Rees
Absurde
dingen
moeten
er zijn
0
Poëtische verhalen van Kawabata
.....allemaal op en top modem vrouwelijk
EEN SMAL
PAD
VOOR DE
HAVIKEN
ïlMERSWAAL
in verband met
Igening
>PENDE BAR
>T
►cherp
h prijzen
cultuur
TEO BESEMER:
Passieve
cultuur
politiek
,Sonsbeek'
is
misdadig
Opvallend
project
in Breda
's Zomers
de
koekoek
De Kennedy Vrouwen
door
PEARL S. BUCK
gemeente Reimei'swaal
I aan artikel 72a. in ver-
Pen 63 en 10 der Ontei-
sie uit Gedeputeer-
ncie Zeeland, bijgestaan
kr het algemeen bestuur
[dige en het hoofd van
neente en een lid van
waterschap De Brede
Ë-Beveland, in het ge-
(itting zal houden de 26e
ten einde de bezwaren
bn aan te horen tegen
bning ten name van het
(an het maken van een
grondberging op de
Jidrecht ten zuiden van
Ir, met bijkomende wer-
|n behoeve van de Schei-
In de gemeenten Rei-
lidrecht, en nodigt be-
lom hrm bezwaren, ter
l.'ld, mondeling of schrif-
|le commissie mede te
[loeld in het eerste lid
Onteigeningswet ter in-
Iworden nedergelegd ter
|ente, van 12 juli 1971
haar werkzaamheden
heeft volbracht;
plan van het gehele
laatste lid van artikel
fe wet, voor een ieder
ter secretarie der ge
lvan 12 juli 1971 totdat
l'kzaamheden heeft vol-
Ijgesteld van het recht
jemeester voornoemd,
Pijl Hogeweg.
IWoning aanwezig.
P E.
l- TERNEUZEN
01150-3066
Vrijdag 9 juli 1971
0 HET MILJOEN guldens, over
enkele maanden verdwenen in de
stunt Tilburg-Totaal, had allerlei ge
vestigde instellingen een zodanige
injectie kunnen geven, dat zij nu in
de komende jaren het stedelijk ni
veau op zulk een peil hadden ge
bracht dat er blijvende invloed van
zou zijn uitgegaan. Het is voor Til
burg bijzonder beroerd dat de dure
manifestatie deuken oploopt. Gele
zen dn „Braibantia".
0 STAMPING GROUND, de film
over het popfestival Kralingen,
draait momenteel in Amsterdam,
Rotterdam, Den Haag en Utrecht.
Wanneer komt de film naar het
zuiden? Niet alleen om daarmee de
schuld van het festival en de meer
dan 1 miljoen kosten voor de film te
helpen betalen.
0 PICASSO krijgt, als vierde, op
25 oktober het ereburgersohap van
Parijs. Hij wordt dan 90 jaar.
0 WAT EEN UNIEKE zinvolle dis
cussie had moeten zijn, dreigde te
verzinken in het verraderlijk drijf
zand van peilloos diepe emoties- Het
bestuur zag geen enkele aanleiding
tot herstructurering, maar wenste in
feite principieel te worden erkend
als een groot orkest, dat recht heeft
op meer musici en daarvoor ook de
middelen ontvangt van d-e subsidiën-
ten. Het Brabants Orkest zal het
steeds moeilijker krijgen in het sub-
sidiëntenoverleg; en de enige moge
lijke oplossing ligt in herstructure
ring van het nationaal orkestbestel.
Aldus Ben Sies in „Brabantia" naar
aanleiding van de studiedag over
HBO.
0 VANDAAG begint het jaarlijkse
balletfestival in die Amsterdamse
stadsschouwburg. Tot 18 juli geven
Van Dantzig en de zijnen daarbij
een overzicht van het programma
van het Nationaal Ballet.
„De Nederlandse kunstenaarswe
reld voelt zich diep beledigd door de
manifestatie „Sonsbeek buiten de
perken", omdat het kunstbedrog is
en omdat het een Amerikaanse stunt
is", aldus Simon Frank, voorzitter
van de BBK-Noord-Nederland. „Sons
beek is een middel om een verdere
verruwing en verdere afstomping van
de menselijke geest te bevorderen.
„Sonsbeek" is als opzet geheimzinnig.
Er was geen inspraak, overleg en
contact met kunstenaarsorganisaties.
Er is een miljoen gulden aan over
heidsgeld aan besteed. Daar zit na
tuurlijk meer achter. Ons huidige
regeersysteem is niet zo, dat men zo
maar een miljoen gulden over de balk
gooit.
Ik ben voor dat hele gedoe zeer
huiverig. De vorige oorlog heb ik van
te nabij meegemaakt. Die hele mani
festatie is niet zo onschuldig als men
wil laten voorkomen. Het is niet lu
diek; het is gruwelijk. Als ik zeg
„Sonsbeek" is een pathologisch ver
schijnsel dan druk ik me te zacht
uit. Het is geen ziekteverschijnsel,
maar een misdadig verschijnsel. Ik
ben wel links, progressief, maar niet
communistisch georiënteerd. Ik ben
zelfs geen vijand van Amerika, maar
ook geen vriend. Ik hen niet pro-Rus
sisch. Zuiver als mens moet ik con
stateren dit geweld nooit vanuit Rus
land te hebben horen propageren.
„Sonsbeek" is een schakel in de keten
van gebeurtenissen waarmee men
de mens murw wil maken, zowel
geestelijk a-cultureel als moreel: dat
is onbeschaafd", aldus Frank. Zuiver
als mens moet ik constateren, dat de
tjjd voor de inquisitie weer is aan
gebroken.
Er komt een opvallend of merk
waardig (net wat u wilt) „monu
ment" in Breda. Deze sculptuur, ob
ject, project hoe moet je het
noemen waarvan het hoofdele
ment gevormd wordt door vier twee
meter hoge, in de grond gestoken
scharen rond een veld van 38 x 25
meter zou de kunstenaar Teo Bese-
mer het liefst plaatsen bij een oude
boomgaard in een nieuwe stadswijk.
De gemeente Breda, die de opdracht
tot dit werk gaf, steekt met dit
project de hand in eigen boezem,
want deze „planologische contra-ex
pertise bij het juiste gebruik van een
huishoudartikel" vormt een „aan
klacht tegen de planologie van de
Hoge Vught en de planologie in het
algemeen". Teo Besemer, die er
reeds hard mee aan het werk is,
hoopt dat over een jaar of twee het
project gereed is.
In afwijking van de „normale"
procedure is bij de goedkeuring van
dit ontwerp een adviescommissie
van buiten aangetrokken, bestaande
uit ir. J. Leering, directeur van het
van Abbe-museum, de beeldhouwer
André Volten en Domien van Gent,
hoofdvan de provinciale Tentoon
stellingsdienst. Hun advies was
eensluidend positief. Dat „Breda"
toch nog huiverig staat tegenover
een dergelijk ontwerp is begrijpe
lijk. Het getuigt van enige moed om
ook „ja" te zeggen, tegen dit experi
mentele plan.
Besemer kreeg van de gemeente
deze nieuwe vrije opdracht, nadat hij,
door allerlei Bredase „kunstzinnige"
verwikkelingen, zijn vorige opdracht
had teruggegeven. Het tweemanschap
Van der Werff-van. Dun is met hem
tot een redelijke oplossing gekomen.
De Bredase atelier-kwestie voor
kunstenaars wordt onder andere be
ter geregeld; althans „men is van
goede wil, al ontbreekt het organisa
torisch vermogen daartoe", aldus
Besemer.
Het project bestaat uit een „om
heining" van een ruw grasveld. Op
de vier hoeken roestvrij-stalen palen
in gefosforiseerde verf. Aan de 126
meter stalen kabel, die de vier top
pen ervan met elkaar verbindt ko
men vier reclaime-aehtige pijlen te
hangen, die naar beneden wijzen;
deze worden met neon-buizen om
rand en flitsen aan en uit. Deze
verlichting zal tegendraads lopen
aan de richting van de vier grote
scharen, die in kleuren van licht- tot
donkerblauw een ritme aanbrengen.
De scharen worden vervaardigd van
polyester. Deze opstelling en ver
lichting geven een wand aan, die er
niet is; een soort doos, die er niet
staat, maiar die men wel „voelt". De
scharen knippen als het ware dit
blok door. Zij vormen tenslotte tel
kens het edmd van een baan greffel,
"die „het botte grondkader, een stuk
je schilderij" vertegenwoordigen.
Waarom dit ongewone project?
„Ik ben op dit idee gekomen, toen
ik hier op het stadhuis zat te praten.
Op het bureau lag een schaar", ver
telt Teo Besemer. „Ik moest toen
denken aan de ambtenaren, die van
achter hun bureau zitten alleen plat
en het verknippen. De Planologen
achterhun bureau zitten alleen plat
te vlakken, plattegronden in ekaar
te schuiven. Ze zijn zich daarbij
niet bewust, dat ze de ruimte, het
leefmilieu doorknippen en niet en
kele platte vlakken. Ze denken in
twee dimensies in plaats van
drie".
Maar zal de vorm, die je op deze
wijze zo presenteert bij devoorbij
gangers overkomen? „Dat is een
vraag, die de gemeente zich ook,
een beetje benauwd, stelt. Als kun
stenaar is hot je taak nieuwe sym
bolen te maken voor deze tijd, maar
dan moeten we ze wel begeleiden.
Het is dan ook mijn bedoeling om
via open gesprekken in de wijk,
waar het ding komt, met de mensen
te praten. Kijk, dan kom je natuur
lijk tereoht bij de uitroep van velen
in deze tijd, die zeggen: Ik zie niet
wat het is. Wat stelt het voor? Dat
kon met „echte" beelden wel, maar
die bouwen tevens een soort schijn
wereld op. Mensen hebben liever
dingen, waarvoor ze geen verklaring
hoeven te zoeken bij zichzelf- Ze
gaan op de knieën liggen voor
de estetiek, voor het knappe en
het deskundige oordeel van anderen.
De overheid plakt haar verantwoor
delijkheid op estetische historische
waarden (het mooie beeldje in een
onleefbare wijk) en zal waarschijn
lijk inner.ijk niet zo o.k. zijn met
mijn wijze van benadering. Want als
ik de mensen zou moeten vertellen
wat het is, zou ik niet praten over
dit ding, maar over hun leefsituatie
in de wijk. Deze bewust geworden
gaan ze ook dit project begrijpen.
Het ding levert namelijk een stel
vraagtekens op over de wereld waar
in zij leven. Waar geen rekening
gehouden is met een goed leefkli
maat. Het zal op hen afkomen als
een absurditeit, die ontbreekt in de
wijk. Absurde dingen moeten er
zijn; dat wil zeggen dingen die niet
direct verklaarbaar zijn.
Als er bijvoorbeeld in de stad bij
de buurman een container voor de
deur staat, terwijl hij niet weet wat
die buurman binnen aan het doen is,
ontstaat er iets onverklaarbaars. Als
zijn buurman in de flat echter een
spijker in de muur slaat, weet hij
precies waar die spijker komt en
weet hij dat buurman een vergun
ning heeft voor een vaststaand aan
tal spijkers, dat hij in zijn muur
mag slaan.
Kijk, die oude boomgaard op de
hoek Doornboslaan-Nieuwe Kardijk
is nog een soort verbinding tussen
de natuurlijk gegroeide oude stad en
de kunstmatige nieuwe wijk. Die
verbindt nog het groei- met het
maakschap. Zou die boomgaard ver
dwijnen voor nog meer gazons en
flats (men wil er blijkbaar een
school bouwen) dan ontstaat er een
nog grotere afstand met de stad en
een nog sterkere isolatie van zo'n
wijk. Dat teken bij die boomgaard
wil dit bewust maken", aldus Teo
Besemer-
FOTO BOVEN:
Maquette van het scharen-pro-
ject van Teo Besemer.
Yasunari Kawabata kreeg in 1968 de Nobelprijs voor
literatuur. In dat jaar verscheen, in de Nederlandse ver
taling zijn roman „De schone slaapsters", nadat in 1963
zijn „Sneeuwlandschap" reeds in liet Nederlands ver
schenen was. Nu heeft dr. C. Ouwehand „een van de
weinige kenners van dc Japanse literatuur" een bun
del van 13 verhalen (Kawabata schreef er honderden)
samengesteld voor Nederlandse lezers. Ze gaven een
globaal overzicht van het literaire leven van deze fijn
zinnige schrijver. Het is een plezierig genoegen om ze
te lezen. YASUNARI KAWABATA: „NAGELS IN DE
OCHTEND" is een uitgave van Meulenhoff en kost
12,50.
Kawabata tast op een scherpzinnige wijze de omgeving
af waarin hij leeft. Zo vertellen deze verhalen ook een
stuk historische Japanse cultuur; de verandering van
sfeer vanaf het min of meer authentieke Japane leef
klimaat tot de westerse infiltratie sedert de tweede
wereldoorlog. De 13 verhalen zjjn, aldus Ouwehand, zo
gekozen dat ze het hele werk vanaf de dagboekaan
tekeningen van een schooljongen tot aan de late Kawa
bata (geboren in 1899) van „De schone slaapsters"
representeren. Rondom de drie lange verhalen „Het
badhotel" (1929/'30), „Het weerzien" (1946) en „De
arm" (1963/'64), die ieder voor zich karakteristiek mo
gen heten voor een belangrijke scheppingsperiode, groe
peren zich tien kortere. Behalve „Het weerzien", dat in
Leon Picons Engelse vertaling de schrijver helaas te
weinig recht doet en „De arm", inmiddels door Seiden-
sticker in het Engels vertaald, verschijnen alle verhalen
hier in een, voor zover bekend, eerste vertaling. Ieder
verhaal is voorzien van een aantal korte aantekeningen,
die typisch Japanse toestanden verduidelijken.
Het zijn „harde" verhalen; dat wil zeggen de onder
werpen snijden over het algemeen bittere leefsituaties
aan. Toch staat er terecht op de omslag een bloe
semtak. Met een kosmische poëzie benadert hij de om
ringende mensen en dingen tot in hun hart.
„Zittend op het witte muskietennet, dat het
hele kamertje vulde, begon het meisje met overgave
haar lange, lang vergeten teennagels te knippen," zo
besluit het verhaal „Nagels in de ochtend", waaraan het
boek zijn titel ontleent. Het lijkt een nogal detaillistische
beschrijving en dat is het ook, maar het wordt niet ver
velend. Wel vraagt het boek een rustige lezing, waarbij
de sferen in je huid kunnen dringen. Het grote verhaal
„Het badhotel" bijvoorbeeld, waarin de typische Japanse
badmethode als ontspanning voor lichaam en geest, aan
de orde komt, vertelt over een aantal vrouwelijke un
derdogs; miserabel en toch poëtosche, gekarakteriseerd
door de wisseling der seizoenen. Het is één van de zo
genaamde „handpalm-verhalen" tot „in een hand
palm neergeschreven korte verhalen".
„Het weerzien" is het eerste na-oorlogse verhaal van
Kawabata, waarin behalve een gestrand huwelijk als
thema, voor het eerst die andere (westerse) wereld met
geweld doorbreekt in dit land vol tradities. Wonderlijk
en bijna mythisch zijn verhalen als „Het geurende meis
je" en „De boom" terwijl je met bewondering en ver
wondering het hallucinerende boeiende verhaal „De
arm" kunt ondergaan.
„In de lente de kersebloesems, 's zomers de koekoek,
in de herfst de maan en 's winters de sneeuw, helder
koud", het „inbegrip" van alle dingen. Met dit gedicht
van de priester Dogen (12001253) opende Kawabata
indertijd zijn Stockholmse rede bij de uitreiking van de
Nobelprijs.
„De vraag, die altijd weer terug
komt is: moeten-kunnen we marihu
ana en hasj niet legaliseren, deci
minaliseren? Dat is, geloof ik, een
vraag die al voorbijgestreefd is. De
vraag is: hoe gaan we ermee leven?
Het abortus-probleem kan enkel
fundamenteel-preventief opgelost
worden vanuit een nieuwe morele
valorisatie van de menselijke seksu
aliteit". Enkele opmerkingen van
Steven de Batselier in „Misdadigers
en hun slachtoffers", afgedrukt
STREVEN-9 (postbus 233, Den
Bosch).
Tegen een afschrilkkingsbeleia
maar niet voor een ongenuanceerd
gebruik van drugs, houdit J. H. van
Meurs verder een pleidooi in „Enige
controversen over drugs en drugbe
leid. „Wanneer men een overzicht
miaiakt van de bestanddelen van de
eindprijs van petroleum in West-
Europa en daarbij ontdekt dat de
verbruikende staat er een belasting
op legt van 47,5% terwijl het produ
cerende land een belasting van 6,3%
oplegt, wordt de wankele verhou
ding evident", aldus A. Arciniega en
J, Sardón in „Petroleum, betekenis
vain een crisis". Dat er iets in de
Filispijnen broeit en het natuurrecht
tal viam vragen oproept is o.a. in
andere bijdragen te lezen.
„Het theaterbeleid maakt thans
deel uit van een passieve cultuurpo
litiek, die zonder duidelijke maat
schappelijke ruggesteun of enig na
tionaal bewustzijn, leidt tot neutraal
formalisme. Subsidie wordt gedistri
bueerd uit een vaag geloof in maat
schappelijke waarde van de ontwik
keling van de mens, indien niet
uitsluitend uit kil-nuchtere exploita
tie-overwegingen", aldus dr. C. Tin-
demans in ONS ERFDEEL-3
(Kerkstr. 1, Raamsdonk-dorp)Hij
geeft een analytische terugblik op
het einde van het klein-theater.
Joris de Deurwaerder staat in be
wondering om te zien naar 25 jaar
Belgisch-Nederlands cultureel ver
drag en houdt de dieur open voor
verdere ontwikkelingen. De vrouw
in de poëzie van Du Perron (door
Antoine Braet), met in het Frans
vertaalde verzen van deze auteur;
een interessante vraag van Gaby
Gyselen of de Vlaamse musea func
tioneel zijn en een even interessan
te beantwoording). De studie van de
Nederlandse taal in Noorwegen
(door Lanigvik-Jabamoes-s-ee)Mult-a-
tuli in Frankrijk (dioor Kolen-berg)
en een uitvoerig kritische reactie op
het functioneren van de mammoet
wet dioor dr. C. SteHiniga zijn enkele
te noemen artikelen uit de overvloe
digheid iin 190 pagina's. Zo-als ge
woonlijk veel interessante informa
tie op velerlei cultureel terrein in
de Kroniek.
In Ulicoten wordt zeer druk ge
bruik gemaakt van de relikwievere-
ring op het feest van St. Donatus.
Dat is te lezen in een uitvoerige
speurtocht, die Dag. Gooren maakt
over de verering van deze heilige.
Hij doet dat in BRABANTS HEEM
1-2 (Canterslaan 15, Oisterwijk).
Verder gaat in deze aflevering H,
Mandeis urnen zoeken met vad-er
Rijken, zet W. Knippenberg zijn on
derzoek waar No-ordbrabantse Bede
vaartvaantjes voort, bespreekt G.
van Herk h-et h-andweven rond 1850
en heeft J. Sicking het over de
zo-g-en-aamde „Napoleonnek-es". Ver
der o.a. vondstmeldïngen, vooral in
oostelijk Brabant.
eindredactie
henk egbers
(Van onze redactie buitenland
Staan er met betrekking tot de
Vietnam-kwestie grote dingen te ge
beuren? De laatste vredesvoorstellen
van de Vietcong-delegatie in Parijs
en de reacties daarop uit Amerika
hebben eigenlijk alleen nog maar
het verlangen naar vrede in Zuid-
oost-Azië opnieuw aangewakkerd.
De oogst aan feitendie in het licht
van een oplossing van het conflict
van grote betekenis zijn, is nog
klein, maar wel hoopgevend.
Er wordt momenteel in Vietnam
niet gevochten. Zo'n periode waarin
de kanonnen zwijgen is niet nieuw.
Maar de gevechtspauze nu lijkt min
der onwezenlijk en meer dan enig
andere gevechtsonderbreking in het
verleden uitzicht te bieden op een
definitieve regeling.
Nixon heeft een slag om de arm
gehouden door de vredesvoorstellen
van de Vietcong niet direct van de
hand te wijzen. Zijn voornaamste
politieke adviseur Henry Kissinger
is onmiddellijk naar Zuidoost-Azië
vertrokken voor overleg met de lan
den die bij het conflict betrokken
zijn. Nixon bevindt zich in een ui
terst moeilijke positie. De tegenstan
ders van de Vietnam-oorlog zijn
veel sterker komen te staan, terwijl
de recente publicaties over het ge
heime Pentagon-rapport de officiële
Amerikaanse politiek in een kwade
reuk hebben gezet.
Het fiasco van de Amerikaanse
politiek met betrekking tot Vietnam
heeft zich nog nooit zo duidelijk
gemanifesteerd als in de afgelopen
weken. Nixon zal de schade zoveel
mogelijk proberen te beperken. Er
is echter iets waar hij moeilijk om
heen zal kunnen. En dat is het feit
dat de Noordvietnamezen zich in
hun stellingen hebben teruggetrok
ken. Het oorlogsgeweld is tot stil
stand gebracht. De bel voor onder
handelingen, praten over vrede,
heeft duidelijk geluid.
Worden er in de komende weken
wezenlijke stappen ondernomen die
de wereld van de „ziekte van de
Vietnam-oorlog" kunnen afhelpen?
De vluctweg van de „haviken" is
uiterst smal geworden. Meer dan
ooit tijdens de nu al meer dan
vijftien jaar durende Vietnam-oorlog
lijkt de Amerikaanse regering met
de rug tegen de muur te staan.
Alle leden van de familie Kenne
dy vertonen een sterke overeen
komst. Iedere Kennedy heeft stijl,
kracht, persoonlijkheid; hoe men het
ook wil noemen, het is iiets dat ze
allen gemeen hebben.
Als een van hen een kamer bin
nen komt doet dat de mensen
:ets, onverklaarbaar, maar zichtbaar
en onbetwistbaar, een uitstraling
van een persoonlijkheid, een combi
natie van vastberadenheid, ambitie,
idealisme en een opgewektheid die
bijzonder aanstekelijk is. Deze trek
ken word-en tot op zekere hoogte in
evenwicht gehouden door onged-uld,
onverdraagzaamheid en een gevoel
van eigendunk.
De Kennedy-vnou-wen zijn alle
maal op en top vrouwelijk, ma-ar het
is duidelijk dat ze vrouwelijk zijn
op de moderne manier; ze rijden
Paard en spelen tennis. Geen van
hen is een bescheiden huisvrouwtje.
Ze zijn van nature efficiënt maar
onverschillig voor lof, ambitieus
maar niet in het persoonlijke vlak.
Ze werken als een team en de hele
familie, met inbegrip van bun man-
nen, vormt het team. Ze bekomme
ren zich meer om de instemming
van de familie dan om die van het
Publiek.
Geen van de Kennedy-vrouwen
vervult deze rol beter dan Eunice
Shriver. Ze werkt hard, is uitermate
intelligent, oprecht idealistisch en
tegelijkertijd vrouwelijk. Haar ten
gere gestalte is zo gespannen als een
voer, ze komt altijd tijd te kort voor
haar vele activiteiten, haar leven
verloopt volgens een vast schem-a,
on dat kan ook niet anders. Ze leidt
oen gecompliceerd leven en diat doet
te al jaren. Ze is een liefhebbende
ma-ar efficiënte moeder, een toege
wijde echtgenote maar ze heeft haar
eigen werk waar ze verantwoorde
lijk voor is. Ze is meer d-an compe
tent in haar vele rollen.
In Sargent Shriver heeft ze een
man gevonden die voortreffelijk
past in het familiesysteem. Met veel
energie en idealisme bouwde hij het
Vredescorps op tot een organisatie
die de geest van het presidentschap
van J-aek Kennedy goed tot uitdruk
king bracht. Onder Nixon za-1 het
ongetwijfeld minder aandacht en
pubicitedt krijgen, maar de oprich
ting ervan was een onderdeel van
de „zorg voor mensen" die de re-ge
ring' Kennedy kenmerkte. En wat
het Vredescorps bereikt heeft is van
onschatbare waarde.
De kinderen Shriver zijn onafhan
kelijk want ze hebben Kennedy-
bloed in de aderen. Ze zijn wonder
lijk bescheiden, ze accepteren hun
vermaarde familie-achtergrond als
vanzelfsprekend en ze zullen hun
eigen plaats in de wereld innemen
zonder prat te hoeven gaan op hun
afkomst. Als leden van de familie
Kennedy accepteerden ze zonder ver
wondering dat iemand uit hun mid
den president van de Ver. Staten
was. Ze betoonden hem het nodige
respect, ma-ar hij bleef hun oom.
Toen hij vermoord werd namen ze
als vanzelfsprekend aan dat een an
dere Kennedy zijn plaats zou inne
men. Dat was natuurlijk oom Bob
Robert Francis Kennedy.
Robert Kennedy was een fascine
rend, gecompliceerd mens. Dat wist
iik de eerste keer d-at ik hem ont
moette. We hadden een afspraak in
zijn kantoor in het Senaatsgebouw
in Washington. Het wa-s een strikt
zakelijk bezioek. Ik kwam om hem
een gunst te vragen. Ik wilde hem
verzoeken zitting te nemen in het
bestuur van een organisatie die ik
aan het o-prichten was ten behoeve
van de Ameraziiaten d-at wil zeg
gen, de kinderen van Amerikaanse
militairen in Azië en Aziatische
vrouwen.
Zijn kantoor was volkomen ver
schillend van dat van zijn jongere
broer, dat ik twee jaar 1-aiter bezocht.
Robert Kennedy's kantoor was rus
tig en ordelijk, bijna ka-ai. Zonder
oponthoud werd ik naar de kamer
gebracht waar hij eenzaam achter
zijn bureau zat. Het was een reus
achtige kamer, schaars maar
smaakvol gemeubileerd en naar
verhouding was het bureau zelfs nog
reusachtiger, zo enorm dat de ge
stalte er achter klein leek.
Ik zag een tamelijk kleine man
althans, hij leek klein een jonge
man, met een somber gezicht maar
vlammende blauwe ogen. Waren die
werkelijk blauw? Of keken ze zo
intens d-at ik nu denk dat ze blauw
waren? Hoe d-an ook er blonk geen
lach in en ook zijn gezicht glimlach
te niet.
Ik zei wat ik te zeggen had, deed
mijn verzoek. Hij luisterde aandach
tig zonder dat zijn gelaatsuitdruk
king veranderde. Ik wachtte op zijn
antwoord. Dat was een kortweg
neen. Hij htaid het druk. Hij hield er
niet van dot zijn naam ergens voor
gebruikt werd. Het leek hem een
goed doel, maar zo waren er zo veel.
Zijn familie zette zich in voor ge
handicapte kind-eren. Hij stond half
van zijn stoel op als om te kennen
te geven d-at er verder niets meer te
zeggen viel. Hij was kortaf en ver
spilde geen tijd a-an' beleefdheidsfa
sen. Ik wiais echter met een bepaald
doel gekomen en ook ik kan hard
nekkig zijn.
„Meneer Kennedy", zei ik, „ik
heb uw naam nodig omdat de men
sen in Azië u v-ertro-uwen. Als ze
zien d-at u belang stelt in dit nieuw
soort mens-en, de Ameaziiaten, zal ze
d-at aan het denken zetten en mis
schien zullen ze zich dan realiseren
dat de situatie onder ogen gezien
moet worden en daardoor hun aan
deel leveren in de oplossing van het
probleem.
De Ameraziaten zijn staatloos,
meneer Kennedy. Wij Amerikanen
beschouwen ze als Aziaten, maar in
Azië behoort het kind bij de vader
en in Azië worden ze daarom als
Amerikanen beschouwd. Het gevolg
is dat ze staatloos zijn. Ze hebben
geen vaderland, geen regering. Ze
zijn vreemdelingen in de landen
waar ze geboren zijn".
Hij was te beleefd om de kamer
te verlaten en ik hield zijn aandacht
vast, ik weigerde te vertrekken
voordat ik mijn zaak bepleit had.
Hij ging weer zitten. Hij luisterde.
Ik keek in die vlammende ogen die
op mijn gezicht gevestig-d weren.
Hij viel me niet in de rede. Toen ik
uitgesproken was zei hij bruusk:
„Ik zal er over denken en u
schrijven".
„Dank u", zei ik en vertrok.
Ik vermoed dat hij met zijn fami
lie wilde overleggen, want hij was
natuurlijk niet de enige met de naam
Kennedy. Een paar dagen later ont
ving ik zijn brief. Mijn verzoek is
ingewilligd. Zijn naam op ons brief
hoofd geeft me nog steeds kracht, al
is hij overleden.
(wordt vervolgd)
Robert Kennedy (hier met echtgenote Ethe] op bezoek bij koningin Juliana 1962) was een fascinerend, ge
compliceerd man, schrijft Pearl Buck.