Die snap ik ook niet. Ze gaven aan geblesseerde renners verboden mid delen om op te knappen en ze leverden er een keurig briefke bij dat ze daarom bij een doping-con- trole vrijuit gingen. Dat moet niet kunnen. Maar het gebeurde. Hier, ik heb zo'n bewijs voor een van de renners nog in m'n zak. Kijk, m'n uitgangspunt is altijd geweest: te ziek om te koersen, dan naar huis. Geen drog om iemand overeind te houden. En daar ben ik het roerend mee eens. Als je dan ziet hoe ze er hier over denken, dan vraag ik me af op welke weg we zitten met de dopingbestrij ding" Het is voor Kees Pellenaars de meest onthutsende ervaring van, wat hij zelf noemt, zijn oriëntatie in de tour, die hem ondanks alles niet slecht viel. „Mij is het in eerste instantie alleen te doen geweest om te bewijzen, dat ik in de Tour kon komen en verder om te kijken in hoeverre ik met deze renners een ploeg voor de toekomst maak. Nou ja, ik heb het ai eerder gezegd: op enkele coureurs na is er te weinig durf en kwaliteit. Ik zal goed moe ten gaan reorganiseren". Dat doet Kees Pellenaars zeker niet - nam hij zich voor - met duizelingwek kende geldbedragen. „Ik zou graag jongens als Zoetemelk, Wagtmans en Tabak hebben, maar ga er niet over piekeren. Er zitten prijzen in m'n kop en meer dan dat betaal ik nooit. Ik peins er geen seconde .over". Reorganiseren betekent voor Kees Pellenaars ook een voorstel aan zijn directie om de opzet van de contrac ten te gaan veranderen. „Als dat kan tenminste. Daar zal ook nog met de KNWIJ over gesproken moeten worden Ik wil naar het systeem dat ze ook in Frankrijk, bij BIC bij voorbeeld, kennen: een proeftijd van drie maanden of een half jaar. Dat is in de hele maatschappij zo, maar de wielersponsor pakt renners met een voor een heel seizoen .Fout. Ze gaan het te makkelijk op nemen want ze weten dat ze toch voor een jaar onder de pannen zijn". Een moderne aanpak dus, want Kees Pellenaars wil dat best zijn. „Ik denk en ik doe modern. Het is niet altijd even makkelijk-inspraak. Neem nou inspraak. Ik heb het ge probeerd en het is hopeloos mislukt. gens mij omdat ze niet weten hoe goed ze het hebben. Ik ben er intus sen wel achter door alles wat ik begin dit seizoen meemaakte. Je moet maar eens, zoals ik, ampep brood op de plank hebben. Dan praat je wel anders. Dan wil je wel afzien. Ik heb dat de jongens trou wens een keer recht in hun gezicht gezegd. Volgens miij hielp heit, want de laatste dagen ging het steeds beter. Er kwam meer ploegver- band". Matthijs de Koning: „Nee. Pelle naars redeneert van tien jaar terug, toen er veel minder gerekend werd door de renners. Nou gebruikt ie dereen z'n verstand en dat leidt tot minder spectaculair rijden. Wat er bij ons nog bij kwam, was het gebrek aan samenwerking in het begin van de Tour, We kenden el kaar te weinig en dan miè je de intentie om je voor elkaar op te offeren. Dat drukt uiteindelijk ook de persoonlijke prestaties. Ik vind wel, dat het de laatste week stuk ken beter liep in de ploeg". Gerben Karstens: „Ja. De mieesten vergeten tegenwoordig dat ze in de ze tijd goed geld kunnen verdienen, maar dat je er wel wat voor moet doen. Het wordt onvoldoende be seft". Jan van Katwijk: „Nee. Ofschoon i'k vind dat Pellenaars ergens wel gelijk heeft, ben ik het over het geheel genomen toch niet met hem eens. Pellenaars praat over een tijd dat er geen dopingcontroles waren. Iedereeen was vroeger vrij in zijn doen en laten, maar nu moet er Naturel gekoerst worden. Tja, en dan gaat het minder fel. M'n grote bezwaar tegen de openlijke kritiek van Pellenaars is, dat hij jongens diie toch al zitten te tobben, nog verder de vernieling in werkt". Jan Krekels: ,Ja. Als ik mezelf naga, moet ik toegeven dat ik betere uitslagen had kunnien maken wan neer ik attenter en aanvallender ge reden zou hebben. Waarom ik het niet deed? Och, moeilijk te zeggen. Misschien lag het aan de ploag- geest". Wim Prinsen: „Daar praat ik niet over. Dat moet iéder maar voor zich uitmaken". Ger Harings: „Nee. Er waren er inderdaad die zich minder weerden, maar dan moet je ervan uitgaan, dat ze wel wilden maar niet konden. Ik vind die kritiek onjuist". Henk Benjamins: „Nee. Tenminste wat mij persoonlijk betreft. Over de rest oordeel ik niet". Vraag 2: Ben je over jezelf tevre den? uitrijdt, ma:g je zonder meer tevre. den zijn. Maar het is me wel gevallen dat ik in de bergen vooruit kwam. Ik denk dat de drui te groot was. Iedereen verwachtte ij de cols veel van me en tegen dit spanning kon ik niet op. Er zijt nachten bij geweest dat ik geen ooj dichtdeed en dat ik een tabletje moest nemen om in slaap te kamen. Ik kon er gewoon niet tegen dat zo op me gerekend werd, daar ben ik erg gevoelig voor. Misschien zou ik beter gereden helbben als ik wis: dat niemand me kende". Ger Harings: „Ja, als je nagaji dat dit m'n eerste grote ronde was dan vind ik dat ik het niet heb gedaan. In de Ronde van moest ik er na vier dagen uit, ilk begon met weinig ervaring aai de Tour. Jammer, dat ik aan dt sukkel raakte. Eerst een knieblessj. re, toen een ontstoken kies en di laatste dagen maagpijn. Op die ma nier hou je weinig macht over". Jan van Katwijk: „Ja, want J heb gedaan wat ik kon. Alleen jas\. mer dat ik geen behoorlijke "u~'- kon maken". Jos van der Vleuten: „Ja. Dit wa: mijn beste Tour van alle vijf die ii reed. Het ging lekker. Dat bewijzai die drie grote ontsnappingen wel waar ik bij zat". Matthijs de Koning: „Ja. Met sa me omdat ik zoveel leerde. Ik weel nu, dat ik volgend jaar een heel andere, veel betere Tour zal rij den". Henk Benjamins: „Ja. Ik fietste stukken makkelijker dan vorig jaar, ondanks al die blessures waar i mee zat' Vraag 3: Pellenaars denkt van dt huidige ploeg sledhts drie of vier renner® te kunnen gebruiken voor volgend seizoen. Reken je erop je daar bij bent? Jan Krekels: „Ja. Naar wat ik laatste Tourtagen presteerde, denk ik dat Pel me wel wil houden". Wim Prinsen: „Ja. Ik ben er niet bang voor". Ger Harings: „Ik heb er geen idee van". Gerben Karstens: „Ik zeker niet. Dat is bekend. Er zijn al verschil lende ploegleiders bij me geweest voor volgend seizoen. Ik kan naar Frankrijk, Italië en Spanje. Mijn voorkeur gaat uit naar Italië. Deze week zal de beslisising wel vallen, denk ik". Jan van Katwijk: „Ik kan er geen zinnig woord over zeggen": Henk Benjamins: „Te vroeg om to oordelen. Maar als ik de komende Gerben Karstens: „Ja. Ik won een maanden geen goede uitslag maai, rit en ik droeg een paar dagen de ben ik ef wél bang voor". Jan Krekels, in de laatste kilometers bij de kopgroep gekomenteint de spurt van de negentiende etappe. groene trui. Dat zijn prestaties om content over te zijn. Het is bewezen dat ik een van de rapsten ben, dus wat zou ik mopperen?" Alleen in de bergen bleef ik wat achter, maar dat is voor mij normaal ofschoon ik aartig mee kan als het niet zo bloedheet is. Dat héb je in die laatste bergrit wel gezien. Maar ik ben nou eenmaal geen specialist in de cols, weit zou ik me dan zo forceren voor bijvoorbeeld een groe ne trui, dat ik later èn elkaar klap. M'n grote doel was een etappe win nen en dat lukte. Dat puntenklasse ment heefit me noodt echt geinteres- seerd". Jan Krekels: „Ja. Die overwinning en een tweede plaats helbben m'n hele ronde goed gemaakt. Tenslotte moet je een eerste plaats in een Tour-etappe hetzelfde waarderen als het winnen van een klassieker. Het enige wat me tegen zat, was een zware verkoudheid in de eerste week. Die bezorgde me nogal wat last. Ik herstelde er slecht van en volgens mij kwam het omdat we voor de Tour een flink programma afwerkten. Ik denk dat het voor mij iets te zwaar was". Wim Prinsen: „Ja. Als je de Tour Matthijs de Koning: ,Jk denk van wel". Jos van der Vleuten: „Afwachten. Ik weet eciht niet of ik mezelf een kans mag geven". Vraag 4: Als je géén contract krijgt, stop je dan met wielrennen of ga je door? Ger Harings: „Dan hou ik er met een mee op". Jos van der Vleuten: „In dat gc zal ik toch doorgaan". Wim Prinsen: „Daar heb ik no{ nooit over gedacht". Jan van Katwijk: „Als de Pel me buiten zet, sahei ik er direct mee uit. Dan word ik weer automon teur". Gerben Karstens: „Ik zei het a): ik zit er niet mee. Aanbiedingen voldoende". Henk Benjamins: „Mocht Pelle naars me niet meer willen, dan stop ik met koersen". Jan Krekels: „Wanneer ik bij Goudsmit-Hoff geen contract meer krijg. zal dat heus wei ergens an ders wel lukken. Daar ben ik niet benauwd voor". Matthijs de Koning: „Dan zal it volgens mij wel bij een andere fir ma terecht kunnen". Na de Ronde van België waren er een paar die nooit in de prijzen hadden gezeten. Toen heb ik alle jongens bij elkaar geroepen en ge zegd: vertellen jullie nou maar wat er moet gebeuren. Delen ze toch mee of delen ze niet mee? Is dat inspraak of is dat geen inspraak?". Man nog an toe, dat werd me een gezeur- Geen enkel duidelijk ant woord. En dan zeg ik op mijn beurt: inspraak is goed, en ik wil wel, want ik besef dat ik met een nieu we generatie te maken hebben, maar laat ze alsjeblieft het benul hebben om het beleid echt mee te kunnen bepalen. En dat zit er niet in. Kei hard zijn, dat is in de wielersport beter dan inspraak". PETER HEERKENS NEGENTIENDE ETAPPE 1 Krekels (Ned-Pellenaars) 5.21,06 (met bon. 5.20,46); 2 Guimard (Fra- Capuf) z.t. (5.20,56); 3 Danguillaume (Fra-Plaud) z.t. (5.21,01); 4 Francio- ni (It-Martini) z.t.; 5 Wagtmans (Ned -Driessens) z.t.; 6 Van Springel (Belg-Driessens) z.t.; 7 Armani (It- Giganti) z.t.; 8 Stevens (Belg-Dries- senis) 5.21,04; 9 Van Schil (Belg- Driessens) z.t.; 10 Agostinho (Por- Geminiani) z.t.; 11 Genty (Fr-De Muer) 5.21,11; 12 Hoban (GB-Sta- blinski) z.t.; 13 Karstens (Ned-Pel- (Van onze speciale verslaggever) PARIJS —In Versailles sprak men van een nieuwe Leman, een sprinter die het zon kunnen opne men tegen zelfs een Basso. Jan Kre kels had al een week geleden ge zegd: „Je moet een kans krijgen, nu ben ik niemand, als het een keer lukt verandert alles op slag". Zo was het ook in Versailles waar hij de 19e etappe won en het had al in Poitier kunnen zijn. waar hij zich vergiste in de aard van de piste en „slechts" tweede werd. De laatste dagen van de Tour hebben het wie lerleven van Krekels weer aanzien gegeven. Hoe vaak is gedurende de voorbije weken niet smalend gespro ken over Krekels als de man die niet durfde, die niet waagde zich leeg te rijden, die maar bleef zitten en zo nu en dan een prijsje weg sleepte. In Basel, waar hij zevende werd, in Freiburg en Marche tien de. „Hij is lui", sprak Pellenaars, onbarmhartig oordelend. Maar de Pel vergat dat de wil aanwezig kan zijn, maar niet de vorm. Krekels had lange tijd nodig om in vorm te komen. Drie dagen voor het eind van de ronde ontmoet ten wij hem bij de start. Zijn ge zicht stond vrolijk. „Ik voel me sterk", zei hij, „ik rijdt steeds be ter". In de voorlaatste rit naar Versail les liet hij zich „zien", In de -sprint om de eerste Point Cbaud werd hij derde, toen na 140 km de Cóte de Dourdan opdoemde op wiens top de Grandprix Henri Desgrange gereden werd. ging hij met Eddie Merckx en Cyrilie Guimard op jacht naar de ontsnapte Italiaan Wilmo Francioni. Het drietal werd door het peloton teruggepakt. Maar dat kon het mo reel van Krekels niet breken. Ook niet toen op vier kilometer van de aankomst nog een kopgroep van zes renners met een voorsprong van 30 seconden het peloton vooraf ging. In de finale reed Krekels taktisch bij zonder goed. Toen het peloton de kopgroep dreigde in te lopen glipte hij op tijd met de Belg Hertnan van Sipingel mee. Hij bereikte op 800 m voor de finish de kopgroep, keek even om zich heen, oordeelde toen dat de Fransman Guimard de snelste van de kopgroep was en koos zorgvuldig diens wiel om aldus gelanceerd de laatste bocht uit te komen en met enige lengte voorsprong op Guknard de etappe te winnen. Voor Krekels is deze Tour nu te vlug afgelopen. Hij had nu wellicht in de „vlakke" etappes nog veel wat opzien kunnen baren. lenaars) 5.21,36; 14 Nassen (Beïg- Schotte) z.t.; 15 Teirlinck (Belg-Sta- blinski) 'z.t.; 16 Prinsen (Ned-Pelle- naars) z.t.; 17 Lopez-Rodriguez (Sp- Momene) z.t.; 18 Wolfshohl (WD1- Caput) z.t.; 19 Huysmans (Belg- Driessens) z.t.; 20 Pelia (It-Giganti) z.t.; 21 Perin (Fr-Caput) z.t.; 23 Ji menez (Sp-Langarica) z.t.; 24 Genet (Fr-Caput) z.t.; 27 Harings (Ned- Pellenaars) z.t.: 28 Van Katwijk (Ned-Pellenaars) z.t.: 38 Benjamins (Ned-Pellenaars) 5.21,36; 51 Zoete melk (Ned-Schotte) z.t.; 58 De Ko ning (Ned-Pellenaars) z.t.; 86 Van der Vleuten (Ned-PellenaarS z.t. TIJDRIT 1 Merckx (Belg-Driessens) 1.10,32 (gem. 45,765 km per uur); 2 Agos tinho (Port-Geminiani) 1.13,08,4; 3 Wagtmans (Ned-Driessens) 1.13,24,9; 4 Bracke (Belg-Plaud) 1.13,36,5; 5 Swerts (Belg-Driessens) 1.13,58; 7 Van Schil (Belg-Driessens) 1.14,35,4; 8 Zoetemelk (Ned-Schotte) 1.14,38,4; 9 Guimard (Fr-Caput) 1.14,41,4; 10 Jimenez (Sp-Langarica) 1.14,44,5; 11 Thevenet (Fr-Plaud) 1.15,08,5; 12 Genet (Fr-Caput) 1.15,18,5; 13 Gross- kost (Fr-De Muer) 1,15,27,7; 14 Simo- netti (It-Martini) 1.15,28; 15 Vercelli (It-Giganti) 1.15,33; 16 Santamarina (Spa-Momene) 1.15,35,4; 17 Morten- sen (Den-De Muer) 1.15,38,7; 18 Gen ty (Belg-De Muer) 1.15,40,8; 19 Dan guillaume (Fra-Plaud) 1.15,57,4; 20 Van Impe (Belg-Stablinski) 1.16,00,2; 21 Guyot (Fra-Stablinski) 1.16,01,3; 22 Francioni (Ita) 1.16,04,3; 23 La- bourdette (Fra-De Muer) 1.16,09,6; 24 Gruyère (B.-Driessens) 1.16,16,2: 25 Davo (Ita-Adorni) 1.16,33,0; 31 Van der Vleuten (Ned-Pellenaars) 1.17,02,6; 40 Krekels (Ned-Pelle naars) 1.17,28,0; 53 Van Katwijk (Ned-Pellenaars) 1.18,33,0; 64 Prin- M& (Ned-Pellenaars) 1.19,35,3; 7f Karstens (Ned-Pellenaars) 1.21,30,4; 81 De Koning (Ned-Pellenaars) I.21,41,0; 82 Benjamins (Ned-Pelle naars) 1.21,42,4; 92 Harings (Ned- Pellenaars) 1.24,37.0. EINDKLASSEMENT 1 Merckx (Belg-Driessens) 96.45,14; 2 Zoetemelk (Ned-Schotte) op 9,51; 3 Van Impe (Belg-Stablinski) op II,06; 2 Thevenet (Fr-Plaud) op 15,18; 5 Agostinho (Port-Geminiani) op 21,00; 6 Mortensen (Den-De Muer) op 21,38; 7 Guimard (Fr-Ca- put) op 22,59; 8 Labourtette (Fr-De )Muer op 30,07; 9 Aimar (Fr-Sta- blinski) op 32,45; 10 Lopez Cairril (Sp-Lanigarioa) op 36,00; 11 Galdos (Sp-Langarica) op 41,59; 12 Mori (It- Adorni) op 47,44; 13 Martos (Sp-Mo- mene) op 48,49; 16 Wagtmans (Ned- Driessens) op 52,50; 17 Letort (Fr- De Muer) op 57,33; 18 Danguillaume (Fr-Plaud) op 59,11; 19 Simonetti (It-Martini) op 1.03,06; 20 Dumont (Fr-Plaud) op 1.03,49; 21 Van Schil (Belg-Driessens) op 1.08,28; 22 Sehleck (Lux-De Muer) op 1.09,29; 23 Perin (Fr-Caput) op 1.10,19; 24 Santamarina (Sp-Momene) op 1.10,28; 25 Grepaldi (It-Adorni) op 1.11,30; 30 Van der Vleuten (Ned- Pellenaars) op 1.17,49; 49 Krekels (Ned-Pellenaars) op 1.42,02; 59 Prin sen (Ned-Pellenaars) op 1.49,26; 63 Karstens (Ned-Pellenaars) op 1.51,30; 74 De Koning (Ned-Pelle naars) op 2.07,48; 80 Benjamins (Ned -Pellenaars) op 2.14,56; 82 Harings (Ned-Pellenaars) op 2.25,13; 87 Van Katwijk (Ned-Pellenaars) op 2.41,37; 94 en laatste Chappe (Fr-Caput) oo 3.04,54. DAGPLOEGENKLASSEMENT NEGENTIENDE ETAPPE 1 Driessens 16.03,16: 2 Pellenaars (Krekels, Karstens, Prinsen) 16.04,18 3 Caput z.t.; 4 Geminiani z.t.: 5 Gi ganti en Martini z.t TIJDRIT 1 Driessens (Merckx. Wagtmans, Swerts) 3.37,43: 2 Plaud 3.44.11; 3 De Muer 3.46,45: 13 Pellenaras (Van de: Vleuten, Krekels, Van Katwijk) 3.53.03. EINDPLOEGENKLASSEMENT 1 De Muer 292,01,40: 2 Driessens 292,22,00; 3 Plaud 292.33.19: 4 Sta- blinski 292.58,12: 5 Martini 293.24,11; 6 Langarica 293.37.19: 7 Momene 293,53,14; 8 Caput 293.56.43; 9 Schot- te 294.12,12; 10 Geiminiani 294.14.51; 11 Adorni 294.37,18; 12 Pellenaars 295.30,25; 13 Giganti' 295.42.33. PUNTENKLASSEMENT 1 Merckx 187 pnt.: 2 Guimard 179: 3 Karstens 107: 4 Zoetemelk 85: 5 Wagtmans 84; 6 Leman 82; 7 Krekels 81; 8 Danguillaume 71; 9 Van Impe 64: 10 Genet 58. OOMBINATIEKLASSEMENT 1 Merckx 5 pnt.; 2 Zoetemelk pnt.; 3 Van Impe 12 pnt.; 7 Wagt mans 35 pnt. EINDKLASSEMENT POINTS CHAUDS 1 Nassen 52 pnt.; 2 Van der Vleu ten 35; 3 Merckx 34; 4 Hoban 26; 5 Mintkiewicz 21; 6 Zoetemelk 20; 7 Karstens 17; 8 Riotte 16; 9 Ballini lk 10 Francioni 14. EINDSTAND COMBINATIE KLASSEMENT 1 Merckx 5 pnt (1+1+3); 2 Zoete melk 9; 3 Van Impe 13; 4 Guimard 14; 5 Agostinho 21; 7 Wagtmans 34. Grote prijs van de jongeren: Zoete melk (over de gehele Tour). DERDE SPORTPAGINA V/ me: (Van oi PARIJS Weg uit 6 Eddy Merckx zonder omh in de ronde was gebleven Bois de Vincennes besefte deze rondezege afstraalde zijn triomf bevocht nada; leurstelling daarover gold ve nederlaag in plaats var de spijt over wat hij mee was: „Ocana verslaan". E woonte in, zelfverzekerd op de Merlette. Daarna gi geweest, ik weet het zeker Eddy Merckx vertelt dan, de vorm die hij zo plotselin was, voelde terugkomen. H steeds sterker werd en tenslj de laatste week terugkwam peil dat hij van zichzelf gew f „In de rit naar Marseille, een paar minuten nam, zoveel moraal dat ik ervan| tuigd ben dat ik Ocana had verslaan als hij in de roncj gebleven en ik voel me nu vroeger". Nuchter genoeg als hij ka geeft Eddy Merckx ruimscho dat zijn theorie er een is wt| men kan denken wat men zal altijd wel een vraag blijv| deze ronde was afgelopen al3 niet had hoeven opgeven, er dan gebeurd zijn? Nie het ooit weten". De gedacht Eddy Merckx dwarrelen dan naar de vo.or hem zo fatale etappe, toen hij wel wilde ma: kon. „Ik ben er nog steeds achter waar het door kwam. I me een volkomen raadsel. M: ben allang blij dat het weer is." Dat herstel, ontkent hij, niet in de hand gewerkt do prikkel die Luis Ocana uitc door hem op zo'n duidelijke n terug te wijzen. „Dat had gee (Van onze PARIJS In het Bois de Vir er meer dan 60. Dit kille cijfer. gaf aan hoe wreed deze Tour is letsel, maar ook door geestelijl Ocana en voor de talloze ongelu den. Een Tour met een geweld! wiens mythe gebroken werd. In nog eenzaam boven alles en ied zijn gele trui en het voltooien hoogtepunt van zijn dictatuur wereldklasse, maar het aureool heeft zijn limiet ervaren. Drie zucht, een zichtbaar verbreken slotte zichzelf voorbijgeliold. E iedereen stuk ging, is nu ook b het een tijdelijke onvolkomenhe Merckx is nog altijd bezeten zijn vak, z'n garage lijkt nog in op een research-laboratorium een rijwielfabriek, maar toch i veranderd. Op een avond in Tour, nippend aan een glaasje liet hij zich ontvallen: „Ik ben zo graag thuis". En iedereen in omgeving getuigde dat de freque van zijn telefonische gesprek met „thuis" de laatste tijd noj toegenomen. Sinds op 15 febr ■van het vorig jaar zijn dochte Sabrina geboren werd is Mer een nomade met heimwee. Drie jaar lang tijdens deze un: jacht naar geld en roem was bedwelmd door het succes, werd geen tijd gegund na te hen, zelfs niet in de eenzaam.' van z'n hotelkamer tijdens een de. Want buiten riepen manij zijn naam, zoals Frank Sin: Fausto Coppi. Pelé en Cassius dat hebben ervaren, roem kan r zijn, maar vereenzaamt. Mei vocht ertegen Als hij zich, amy» door een cordon gendarmes een

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 8