September start Het Brabants Jeugdtoneel" C.R.M. verwonderd over het thema Onassis; een wijs en vriendelijk man TEGEL, PASSIE VOOR EN DOOR JONGEREN V) DE DUURSTE GIJZELAAR De Kennedy Vrouwen door PEARL S. BUCK Dun tekstbo kunst cultuur 1HHHHnHHR Waar blijft Raad? Arbeider en cultuur Spelen in Brabant en Zeeland Ruimte voor liefde Waar de liefde ontbreekt Hoog en droo» Dinsdag 6 juli 1971 Waar blijft de culturele raad voor de provincie Noord-Brabant? Het heeft jaren geduurd voordat er een (weliswaar degelijke) nota voor een nieuw cultureel beleid op tafel kwam. Het geharrewar in de Pro vinciale Staten daarover ligt al weer ruim één jaar achter ons. Daarna is er een commissie onder leiding van drs. Y. v. d. Werff zeer voortvarend aan de slag gegaan en kwam binnen een half jaar met een rapport, dat vrij concreet zinnige voorstellen deed. Maar nu wachten we al weer ruim een half jaar op een voorstel van G.S. Ondanks het feit, dat tegen de zin van gedeputeerde Willems toch de culturele commissie uit de Staten voor vakantie bijeen is ge weest, blijft het opvallend stil. liet Provinciaal GenootschapCulturele Raad is niet uitgerust voor de taken die een dergelijke nieuwe raad te wachten staan. En die zijn nogal urgent. Het loffelijk initiatief van het Genootschap tot een openbare hearing over de situatie van Het Brabants Orkest onlangs kan bij voorbeeld vertienvoudigd worden. Daarvoor Is een „echte" raad no dig. „Een inhoudsrijk geestelijk cultu reel leven behoort evenzeer bij de machtsuitoefening als het plannen, het meeregeren in bedrijf en woon gebied, bij de wereldbeschouwelijke of vakmatige vorming. Reden: om dat cultuur en kunst ideologie ver breidt, moet de arbeidersklasse zich daarvoor verantwoordelijk voelen". Citaat uit de Oostduitse krant Neues Deutschland. In Nederland hebben arbeiders gelukkig geen behoefte aan macht. Vaarwel cultuur. „Half september hoop ik, bij voor keur in Breda, met de eerste voor stelling van „Het Brabants Jeugdto neel" te starten". De zakelijk en artistieke leider van Toneelgroep Haags Jeugdtheater Jacques Del- monte (57), ziet hiermee een lang gekoesterde wens in vervulling gaan. „Toneel èn Brabant zijn twee oude idealen van me". Het Brabants Jeugdtoneel zal op dezelfde wijze opereren als Het Haags Jeugdthea ter: sprookjesspelen voor de lagere schooljeugd, gespeeld door middel bare school- en werkende jeugd van 14 tot 24 jaar. Delmonte wil komen tot vaste voorstellingen op iedere zondagmiddag in Breda en verder met de groep spelen in heel Brabant en Zeeland. „Ik werk zonder één cent subsidie - in Den Haag ook, met succes - en zal dus veel mede werking nodig hebben van de ge meentelijke autoriteiten". Wie is Jacques Delmonte? „Ik heb me 'altijd Brabander ge voeld. Grootmoeder uit Den Bosch en vader uit Bergen op Zoom. In mijn jeugd kon ik niet naar de Toneelschool; dat was toen niet te betalen. Ik kwam terecht in het Brabantse Gezelschap Johan Steen bergen; de vader van Paul Steen bergen (Paul heeft ook geen toneel school). Ze zagen iets in me. Ik richtte het Tilburgs Toneel op en schreef daarvoor het stuk Ave Maria, waarmee we indertijd heel Bra bant zijn doorgetrokken. Schreef re vues; zat bij het Revue-ballet. Ben dus veelzijdig. In de oorlog lag hier het verenigingsleven plat en daarom ben ik toen naar Den Haag vertrok ken, waar ik regie-werk deed en Spelen bij Haags Jeugdtheater; straks bij Brabants Jeugdtoneel. met mijn vrouw met poppen en goochelen voor de jeugd optrad". Wat is Toneelgroep Haags Jeugdtheater? Daarmee ben ik acht jaar geleden begonnen- Sedert drie jaar hebben we een eigen theater: Diligentia, waar we iedere zaterdagmiddag spe len voor ongeveer 350 kinderen. Dat theater hebben we overgenomen van de professionele groep „Arena", die - met subsidie - daar ook iedere zaterdag voor 30 tot 40 kinderen speelde! Sta overigens in de beste verhouding met Arena; nam stukken van hen over. Ook met de Haagse Comedie sta ik op goede voet; krijg van hen oude décors en requisie- ten". Wat wordt Het Brabants Jeugd toneel? „Dat ga ik op dezelfde wijze op zetten als het Haags Jeugdtheater. De acteurs Guus Hoes en Kees Cool- en van de Haagse Comedie, maar stammend uit Tilburg, hebben me daartoe opgejut. Het voordeel voor Brabant is, dat ik de leerschool en het materiaal van Den Haag kan meebrengen; experiment is daardoor overbodig. Ook hier ga ik werken met jonge lui van 14 tot 24 jaar, die graag willen spelen. In Den Haag werken we met dertig jonge mensen, waar van 15 de kern vormen. Moeilijkhe den met hun werk of school hebben ze niet. Om te spelen nemen ze vrije dagen op of krijgen daarvoor vaak vrij van school. Een directeur van een school vertelde me onlangs, dat de twee leerlingen van zijn school, die bij het Jeugdtheater zijn, beter hun best op school zijn gaan doen. Dat is ook mijn voorwaarde: het werk mag er niet onder lijden. We gaan 2 x in de week in Den Haag en 2 x in Brabant repeté^ ren". Wat wordt de vestigingsplaats van het Brabants Jeugdtoneel? Of Tilburg, of Breda. Maar op dit moment zeg ik: het zal wel Breda worden. Ik vind de sfeer van de stad Breda erg gunstig hiervoor. Het zal dus van de medewerking afhan gen. Wat dat betekent* Een repeti tielokaal voor een schappelijke prijs en een goede gelegenheid, waar zon dagsmiddags een permanent jeugd theater kan zijn". Gaat dit de gemeente(n) of de provincie geld kosten (subsidies) Per se niet, hoewel ik een kleine subsidie welkom zou vinden. In Den Haag heb ik f 10.000 gevraagd (voor nieuwe decors, kleding, repetitielo kaal e.d.), Maar (nog) niet gekre gen. Ze zeggen: Het draait toch goed en er is al zoveel te subsidiëren. Dat is ook zo. Ik deel niet in de malaise van het grote toneel, dat gemak zuchtig gesubsidieerd wordt en stukken kiest, dat het zelf leuk vindt. Doorgaans speel ik voor haal bare uitkoopsommen (4- tot 500 gul den). Wel zou ik het bijvoorbeeld op prijs stellen, wanneer de ge meenten in Brabant en Zeeland, waar ik straks kom spelen zich ga rant vyillen stellen. Dat betekent maar een klein gokje voor die ge meente, gezien de belangstelling". Welk repertoire brengt u? Doodgewoon sprookjes: De ge laarsde kat, De gouden sleutel, Pi- nokkio en dergelijke. Ga binnenkort zelf weer 5 stukken schrijven. Nee, geen experimenten of geëngageerd toneel. Laat de kinderen nog maar een tijdje in een romantische droomwereld leven. Als ze van school komen, worden ze nog wel genoeg met het barre leven gecon fronteerd- In Den Haag komen trou wens ook veel oude mensen (alleen) kijken. Ze zijn nog nooit bij de Haagse Comedie geweest, maar dit vinden ze zo mooi". Buiten staat het blauwe busje, waarop rode letters dansend vertel len van het Jeugdtheater. Op de ruit zit een bon, Hopenlijk mag Jacques Delmonte wèl in Breda parkeren met zijn Brabants Jeugdtoneel. NB. Jongelui tussen 14 en 24 Jaar, die interesse hebben om mee te werken aan het Brabants Jeugdto neel kunnen contact opnemen met Jacques Delmonte (070-609433). NB. Op 8 augustus speelt het Haags Jeugdtheater in het openlucht theater van Roosendaal. „Het publiek begint langzamer hand steeds meer zelf het werk te doen, dat de vakman vroeger op zich nam. Het ogenblik kan komen dat het op puur praktische gronden zinloos wordt een gedwongen vakop leiding voor te schrijven". Dat slaat in dit geval op de fotografie want het zijn de „overdenkingen van een oude rot" in FOTO-jul. (postbus 4, Doetinchem). Als ge woonlijk vinden we verder in deze aflevering een serie „fotografen en hun werk", waarbij nu voorzien van mooie resultaten aan bod komen: Harry van der Put, Cor van Welle, Den-is Brihat en Lucebert. Verder veel technische informatie' o.a. elf geteste Nikkor-objectieven electronica in de fotografie en het interessante experimenteren van halftoonfoto naar fotografiek, aan de hand van het werk van Rainer Ky- drowski. „De liefde is in onze samenle ving teruggedrongen naar het do mein van het huwelijk. De vraag is nu: wat komt er terecht, wat is het lot van een liefde onder huwelijkse voorwaarden?" Dat vraagt Jan van Hulst zich af onder de kop „In de ban van het huwelijk" in PROCES-6 (Antwoordnummer 30, Bloemen- daal), dat deze keer gewijd is aan Strategie-Opvoeding-Vorming. Van Hulst: „De richting, die gegaan zou kunnen worden ter realisering van meer authentieke menselijkheid, zoeken wij in: meer ruimte en vrij heid voor de liefde en in een reduk- tie van de huwelijksdwang". Jenne van Tulden-Jaap Mutter geven ver der uitvoerig verslag over d» coa ching van een chrèche-groep en Roel Bouwkamp schrijft over„Mani- pulaties als momenten van het me- todies agogies handelen". Marga Klompé heeft, bij het ver laten van haar ministerie, een zeer omstreden gebied een vriendelijk gekleurde herinnering meegegeven. In de afgelopen jaren is er nogal wat kritiek geweest op het artistiek beleid inzake films, die voor verle ning van subsidies werden aanvaard. Het ministerie van CRM is de laat ste maanden nogal gul geweest met vertoningen van met overheidsgel den gemaakte films. In de laatste serie vertoonde films zat die van de Bredanaar Jacques Martens: „Een zwijgende minderheid". „Het lijkt erop, dat de steun, die ik van CRM kreeg om tot een nieuwe filmcarriè re in Nederland te komen, succes zal hebben", zegt Martens, die na tien jaar in Oostenrijk gewerkt te hebben weer in Nederland is terug gekeerd. „De film is door CRM aan de televisie verkocht, er volgde een opdracht voor Socutera uit en ik ben met een bedrijfsfilm bezig", vertelt hij. „Ik heb CRM om subsidie voor deze film gevraagd, omdat ik daar mee verder hoopte te komen. Op het ministerie was men verwonderd over het thema". De zwijgende min derheid gaat over langdurige zieken en - hun isolement in deze maat schappij. Een documentaire. Natuur lijk zou ik ook wel graag een speel film maken, maar dat zit er gewoon niet in; met deze film kan ik meer doen. Er is nu al groeiende belang stelling voor bij allen, die op een of andere wijze met de gehandicapte mensen van doen hebben". „De zwijgende minderheid" is groten deels opgenomen in Kalorama te Beek bij Nijmegen. Ik heb vooral situaties willen te kenen; geen zielige mensen of ver minkte ledematen. Filmtechnisch was ik nogal gebonden door de situ atie en ik kon, inderdaad, alleen met de montage spelen. Dat heb ik ook gedaan. De enige tekst, die erin gesproken wordt is van Hans Verha gen: „Een menigte is geen gezel schap. Gezichten zijn slechts schil derijen, een gesprek een rinkelend cimbaal,....waar de liefde ont breekt". Verder bestaat de film uit beelden (22 minuten lang), met sfeergelui den op de achtergrond. Ik kan mij de kritieken in de kranten, die mij een clichématig werken verwijten wel voorstellen. Het tikkten van een klok en het lekken van een kraan zijn cüché's, maar zij tekenen wel de situatie- Daar komt bij, dat men van de CRM-films altijd experimen ten verwacht. Vroeger begonnen de artiesten ik denk aan Dali gewoon te werken en als ze het vak eenmaal onder de knie hadden, be gonnen ze te experimenteren. Te genwoordig worden van een begin nend artiest al experimenten ver- wacht. Wanneer je een realistisch beginnende filmcarrière verbind met het woord commercieel, zit me dat dwars. Ik ben zo realistisch, dat ik inderdaad meen te moeten beginnen met reële flims. Het experiment komt wel. In „De zwijgende min derheid" zet ik gewoon reëel zieke en gezonde mensen tegenover el kaar. Laat dan zien, hoe de tegen woordig voor de zieken georgani seerde vakantdetoehten, dit monoto ne bestaan wat doorbreken en dan....daar liggen ze weer". Jacques Martens vertrok, 10 jaar geleden na zijn diensttijd naar Duitsland, omdat hij meende zich daar beter in de fotografie te kun nen bekwamen. Kwam in aanraking met de film. Omdat de filmacademie te Amsterdam „niet doorging" zocht hij in een Duitstalig gebie<j naar een mogelijke opleiding. In Duitsland bestond, die toen nog'niet. Daardoor kwam hij terecht op de pas opge richte academie te Wenen, waar hij, zegt hij, veel geleerd heeft van prof. Lindberg (nu directeur van het Schauspielhaus Zurich)- In '65 stu deerde hij af en werkte daarna, free-lance, onder anderen voor de Oostenrijkse tv en maakte in op dracht van het Oostenrijkse ministe rie een speelfilm. Dat hij toch naar Nederland is teruggekomen wijt hij aan de moeilijke situatie voor bui tenlanders in Oostenrijk bij officiële instanties en voral bij de vakbon den, die hun eigen mensen bij voor keur beschermen. „Bovendien zit je iedere keer met verblijfsvergunnin gen en is de filmwereld daar cor rupt, maar dat is hier ook het ge val". Het liefst zou hij het thema van „De zwijgende minderheid" in een nieuwe film vervolgen, met name de discriminatie van gehandicapten in onze maatschappij. En hij denkt daarbij aan de proeven met bescha mende resultaten, die de arts Mi- chels van Kalorama nam. Gehandi capten, die bij een bushalte niet snel genoeg zijn en blijven staan; Tijdens de opname in Kalora ma. minder valide mensen, die uit res taurants geweerd worden „omdat men er niet op ingesteld is" en andere voorbeelden. Een dergelijke film zou een bewustwordingsproces bij de bevolking kunnen versnel len. eindredactie henk egbers De Gids floreert, Raam niet. Hoe komt dat? vraagt J. Wesselo zich af in RAAM - 74 (Hollantlaan 2, Utrecht). Er zijn, dacht ik (Wesse lo) twee samenhangende oorzaken. Ten eerste komt De Gids uit in Amsterdam. En volgens de Amster dammer. de V.N.-Am sterdammer, is het niet goed, als het niet uit Am sterdam komt. Terwijl men zo lang zamerhand wel diende te weten, dat de beste literatuur niet uit Amster dam komt, maar in de provincie gemaakt wordt'. 'Welnu: lees in de ze aflevering Manuel Kneepkens, die „Een enkele reis" neemt; Bertus Dijk, die schrijft over „Literatuur en revolutie in Mozambique" en Wi- told Gombrowicz: „Het Berlijnse Dagboek" (fragmenten II). Op de koop toe dan nog Cornells Verhoe-, ven, die nogmaals uit zijn slof schiet tegen Leo Dullaart („Wie hoofdpijn heeft, moet eerst de maatschappij veranderen, voordat hij asperine neemt") en zich afvraagt wat hij doen moet met de maatschappij-kri tiek van 13-jarigen en de inspraak van 15-jarigen. „De jeugd is een maatschappelij ke groep geworden. Dit is een nieuw verschijnsel in vergelijking met een vorige generatie. Als reden zien wij de school. Hier krijgt de jeugd een gemeenschappelijke sta-* tus", aldus H. van Overbeke in „Jeugd en maatschappij"; een arti kel, dat onderdeel uitmaakt van het lezenswaardige „Dossier Jeugd", waaruit KULTUURLEVEN-5 (Jus tus Lipsiusstr. 18, Leuven) dit keer is samengesteld. De andere bijdra gen: F. Lefèvre: Profiel van een nieuwe generatie; E. Michiels: Kri tiek en oriëntatie naar oplossingen voor het huidige schoolsysteem; R. Beirnaert: Onderwijsvernieuwing, moeilijkheden en grenzen; H. Cam- maer: Dg vrije tijd van de jeugd, alternatief leven? M. Plomteux: Het generatieconflict en W. Leirman: Bouwen aan een planmatig jeugdbe leid. H. Cammaer: „Waarom zijn de volwassenen bang van de alternatie ven, die de jeugd kan vinden terwijl zij tegelijkertijd zich heimelijk naar de jeugd richten om voldoende ei gentijds te zijn?" Antwoorden (niet dè -te lezen in dit dossier. (Van onze Brusselse correspondent BRUSSEL Een Belg, die sedert 22 jaar in China wordt vastgehou den, is waarschijnlijk de duurste gijzelaar ter wereld. De man, Frans van Roosbroek, vertegenwoordigt een bedrag van ongeveer anderhalf miljard Belgische frank (ruim 100 miljoen gulden). In 1948 ondertekende de toen 29- jarige Frans Jozef van Roosbroek een contract bij de Generale Bank- maatschappij in Brussel: hij zou voor vier jaar naar China vertrek ken als onderdirecteur bij de Belgi sche bank voor het buitenland en het Verre Oosten, een instelling die in China verscheidene agentschap pen had. Het contract bepaalde dat de man gedurende vier jaar onge huwd moest blijven en in Sjanghai moest wonen. Toen in 1949 Mao in China aan de macht kwam, plaatsten vele Chinese burgers geld in buitenlandse banken om het zo over de grens in veilig heid te brengen. Ook op de bank waar Van Roosbroek werkte kwam zo het geld terecht: het werd door de directeur zelf naar het buitenland gebracht, maar die directeur keerde daarna niet meer terug. Zijn onder directeur, Van Roosbroek, gebonden door een contract van vier jaar bleef in Sjanghai, ook toen daar de com munisten aan de macht kwamen. Hij is er nooit meer weggekomen. Op 11 mei 1964, toen zijn moeder zwaar ziekfwas, schreef hij aan ziju oudste zuster dat hij het jammer vond haar niet te kunnen bezoeken. „Onze bank is aan de Chinese regering tien miljoen Amerikaanse dollars schul dig, die door de Amerikanen zijn bevroren", schreef hij. „Alhoewel wij bereid zijn dat bedrag te beta len, eisen de Chinezen dat zij deze som in ander geld, namelijk Engelse ponden, Hongkong dollars enz. zou den krijgen en 'dat geld kunnen wij hen niet geven. Zolang dit probleem niet geregeld is houden de Chinezen mij hier dus vast als gijzelaar". Van 1loosbroek had een laatste poging om naar België terug te ke ren ondernomen in 1952, toen zijn contract met de Generale Bankmaat- schappij ten einde was. De bank gaf hem toen de raad en de toestem ming om de liquidatie van de bank in China aan te vragen. Peking ging daarmee akkoord, maar eiste eerst het (bevroren) geld terug. Hij kreeg geen visum en moest blijven. Ongeveer een jaar later, in 1953, trouwde hij met een Noordkoreaans weeskind, Linda Rhee, een meisje dat sinds haar jeugd in China ver bleef, daar een zeer verzorgde artis tieke opleiding had gekregen en een schilderes met talent wordt ge noemd. Het gezin heeft vier kinde ren, die thans 17, 16, 14 en 13 jaar oud zijn. Het is bekend dat de Britse ko ningin herhaaldelijk ten gunste van Van Roosbroek tussenbeide is geko men, evenals de overleden Belgische koningin Elisabeth, die in de jaren 60 de Chinese Volksrepubliek heeft bezocht. Het enige wat men toen kon bereiken was een visum voor de vrouw van Van Roosbroek, die eerst de beide oudste en later ook de twee jongste kinderen naar Bel gië..heeft overgebracht. Toen kreeg zij zelf echter geen visum meer om 'nog naar China terug te keren en sindsdien dat' is sinds 1967 verblijft zij gescheiden van haar man in België. Over het geval Van Roosbroek werden in de Belgische Kamer vra gen gesteld door Wim Jorissen, een lid van de Volksunie. Hij meende te weten dat de Belgische bank poor het buitenland op 11 november 1968 nogmaals geld aan de bank van China zou aangeboden hebben in ruil voor de vrijlating en uitlevering van Van Roosbroek. Op een aantal vragen, die de interpellant aan de minister van buitenlandse zaken stelde, antwoordde deze dat de Bel gische regering sinds vier jaar alles in hei werk stelt om de vrijlating te verkrijgen van „deze landgenoot, die zich niets te verwijten heeft en op onrechtvaardige wijze door commu nistisch China wordt vastgehou den") 17. Toen Robert Kennedy op 16 maart 1968 aankondigde dat hij zich kan didaat stelde vatte de hele familie Kennedy, Jacqueline inbegrepen, nieuwe moed. Nu zouden John Fitz gerald Kennedy's idealen worden voortgedragen, met succes bekroond worden. Wie kon voorzien dat op de vijfde juni de tragedie zich zou herhalen? Als Ethel Kennedy al de gene was die het grootste verlies leed, voor Jacqueline was het bijna net zo erg. Rose Kennedy bezat inmiddels de wijsheid van haar leef tijd, het stocïsme van haar gods- tijd, het stoïcisme van haar goeds- dienst. Maar de beide andere vrou wen waren jong, hun levens waren niet vervuld- Jacqueline overzag haar leven dat nu zo beperkt was, overdag het publiek en 's avonds de eenzaam heid, en kwam tot de conclusie dat ze moest hertrouwen. Dat was om twee redenen noodzakelijk. Ze moest ten eerste voor zichzelf, en ten tweede voor haar kinderen ze kerheid hebben. Dat vereiste een oudere man, een man die zijn plaats in de maatschappij veroverd had, een man die in de eerste plaats teder voor haar zou zijn en voor haar zou zorgen en op wie ze met volledig vertrouwen kon steunen omdat hij zich zelf sterk voelde. Ze had nog de herinnering aan haar vader. Hoe charmant hij ook geweest was en hoeveel ze ook van hem gehouden had. hij was nooit zeker genoeg van zichzelf geweest om haar zekerheid te verschaffen. En haar stiefvader, zo betrouwbaar en standvastig, had het misschien aan de gevoeligheid ontbroken waar haar artistieke natuur om vroeg- Ten tweede moest de man met wie ze trouwde van kinderen, van haar kinderen houden. Ze was en is een goede moeder. Dat kan men zien aan de manier waarop haar kin deren aan haar hangen, op haar vertrouwen, haar betrekken in hun kinderen aan haar hangen, op haar vertrouwen, har betrekken in hun leventjes. Haar verhouding tot Caro line is duidelijk. Het jonge meisje aanbidt haar moeder en imiteert haar gedrag en gebaren, bewondert haar schoonheid. De eisen die Jacqueline Kennedy stelde waren niet gering. Ze waren grondig en ingrijpend. Het zou moeilijk geweest zijn de hoedanig heden die ze zocht in een Ameri kaan te vinden, en zelfs in het oude Engeland. Ze genoot van de Fran sen, maar wispelturigheid is hun aangeboren en tegenover Italiaanse mannen leek ze oud- Griekenland was het land dat ze meermalen bezocht had voor haar genoegen en om troost te zoeken. Toen haar zoontje, Patric'k Bouvier, in 1963 na zijn korte leventje over leden was, was ze er geestelijk en leden was, was ze er geenstelijk en lichamelijk bovenop gekomen tij dens een cruise door de Ege5sche Zee met de vriend van haar zuster Lee, Aristoteles Onassis. Hij was het ook die haar onmiddellijk na het overlijden van haar man bezocht had. Daarna had hij haar vaak bege leid, hoewel zonder opzien te baren, en zijn hartelijke Zuideuropese charme monterde haar op. Misschien kwam die ook overeen met haar eigen Zuideuropese afstamming. Ze hadden veel gemeen. Hij hield van schoonheid, hij hield van kunst en hij bezat het geld om aan haar smaak tegemoet te komen. Hij is een van de rijkste mannen ter we reld. Zolang ze leeft hoeft ze nooit meer over geld te denken of zich af te vragen of ze zich iets wel veroor loven kan. Ook dat is een vorm van zekerheid. En hij houdt van kinde ren. Hij heeft een aangeboren talent om met ze om te gaan. En hij houdt van ze vanuit zijn rijpheid en mede dogen. „Ze is net een vogeltje", heeft hij van haar gezegd. „Ze wenst de be scherming van het nest en toch wenst ze ook de vrijheid om uit te vliegen. Dat bied ik haar beide". Hij is een wijs en vriendelijk man. Toen hij haar de eerste keer ten huwelijk vroeg aarzelde ze. Pas toen Robert Kennedy vermoord was be sloot ze Onassis te accepteren. Ze kon niet langer alleen leven, en nu zou ze pas werkelijk alleen zijn. Er was niemand in de familie Kennedy die ook maar enigermate de plaats kon innemen van de twee die ver moord waren. Een volkomen verandering van omgeving, een nieuw leven, was de oplossing en dat werd een nieuw leven op een prachtig eiland in Griekenland. Ze heeft gekozen en ze heeft wijs gekozen, wat het publiek er ook van denken mag. Om het publiek behoeft ze zich nooit meer te bekommeren. Toen haar oordeel over het huwe lijk gevraagd werd heeft Rose Ken nedy geantwoord: „Ik geloof dat ze heel gelukkig zal zijn...het is zo'n eenzaam leven voor haar ge weest..." Kort geleden zat ik in de salon van een mooi oud huis in George town- Het huis is het eigendom van een goede vriend van de familie Kennedy en het lag voor de hand dat er over de vroegere First Lady, in wie we beiden belang stelden, gesproken werd. Ik vroeg mijn vriend wat hij van het huwelijk dacht. Hij schonk een kop thee in en reikte me die aan. „Geloof jij dat en riekte me die aan. „Geloof jij dat Jacqueline Onassis gelukkig is?" vroeg ik. „Heel gelukkig", zei hij overtuigd. „Ik heb ze samen gezien in gezel schap en ik ben bij ze thuis ge weest. Uiteraard trekken ze elkaar aan. Haar geest groeit nog, is onder zoekend en jong, en de zijne is veel ouder, heel verstandig, heel wereld wijs. Zijn wereldwijsheid fascineert haar, zij heeft die veel minder, weet je. Haar beschutte leven, haar aan geboren gereserveerdheid hebben haar voor haar leeftijd tamelijk jong gehouden. Ze is niet werkelijk intel lectueel. Ze is een vrouw met een artistieke smaak, met ongetwijfeld diepe gevoelens, met uitgesproken sympathieën en antipathieën, en een vorsende persoonlijkheid maar ze zoekt nog. Ze schrijft overigens uitstekende brieven. Soms schrijft ze na een hele avond conversatie nog een brief van wel twintig kantjes. Ik heb laatst een brief van haar gekregen waarin ze haar gezichtspunt na een avond praten over een bepaald on derwerp uiteenzette. Ze denkt na- En dat fascineert Onassis. En hij neemt zijn verant woordelijkheden tegenover Caroline en John bijzonder ernstig op, net als zij. Hij houdt van die kinderen; hij helpt ze met hun huiswerk en zo. Ze staat 's morgens om half acht op om samen met de kinderen te ont bijten. Daarna gaat ze misschien wel weer naar bed, maar ze ontbijt wél met ze. Het is uiteraard een heel ander leven, maar het bevredigt haar. Ze. doet nieuwe ervaringen op. Ook heeft ze meer luxe dan ze ooit gekend heeft, zelfs in het Witte Huis. Vreemd genoeg had zc het daar helemaal niet zo geriefelijk, materieel gesproken. Het deel van het huis dat bestemd is voor het familieleven verschaft niet veel ruimte, althans niet in de ogen van mensen die aan rijkdom gewend zijn. Een lange, nogal donkere gang liep midden over de tweede verdie ping waar ze woonden. Aan weers zijden lagen slaapkamers. Een ovale kamer, helemaal in het geel gehou den, was een soort zitkamer waar het gezin voor het diner bij elkaar kwam. Een kamer aan het andere eind van de gang was Jacqueline's eigen domein. Toch leek die verdieping nooit vol mensen te zijn en de president nam er soms zijn gasten mee naar toe. Gewoonlijk werden de intieme di neetjes met zes of acht gasten wat, zoals je weet, de manier was waarop zij en de president bij voor keur ontvingen in de familie eetkamer gegeven. De vroegere offi ciële diners werden vervangen door vriendschappelijke, onofficiële ont vangsten. Toch is het niet eenvoudig voor een president of zijn vrouw om vrienden te maken of zelfs maar om te weten wie hun vrienden zijn. (wordt vervolgd) Dinsdag 6 juli 1971 Aristoteles Onassis. Onmetelijk rijk en volgens sommigen wijs en gotd (Van eer „CHRISTUS en zgn apostelei dr. Gabriel Beckers, gebarend wat aan het wandelen." En hi of in overhemd keert terug na Ze doen het over. Nu lukt het Kort voor de generale repeti zijn wij in Tegelen een kijkje ga nemen. Inmiddels hebben de Teg se Passiespelers er één voorstelli opzitten. Dat gebeurde zaterdag jl. Het is een zomerse zaterdagmi d-ag en in het openluchttheater I Doolhof te Tegelen wordt gerep-* teerd voor de Passiespelen 1971. L gebaren van de spelers worden nc geremd door het tekstboekje, dat z in de hand hooiden; 'n dun teks' boekje, want er is duchtig gesnoek „Twee-en-een half uur duurt h« nog maar", zegt stichtingsvoorzittc en regisseur Jos Teeuwen. „En wl spelen voorlopig de zaterdagen val juli en augustus. Valt de belamgstej ling mee, dan kunnen we er alti nog een paar zondagen biitrel| ken". „Christus moet wat langer op he plateau blijven", zegt dr. Beckers ia de microfoon, en Fred Verstraelei begint opnieuw zijn „Wee hen'' over de schriftgeleerden uit te spre ken. De schriftgeleerden zitten in tussen hoog en droog in de tempel het zal nog even duren voordat zi in het spel betrokken worden „Nee", zegt Jos Teeuwen, „laat he volk no>g even achter de coulissei blijven. Anders wordt de aandak van Christus en zijn apostelen afg.ï leid". Het volk retireert aarzelend. Christus en zijn apostelen wand

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 14