Ned
The
De bloedige slag
in het Yoyogipark
Merkwaa
buitenland
Versterking
Wonderen
VERSCHANST
AMBULANCES
WARMING UP
PARADE
Straatgevechten in Tokio, goed
georganiseerde shows voor het Ja
panse publiek. Televisiestations
die misbruik maken van de op
rechte verontwaardiging van de
protesterende jongeren maken er
een commercieel programma van
dat voor Nederlandse begrippen
alleen maar te vergelijken is met
een Europacup-finale met een
Ajax of een Feijenoord.
Goed georganiseerd door de de
monstranten die speciale taktieken
ingestudeerd hebben om het cor
don van politieagenten en batterij
en reportagewagens en tv-camera's
te doorbreken om aan een massale
en openbare afslachting te ontko
men. Er is solidariteit onder de
jongerengroeperingen van commu
nisten en socialisten tegen de te
genstander die niet hun politieke
tegenhanger is maar de sensatie-
lust van het Japanse publiek.
Onder de kundige regie van de
„t.v.-boys" en in het felle licht van
de televisielampen zorgen comple
te bataljons oproerpolitie voor
nietsontziende acties die het geheel
tot 'n avond en nacht vullend spek
takelstuk maken waar de Japanner
in zijn veilige huiskamer in kleur
van kan genieten. Onze speciale
verslaggever was tijdens de „Oki-
nawa-onlusten" in Tokio aanwezig
in het Yoyogipark.
Maandag 12 juli 1971
Nederland staat aan d<
primeurs die de showbi
groep, die al jaren geled
Veronica-disc-jockey Lex
plaatje „Past, present and
Las. Het plaatje bekoordi
haalde. Lex was echter nil I
Een groot deel van zjjn 1
er grote vraag naar de p!
Panische vertegenwoordig-
den Phonogram, waar met d
ste spoed de matrijs van st
ontdaan en de vervaardig! I
enkelie duizenden singles ti
werd genomen. Eerste resul
plaat staat deze week veertB
gentien en 21 op de hitlijs I
respectievelijk Hilversum 3,
ca en Radio Noordzee. De di
gen zijn ervan overtuigd, da
present and future" komende1
tot de allerhoogste plaats zi
dringen. Intussen zitten de
gram-mensen er een beetje rr
bliciteitsman No van Venen
„We zijn het enige land ter
waar de Shangi-Las in de
stelling staan- De groep is a I
geleden ontbonden. We hebbt
mensen in de Verenigde Stal
vraagd te proberen de meisje
op te sporen. Misschien zijn
reid naar Nederland te kome I
moeten afwachten". Toen de zl
jarige tweeling Mary Ann en
Ganser en de zusjes Betty
Mary Weiss (17) begin 196
eerste plaatje maakten, zaten
op de highschool. De vier 11
waren ontdekt door producer
Morton, die ook hun debuutm
„Remember" schreef. Morto
dacht ook de naam van de gro
term Shangri-La komt uit hei
„Lost Horizon" van James i
„Remember" stond maandenl;
de Amerikaanse top-tien, wa
een hit in Engeland en verko
totaal meer dan een miljoen
plaren.
Morton had inmiddels verst
gekregen van het soagwritersd-
lie Greenwich en Jeff Berry,
menlijk schreven ze „Leader cl
pack", het aandoenlijke verhaa
een meisje dat verliefd is c I
aanvoerder van een motorrij
gang, die aan het einde van
lied dodelijk verongelukt. Toe
Shangri-Las begin 1965 aan eer
ropese toernee begonnen, had
gie de groep inmiddels verlate i
ging men als trio verder. Er vo
nog enkele hitjes (waaronder ,1
present and future", maar mi
sellers waren er niet meer bi;l
groep dook onder in vergetelhe:
werd op een moment dat niet
precies vaststaat, definitief on
den.
„Maar ja, het is hier al i
gezegd, de wonderen zijn de s
business nog niet uit. The Sha
Las staan opnieuw in 't middel
van de belangstelling. Behalv
hit-single (met op de b-kant „1«
of the pack") is er ook een 1
speelplaat uitgebracht, waarop
Shangri-Ias-nummers die type;
zijn voor de nadaden van het
gende-zusjes-tijdperk staan te
luisteren- Het is duidelijk gedat
de muziek, maar in z'n soort
slechter dan vee] amusements
ziek die vandaag wordt gemaakt
bovendien is er altijd nog zoiets
jeugdsentiment.
De vraag blijft of de plotseli
herontdekking van de groep tot
derland beperkt zal blijven. Nol
Venema verwacht van niet. Hij
oe -asbestos D. PlOCJEt?"
Erj DE "DA/SV BELLE "STAPTEfJ
Isooe DE LAATSTE ETAPPE
DE BBOTE BOOTGACE
OUSUOOE - AfWBEAPOL/S...,
„You American?". Het schriele kereltje dook plotseling
naast me op en pakte mijn linkerarm in een pijnlijke houd
greep. Zijn blouse hing open en op zijn ribbenkast zaten bloed-
vegen. Hij droeg een rode helm met witte Japanse kriebel
tekens. De toon, waarop ik werd aangesproken, liet aan duide
lijkheid weinig te wensen over: Amerikanen waren hier on
gewenst. Ik moest voorbereid zijn op een klap in mijn gezicht,
of in het meest coulante geval een gedwongen en al even
onaantrekkelijke afmars naar een van de uitgangen van het
Yoyogipark, dat inmiddels door de oproerpolitie hermetisch
was afgesloten. In het licht van schijnwerpers spoten water
kanonnen de omliggende trottoirs en bosschages mensen vrij.
„You American, sir?", herhaalde de onbekende buurman vinnig.
Een paar van zijn makkers, al even militant gekleed, drongen tegen
me aan. „No, Dutch journalist," zei ik haastig met een vergeefse
poging om me los te rukken. „From Holland. You know Amsterdam?,
reporter, newspaperman." Meer beroepstermen schoten me zo gauw
niet te binnen. Ik haalde mjjn weinig indrukwekkend perskaartje
voor de dag. Tot mijn verbazing namen de kerels er genoegen mee.
„You stay here," commandeerde de knaap met het bloed op de
ribben en plakte me tegen een lichtmast: vervolgens nokte de troep af.
De stadseditie van „The Japan
Times" (onderkop: „AU the news
without fear or favor") had aange
kondigd, dat Tokio 's avonds moest
rekenen op bloedige onlusten van
wege de ondertekening van het Oki-
nawa-verdrag tusen Japan en de
V.S.
De twee voorafgaande dagen was
de deelname aan protestdemonstra
ties in de hoofdstad aan de magere
kant geweest door liet slechte weer.
maar nu verwachtte de politie een
massale knokpartij met minstens
50.000 demonstranten, die zich zou
den verzamelen in twee parken.
(Meiji en Yoyogli) om van daaruit in
slaglïnie op te trekken naar de
ambtswoning van minister Kidclji
Aichi (buitenlandse zaken), die om
21.18 uur zijn handtekening onder
het omstreden verdrag zou zetten.
De gerant, die onder de luifel van
het Tokyo Prince Hotel de taxi's
voor de gasten afriep, zei bijzonder
vriendelijk: „Ik raad u niet aan,
erheen te gaan. U kunt in moeilijk
heden komen. Ze zullen u niet ont
zien". Het was omstreeks half acht
en het stadsrumoer leek volmaakt
vreedzaam.
lijk naar een smalle trap, die een
aardige vluchtweg leek, maar boven
zette een peloton agenten onder luid
geschreeuw een tegenaanval op ons
in. Ze schoten te voorschijn achter
een gebouw, dat iets weg had van
een tempel. Ze sloegen met bam
boeknuppels op hun aluminium
vechtschilden. We zaten klemvast.
Het strijdtoneel in het Yoyogipark
hing vol dichte brandwolken: barri
caden waren in de fik gezet. Op de
Inokashira Dori, de brede avenue
met kantoorpanden, werden auto's
gekanteld en in brand gestoken. Het
was een enorm gedrang van mensen.
De oproerpolitie hield zich nog be
trekkelijk rustig. Aan de parkuit
gang met de smalle trap stonden de
agenten gespannen te wachten op
hun volgende inzet. Ik legitimeerde
me (het wachtwoord was blijkbaar:
„Photo", want dat begrip dieed won
deren), werd doorgelaten en kon nu
het schouwspel vanuit de achterste
gelederen bekijken. Met de rug te
gen een waterkanon voelde ik ine
plotseling een stuk veiliger. De
mannen in Tïun grauwe uniformen,
nerveus bijtend op hun chewing
gums, luisterden naar onverstaanba
re commando's. De tactiek van de
„riot police" was duidelijk: het hele
Yoyogipark was door een dicht kor
don omsingeld om een uitbraak van
de demonstranten te voorkomen, al
thans tot minstens half 10 (dus na
de ondertekening van het Okinawa-
verdrag) te vertragen. Tegen kwart
voor negen klonk op Aomaya Aven
ue dn de richting van het Meijipark
De taxichauffeur voelde weinig
voor het ritje naar Shibuya. Twee
kilometer voor het Yoyogipark zette
hij zijn Datsun beleefd, maar vast
besloten aan het trottoir en wilde
afrekenen. We waren verschillende
kruispunten gepasseerd, waar com
plete bataljons „riot police" in grijze
uniformen en uitgerust met mansho
ge schilden het verkeer uit de zij
straten tegenhielden. Winkelpanden
en kantoorgebouwen hadden hun
kwestbare vitrines verschanst achter
de afzetting van planken en zelfs
staalplaten. Blijkbaar heeft men die
dingen in Tokio altijd bij de hand.
Mensen moesten doorlopen, bij de
geringste samenscholing vloog een
horde agenten met neergeklapt vi
zier op de stormhelm uit het donker
te voorschijn. Wij hadden het geluk,
dat onze weg gekruist werd door
een langzame colonne overvalwa
gens met wilde zwaailichten en gie
rende sirenes. In het kielzog daar
van reden twee knotsen van repor
tage-auto's, voorzien van opgebouwd
platform, waarop cameralieden met
sportieve Amerikaanse vechitp«tjes
druk aan hun zoomlenzen stonden te
draalen. Jongens van de tv-maat-
sehappalj TBS. Ale zes zenders van
Tokio waren vanavond life in de
lucht. „Just follow them, it's not
dangerous", vroegen wij onze chauf
feur. Hij deed het. Zijn Datsun
voegde zich netjes in de file, die
oprukte naar het Yoyogipark. Men
liet ons overal door. Tussen twee
martinale schijnwerperwagens stap
ten we uit. Er was geen publiek
meer te zien. maar In het park
achter een dikke wal van struiken?
vol bloemen heerste 'n oorverdo
vend tumult. Gekrijs door tientallen
megafoons, geknal van onbekende
explosieven, lichtflitsen. We moes
ten hier volgens de kaart vlakbij
het olympisch dorp van 1964 zitten.
Het decor bestond uit hoog oprijzen
de glaskasten van kantoren met
overal toeschouwers achter de ra
men, de sfeer was nerveus, panieke
rig, Echo's kaatsten uit alle hoe
ken.
ken als een blinde massa in bewe
ging zetten en zelfs door een regen
van kogels niet meer tegen te hou
den zijn. Opvallend was de ijzeren
discipline, waarmee het gebeurde.
De mëgafoonkreten werden ritmisch
beantwoord door de groepen, die in
compacte rotten stonden opgesteld.
Hun politieke kleur, hun lidmaat
schap van een organisatie of partij,
was herkenbaar aan de helmen. Wit,
rood, grijs, groen, met speciale tek
sten en nummeringen. Ik kon er
geen wijs uit worden. En dan de
vlaggen, vastgemaakt aan spitse
'bamboestokken, die later als een
woud van speren in het front van de
stoet werden meegedragen. De har
de nieuwsjongens van TBS, Fuji,
NTV en hoe de tv-stations ook
mochten heten, holden met hun ca
mera's en geluidskoffentjes van de
ene hoek naar de andere. Maar eigen
lijk was er nog niets aan de hand.
Beide partijen, de demonstranten op.
het smerige Yoyogi-asfalt en de op
roerpolitie inmiddels aangegroeid
tot zeker 5000 man), hadden nog
geen lust tot de onontkoombare aan
val. „Gaat u nou maar", zei de
studente bezorgd, „het wordt ge
vaarlijk".
Het Yoyogipark ligt (ergens) cen
traal in „Downtown" Tokio. Er wa
ren naar schatting 20.000 demon
stranten bijeen op de vrij krappe
asfaltvlakte, die vanaf hoge masten
verlicht werd. Vanaf de weg ging je
met trappen naar beneden, maar de
zaak was met balken en afgerukte
takken grondig gebarricadeerd. Over
het trottoir renden mannetjes op
blote voeten met een linnen collec-
tezak. Er stond een onleesbare tekst
op. Rode armbanden maakten duide
lijk, dat we met communistische ze-
lateurs te doen hadden. Ik vroeg
naar hot doel van hun inzameling.
„Om de onkosten van de bijeen
komst te dekken en voor de
gewonden", zei er een. Voor 100
yen (een gulden) mochten we pas
seren. We kropen door struiken en
tuimelden een paar keer over vech
tersgestalten, die de manoeuvres van
de oproerpolitie aan de overkant in
de smiezen moesten houden. Kenne
lijk was het Yoyogipark de. twee
vorige avonden ook al het verzamel
punt van de demonstranten geweest,
want het asfalt lag bezaaid met
stinkende rotzooi, variërend van pa
pier tot etenswaren. Spoedig had ik
mijn schoenzolen vol met porties
rijst en gebrande pinda's, gelardeerd
met actuele Japanse kranteknip
sels. Ik hoorde van een jonge stu
dente, lid van de Shagadu (liga van
socialistische jongeren), dat je de
aanwezige massa globaal in drie
groepen kon verdelen: links-radicale
studenten, communisten en leden
van socialistische vakbonden. „De
Yankees moeten Okinawa direct ver
laten, Japan mag geen concessies
doen", zei het meisje. Ze herhaalde
daarmee ongeveer, wat in de schaars
verlichte achtergrond van het park
vanaf een lange batterij luidspre
kers („.beschikbaar gesteld door de
vakorganisaties van Tokio") door al
lerlei schorre demagogische figuren
over de menigte werd uitgekraamd.
„Amerika moet weg", „Okinawa vrij"
„Geen atoomwapens meer op Okina
wa". Zo was het al uren aan de
gang. Men zegt, dat het de normale
«arming-up van elke Japanse pro
testoptocht is. De deelnemers wor
den met dit soort „hersenspoelin
gen" in trance gebracht, totdat ze
zich zonder aan lijfsgevaar te den-
Ondanks de beklemmende sfeer
leek het er niet op. Naast me zat
een stel halfversufte demonstranten
bij een olievat vol walmend hout
zoals er tientallen op het plein ston
den. Je zou denken, dat ze dienden
om kou-kleumende aanwezigen aan
te trekken, maar de avondtempera-
tuur was beslist niet beneden de
twintig graden. Deze knetterende
vuurhaarden hoorden bij het totaal
beeld, opzettelijke elementen om
een bepaalde agressiestemming te
weeg te brengen. Net als de schijn-
aanvallen, die voortdurend door los
se groepen werden uitgevoerd. Dan
gingen de vaandels horizontaal, spit
se punten vooruit, grepen de rijen
daarachter elkaar in de armen en
klitten zich aaneen door de handen
om het middel van de mannen in de
voorgaande rij te klemmen, zodat
een massief geheel van gekromde
lichamen ontstond, dat zich vervol
gens als een venijnige slang kronke
lend door het park begon te bewe
gen. Zoals bekend (van menig t.v.-
verslag) heeft Japan het patent op
dergelijke formaties, due eenmaal op
hol geslagen harder aankomen dan
een oude Romeinse stormram. Tijgen
20.15 uur was de hele bubs van
20.000 op deze beangstigende manier
mobiel geworden, waarbij branden
de olievaten en gehele bloemperken
omver worden gehost. De aanvals-
kreten werden heftiger. Ik was het
kereltje dat me naar mijn identiteit
had gevraagd, dankbaar voor het
verplichte plekje naast de lichtmast,
want met enige strategische feeling
kon ik me daar aardig tegen de
aanzwellende menselijke lavastroom
besohermen. Onverwacht klonken de
eerste geweersalvo's, alsof er licht-
patronen werden afgevuurd. In wer
kelijkheid werden grote hoeveelhe
den traangasgranaten het park dnge-
vuurd.
Op hetzelfde moment kwamen en
kele ambulances onder de schijn
werpers op de weg. De regie klopte
voortreffelijk. Een jonge knaap
werd voorbijgedragen. Hij had zo'n
bommetje midden in zijn gezicht
gekregen. Meisjes met rodckruis-
armbanden en verbandkoffertjes di
rigeerden gewonden naar de be
schutting van een groenwal, de luid
sprekerwagens zochten een haastig
heenkomen, er suisden brandende
stukken hout door de lucht. De hel
was losgebroken, we moesten weg.
Maar de menselijke slangen bleven
voortkronkelen over het asfalt,
steeds driftiger, nu op het schrille
ritme van fluitjes. Onder de helmen
zag je de kussentjes, waarmee mond
en neus tegen het neerdalend traan-
gas werden afgeschermd.
We holden met honderd man tege-
Nog steeds zochten ambulances
zich een weg naar de gewonden
tegen het lijf. Ze lagen in een por
tiek te janken van de pijn, maar
accepteerden onze hulp niet. „You
Americans", schreeuwde er een. De
haat vonkte uit zijn ogen. Tokio
beleeft dit soort straatgevechten
praktisch elke week, ze horen bij
het democratisch gebeuren. Ditmaal
was er 45.000 man politie op de
been geweest. En de oogst was, over
drie onrustige „Okinawa-dagen", 68"
arrestanten en 413 gewonden. Geen
doden. Als soortgelijke relaties zich
op de Dam .hadden voorgedaan, zou
er allang met scherp geschoten zijn.
Gelukkig dat we in Nederland bos
niet zo ver zijn, dat een producer
van de NOS dan het sein tot de
eerste aanval geeft.
JAN DERIX
een geweldige ontploffing. De licht-
fliü was goed te zien. Iedereen
vloog in dekking. De volgende mor
gen meldde de pers, dat de bom
gegooid was door socialistische chu-
kakuha-studenten en dat 26 agenten
verwondingen hadden opgelojsen.
Na middernacht zag ik er op mijn
hotelkamer t.v.-beelden van: EHBO-
verzorging achter een woud van
schilden midden op straat, en later
een drukke operatiezaal in een van
Tokio's ziekenhuizen. De verre knal
verstoorde meteen het laatste grein
tje tactische geweld aan politiezijde:
„They are going to clear the park",
juichte een harde nieuwsjongen van
TBS naast mc, terwijl hij een gewil
lige cameraman voor zich uit dreef.
En het ging bijzonder hardhandig.
Van alle kanten kwamen de water
stralen in actie, onophoudelijke rie
dels geweersalvo's joegen traangas
door de bomen, het opvallend fleg
matieke publiek op de trottoirs
werd meedogenloos naar alle kanten
verspreid en de meest walgelijke
observatie was, dat dit politie-optre-
den in feite door de t.v.-producers
geregisseerd werd. Pas wanneer zij
hun reportagewagens in stelling
hadden gebracht en de juiste belich
ting van de scene was ingesteld,
werd erop los getimmerd. Kermende
gewonden werden opzettelijk voor
bij de lenzen gesleurd, eenmaal zaj
lk zelfs hoe een ambulanceauto „ge-
coached" werd door zo'n sportieve
TBS-boy vanaf zijn operatieplatform
en eerst gierend een rondje om het
park moest rijden om tenslotte on
der het zoemend oog van de camera
een stelletje bloedende jongelui op
te pikken. Zo krijgt men in Japan
hard nieuws voorgeschoteld.
Goed drie kwartier later stond ik
tussen zeker vijfduizend toeschou
wers op de flink verlichte kruising
van de Inokashira en de Sakac.
Inmiddels hadden de 40.000 demon
stranten in het Meijipark een ge
slaagde uitbraakpoging gedaan en
het treinverkeer in de metro van
Shibuya lamgelegd. Dait was wel het
grootste wapenfeit van de avond. Er
restte niets meer dan de geplande
mars naar de ambtswoning van Kii-
chi Aichi, een tocht van anderhalf
uur. De treiterende, vastbesloten
houding van de politieovermacht
had de fut er een beetje uitgehaald.
Ik telde 13 passerende ziekenwagen)
in nauwelijks tien minuten. D(
mensenmenigte leek te wachten op
een soort spectaculaire climax (ook
al vast tarief a la japonnaise?) want
aile aandacht concentreerde zich op
een der toevoerwegen. Het kruis
punt was door minstens 2000 agen
ten met groot materieel afgezet. In-
d_erdaad verscheen spoedig een onaf
zienbare stoet. Met (uiteraard) de
reportage geknotsen van TBS en
Fuji voorop, beïeefd bijgestaan door
politieschijnwerpers: Het was de in
tocht deragitatoren. Alle buit ge
maakte arrestanten (287 in totaal,
volgens „The Japan Times" de vol
gende morgen) gingen voorop, met
handboeien verbonden aan agenten
De betaljons langs d-e route timmer
den krijgslustig op hun schilden,
terwijl het publiek zijn sympathie
met de (veelal danig verminkte)
jongelui demonstreerde door een
continu applaus. En achter deze pa
rade kwamen de compacte slangen,
die zich urenlang in de twee parken
hadden opgepept. Ze werden in be
dwang gehouden door linies van po
litiemanschappen, die het geweldig
trachtten te kanaliseren. Aldus ging
het in ganzenmars, en soms op een
holletje in de richting van de rege
ringswijk. De opzet van de demon
stranten. namelijk ordeverstoringen
bij het ministerie van buitenlandse
zaken tijdens de plechtige verdrags
ondertekening, was mislukt. De
20.000 man „riot police" had de
wilde horden volgens plan met ver
tragingsacties beziggehouden. De
rest ging als een nachtkaars uit al
kwam het zelfs om half twee in de
nacht vlak bij het Tokyo Prince-
hotel nog tot een paar onschuldige
opstootjes. Toen de demonstranten
over bet uitgestrekte kruispunt, met
zijn zinloos functionerende ver
keerslichten voorbijkwamen, was
alle beklemming van die uren in het
Yoyogipark weggevallen.