Rees Absurde dingen moeten er zijn 0 Poëtische verhalen van Kawabata .....allemaal op en top modem vrouwelijk EEN SMAL PAD VOOR DE HAVIKEN ïlMERSWAAL in verband met Igening >PENDE BAR >T ►cherp h prijzen cultuur TEO BESEMER: Passieve cultuur politiek ,Sonsbeek' is misdadig Opvallend project in Breda 's Zomers de koekoek De Kennedy Vrouwen door PEARL S. BUCK gemeente Reimei'swaal I aan artikel 72a. in ver- Pen 63 en 10 der Ontei- sie uit Gedeputeer- ncie Zeeland, bijgestaan kr het algemeen bestuur [dige en het hoofd van neente en een lid van waterschap De Brede Ë-Beveland, in het ge- (itting zal houden de 26e ten einde de bezwaren bn aan te horen tegen bning ten name van het (an het maken van een grondberging op de Jidrecht ten zuiden van Ir, met bijkomende wer- |n behoeve van de Schei- In de gemeenten Rei- lidrecht, en nodigt be- lom hrm bezwaren, ter l.'ld, mondeling of schrif- |le commissie mede te [loeld in het eerste lid Onteigeningswet ter in- Iworden nedergelegd ter |ente, van 12 juli 1971 haar werkzaamheden heeft volbracht; plan van het gehele laatste lid van artikel fe wet, voor een ieder ter secretarie der ge lvan 12 juli 1971 totdat l'kzaamheden heeft vol- Ijgesteld van het recht jemeester voornoemd, Pijl Hogeweg. IWoning aanwezig. P E. l- TERNEUZEN 01150-3066 Vrijdag 9 juli 1971 0 HET MILJOEN guldens, over enkele maanden verdwenen in de stunt Tilburg-Totaal, had allerlei ge vestigde instellingen een zodanige injectie kunnen geven, dat zij nu in de komende jaren het stedelijk ni veau op zulk een peil hadden ge bracht dat er blijvende invloed van zou zijn uitgegaan. Het is voor Til burg bijzonder beroerd dat de dure manifestatie deuken oploopt. Gele zen dn „Braibantia". 0 STAMPING GROUND, de film over het popfestival Kralingen, draait momenteel in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Wanneer komt de film naar het zuiden? Niet alleen om daarmee de schuld van het festival en de meer dan 1 miljoen kosten voor de film te helpen betalen. 0 PICASSO krijgt, als vierde, op 25 oktober het ereburgersohap van Parijs. Hij wordt dan 90 jaar. 0 WAT EEN UNIEKE zinvolle dis cussie had moeten zijn, dreigde te verzinken in het verraderlijk drijf zand van peilloos diepe emoties- Het bestuur zag geen enkele aanleiding tot herstructurering, maar wenste in feite principieel te worden erkend als een groot orkest, dat recht heeft op meer musici en daarvoor ook de middelen ontvangt van d-e subsidiën- ten. Het Brabants Orkest zal het steeds moeilijker krijgen in het sub- sidiëntenoverleg; en de enige moge lijke oplossing ligt in herstructure ring van het nationaal orkestbestel. Aldus Ben Sies in „Brabantia" naar aanleiding van de studiedag over HBO. 0 VANDAAG begint het jaarlijkse balletfestival in die Amsterdamse stadsschouwburg. Tot 18 juli geven Van Dantzig en de zijnen daarbij een overzicht van het programma van het Nationaal Ballet. „De Nederlandse kunstenaarswe reld voelt zich diep beledigd door de manifestatie „Sonsbeek buiten de perken", omdat het kunstbedrog is en omdat het een Amerikaanse stunt is", aldus Simon Frank, voorzitter van de BBK-Noord-Nederland. „Sons beek is een middel om een verdere verruwing en verdere afstomping van de menselijke geest te bevorderen. „Sonsbeek" is als opzet geheimzinnig. Er was geen inspraak, overleg en contact met kunstenaarsorganisaties. Er is een miljoen gulden aan over heidsgeld aan besteed. Daar zit na tuurlijk meer achter. Ons huidige regeersysteem is niet zo, dat men zo maar een miljoen gulden over de balk gooit. Ik ben voor dat hele gedoe zeer huiverig. De vorige oorlog heb ik van te nabij meegemaakt. Die hele mani festatie is niet zo onschuldig als men wil laten voorkomen. Het is niet lu diek; het is gruwelijk. Als ik zeg „Sonsbeek" is een pathologisch ver schijnsel dan druk ik me te zacht uit. Het is geen ziekteverschijnsel, maar een misdadig verschijnsel. Ik ben wel links, progressief, maar niet communistisch georiënteerd. Ik ben zelfs geen vijand van Amerika, maar ook geen vriend. Ik hen niet pro-Rus sisch. Zuiver als mens moet ik con stateren dit geweld nooit vanuit Rus land te hebben horen propageren. „Sonsbeek" is een schakel in de keten van gebeurtenissen waarmee men de mens murw wil maken, zowel geestelijk a-cultureel als moreel: dat is onbeschaafd", aldus Frank. Zuiver als mens moet ik constateren, dat de tjjd voor de inquisitie weer is aan gebroken. Er komt een opvallend of merk waardig (net wat u wilt) „monu ment" in Breda. Deze sculptuur, ob ject, project hoe moet je het noemen waarvan het hoofdele ment gevormd wordt door vier twee meter hoge, in de grond gestoken scharen rond een veld van 38 x 25 meter zou de kunstenaar Teo Bese- mer het liefst plaatsen bij een oude boomgaard in een nieuwe stadswijk. De gemeente Breda, die de opdracht tot dit werk gaf, steekt met dit project de hand in eigen boezem, want deze „planologische contra-ex pertise bij het juiste gebruik van een huishoudartikel" vormt een „aan klacht tegen de planologie van de Hoge Vught en de planologie in het algemeen". Teo Besemer, die er reeds hard mee aan het werk is, hoopt dat over een jaar of twee het project gereed is. In afwijking van de „normale" procedure is bij de goedkeuring van dit ontwerp een adviescommissie van buiten aangetrokken, bestaande uit ir. J. Leering, directeur van het van Abbe-museum, de beeldhouwer André Volten en Domien van Gent, hoofdvan de provinciale Tentoon stellingsdienst. Hun advies was eensluidend positief. Dat „Breda" toch nog huiverig staat tegenover een dergelijk ontwerp is begrijpe lijk. Het getuigt van enige moed om ook „ja" te zeggen, tegen dit experi mentele plan. Besemer kreeg van de gemeente deze nieuwe vrije opdracht, nadat hij, door allerlei Bredase „kunstzinnige" verwikkelingen, zijn vorige opdracht had teruggegeven. Het tweemanschap Van der Werff-van. Dun is met hem tot een redelijke oplossing gekomen. De Bredase atelier-kwestie voor kunstenaars wordt onder andere be ter geregeld; althans „men is van goede wil, al ontbreekt het organisa torisch vermogen daartoe", aldus Besemer. Het project bestaat uit een „om heining" van een ruw grasveld. Op de vier hoeken roestvrij-stalen palen in gefosforiseerde verf. Aan de 126 meter stalen kabel, die de vier top pen ervan met elkaar verbindt ko men vier reclaime-aehtige pijlen te hangen, die naar beneden wijzen; deze worden met neon-buizen om rand en flitsen aan en uit. Deze verlichting zal tegendraads lopen aan de richting van de vier grote scharen, die in kleuren van licht- tot donkerblauw een ritme aanbrengen. De scharen worden vervaardigd van polyester. Deze opstelling en ver lichting geven een wand aan, die er niet is; een soort doos, die er niet staat, maiar die men wel „voelt". De scharen knippen als het ware dit blok door. Zij vormen tenslotte tel kens het edmd van een baan greffel, "die „het botte grondkader, een stuk je schilderij" vertegenwoordigen. Waarom dit ongewone project? „Ik ben op dit idee gekomen, toen ik hier op het stadhuis zat te praten. Op het bureau lag een schaar", ver telt Teo Besemer. „Ik moest toen denken aan de ambtenaren, die van achter hun bureau zitten alleen plat en het verknippen. De Planologen achterhun bureau zitten alleen plat te vlakken, plattegronden in ekaar te schuiven. Ze zijn zich daarbij niet bewust, dat ze de ruimte, het leefmilieu doorknippen en niet en kele platte vlakken. Ze denken in twee dimensies in plaats van drie". Maar zal de vorm, die je op deze wijze zo presenteert bij devoorbij gangers overkomen? „Dat is een vraag, die de gemeente zich ook, een beetje benauwd, stelt. Als kun stenaar is hot je taak nieuwe sym bolen te maken voor deze tijd, maar dan moeten we ze wel begeleiden. Het is dan ook mijn bedoeling om via open gesprekken in de wijk, waar het ding komt, met de mensen te praten. Kijk, dan kom je natuur lijk tereoht bij de uitroep van velen in deze tijd, die zeggen: Ik zie niet wat het is. Wat stelt het voor? Dat kon met „echte" beelden wel, maar die bouwen tevens een soort schijn wereld op. Mensen hebben liever dingen, waarvoor ze geen verklaring hoeven te zoeken bij zichzelf- Ze gaan op de knieën liggen voor de estetiek, voor het knappe en het deskundige oordeel van anderen. De overheid plakt haar verantwoor delijkheid op estetische historische waarden (het mooie beeldje in een onleefbare wijk) en zal waarschijn lijk inner.ijk niet zo o.k. zijn met mijn wijze van benadering. Want als ik de mensen zou moeten vertellen wat het is, zou ik niet praten over dit ding, maar over hun leefsituatie in de wijk. Deze bewust geworden gaan ze ook dit project begrijpen. Het ding levert namelijk een stel vraagtekens op over de wereld waar in zij leven. Waar geen rekening gehouden is met een goed leefkli maat. Het zal op hen afkomen als een absurditeit, die ontbreekt in de wijk. Absurde dingen moeten er zijn; dat wil zeggen dingen die niet direct verklaarbaar zijn. Als er bijvoorbeeld in de stad bij de buurman een container voor de deur staat, terwijl hij niet weet wat die buurman binnen aan het doen is, ontstaat er iets onverklaarbaars. Als zijn buurman in de flat echter een spijker in de muur slaat, weet hij precies waar die spijker komt en weet hij dat buurman een vergun ning heeft voor een vaststaand aan tal spijkers, dat hij in zijn muur mag slaan. Kijk, die oude boomgaard op de hoek Doornboslaan-Nieuwe Kardijk is nog een soort verbinding tussen de natuurlijk gegroeide oude stad en de kunstmatige nieuwe wijk. Die verbindt nog het groei- met het maakschap. Zou die boomgaard ver dwijnen voor nog meer gazons en flats (men wil er blijkbaar een school bouwen) dan ontstaat er een nog grotere afstand met de stad en een nog sterkere isolatie van zo'n wijk. Dat teken bij die boomgaard wil dit bewust maken", aldus Teo Besemer- FOTO BOVEN: Maquette van het scharen-pro- ject van Teo Besemer. Yasunari Kawabata kreeg in 1968 de Nobelprijs voor literatuur. In dat jaar verscheen, in de Nederlandse ver taling zijn roman „De schone slaapsters", nadat in 1963 zijn „Sneeuwlandschap" reeds in liet Nederlands ver schenen was. Nu heeft dr. C. Ouwehand „een van de weinige kenners van dc Japanse literatuur" een bun del van 13 verhalen (Kawabata schreef er honderden) samengesteld voor Nederlandse lezers. Ze gaven een globaal overzicht van het literaire leven van deze fijn zinnige schrijver. Het is een plezierig genoegen om ze te lezen. YASUNARI KAWABATA: „NAGELS IN DE OCHTEND" is een uitgave van Meulenhoff en kost 12,50. Kawabata tast op een scherpzinnige wijze de omgeving af waarin hij leeft. Zo vertellen deze verhalen ook een stuk historische Japanse cultuur; de verandering van sfeer vanaf het min of meer authentieke Japane leef klimaat tot de westerse infiltratie sedert de tweede wereldoorlog. De 13 verhalen zjjn, aldus Ouwehand, zo gekozen dat ze het hele werk vanaf de dagboekaan tekeningen van een schooljongen tot aan de late Kawa bata (geboren in 1899) van „De schone slaapsters" representeren. Rondom de drie lange verhalen „Het badhotel" (1929/'30), „Het weerzien" (1946) en „De arm" (1963/'64), die ieder voor zich karakteristiek mo gen heten voor een belangrijke scheppingsperiode, groe peren zich tien kortere. Behalve „Het weerzien", dat in Leon Picons Engelse vertaling de schrijver helaas te weinig recht doet en „De arm", inmiddels door Seiden- sticker in het Engels vertaald, verschijnen alle verhalen hier in een, voor zover bekend, eerste vertaling. Ieder verhaal is voorzien van een aantal korte aantekeningen, die typisch Japanse toestanden verduidelijken. Het zijn „harde" verhalen; dat wil zeggen de onder werpen snijden over het algemeen bittere leefsituaties aan. Toch staat er terecht op de omslag een bloe semtak. Met een kosmische poëzie benadert hij de om ringende mensen en dingen tot in hun hart. „Zittend op het witte muskietennet, dat het hele kamertje vulde, begon het meisje met overgave haar lange, lang vergeten teennagels te knippen," zo besluit het verhaal „Nagels in de ochtend", waaraan het boek zijn titel ontleent. Het lijkt een nogal detaillistische beschrijving en dat is het ook, maar het wordt niet ver velend. Wel vraagt het boek een rustige lezing, waarbij de sferen in je huid kunnen dringen. Het grote verhaal „Het badhotel" bijvoorbeeld, waarin de typische Japanse badmethode als ontspanning voor lichaam en geest, aan de orde komt, vertelt over een aantal vrouwelijke un derdogs; miserabel en toch poëtosche, gekarakteriseerd door de wisseling der seizoenen. Het is één van de zo genaamde „handpalm-verhalen" tot „in een hand palm neergeschreven korte verhalen". „Het weerzien" is het eerste na-oorlogse verhaal van Kawabata, waarin behalve een gestrand huwelijk als thema, voor het eerst die andere (westerse) wereld met geweld doorbreekt in dit land vol tradities. Wonderlijk en bijna mythisch zijn verhalen als „Het geurende meis je" en „De boom" terwijl je met bewondering en ver wondering het hallucinerende boeiende verhaal „De arm" kunt ondergaan. „In de lente de kersebloesems, 's zomers de koekoek, in de herfst de maan en 's winters de sneeuw, helder koud", het „inbegrip" van alle dingen. Met dit gedicht van de priester Dogen (12001253) opende Kawabata indertijd zijn Stockholmse rede bij de uitreiking van de Nobelprijs. „De vraag, die altijd weer terug komt is: moeten-kunnen we marihu ana en hasj niet legaliseren, deci minaliseren? Dat is, geloof ik, een vraag die al voorbijgestreefd is. De vraag is: hoe gaan we ermee leven? Het abortus-probleem kan enkel fundamenteel-preventief opgelost worden vanuit een nieuwe morele valorisatie van de menselijke seksu aliteit". Enkele opmerkingen van Steven de Batselier in „Misdadigers en hun slachtoffers", afgedrukt STREVEN-9 (postbus 233, Den Bosch). Tegen een afschrilkkingsbeleia maar niet voor een ongenuanceerd gebruik van drugs, houdit J. H. van Meurs verder een pleidooi in „Enige controversen over drugs en drugbe leid. „Wanneer men een overzicht miaiakt van de bestanddelen van de eindprijs van petroleum in West- Europa en daarbij ontdekt dat de verbruikende staat er een belasting op legt van 47,5% terwijl het produ cerende land een belasting van 6,3% oplegt, wordt de wankele verhou ding evident", aldus A. Arciniega en J, Sardón in „Petroleum, betekenis vain een crisis". Dat er iets in de Filispijnen broeit en het natuurrecht tal viam vragen oproept is o.a. in andere bijdragen te lezen. „Het theaterbeleid maakt thans deel uit van een passieve cultuurpo litiek, die zonder duidelijke maat schappelijke ruggesteun of enig na tionaal bewustzijn, leidt tot neutraal formalisme. Subsidie wordt gedistri bueerd uit een vaag geloof in maat schappelijke waarde van de ontwik keling van de mens, indien niet uitsluitend uit kil-nuchtere exploita tie-overwegingen", aldus dr. C. Tin- demans in ONS ERFDEEL-3 (Kerkstr. 1, Raamsdonk-dorp)Hij geeft een analytische terugblik op het einde van het klein-theater. Joris de Deurwaerder staat in be wondering om te zien naar 25 jaar Belgisch-Nederlands cultureel ver drag en houdt de dieur open voor verdere ontwikkelingen. De vrouw in de poëzie van Du Perron (door Antoine Braet), met in het Frans vertaalde verzen van deze auteur; een interessante vraag van Gaby Gyselen of de Vlaamse musea func tioneel zijn en een even interessan te beantwoording). De studie van de Nederlandse taal in Noorwegen (door Lanigvik-Jabamoes-s-ee)Mult-a- tuli in Frankrijk (dioor Kolen-berg) en een uitvoerig kritische reactie op het functioneren van de mammoet wet dioor dr. C. SteHiniga zijn enkele te noemen artikelen uit de overvloe digheid iin 190 pagina's. Zo-als ge woonlijk veel interessante informa tie op velerlei cultureel terrein in de Kroniek. In Ulicoten wordt zeer druk ge bruik gemaakt van de relikwievere- ring op het feest van St. Donatus. Dat is te lezen in een uitvoerige speurtocht, die Dag. Gooren maakt over de verering van deze heilige. Hij doet dat in BRABANTS HEEM 1-2 (Canterslaan 15, Oisterwijk). Verder gaat in deze aflevering H, Mandeis urnen zoeken met vad-er Rijken, zet W. Knippenberg zijn on derzoek waar No-ordbrabantse Bede vaartvaantjes voort, bespreekt G. van Herk h-et h-andweven rond 1850 en heeft J. Sicking het over de zo-g-en-aamde „Napoleonnek-es". Ver der o.a. vondstmeldïngen, vooral in oostelijk Brabant. eindredactie henk egbers (Van onze redactie buitenland Staan er met betrekking tot de Vietnam-kwestie grote dingen te ge beuren? De laatste vredesvoorstellen van de Vietcong-delegatie in Parijs en de reacties daarop uit Amerika hebben eigenlijk alleen nog maar het verlangen naar vrede in Zuid- oost-Azië opnieuw aangewakkerd. De oogst aan feitendie in het licht van een oplossing van het conflict van grote betekenis zijn, is nog klein, maar wel hoopgevend. Er wordt momenteel in Vietnam niet gevochten. Zo'n periode waarin de kanonnen zwijgen is niet nieuw. Maar de gevechtspauze nu lijkt min der onwezenlijk en meer dan enig andere gevechtsonderbreking in het verleden uitzicht te bieden op een definitieve regeling. Nixon heeft een slag om de arm gehouden door de vredesvoorstellen van de Vietcong niet direct van de hand te wijzen. Zijn voornaamste politieke adviseur Henry Kissinger is onmiddellijk naar Zuidoost-Azië vertrokken voor overleg met de lan den die bij het conflict betrokken zijn. Nixon bevindt zich in een ui terst moeilijke positie. De tegenstan ders van de Vietnam-oorlog zijn veel sterker komen te staan, terwijl de recente publicaties over het ge heime Pentagon-rapport de officiële Amerikaanse politiek in een kwade reuk hebben gezet. Het fiasco van de Amerikaanse politiek met betrekking tot Vietnam heeft zich nog nooit zo duidelijk gemanifesteerd als in de afgelopen weken. Nixon zal de schade zoveel mogelijk proberen te beperken. Er is echter iets waar hij moeilijk om heen zal kunnen. En dat is het feit dat de Noordvietnamezen zich in hun stellingen hebben teruggetrok ken. Het oorlogsgeweld is tot stil stand gebracht. De bel voor onder handelingen, praten over vrede, heeft duidelijk geluid. Worden er in de komende weken wezenlijke stappen ondernomen die de wereld van de „ziekte van de Vietnam-oorlog" kunnen afhelpen? De vluctweg van de „haviken" is uiterst smal geworden. Meer dan ooit tijdens de nu al meer dan vijftien jaar durende Vietnam-oorlog lijkt de Amerikaanse regering met de rug tegen de muur te staan. Alle leden van de familie Kenne dy vertonen een sterke overeen komst. Iedere Kennedy heeft stijl, kracht, persoonlijkheid; hoe men het ook wil noemen, het is iiets dat ze allen gemeen hebben. Als een van hen een kamer bin nen komt doet dat de mensen :ets, onverklaarbaar, maar zichtbaar en onbetwistbaar, een uitstraling van een persoonlijkheid, een combi natie van vastberadenheid, ambitie, idealisme en een opgewektheid die bijzonder aanstekelijk is. Deze trek ken word-en tot op zekere hoogte in evenwicht gehouden door onged-uld, onverdraagzaamheid en een gevoel van eigendunk. De Kennedy-vnou-wen zijn alle maal op en top vrouwelijk, ma-ar het is duidelijk dat ze vrouwelijk zijn op de moderne manier; ze rijden Paard en spelen tennis. Geen van hen is een bescheiden huisvrouwtje. Ze zijn van nature efficiënt maar onverschillig voor lof, ambitieus maar niet in het persoonlijke vlak. Ze werken als een team en de hele familie, met inbegrip van bun man- nen, vormt het team. Ze bekomme ren zich meer om de instemming van de familie dan om die van het Publiek. Geen van de Kennedy-vrouwen vervult deze rol beter dan Eunice Shriver. Ze werkt hard, is uitermate intelligent, oprecht idealistisch en tegelijkertijd vrouwelijk. Haar ten gere gestalte is zo gespannen als een voer, ze komt altijd tijd te kort voor haar vele activiteiten, haar leven verloopt volgens een vast schem-a, on dat kan ook niet anders. Ze leidt oen gecompliceerd leven en diat doet te al jaren. Ze is een liefhebbende ma-ar efficiënte moeder, een toege wijde echtgenote maar ze heeft haar eigen werk waar ze verantwoorde lijk voor is. Ze is meer d-an compe tent in haar vele rollen. In Sargent Shriver heeft ze een man gevonden die voortreffelijk past in het familiesysteem. Met veel energie en idealisme bouwde hij het Vredescorps op tot een organisatie die de geest van het presidentschap van J-aek Kennedy goed tot uitdruk king bracht. Onder Nixon za-1 het ongetwijfeld minder aandacht en pubicitedt krijgen, maar de oprich ting ervan was een onderdeel van de „zorg voor mensen" die de re-ge ring' Kennedy kenmerkte. En wat het Vredescorps bereikt heeft is van onschatbare waarde. De kinderen Shriver zijn onafhan kelijk want ze hebben Kennedy- bloed in de aderen. Ze zijn wonder lijk bescheiden, ze accepteren hun vermaarde familie-achtergrond als vanzelfsprekend en ze zullen hun eigen plaats in de wereld innemen zonder prat te hoeven gaan op hun afkomst. Als leden van de familie Kennedy accepteerden ze zonder ver wondering dat iemand uit hun mid den president van de Ver. Staten was. Ze betoonden hem het nodige respect, ma-ar hij bleef hun oom. Toen hij vermoord werd namen ze als vanzelfsprekend aan dat een an dere Kennedy zijn plaats zou inne men. Dat was natuurlijk oom Bob Robert Francis Kennedy. Robert Kennedy was een fascine rend, gecompliceerd mens. Dat wist iik de eerste keer d-at ik hem ont moette. We hadden een afspraak in zijn kantoor in het Senaatsgebouw in Washington. Het wa-s een strikt zakelijk bezioek. Ik kwam om hem een gunst te vragen. Ik wilde hem verzoeken zitting te nemen in het bestuur van een organisatie die ik aan het o-prichten was ten behoeve van de Ameraziiaten d-at wil zeg gen, de kinderen van Amerikaanse militairen in Azië en Aziatische vrouwen. Zijn kantoor was volkomen ver schillend van dat van zijn jongere broer, dat ik twee jaar 1-aiter bezocht. Robert Kennedy's kantoor was rus tig en ordelijk, bijna ka-ai. Zonder oponthoud werd ik naar de kamer gebracht waar hij eenzaam achter zijn bureau zat. Het was een reus achtige kamer, schaars maar smaakvol gemeubileerd en naar verhouding was het bureau zelfs nog reusachtiger, zo enorm dat de ge stalte er achter klein leek. Ik zag een tamelijk kleine man althans, hij leek klein een jonge man, met een somber gezicht maar vlammende blauwe ogen. Waren die werkelijk blauw? Of keken ze zo intens d-at ik nu denk dat ze blauw waren? Hoe d-an ook er blonk geen lach in en ook zijn gezicht glimlach te niet. Ik zei wat ik te zeggen had, deed mijn verzoek. Hij luisterde aandach tig zonder dat zijn gelaatsuitdruk king veranderde. Ik wachtte op zijn antwoord. Dat was een kortweg neen. Hij htaid het druk. Hij hield er niet van dot zijn naam ergens voor gebruikt werd. Het leek hem een goed doel, maar zo waren er zo veel. Zijn familie zette zich in voor ge handicapte kind-eren. Hij stond half van zijn stoel op als om te kennen te geven d-at er verder niets meer te zeggen viel. Hij was kortaf en ver spilde geen tijd a-an' beleefdheidsfa sen. Ik wiais echter met een bepaald doel gekomen en ook ik kan hard nekkig zijn. „Meneer Kennedy", zei ik, „ik heb uw naam nodig omdat de men sen in Azië u v-ertro-uwen. Als ze zien d-at u belang stelt in dit nieuw soort mens-en, de Ameaziiaten, zal ze d-at aan het denken zetten en mis schien zullen ze zich dan realiseren dat de situatie onder ogen gezien moet worden en daardoor hun aan deel leveren in de oplossing van het probleem. De Ameraziaten zijn staatloos, meneer Kennedy. Wij Amerikanen beschouwen ze als Aziaten, maar in Azië behoort het kind bij de vader en in Azië worden ze daarom als Amerikanen beschouwd. Het gevolg is dat ze staatloos zijn. Ze hebben geen vaderland, geen regering. Ze zijn vreemdelingen in de landen waar ze geboren zijn". Hij was te beleefd om de kamer te verlaten en ik hield zijn aandacht vast, ik weigerde te vertrekken voordat ik mijn zaak bepleit had. Hij ging weer zitten. Hij luisterde. Ik keek in die vlammende ogen die op mijn gezicht gevestig-d weren. Hij viel me niet in de rede. Toen ik uitgesproken was zei hij bruusk: „Ik zal er over denken en u schrijven". „Dank u", zei ik en vertrok. Ik vermoed dat hij met zijn fami lie wilde overleggen, want hij was natuurlijk niet de enige met de naam Kennedy. Een paar dagen later ont ving ik zijn brief. Mijn verzoek is ingewilligd. Zijn naam op ons brief hoofd geeft me nog steeds kracht, al is hij overleden. (wordt vervolgd) Robert Kennedy (hier met echtgenote Ethe] op bezoek bij koningin Juliana 1962) was een fascinerend, ge compliceerd man, schrijft Pearl Buck.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 15