September start
Het Brabants
Jeugdtoneel"
C.R.M. verwonderd over het thema
Onassis; een wijs en vriendelijk man
TEGEL,
PASSIE
VOOR EN DOOR JONGEREN
V)
DE DUURSTE
GIJZELAAR
De Kennedy Vrouwen
door
PEARL S. BUCK
Dun tekstbo
kunst
cultuur
1HHHHnHHR
Waar
blijft
Raad?
Arbeider
en
cultuur
Spelen in
Brabant
en
Zeeland
Ruimte
voor
liefde
Waar de
liefde
ontbreekt
Hoog en droo»
Dinsdag 6 juli 1971
Waar blijft de culturele raad voor
de provincie Noord-Brabant? Het
heeft jaren geduurd voordat er een
(weliswaar degelijke) nota voor een
nieuw cultureel beleid op tafel
kwam. Het geharrewar in de Pro
vinciale Staten daarover ligt al weer
ruim één jaar achter ons. Daarna is
er een commissie onder leiding van
drs. Y. v. d. Werff zeer voortvarend
aan de slag gegaan en kwam binnen
een half jaar met een rapport, dat
vrij concreet zinnige voorstellen
deed. Maar nu wachten we al weer
ruim een half jaar op een voorstel
van G.S. Ondanks het feit, dat tegen
de zin van gedeputeerde Willems
toch de culturele commissie uit de
Staten voor vakantie bijeen is ge
weest, blijft het opvallend stil. liet
Provinciaal GenootschapCulturele
Raad is niet uitgerust voor de taken
die een dergelijke nieuwe raad te
wachten staan. En die zijn nogal
urgent. Het loffelijk initiatief van
het Genootschap tot een openbare
hearing over de situatie van Het
Brabants Orkest onlangs kan bij
voorbeeld vertienvoudigd worden.
Daarvoor Is een „echte" raad no
dig.
„Een inhoudsrijk geestelijk cultu
reel leven behoort evenzeer bij de
machtsuitoefening als het plannen,
het meeregeren in bedrijf en woon
gebied, bij de wereldbeschouwelijke
of vakmatige vorming. Reden: om
dat cultuur en kunst ideologie ver
breidt, moet de arbeidersklasse zich
daarvoor verantwoordelijk voelen".
Citaat uit de Oostduitse krant Neues
Deutschland. In Nederland hebben
arbeiders gelukkig geen behoefte
aan macht. Vaarwel cultuur.
„Half september hoop ik, bij voor
keur in Breda, met de eerste voor
stelling van „Het Brabants Jeugdto
neel" te starten". De zakelijk en
artistieke leider van Toneelgroep
Haags Jeugdtheater Jacques Del-
monte (57), ziet hiermee een lang
gekoesterde wens in vervulling
gaan. „Toneel èn Brabant zijn twee
oude idealen van me". Het Brabants
Jeugdtoneel zal op dezelfde wijze
opereren als Het Haags Jeugdthea
ter: sprookjesspelen voor de lagere
schooljeugd, gespeeld door middel
bare school- en werkende jeugd van
14 tot 24 jaar. Delmonte wil komen
tot vaste voorstellingen op iedere
zondagmiddag in Breda en verder
met de groep spelen in heel Brabant
en Zeeland. „Ik werk zonder één
cent subsidie - in Den Haag ook,
met succes - en zal dus veel mede
werking nodig hebben van de ge
meentelijke autoriteiten".
Wie is Jacques Delmonte?
„Ik heb me 'altijd Brabander ge
voeld. Grootmoeder uit Den Bosch
en vader uit Bergen op Zoom. In
mijn jeugd kon ik niet naar de
Toneelschool; dat was toen niet te
betalen. Ik kwam terecht in het
Brabantse Gezelschap Johan Steen
bergen; de vader van Paul Steen
bergen (Paul heeft ook geen toneel
school). Ze zagen iets in me. Ik
richtte het Tilburgs Toneel op en
schreef daarvoor het stuk Ave Maria,
waarmee we indertijd heel Bra
bant zijn doorgetrokken. Schreef re
vues; zat bij het Revue-ballet. Ben
dus veelzijdig. In de oorlog lag hier
het verenigingsleven plat en daarom
ben ik toen naar Den Haag vertrok
ken, waar ik regie-werk deed en
Spelen bij Haags Jeugdtheater; straks bij Brabants Jeugdtoneel.
met mijn vrouw met poppen en
goochelen voor de jeugd optrad".
Wat is Toneelgroep Haags
Jeugdtheater?
Daarmee ben ik acht jaar geleden
begonnen- Sedert drie jaar hebben
we een eigen theater: Diligentia,
waar we iedere zaterdagmiddag spe
len voor ongeveer 350 kinderen. Dat
theater hebben we overgenomen van
de professionele groep „Arena", die
- met subsidie - daar ook iedere
zaterdag voor 30 tot 40 kinderen
speelde! Sta overigens in de beste
verhouding met Arena; nam stukken
van hen over. Ook met de Haagse
Comedie sta ik op goede voet; krijg
van hen oude décors en requisie-
ten".
Wat wordt Het Brabants Jeugd
toneel?
„Dat ga ik op dezelfde wijze op
zetten als het Haags Jeugdtheater.
De acteurs Guus Hoes en Kees Cool-
en van de Haagse Comedie, maar
stammend uit Tilburg, hebben me
daartoe opgejut. Het voordeel voor
Brabant is, dat ik de leerschool en
het materiaal van Den Haag kan
meebrengen; experiment is daardoor
overbodig.
Ook hier ga ik werken met jonge
lui van 14 tot 24 jaar, die graag
willen spelen. In Den Haag werken
we met dertig jonge mensen, waar
van 15 de kern vormen. Moeilijkhe
den met hun werk of school hebben
ze niet. Om te spelen nemen ze
vrije dagen op of krijgen daarvoor
vaak vrij van school. Een directeur
van een school vertelde me onlangs,
dat de twee leerlingen van zijn
school, die bij het Jeugdtheater zijn,
beter hun best op school zijn gaan
doen. Dat is ook mijn voorwaarde:
het werk mag er niet onder lijden.
We gaan 2 x in de week in Den
Haag en 2 x in Brabant repeté^
ren".
Wat wordt de vestigingsplaats van
het Brabants Jeugdtoneel?
Of Tilburg, of Breda. Maar op dit
moment zeg ik: het zal wel Breda
worden. Ik vind de sfeer van de
stad Breda erg gunstig hiervoor. Het
zal dus van de medewerking afhan
gen. Wat dat betekent* Een repeti
tielokaal voor een schappelijke prijs
en een goede gelegenheid, waar zon
dagsmiddags een permanent jeugd
theater kan zijn".
Gaat dit de gemeente(n) of de
provincie geld kosten (subsidies)
Per se niet, hoewel ik een kleine
subsidie welkom zou vinden. In Den
Haag heb ik f 10.000 gevraagd (voor
nieuwe decors, kleding, repetitielo
kaal e.d.), Maar (nog) niet gekre
gen. Ze zeggen: Het draait toch goed
en er is al zoveel te subsidiëren. Dat
is ook zo. Ik deel niet in de malaise
van het grote toneel, dat gemak
zuchtig gesubsidieerd wordt en
stukken kiest, dat het zelf leuk
vindt. Doorgaans speel ik voor haal
bare uitkoopsommen (4- tot 500 gul
den). Wel zou ik het bijvoorbeeld
op prijs stellen, wanneer de ge
meenten in Brabant en Zeeland,
waar ik straks kom spelen zich ga
rant vyillen stellen. Dat betekent
maar een klein gokje voor die ge
meente, gezien de belangstelling".
Welk repertoire brengt u?
Doodgewoon sprookjes: De ge
laarsde kat, De gouden sleutel, Pi-
nokkio en dergelijke. Ga binnenkort
zelf weer 5 stukken schrijven. Nee,
geen experimenten of geëngageerd
toneel. Laat de kinderen nog maar
een tijdje in een romantische
droomwereld leven. Als ze van
school komen, worden ze nog wel
genoeg met het barre leven gecon
fronteerd- In Den Haag komen trou
wens ook veel oude mensen (alleen)
kijken. Ze zijn nog nooit bij de
Haagse Comedie geweest, maar dit
vinden ze zo mooi".
Buiten staat het blauwe busje,
waarop rode letters dansend vertel
len van het Jeugdtheater. Op de ruit
zit een bon, Hopenlijk mag Jacques
Delmonte wèl in Breda parkeren
met zijn Brabants Jeugdtoneel.
NB. Jongelui tussen 14 en 24 Jaar,
die interesse hebben om mee te
werken aan het Brabants Jeugdto
neel kunnen contact opnemen met
Jacques Delmonte (070-609433).
NB. Op 8 augustus speelt het
Haags Jeugdtheater in het openlucht
theater van Roosendaal.
„Het publiek begint langzamer
hand steeds meer zelf het werk te
doen, dat de vakman vroeger op
zich nam. Het ogenblik kan komen
dat het op puur praktische gronden
zinloos wordt een gedwongen vakop
leiding voor te schrijven". Dat
slaat in dit geval op de fotografie
want het zijn de „overdenkingen
van een oude rot" in FOTO-jul.
(postbus 4, Doetinchem). Als ge
woonlijk vinden we verder in deze
aflevering een serie „fotografen en
hun werk", waarbij nu voorzien
van mooie resultaten aan bod
komen: Harry van der Put, Cor van
Welle, Den-is Brihat en Lucebert.
Verder veel technische informatie'
o.a. elf geteste Nikkor-objectieven
electronica in de fotografie en het
interessante experimenteren van
halftoonfoto naar fotografiek, aan de
hand van het werk van Rainer Ky-
drowski.
„De liefde is in onze samenle
ving teruggedrongen naar het do
mein van het huwelijk. De vraag is
nu: wat komt er terecht, wat is het
lot van een liefde onder huwelijkse
voorwaarden?" Dat vraagt Jan van
Hulst zich af onder de kop „In de
ban van het huwelijk" in PROCES-6
(Antwoordnummer 30, Bloemen-
daal), dat deze keer gewijd is aan
Strategie-Opvoeding-Vorming. Van
Hulst: „De richting, die gegaan zou
kunnen worden ter realisering van
meer authentieke menselijkheid,
zoeken wij in: meer ruimte en vrij
heid voor de liefde en in een reduk-
tie van de huwelijksdwang". Jenne
van Tulden-Jaap Mutter geven ver
der uitvoerig verslag over d» coa
ching van een chrèche-groep en
Roel Bouwkamp schrijft over„Mani-
pulaties als momenten van het me-
todies agogies handelen".
Marga Klompé heeft, bij het ver
laten van haar ministerie, een zeer
omstreden gebied een vriendelijk
gekleurde herinnering meegegeven.
In de afgelopen jaren is er nogal
wat kritiek geweest op het artistiek
beleid inzake films, die voor verle
ning van subsidies werden aanvaard.
Het ministerie van CRM is de laat
ste maanden nogal gul geweest met
vertoningen van met overheidsgel
den gemaakte films. In de laatste
serie vertoonde films zat die van de
Bredanaar Jacques Martens: „Een
zwijgende minderheid". „Het lijkt
erop, dat de steun, die ik van CRM
kreeg om tot een nieuwe filmcarriè
re in Nederland te komen, succes
zal hebben", zegt Martens, die na
tien jaar in Oostenrijk gewerkt te
hebben weer in Nederland is terug
gekeerd.
„De film is door CRM aan de
televisie verkocht, er volgde een
opdracht voor Socutera uit en ik ben
met een bedrijfsfilm bezig", vertelt
hij. „Ik heb CRM om subsidie voor
deze film gevraagd, omdat ik daar
mee verder hoopte te komen. Op het
ministerie was men verwonderd
over het thema". De zwijgende min
derheid gaat over langdurige zieken
en - hun isolement in deze maat
schappij. Een documentaire. Natuur
lijk zou ik ook wel graag een speel
film maken, maar dat zit er gewoon
niet in; met deze film kan ik meer
doen. Er is nu al groeiende belang
stelling voor bij allen, die op een of
andere wijze met de gehandicapte
mensen van doen hebben". „De
zwijgende minderheid" is groten
deels opgenomen in Kalorama te
Beek bij Nijmegen.
Ik heb vooral situaties willen te
kenen; geen zielige mensen of ver
minkte ledematen. Filmtechnisch
was ik nogal gebonden door de situ
atie en ik kon, inderdaad, alleen
met de montage spelen. Dat heb ik
ook gedaan. De enige tekst, die erin
gesproken wordt is van Hans Verha
gen: „Een menigte is geen gezel
schap. Gezichten zijn slechts schil
derijen, een gesprek een rinkelend
cimbaal,....waar de liefde ont
breekt".
Verder bestaat de film uit beelden
(22 minuten lang), met sfeergelui
den op de achtergrond. Ik kan mij
de kritieken in de kranten, die mij
een clichématig werken verwijten
wel voorstellen. Het tikkten van een
klok en het lekken van een kraan
zijn cüché's, maar zij tekenen wel
de situatie- Daar komt bij, dat men
van de CRM-films altijd experimen
ten verwacht. Vroeger begonnen de
artiesten ik denk aan Dali
gewoon te werken en als ze het vak
eenmaal onder de knie hadden, be
gonnen ze te experimenteren. Te
genwoordig worden van een begin
nend artiest al experimenten ver-
wacht. Wanneer je een realistisch
beginnende filmcarrière verbind met
het woord commercieel, zit me dat
dwars. Ik ben zo realistisch, dat ik
inderdaad meen te moeten beginnen
met reële flims. Het experiment
komt wel. In „De zwijgende min
derheid" zet ik gewoon reëel zieke
en gezonde mensen tegenover el
kaar. Laat dan zien, hoe de tegen
woordig voor de zieken georgani
seerde vakantdetoehten, dit monoto
ne bestaan wat doorbreken en
dan....daar liggen ze weer".
Jacques Martens vertrok, 10 jaar
geleden na zijn diensttijd naar
Duitsland, omdat hij meende zich
daar beter in de fotografie te kun
nen bekwamen. Kwam in aanraking
met de film. Omdat de filmacademie
te Amsterdam „niet doorging" zocht
hij in een Duitstalig gebie<j naar een
mogelijke opleiding. In Duitsland
bestond, die toen nog'niet. Daardoor
kwam hij terecht op de pas opge
richte academie te Wenen, waar hij,
zegt hij, veel geleerd heeft van prof.
Lindberg (nu directeur van het
Schauspielhaus Zurich)- In '65 stu
deerde hij af en werkte daarna,
free-lance, onder anderen voor de
Oostenrijkse tv en maakte in op
dracht van het Oostenrijkse ministe
rie een speelfilm. Dat hij toch naar
Nederland is teruggekomen wijt hij
aan de moeilijke situatie voor bui
tenlanders in Oostenrijk bij officiële
instanties en voral bij de vakbon
den, die hun eigen mensen bij voor
keur beschermen. „Bovendien zit je
iedere keer met verblijfsvergunnin
gen en is de filmwereld daar cor
rupt, maar dat is hier ook het ge
val".
Het liefst zou hij het thema van
„De zwijgende minderheid" in een
nieuwe film vervolgen, met name de
discriminatie van gehandicapten in
onze maatschappij. En hij denkt
daarbij aan de proeven met bescha
mende resultaten, die de arts Mi-
chels van Kalorama nam. Gehandi
capten, die bij een bushalte niet
snel genoeg zijn en blijven staan;
Tijdens de opname in Kalora
ma.
minder valide mensen, die uit res
taurants geweerd worden „omdat
men er niet op ingesteld is" en
andere voorbeelden. Een dergelijke
film zou een bewustwordingsproces
bij de bevolking kunnen versnel
len.
eindredactie
henk egbers
De Gids floreert, Raam niet. Hoe
komt dat? vraagt J. Wesselo zich af
in RAAM - 74 (Hollantlaan 2,
Utrecht). Er zijn, dacht ik (Wesse
lo) twee samenhangende oorzaken.
Ten eerste komt De Gids uit in
Amsterdam. En volgens de Amster
dammer. de V.N.-Am sterdammer, is
het niet goed, als het niet uit Am
sterdam komt. Terwijl men zo lang
zamerhand wel diende te weten, dat
de beste literatuur niet uit Amster
dam komt, maar in de provincie
gemaakt wordt'. 'Welnu: lees in de
ze aflevering Manuel Kneepkens,
die „Een enkele reis" neemt; Bertus
Dijk, die schrijft over „Literatuur
en revolutie in Mozambique" en Wi-
told Gombrowicz: „Het Berlijnse
Dagboek" (fragmenten II). Op de
koop toe dan nog Cornells Verhoe-,
ven, die nogmaals uit zijn slof schiet
tegen Leo Dullaart („Wie hoofdpijn
heeft, moet eerst de maatschappij
veranderen, voordat hij asperine
neemt") en zich afvraagt wat hij
doen moet met de maatschappij-kri
tiek van 13-jarigen en de inspraak
van 15-jarigen.
„De jeugd is een maatschappelij
ke groep geworden. Dit is een
nieuw verschijnsel in vergelijking
met een vorige generatie. Als reden
zien wij de school. Hier krijgt de
jeugd een gemeenschappelijke sta-*
tus", aldus H. van Overbeke in
„Jeugd en maatschappij"; een arti
kel, dat onderdeel uitmaakt van het
lezenswaardige „Dossier Jeugd",
waaruit KULTUURLEVEN-5 (Jus
tus Lipsiusstr. 18, Leuven) dit keer
is samengesteld. De andere bijdra
gen: F. Lefèvre: Profiel van een
nieuwe generatie; E. Michiels: Kri
tiek en oriëntatie naar oplossingen
voor het huidige schoolsysteem; R.
Beirnaert: Onderwijsvernieuwing,
moeilijkheden en grenzen; H. Cam-
maer: Dg vrije tijd van de jeugd,
alternatief leven? M. Plomteux: Het
generatieconflict en W. Leirman:
Bouwen aan een planmatig jeugdbe
leid. H. Cammaer: „Waarom zijn de
volwassenen bang van de alternatie
ven, die de jeugd kan vinden terwijl
zij tegelijkertijd zich heimelijk naar
de jeugd richten om voldoende ei
gentijds te zijn?" Antwoorden (niet
dè -te lezen in dit dossier.
(Van onze Brusselse
correspondent
BRUSSEL Een Belg, die sedert
22 jaar in China wordt vastgehou
den, is waarschijnlijk de duurste
gijzelaar ter wereld. De man, Frans
van Roosbroek, vertegenwoordigt
een bedrag van ongeveer anderhalf
miljard Belgische frank (ruim 100
miljoen gulden).
In 1948 ondertekende de toen 29-
jarige Frans Jozef van Roosbroek
een contract bij de Generale Bank-
maatschappij in Brussel: hij zou
voor vier jaar naar China vertrek
ken als onderdirecteur bij de Belgi
sche bank voor het buitenland en
het Verre Oosten, een instelling die
in China verscheidene agentschap
pen had. Het contract bepaalde dat
de man gedurende vier jaar onge
huwd moest blijven en in Sjanghai
moest wonen.
Toen in 1949 Mao in China aan de
macht kwam, plaatsten vele Chinese
burgers geld in buitenlandse banken
om het zo over de grens in veilig
heid te brengen. Ook op de bank
waar Van Roosbroek werkte kwam
zo het geld terecht: het werd door
de directeur zelf naar het buitenland
gebracht, maar die directeur keerde
daarna niet meer terug. Zijn onder
directeur, Van Roosbroek, gebonden
door een contract van vier jaar bleef
in Sjanghai, ook toen daar de com
munisten aan de macht kwamen. Hij
is er nooit meer weggekomen. Op 11
mei 1964, toen zijn moeder zwaar
ziekfwas, schreef hij aan ziju oudste
zuster dat hij het jammer vond haar
niet te kunnen bezoeken. „Onze
bank is aan de Chinese regering tien
miljoen Amerikaanse dollars schul
dig, die door de Amerikanen zijn
bevroren", schreef hij. „Alhoewel
wij bereid zijn dat bedrag te beta
len, eisen de Chinezen dat zij deze
som in ander geld, namelijk Engelse
ponden, Hongkong dollars enz. zou
den krijgen en 'dat geld kunnen wij
hen niet geven. Zolang dit probleem
niet geregeld is houden de Chinezen
mij hier dus vast als gijzelaar".
Van 1loosbroek had een laatste
poging om naar België terug te ke
ren ondernomen in 1952, toen zijn
contract met de Generale Bankmaat-
schappij ten einde was. De bank gaf
hem toen de raad en de toestem
ming om de liquidatie van de bank
in China aan te vragen. Peking ging
daarmee akkoord, maar eiste eerst
het (bevroren) geld terug. Hij kreeg
geen visum en moest blijven.
Ongeveer een jaar later, in 1953,
trouwde hij met een Noordkoreaans
weeskind, Linda Rhee, een meisje
dat sinds haar jeugd in China ver
bleef, daar een zeer verzorgde artis
tieke opleiding had gekregen en een
schilderes met talent wordt ge
noemd. Het gezin heeft vier kinde
ren, die thans 17, 16, 14 en 13 jaar
oud zijn.
Het is bekend dat de Britse ko
ningin herhaaldelijk ten gunste van
Van Roosbroek tussenbeide is geko
men, evenals de overleden Belgische
koningin Elisabeth, die in de jaren
60 de Chinese Volksrepubliek heeft
bezocht. Het enige wat men toen
kon bereiken was een visum voor
de vrouw van Van Roosbroek, die
eerst de beide oudste en later ook
de twee jongste kinderen naar Bel
gië..heeft overgebracht. Toen kreeg
zij zelf echter geen visum meer om
'nog naar China terug te keren en
sindsdien dat' is sinds 1967
verblijft zij gescheiden van haar
man in België.
Over het geval Van Roosbroek
werden in de Belgische Kamer vra
gen gesteld door Wim Jorissen, een
lid van de Volksunie. Hij meende te
weten dat de Belgische bank poor
het buitenland op 11 november 1968
nogmaals geld aan de bank van
China zou aangeboden hebben in
ruil voor de vrijlating en uitlevering
van Van Roosbroek. Op een aantal
vragen, die de interpellant aan de
minister van buitenlandse zaken
stelde, antwoordde deze dat de Bel
gische regering sinds vier jaar alles
in hei werk stelt om de vrijlating te
verkrijgen van „deze landgenoot, die
zich niets te verwijten heeft en op
onrechtvaardige wijze door commu
nistisch China wordt vastgehou
den")
17.
Toen Robert Kennedy op 16 maart
1968 aankondigde dat hij zich kan
didaat stelde vatte de hele familie
Kennedy, Jacqueline inbegrepen,
nieuwe moed. Nu zouden John Fitz
gerald Kennedy's idealen worden
voortgedragen, met succes bekroond
worden. Wie kon voorzien dat op de
vijfde juni de tragedie zich zou
herhalen? Als Ethel Kennedy al de
gene was die het grootste verlies
leed, voor Jacqueline was het bijna
net zo erg. Rose Kennedy bezat
inmiddels de wijsheid van haar leef
tijd, het stocïsme van haar gods-
tijd, het stoïcisme van haar goeds-
dienst. Maar de beide andere vrou
wen waren jong, hun levens waren
niet vervuld-
Jacqueline overzag haar leven dat
nu zo beperkt was, overdag het
publiek en 's avonds de eenzaam
heid, en kwam tot de conclusie dat
ze moest hertrouwen. Dat was om
twee redenen noodzakelijk. Ze
moest ten eerste voor zichzelf, en
ten tweede voor haar kinderen ze
kerheid hebben. Dat vereiste een
oudere man, een man die zijn plaats
in de maatschappij veroverd had,
een man die in de eerste plaats
teder voor haar zou zijn en voor
haar zou zorgen en op wie ze met
volledig vertrouwen kon steunen
omdat hij zich zelf sterk voelde.
Ze had nog de herinnering aan
haar vader. Hoe charmant hij ook
geweest was en hoeveel ze ook van
hem gehouden had. hij was nooit
zeker genoeg van zichzelf geweest
om haar zekerheid te verschaffen.
En haar stiefvader, zo betrouwbaar
en standvastig, had het misschien
aan de gevoeligheid ontbroken waar
haar artistieke natuur om vroeg-
Ten tweede moest de man met
wie ze trouwde van kinderen, van
haar kinderen houden. Ze was en is
een goede moeder. Dat kan men zien
aan de manier waarop haar kin
deren aan haar hangen, op haar
vertrouwen, haar betrekken in hun
kinderen aan haar hangen, op haar
vertrouwen, har betrekken in hun
leventjes. Haar verhouding tot Caro
line is duidelijk. Het jonge meisje
aanbidt haar moeder en imiteert
haar gedrag en gebaren, bewondert
haar schoonheid.
De eisen die Jacqueline Kennedy
stelde waren niet gering. Ze waren
grondig en ingrijpend. Het zou
moeilijk geweest zijn de hoedanig
heden die ze zocht in een Ameri
kaan te vinden, en zelfs in het oude
Engeland. Ze genoot van de Fran
sen, maar wispelturigheid is hun
aangeboren en tegenover Italiaanse
mannen leek ze oud-
Griekenland was het land dat ze
meermalen bezocht had voor haar
genoegen en om troost te zoeken.
Toen haar zoontje, Patric'k Bouvier,
in 1963 na zijn korte leventje over
leden was, was ze er geestelijk en
leden was, was ze er geenstelijk en
lichamelijk bovenop gekomen tij
dens een cruise door de Ege5sche
Zee met de vriend van haar zuster
Lee, Aristoteles Onassis. Hij was het
ook die haar onmiddellijk na het
overlijden van haar man bezocht
had. Daarna had hij haar vaak bege
leid, hoewel zonder opzien te baren,
en zijn hartelijke Zuideuropese
charme monterde haar op. Misschien
kwam die ook overeen met haar
eigen Zuideuropese afstamming.
Ze hadden veel gemeen. Hij hield
van schoonheid, hij hield van kunst
en hij bezat het geld om aan haar
smaak tegemoet te komen. Hij is
een van de rijkste mannen ter we
reld. Zolang ze leeft hoeft ze nooit
meer over geld te denken of zich af
te vragen of ze zich iets wel veroor
loven kan. Ook dat is een vorm van
zekerheid. En hij houdt van kinde
ren. Hij heeft een aangeboren talent
om met ze om te gaan. En hij houdt
van ze vanuit zijn rijpheid en mede
dogen.
„Ze is net een vogeltje", heeft hij
van haar gezegd. „Ze wenst de be
scherming van het nest en toch
wenst ze ook de vrijheid om uit te
vliegen. Dat bied ik haar beide". Hij
is een wijs en vriendelijk man.
Toen hij haar de eerste keer ten
huwelijk vroeg aarzelde ze. Pas toen
Robert Kennedy vermoord was be
sloot ze Onassis te accepteren. Ze
kon niet langer alleen leven, en nu
zou ze pas werkelijk alleen zijn. Er
was niemand in de familie Kennedy
die ook maar enigermate de plaats
kon innemen van de twee die ver
moord waren.
Een volkomen verandering van
omgeving, een nieuw leven, was de
oplossing en dat werd een nieuw
leven op een prachtig eiland in
Griekenland. Ze heeft gekozen en ze
heeft wijs gekozen, wat het publiek
er ook van denken mag. Om het
publiek behoeft ze zich nooit meer
te bekommeren.
Toen haar oordeel over het huwe
lijk gevraagd werd heeft Rose Ken
nedy geantwoord: „Ik geloof dat ze
heel gelukkig zal zijn...het is zo'n
eenzaam leven voor haar ge
weest..."
Kort geleden zat ik in de salon
van een mooi oud huis in George
town- Het huis is het eigendom van
een goede vriend van de familie
Kennedy en het lag voor de hand
dat er over de vroegere First Lady,
in wie we beiden belang stelden,
gesproken werd. Ik vroeg mijn
vriend wat hij van het huwelijk
dacht. Hij schonk een kop thee in
en reikte me die aan. „Geloof jij dat
en riekte me die aan. „Geloof jij dat
Jacqueline Onassis gelukkig is?"
vroeg ik.
„Heel gelukkig", zei hij overtuigd.
„Ik heb ze samen gezien in gezel
schap en ik ben bij ze thuis ge
weest. Uiteraard trekken ze elkaar
aan. Haar geest groeit nog, is onder
zoekend en jong, en de zijne is veel
ouder, heel verstandig, heel wereld
wijs.
Zijn wereldwijsheid fascineert
haar, zij heeft die veel minder, weet
je. Haar beschutte leven, haar aan
geboren gereserveerdheid hebben
haar voor haar leeftijd tamelijk jong
gehouden. Ze is niet werkelijk intel
lectueel. Ze is een vrouw met een
artistieke smaak, met ongetwijfeld
diepe gevoelens, met uitgesproken
sympathieën en antipathieën, en een
vorsende persoonlijkheid maar ze
zoekt nog.
Ze schrijft overigens uitstekende
brieven. Soms schrijft ze na een
hele avond conversatie nog een brief
van wel twintig kantjes. Ik heb
laatst een brief van haar gekregen
waarin ze haar gezichtspunt na een
avond praten over een bepaald on
derwerp uiteenzette.
Ze denkt na- En dat fascineert
Onassis. En hij neemt zijn verant
woordelijkheden tegenover Caroline
en John bijzonder ernstig op, net als
zij. Hij houdt van die kinderen; hij
helpt ze met hun huiswerk en zo.
Ze staat 's morgens om half acht op
om samen met de kinderen te ont
bijten. Daarna gaat ze misschien wel
weer naar bed, maar ze ontbijt wél
met ze.
Het is uiteraard een heel ander
leven, maar het bevredigt haar. Ze.
doet nieuwe ervaringen op. Ook
heeft ze meer luxe dan ze ooit
gekend heeft, zelfs in het Witte
Huis. Vreemd genoeg had zc het
daar helemaal niet zo geriefelijk,
materieel gesproken. Het deel van
het huis dat bestemd is voor het
familieleven verschaft niet veel
ruimte, althans niet in de ogen van
mensen die aan rijkdom gewend
zijn.
Een lange, nogal donkere gang
liep midden over de tweede verdie
ping waar ze woonden. Aan weers
zijden lagen slaapkamers. Een ovale
kamer, helemaal in het geel gehou
den, was een soort zitkamer waar
het gezin voor het diner bij elkaar
kwam. Een kamer aan het andere
eind van de gang was Jacqueline's
eigen domein.
Toch leek die verdieping nooit vol
mensen te zijn en de president nam
er soms zijn gasten mee naar toe.
Gewoonlijk werden de intieme di
neetjes met zes of acht gasten
wat, zoals je weet, de manier was
waarop zij en de president bij voor
keur ontvingen in de familie
eetkamer gegeven. De vroegere offi
ciële diners werden vervangen door
vriendschappelijke, onofficiële ont
vangsten. Toch is het niet eenvoudig
voor een president of zijn vrouw om
vrienden te maken of zelfs maar om
te weten wie hun vrienden zijn.
(wordt vervolgd)
Dinsdag 6 juli 1971
Aristoteles Onassis. Onmetelijk rijk en volgens sommigen wijs en gotd
(Van eer
„CHRISTUS en zgn apostelei
dr. Gabriel Beckers, gebarend
wat aan het wandelen." En hi
of in overhemd keert terug na
Ze doen het over. Nu lukt het
Kort voor de generale repeti
zijn wij in Tegelen een kijkje ga
nemen. Inmiddels hebben de Teg
se Passiespelers er één voorstelli
opzitten. Dat gebeurde zaterdag jl.
Het is een zomerse zaterdagmi
d-ag en in het openluchttheater I
Doolhof te Tegelen wordt gerep-*
teerd voor de Passiespelen 1971. L
gebaren van de spelers worden nc
geremd door het tekstboekje, dat z
in de hand hooiden; 'n dun teks'
boekje, want er is duchtig gesnoek
„Twee-en-een half uur duurt h«
nog maar", zegt stichtingsvoorzittc
en regisseur Jos Teeuwen. „En wl
spelen voorlopig de zaterdagen val
juli en augustus. Valt de belamgstej
ling mee, dan kunnen we er alti
nog een paar zondagen biitrel|
ken".
„Christus moet wat langer op he
plateau blijven", zegt dr. Beckers ia
de microfoon, en Fred Verstraelei
begint opnieuw zijn „Wee hen''
over de schriftgeleerden uit te spre
ken. De schriftgeleerden zitten in
tussen hoog en droog in de tempel
het zal nog even duren voordat zi
in het spel betrokken worden
„Nee", zegt Jos Teeuwen, „laat he
volk no>g even achter de coulissei
blijven. Anders wordt de aandak
van Christus en zijn apostelen afg.ï
leid". Het volk retireert aarzelend.
Christus en zijn apostelen wand