LUIS OCANA, EEN ARTIEST OP PE RACEFIETS Gros van ploeg wordt vervangen Eerste contact reeds gelegd Merckx heeft zich in zijn lot geschikt SPAANSE PERS KRIJGT ONGELIJK Jan Janssens visie op de Tour KLAAGZANG DEINING VERRAST GEEN SPIJT sport Redactie Hein Groothuis Zaterdag 10 full 1971 ai alle functies bekleden, j maar kleurloos genoeg is t te verlangen dat die June- enige inhoud lieeft. een interessant gezegde dat oenmaker beveelt bij zijn blijven. Tot nu toe heb ik ledacht dat dit een acinspo- oor iedereen is om zich te bij de zaken waarin hij dig is en niet mee te praten ingen waar hij geen ver- tan heeft. Dat lijkt een heel z voorstel, al zou het, in k gebracht, wel erg veel veroorzaken. Maar het ma- ra carrière bestaat juist hier- de schoenmaker van zijn wegloopt. Een ambitieuze maker wordt iets anders dan maker. Hij verlaat zijn leest elijk zijn kaste. Hij maakt nger iets, maar praat in de van de praters boven de rens over het maken van en, het maken in het alge- of le structuren waarin het moet geschieden. En zo is leral: de „goede" vakman .ogerop en oefent zijn vak ter uit. vak is eere blolc aan het van de carrièremaker. Daar le spreuk ook op. Want let er wordt gezegd dat de maker bij zijn leest moet en niet dat de minister bij ortefeuille moet blijven. De maker moet blijven om de e-makers geen concurrentie orgen en omdat die een ste- nderlaag van stabiele en am- ze werkers nodig hebben, in de lagere regionen, bene- boomgrens, moeten schoen- s bij hun leest blijven d.w.z. eten onderdanig zijn en geen ■e willen maken. Wie dat il, moet niet bij enige leest i, maar beschikbaar zijn ille functies waar geen leest :n deskundigheid aan te pas En hoe hoger die functies we minder leest en rugge- zij eisen. Er zijn zelfs func- lenkbaar die zo ontzettend '.ijn, dat zij alleen nog maar zwallen kunnen worden uit- rad. Hoewei Ocana, die op 17-ja- AArige leeftijd van Spanje naar Frankrijk vertrok - hij woont nu met zijn Franse vrouw en hun twee kinderen in Mont de Mas- sant - zich meer Fransman dan Spanjaard voelt, heeft hij toch wel de Spaanse 'mentaliteit. Het is een bijzonder vurig mannetje, dat weet wat ie wil. Hij laat zich beslist geen knollen voor citroenen verkopen. Ja, het is een beetje een agressief kereltje. Driftig. In hotels ook. Als hij iets bestelt en het is niet naar zijn zin of het komt niet snel ge noeg, maakt hij een hoop drukte. Hij leeft ook op het moment. Plan ning op langere termijn is er bü hem niet bij. Hij is ook verschrik kelijk impulsief. Het vorige jaar had hij de gele trui al in gedachten. Toen ging hij een gele wagen ko pen en 'n geel overhemd. Dergelijke dingen kun je van hem verwachten. Maar hij heeft ook zijn goede eigenschappen. Als je in moeilijk heden zit, staat hij altijd voor je klaar. Hij is steeds bereid te helpen. Hij is ontzettend hartelijk. Een jo viale vent, met een open karakter. Hij windt er geen doekjes om. Als hij iemand niet mag, zegt hij hem dat recht in zijn gezicht. Hij houdt er niet van achter iemand z'n rug te kletsen. Het vorig jaar heeft Ocana eigen lijk zijn eigen ruiten ingegooid. Na de Dauphiné Libéré verwaarloosde hij zijn voorbereiding op de Tour. Hij vatte het te gemakkelijk op, ging laat naar bed en leefde eigen lijk als een bon vxvant. Dit jaar heeft hij het veel serieu zer aangepakt. Hij soigneerde zich goed en leefde voortdurend met de gedachte Merckx te verslaan. Die gedachte is wel heel sterk bij hem geworden in de Dauphiné Libéré. Tijdens de Dauphiné lachte Merckx Ocana uit, toen die een paar maal vergeefs had gedemarreerd. Daar heeft Ocana zich verschrikkelijk over opgewonden, 's Avonds zei hij verbeten: „Als ik Merckx nog es op tien minuten zou kunnen rijen". Daarom was het donderdag de mooiste dag van Ocana in zijn hele loopbaan. Niet zozeer, omdat hij de Tour waarschijnlijk gaat winnen maar omdat hij Merckx heeft ge kleineerd. Hij moet zich hebben verkneukeld van plezier. Hij heeft trouwens zijn succes ook wel een beetje te danken aan onze ploeg leider. Zo'n man heeft hij nodig. Zonder hem zou hij teveel buiten zijn boekje gaan. In het begin ge beurde dat zo vaak, dat zelfs zijn ploegmaten het nodig vonden hem op de vingers te tikken. Als Ocana de Tour wint, heb ik wei het idee dat hij met de borst vooruit gaat lopen. Het zal moeilijk voor hem zijn met beide benen op JAN JANSSEN de grond te blijven staan. Om het beeld van Ocana even te completeren: hij is ontzettend artis tiek. Hij schildert zelf, heeft zijn huis een mooie villa zelf in gericht (hijzonder smaakvol), en houdt vee] van muziek. Ik mag dan geen kenner zijn, maar voor mijn gevoel maakt hij prachtige schilde rijen. Ja, hij is erg artistiek. Hij heeft ook helemaal niet de allure van een wielrenner. Het is geen ro buust type zoals Post of Duyndam bijvoorbeeld. Het is eigenlijk een wat miserabel mannetje, krom rug getje, magere benen. Je zou hem eerder in Montmartre^^ verwachten dan op een race- fiets. Joop Zoetemelk onderuit. Donderdag figuurlijk, toen hij een verschrikkelijke klap kreeg toegediend van Luis Ocana. Gisteren letterlijk. Geheel ontspannen in een luie tuinstoel, benutte de onttroonde leider de rustdag. Bekomen van de inspanningen was trouwens het parool van alle renners in Merlette. FOTO: JOHAN VAN GURP. PEL# WIL WAGTMANS (Van onze speciale verslaggever) MERLETTE Het doet Kees Pellenaars, vertelt hg, zeer, dat hij steeds weer moet wijzen op de slappe mentaliteit van zijn renners wanneer het gaat om een achterblijven in deze Tour. „Echt, dat doe ik niet graag, maar het kan niet anders. Ze zijn te slap. Op misschien Matthjjs de Koning, Wim Prinsen en Jos van der Vleuten na, missen ze allemaal het karakter om a£ te willen zien." De leider van Goud- smit-Hoff heeft dan ook al uitgemaakt dat er van deze ploeg ver schrikkelijk weinig moet overblijven wil hij in 1972 met meer succes optreden. „Ik hou er hoog uit drie of vier van over. De rest is volgend seizoen onbruikbaar." Zoekend naar versterking, trok Pelle naars inmiddels op pad en legde tijdens de rustdag contact met Rini Wagtmans. „Ik zou hem graag hebben en het kan, want eind van het jaar ais hij vrij. Wagtmans is voor mij erg inte ressant, omdat hij bewezen heeft een uitstekende renner te zijn en vanwege de leerschool die hij bij Moltemi doormaakte". Tot verder dan een vluchtig gesprek met Rini Wagtmans ziet Pellenaars het overi gens niet komen, „want ik vind dat je in een Tour geen zaken moet doen. Dat is onbehoorlijk tegenover de andere ploegen". Introducties dus en in dat opzicht bestaat er ook al een voorzichtige ba-nd ((„We zijn niet serieus in onderhandeling. Malar er is wel gesproken") tussen Joop Zoetemelk en Kees Pellenaars, die bovendien aast op diens knecht Tino Tabak. „Dat zijn kerels, net als Wagtmans, die willen. Daar trekt een hele ploeg zich aan op en zo'n coureur mis ik nou. Vroeger had ik Wiim van Est en Wout Wagtmans, nooit te lui, altijd bezig. Door die twee kreeg de rest inspiratie en zo kon ik lekker werken. Maar dat ia er nou niet bij". En Kees Pellenaars zingt zijn klaagzang. „Gebrek aan initiatief. Geen zin om iets te ondernemen. Ik zal je een voorbeeld geven: een paar dagen geleden draiaig ik Jan Krekels op om meteen mee te gaan met een vroege slag als die zou vallen. Weet je wat ie zei: „Ja maar Pel, dan moet ik zo lang voorop rijden". Ik ben maar in de auto gaan zitten, met m'n kop tussen m'n handen". Jaloers kijkt Kees Pellenaars dan naar vergelijkbare ploegen. „Neem Mercier en Peugeot. Net als wij zonder uitgesproken kopman. Wat komen die in de Tour doen, vroeg iedereen zich af. Zonder Poulidor en Pingeon maken ze niks. En nou? Rijden ze niet fantastisch Kijk, de druk is weg. De spanning die een kopman altijd veroorzaakt. Zo had ik mijn opbouw ook gedacht, maar er is een fout in geslopen: Karstens. Ik heb het in het begin van de ronde al gezegd: bij ons kijken ze te veel naar Karstens en misschien weet Gerben zelf niet eens dat het zo is. Door hem ligt er een druk op onze ploeg. Ongewild, dat ban best, door peter heerkerts maar het is zo. Ik zie het iedere dag". In elk geval zorgde Gerben Kar stens op de rustdag in Merlette voor grote spanning binnen de Goudsmit- Hoff-ploeg door Wim Prinsen ver wijten te maken over diens activi teiten op een moment dat het pelo ton donderdag kalm naar de finish wilde. „Jij deelt niet mee in de verdienste", besloot Karstens als strafmaatregel. De discussie die zich daarop tussen tussen Pellenaars en Karstens afspeelde, was er een die tot grote hoogte steeg. „Hij bood inmiddels zijn excuus aan", meldde Pellenaars verbolgen over het recht dat Karstens uit zijn handen meen de te moeten nemen, „maar intussen heeft de hele ploeg overeind gestaan van de deining. Wat koop ik daar voor?" Ondanks alles, heeft Kees Pelle naars géén spijt van zijn Toiuravon- tuur. „Ik dacht altijd diat er meer in zat dam er nu uitkwam, maar toch ben ik hiier niet met tegenzin. Ik zie het zo: als ik niet was begonnen, had Nederland niks gehad. Nou ten minste iets. Tja, en dat het wat minder is, daar bain ib ook weinig aan dioen". Luis Ocana, wiens nauwgezette voorbereiding op de Tour, zijn vruchten heeft afgeworpen. FOTO: JOHAN VAN GURP. Wanneer u Jan Janssen een vraag wilt stellen over Tour-zaken die u bezighouden, kunt u dat vanavond doen tussen 18.30 en 19.30 uur. Men dient daarvoor onze sportredactie te bellen, telefoon Breda (01600)- 22341, toestel 215 of toestel 143. (Van onze speciale verslaggever) MERLETTE Hij heeft zich ge schikt in zijn lot, Eddy Merckx. Hem zie je geen diepe ontgoocheling aan, noch vrees voor wat het volk er wel van zal vinden. Zijn zieleleven lijkt niet gebroken door wat Luis Ocana hem in twee Tour-dagen aandeed, al waarschuwt ploegleider Lomme Driessens: „We zullen hem nooit he lemaal goed leren kennen. Gij niet en ik niet. Niemand niet". Eddy Merckx' zwakste zijde is inderdaad het nooit verraden van emoties ge weest. En ook nu, op een sensatio neel dieptepunt in zijn carrière, blijkt hij onbewogen. Precies zoals hij zijn successen verwerkte. „Je moet, en dat doe ik, kunnen accepteren dat een ander sterker is dan jij. Het is de wet van de sport". Er komt geen enkel excuus over de lippen van de man onder wiens schrikbewind het peloton nog jaren dreigde te moeten leven. Geen ver ontschuldiging uit de mond van Eddy Merckx. Een simpele verklaring slechts: „Ik mis de macht". Het moet een verpletterende ervaring zijn voor een renner die won wat hij wide winnen, die met zijn tegenstanders speelde waar hij dat leuk vond en die een eindeloze eerzucht demonstreer de. „Dat is het ook", zegt Merckx on bewogen. „Dat is het ook. Zoiets geeft je een morele klap, maar je moet er overheen. Een kwestie van karakter". Of dat het verzamelen van die kracht en het verwerken van de klap in deze Tour nog gebeurt, is een vraag waarop hij geen zinnige voor spelling durft te geven. Wel, in het uiterste geval, een voor hemzelf har de prognose: „Als het zo doorgaat, zal Ocana nog meer voorsprong ne men en ga ik nog verder achteruit". Ploegmaat Rini Wagtmans (maar kan hij hpt beter weten dan zijn baas?) ziet het minder somber. „Als Eddy in (Vam onze speciale verslaggever) MERLETTE Wie is Luis Ocana, de man, die na anderhalve week Tour de France aller aandacht opeist? Ocana is op 9 juni 1945 geboren in Priego, een dorpje 140 km van Madrid. Hij is de zoon van een houthakker. Acht jaar geleden verhuisde Luis met zijn ouders naar Frankrijk, waar zijn vader weVk vond in Mont-de-Marsan. Daar be gon Ocana zijn wielerearrière. Als amateur viel hij aanvankelijk hele maal niet op: Hij bon - evenals zovelen va-n zijn landgenoten - wel redelijb goed klimmen, maar zijn sprint was niet te best, zodat hij zich dikwijls tevreden moest stellen met een bescheiden prijs. In zijn laatste jaren als amateur, in 1966, trad hij plotseling op de voorgrond door de Grand Prix des Nations voor amateurs te winnen. Zijn talent als tnjdrijder bleek ook in latere jaren. Als beroepsrenner reed hij achter eenvolgens voor Mercier, Fagor en Bic. Luis 'Ocana trouwde drie jaar geleden met een Frans meisje uit Mont de Marsan en heeft nu twee kinderen. Toen de Franse pers hem het vorig jaar bombardeerde tot de grote tegenstrever van Merckx, ont lokte dit iaian de Spaanse pers schampere commentaren. Men be schouwt Ocana namelijk in Spanje als een soort afvallige, die zijn land verlaten heeft en zich nu meer Fransman dan Spanjaard voelt. De Spaanse pers schreef in 1970: „Oca na is een gemaakte kampioen". Toen d'e arme Luis tot overmaat van ramp na een paar diagen in die Tour de France ziek werd en ver achter het peloton krachteloos over de weg zwalkte, riep men in Spanje uit: „Zie je n-u wel, men heeft hem groot geschreven, miaiar in feite is hij slechts een middelmatig coureur". Ocana's resultaten wezen intussen toen al uit, dat hij meer d'an nor maal begaafd ils. In '69 won hij de Catalaanse Week, de Midi Libre en eindigde hij als tweede in de Ronde van Spanje achter Roger Pingeon. Het jaar 1970 zou - ondanks het debacle in, de Tour - zijn beste jaar worden. Ocana won de Ronde van Spanje en de Dauphiné Libéré. Hij werd achter Merckx tweede in Pa- rijs-Nice. Toen h'ij eenmaal her steld was in de Tour won hij ook nog een etappe, namelijk in Saint Gaudens. Dit seizoen startte Ocana met een derde plaats achter Merckx en Gösta Petterson in Parijs-Nice, hij werd tweede in de Dauphiné Libéré achter Merckx, vierde in de Ronde van Spanje, derde in de Ca talaanse W-eek, tweede iin de Tour de Levant en hij won slechts één wedstrijd, mannelijk de Ronde van Baskenland. Zijn critici namen weer in aantal toe. Niemand vermoedde immers wat er in het donkere hoofd van Ocana omging, hoe hij al zijn wed strijden op deze Tour afstemde, om in de grootste ronde ter wereld voor Bic eindelijk het succes te grijpen waarnaar deze kostbare ploeg al zo veel jaren uitzag. Nog is Ocana niet met zijn gele trui in Parijs. Nog zul len er voor hem moeilijke dagen aanbreken, maar gisteren heeft hij de basis gelegd voor een schitteren de triomf. de tijdrit van zondag in Albi Ocana klopt, wint hij de Tour. Dat voorspel ik je. Zo'n uitslag zou hem zoveel vertrouwen geven dat hij het hele spul in de laatste ritten wegfietst''. Eddy Mecrkx laat echter geen twij - fel: „Ik vind de cadans niet. Mijn benen gaan slecht. Toen gisteren dat kopgroepje vertrok, moest ik ze ge woon laten gaan. Ik heb de macht niet om bij te komen". In een eerlijke beschouwing stelt Eddy Merckx vast dat deze opzien barende ommekeer in zijn wieler leven, dat alleen maar uit successen leek te kunnen bestaan, eerder kwam dan hij zelf ooit voor mogelijk hield. „Ik wist dat het moment eens zou komen. Vanzelfsprekend. Maar dat het nunuzou zijn, nee, ik ben erdoor verrast, maar ik weet van mezelf dat ik ermee kan leven. Trou wens, wie zegt dat ik er niet boven op kom. De toekomst alleen zal kun nen uitwijzen of mijn beste tijd voor bij is. Zelf geloof ik dat het een tij delijke inzinking is. Volgens de dokter ben ik conditioneel niet ach teruit gegaan. Het is de macht die ontbreekt". Lomme Driessens verbaast zich daar niet over. „Eddy Merckx deed veel te veel in zijn carrière. Steeds maar koersen en altijd maar winnen, liefst met zoveel mogelijk minuten voorsprong. Dat houdt geen mens vol". Daar, zo bleek op de rustdag in Merlette, is Eddy Merckx zelf intus sen ook wej achter. Hij heeft zich zegt hij voorgenomen zijn pro gramma's drastisch in te krimpen. „Ik ga zoveel niet meer doen. Mijn aantal wedstrijden zal ik inkorten. Zo kan ik niet doorgaan". Dat zijn krachten sloopten onder het geweld waarmee hij, die zijn prestaties steeds zo groot mogelijk probeerde te maken, klassiekers en rondes won, is iets wat Eddy Merckx niet wil ontkennen, maar waar hij bovenal geen spijt van heeft. „In de manier van winnen ligt de aard van iedere renner. Zoals die er bij mij uitkwam, spijt me niet ook al kostte het me dan misschien een hoop ener gie. Het gaf ine de naam die ik nu heb". Als Eddy Merckx het geheel van de ravage die Luis Ocana aanrichtte overziet, komt hij tot zijn enige pijn lijke zelfconclusie: „Het is jammer voor mij dat ik deze inzinking in de Tour kreeg. Er zijn toch zoveel klei nere rondes waarin het minder op gevallen zou zijn PETER HEERKENS ormele besluit van de uit 12 .taande constitutionele recht- seft alle vrees weggenomen wet nietig zou worden ver net het argument dat de in- van de echtscheiding in- naakt op het concordaat met ikaan van 1929 en de demo- e grondwet van 1948. pert Kennedy. Robert en Ethel eeft eens gezegd: „Ik geloof t de vrouw van een politicus :en moet raken in de politiek, of dat ze haar krachten moet aan haar huis en het tot iets :en waarop haar man graag .It, een omgeving, waarin hij iek kan vergeten". r kon een ideale vader zijn, en stoeien met zijn kinderen, d geven en met ze praten, r waren ook tijden dat hij ze vergeten en hij kon ze verge- lat hij wist dat zij er was. (wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 17