PENSIONERING WERKT ALS EEN SCHOK Eén op de tien f Mikantie? 1 Neem Aspirine dan ook mee! DERDE ONGELUK IN RUIMTEVAART Record-prestatie liep ramp CIA-DIRECTEUR BEZOEKT ISRAËL Vandaag start afdeling Z.W.-Nederland C.O.C. „IEDER OORDEEL Fusies in ZONDER KENNIS VAN ZAKEN IS EEN VOOROOR DEEL" werk van reclassering binnenland buitenland Men moet voor overdrijving oppassen i \Gor de kinderen: Aspirine Junior met vruchtensmaak.1 Ereschuld Donderdag 1 juli 1971 Bij het bereiken van de pensioen gerechtigde leeftijd raken nogal wat mensen plotseling in e'en vacuüm. Op zichzelf komt de pensionering meestal natuurlijk niet onverwacht, men weet lang van te voren op welke dag men met pensioen zal gaan. Maar de meeste bereiden zich niet op dat pensioen voor en ze worden er ook niet op voorbereid. Ze ondergaan de pensionering --.s een trauma, we spreken van de pensioenschok. Mej. dr. P. G. M. Schrama, hoofd van de afdeling research van de bedrijfsgeneeskundige dienst van de PTT zei in '65 op een studiedag in Driebergen over de voorbereiding op de pensionering: „Wanneer men mensen van 55 of 60 jaar bijeen gaat roepen om met hen te spreken' over of ze voor te bereiden op het in de verte zioh reeds aankondigen de pensioen, zal men op veel weer stand stuiten. Het pensioen is nog zo ver weg, er kan intussen nog zoveel gebeuren, men wil zich geen zorgen maken vóór die tijd". Toch zijn de deskundigen het er over eens dat een voorbereiding op de pensionering nodig is. Dr. Mun- niohs vindt dat de mensen beter op hun oude dag voorbereid moeten worden en dat er cursussen moeten komen zoals er ook cursussen zijn voor verloofden. Hij denkt aan een soort „lessen in het oud worden". Pensionering heeft een plotseling karakter: van de ene dag op de andere. Uitzonderingen daargelaten denken weinig mensen ej- over na dat ze eenmaal bejaard zuilen zijn. Tegen het pensioen aan leven veel ouderen er wel naar tooe, maar toch komt er heel vaak een wat moeilijke aanpassingsperiode als het eenmaal zover is. Als het werk en leven erg samenvielen (pastoraal werk, onderwijs) dan blijkt dat nogal eens funest te zijn. Bij verte genwoordigers van deze beroepen komt nogal eens de pensionerings- dood.voor. Men moet echter oppassen voor overdrijving: over het algemeen wordt pensionering gunstig beoor deeld en redelijk verwerkt. Boven dien gaat niet iedereen op'zijn 65e met pensioen: in '60 oefende 20% van alle mannen boven de 65 nog een beroep uit, dat wil zeggen dat ze minstens 15 uur per week in dat beroep werkzaam waren. Een ander deel heeft na het pensioen nog wel wat bijbaantjes en voor de groep die helemaal niets meer om handen heeft probeert men in verschillende steden speciale werkplaatsen van de grond te krijgen, meestal zonder veel succes. De voorberieding is niettemin zeer gewenst en het is zaak daarbij ook de vrouwen te betrekken. De vrouw heeft over het algemeen tot aan dat moment zelfstandig haar huishouden bestuurd en krijgt er nu een verve lende pottekijker bij. Een belangrijk onderdeel van de voorbereiding is dat men de bejaarde exact op de hoogte stelt van het toekomstig in komen. Dr. Munnichs vraagt zich af of deze voorbereiding geen taak voor de vakverenigingen is. Voor veel werknemers is het een groot geestelijk belang. Dat pensioen gaat dan wel van de ene op de andere dag in, de behoef te aan rust ontstaat ai veel eerder. De verkenning van de mogelijkhe den om buiten de eigenlijke beroeps arbeid zinvol bezig te zijn moet ook al lang voor het pensioen begin nen, wil men er op zijn 65e vol doende mee vertrouwd zijn. Het te gendeel is vaak waar. Naarmate men ouder wordt doet men zijn werk ten koste van grotere inspan ningen. Men geeft hobby's op, gaat niet meer naar vergaderingen en het contact met vrienden verslapt. Het werk vraagt alle aandacht en ener gie; 's avonds thuis valt men na het eten, wat televisie kijken, of de krant lezen in slaap. Op deze wijze is de „vereenzaming" vaak al lang vóór het pensioen begonnen. Mensen als dr. Munnichs wijzen er steeds op dat men de beginnende ouderdom beter bij 40 of 30 jaar kan plaatsen. Een feit is dat men bijvoorbeeld in de wedstrijdsport nauwelijks nog mensen van boven de dertig tegen komt. In de VS is berekend dat in 1900 gemiddeld 32 jaar gewerkt werd en in 1960 42 jaar,- tien jaar langer. Die tien produktieve jaren méér brengen meer problemen mee. Ter wijl in het eigen bedrijf de inzet, de binding en de betrouwbaarheid van de oudere werknemer nagenoeg al tijd geprezen wordt, ko'men er bij het solliciteren elders bijna altijd moeilijkheden. Het bestaan van een overigens uitstekende organisatie als „Het leven begint bij 40" wijst ook op een zieke plek in onze samenle ving. In „De psychologie van het ouder worden" van D. B. Bromley (Aula pocket) worden diverse oorzaken genoemd die de goede reputatie van de oudlere werknemer verklaren, een hiervan is dat de superieuren zelf tot de „oudere" mensen plegen te behoren, zij zouden de behoeften van de oudere werknemer beter kunnen begrijpen. Een andere oorzaak is dat oudere werknemers een kwetsbare positie hebben daar zij minder gemakkelijk een nieuwe betrekking kunnen vin den. Vandaar dat het voor hen van belang is om hun betrekking te behouden en efficiënt te werken om het bedrijf gaande te houden. Niettemin werkt men al 10, 15 jaar vóór de pensioengrens niet meer zo snel en raakt men sneler vermoeid. De werknemer boven de 50 is in heel wat bedrijven soms een blok aan het been geworden in plaats van een waardevolle kracht. Maar, liefst één op de 4 mannelij ke werkkrachten is 50 jaar of ou der. We zullen wegen moeten vinden hen zo optimaal mogelijk te laten fungeren. Het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid heeft het Ge meenschappelijk Instituut voor Toe gepaste Psychologie in Nijmegen op dracht gegeven voor een onderzoek naar ue positie var/ de oudere werk nemer. Hét ondezoek, dat het vol gend jaar zal worden afgesloten, is vooral gericht op de maatregelen die het bedrijfsleven neemt om oudere werknemers, die problemen geven binnen het eigen bedrijf, op te van gen (ADVERTENTIE) (Van onze redactie buitenland) MOSKOU Wat een record prestatie van de Spvjets op het gebied van de ruimtevaart leek te worden, is onverwacht uitge lopen op een tragische ramp. De drie gisterochtend dood in hun cabine gevonden, astronauten Dobrovolski, Patsajev en Volkov hadden sinds 7 juni geschie denis gemaakt in het eerste be mande ruimtestation. Zij verrichtten waarnemingen van de aarde, fotografeerden de wolken en de aardoppervlakte, richtten instrumenten op be paalde daarvoor uitgekozen ster ren en deden medische en bio logische proeven. "Voor de ont wikkeling van een toekomstig rumtevaartstation volbrachten zij een serie technische taken. De Saljoet cirkelt reeds sinds 19 april van dit jaar in een baan tussen 200 en 300 km hoogte rond de aarde. Deze baan is verscheide ne malen gewijzigd. Op 24 april koppelde de Sojoez-10, die de dag tevoren was gelanceerd, vast aan de Saljoet. Vijf en een half uur later werd de koppeling weer ver broken, zonder dat een ruimte vaarder de Saljoet was binnen ge gaan- Twee dagen na de start landde de Sojoez-10 weer. In het westen werd vermoed dat deze VOLKOV ónderneming op moeilijkheden was gestuit. Pas de tweede poging, met de op 6 juni gelanceerde Sojoez-11, had succs. De koppeling lukte en de ruimtevaarders gingen de volgende dag het ruimtestation binnen. De combinatie Sojoez-Saljoet was on geveer 20 meter lang en woog volgens het Russische persbureau Tass meer dan 25 ton. De nu zo tragisch geëindigde vlucht werd algemeen als een prestatie van pioniers geprezen. Het ruimtestation betekende een grote stap voorwaarts voor het ruimte-onderzoek. Het doel van komende ruimtestations is vooral een grondig onderzoek van de bo demschatten en voedelreserves van de aarde, om daar een beter ge bruik van de te kunnen gaan ma ken. Van een ruimtestation kunnen bovendien gemakkelijker ruimte vaartuigen voor reizen naar andere planeten worden gelanceerd. De dood van de drie ruimtevaar ders is het tweede ongeluk in de Sovjetrussische ruimtevaart dat in het westen bekend geworden is. en het derde in totaal. Op 27 januari 1967 kwamen de drie Amerikaanse ruimtevaarders PATSAJEV Virgil Grissom, Edward White en Roger Chaffee om tijdens een ver blijf in hun Apollo-cabine bovenop een Saturnusraket, waarmee zij enige maanden later een ruimte- vlucht zouden gaan maken. Zij verbrandden levend. De zuivere zuurstof in hun stuurhut maakte van een vonkje biirnen enkele se conden een laaiende hel. Drie maanden later, op 23 april 1967 verongelukte de Sovjet-Russi sche ruimtevaarder Vladimir Ko- marov na zijn eerste proefvlucht met de Sojoez-1. Zijn ruimtevaar tuig viel bij de landing te pletter omdat de parachutes zich niet ont vouwden- Voor twee van de drie omgeko men ruimtevaarders was het hun eerste vlucht, Dobrovolski en Pat- sajew. Volkov was al eens eerder in de ruimte geweest. Alle drie waren gehuwd en hadden kinde ren. Gezagvoerder overste Georgi Ti- mofeyevitsj Dobrovolski was enige dagen voordat hij aan zijn ruimte- vlucht begon 43 jaar geworden. Hij was op 1 juni 1928 in Odessa geboren. Na de speciale school voor de luchtmacht en de lucht- machtschool Tsjoegoejevo doorlo pen te hebben, kwam hij in dienst als jachtvlieger. Zijn vrouw Loed- DOBROVOLSKI mila is lerares wiskunde en heeft twee dochters., Maria (11) en Na- tasja (3). Ingenieur Viktor Ivanovitsj Pat sajev stierf kort na zijn 38ste ver jaardag, die hij op 19 juni in de ruimte met zijn medereizigers aan boord van de Saljoet had gevierd. Dit ongewone feestje in de ruimte was over de televisie uitgezon den. Patsajev was in 1933 in Aktjoe- binsk (Kazakstan) geboren en kreeg zijn opleiding aan het insti tuut voor de industrie in de Russi sche stad Pensa, Voordat hij in de rangen van de ruimtevaarders werd opgenomen, werkte hij als in genieur bij een constructiebureau. Zijn vrouw Vera verricht weten schappelijk onderzoek. Zij heeft twee kinderen, Dmitri (13) en Svetlana (8). De jongste van de drie, lucht vaartingenieur Vladislav Nikolaje- vitsj Volkov, was 35 jaar. Voor hem was het de tweede ruimte- vlucht, zijn eerste ondernam hij in oktober 1969 aan boord van de Öojoez-7. Hij had in 1959 zijn op leiding aan het instituut voor de luchtvaart in Moskou voltooid en trad toen in dienst van een con structiebedrijf. Zijn vrouw Loed- mila is eveneens ingenieur en heeft een zoon. Vladimir (12). (Van een onzer verslaggevers) UTRECHT BREDA MID DELBURG Vier reclasserings- verenigingen, die ongeveer 75 pro cent van het reclasseringswerk verzorgen, willen fuseren. Het zijn de Dr. F. S. Meyers-vereni- ging, het Nederlands Genootschap tot Reclassering, de Katholieke en de Protestants-Christelijke Re- classeringsvereniging. 1 JERUZALEM (RTR/AFP) Voor het eerst sedert de vestiging van de staat Israël bezoekt het hoofd van de Amerikaanse inlichtingen dienst, de CIA, Israël voor bespre kingen op het hoogste niveau. Vol gens gewoonlijk welingelichte krin gen is het hoofd, Richard Helms, twee dagen geleden in het geheim aangekomen en heeft hij al bespre kingen gevoerd met premier Golda Meir, de minister van defensie, Mos je Dajan, en de minister van buiten landse zaken, Abba Eban. Voorts zou hij zijn Israëlische collega, wiens identiteit geheim is, ontmoe ten. Volgens enkele zegslieden houdt het bezoek verband met de groeien de Amerikaanse ongerustheid over de implicaties van het onlangs ge tekende Russisch-Egyptische vriend schapsverdrag. Ook meent men, dat er gesproken wordt over de behoef ten van Israël op het gebied van de veiligheid na de gemelde uitbrei ding van de Russische wapenleve ranties aan Egypte, die volgens Is raël 't machtsevenwicht in het Mid den-Oosten bedreigen. In politieke kringen in Israël wordt groot belang gehecht aan het bezoek. Men onderstreept, dat Ri chard Helms een sleutelpositie in de V.S. inneemt en dat hij deelneemt aan de vergaderingen van de defen sieraad en van praktisch alle orga nisaties die te maken hebben met veiligheidsvraagstukken. Hij behoort ook tot de adviseurs van president Nixon. De New York Times maakt in een bericht uit Jeruzalem melding van het bezoek van het hoofd van de CIA. Een woordvoerder van de Ameri kaanse ambassade verklaarde „geen enkele inlichting" te kunnen geven. Maar volgens het bericht uit Jeru zalem zou de Amerikaanse ambasas- sadeur, Walworth Barbour, naar men meent, zelf de afspraken hebben ge maakt voor dit bezoek, dat drie a vier dagen zou duren. Aanvankelijk was in Israël censuur gesteld op het nieuws van het be zoek van de CIA-directeur, maar het publikatieverbod werd opgehe ven, nadat het nieuws in het buiten land was uitgelekt. Het Leger des Heils doet om prin cipiële redenen en vanwege de af wijkende organisatiestructuur niet mee. Hetzelfde geldt voor de Medische Consultatiebureaus voor Alcoholisme en Drugs, die eerst meer duidelijk heid willen over de positie van de reclassering en van de bureaus in de samenleving. De verenigingen willen de fusie op 31 juli 1973 afgesloten zien. Het besluit om te gaan fuseren viel tijdiens een in Utrecht gehouden bijeenkomst van alle landelijke re- classeringsverenigingen. De basis voor dat besluit werd eigenlijk al een jaar geleden gelegd, tijdens een congres van de 700 800 medewer kersisters) van de reclasseringsver- enigingen. Zij pleitten toen voor een erkenning van hun beroep, voor een minder van de justitie afhankelijke positie van de reclassering en voor een meer efficiënte organisatie van hun werk. De fusie zal in de personele sector geen nadelige gevolgen hebben. Er zullen wel enkele gevoeligheden moeten worden overwonnen, zeker óók op regionaal niveau. DE 31-jarige buschauffeur W. B. uit Rozenburg is door de rechtbank in Rotterdam veroordeeld tot één maand gevangenisstraf en vijf jaar ontzegging van de rijbevoegdheid. Hij had twee maal o dezelfde plaats met zijn autobus een botsing veroor zaakt. BAYER (ADVERTENTIE) (Van een cmzer verslaggevers) BREDA Vandaag wordt in Breda een afdeling zuidwest- Nederland opgericht van de Nederlandse vereniging van ho mofielen COC. De eerste iniatief- nemer was drs. J._ Zuidgeest, di recteur van het diocesaan insti tuut voor huwelijk en gezin. Waarom hier een afdeling van het COC, waarom heeft juist hij het initiatief genomen en hoe is het begonnen? Drs. Zuidgeest: „Het begon met een briefje van de bisschop." „Ruim een jaar geleden kreeg ik bezoek van een homofiel vrienden paar dat op zoek was naar een huis in Breda. Ze hadden overal nul op het rekest gekregen onder allerlei motieven. Het beslissende motief was nooit genoemd ze waren homo seksueel. Een van hen heeft toen de stoute schoenen aangetrokken en is naar de bisschop gestapt. Mgr. Ernst heeft gezegd „Ik wil dit niet af schuiven, ga naar Zuidgeest". „Ik kreeg een briefje wan de bis schop, het vriendenpaar is bij mij op bezoek geweest, we hebben ge praat en toen ben ik oip mijn beurt begonnen met allerlei gemeentelijke instanties te polsen om woonruimte te vinden. Naarmate dit minder luk te en ik steeds meer stootte op afweer (allemaal heus niet zo kwaad bedoeld) en de meest bizarre dingen kreeg te horen, die niets met homofilie te maken hebben werd het me steeds duidelijker dat er aan de voorlichting naar buiten van alles ontbreekt". „Ik merkte dat men gewoonweg de meest onmogelijke ideeën koes tert over homofilie, maar er in wer kelijkheid helemaal niets van weet. Ieder oordeel zonder kennis van za ken is nu eenmaal een vooroordeel. Zoiets wordt meestal geboren uit angst voor iets onbekends „Toen begreep ik, dat je de hele samenleving een stuk gezonder zou maken door te proberen een aantal vooroordelen op te ruimen. En daar mee kun je meteen een stuk ruimte scheppen voor een stel medeburgers, die precies zo zijn als alle andere mensen, die enkel één ding gemeen schappelijk hebben dat ze toevallig hun liefde en genegenheid voorna melijk richten op iemand van het zelfde geslacht. En voor hel overige kan hun liefde niet zo echt of onecht, net zo diep of ondiep zijn als van allie anderen" „We begonnen een jaar geleden met een aantal mensen een gesprek. Homofielen en niet-hornofielen. We wilden dat zoveel mogelijk sectoren van de samenleving vertegenwoor digd zouden zijn iemand van het onderwijs, van de gemeente, van het maatschappelijk werk, van het vor mingswerk voor de jeugd, iemand uit de artsenwereld, de pers, het bureau voor levens- en gezinsvragen en iemand van die telefonische hulp centrale. Bij die SOS-dienst krijgen ze elke maand zo'n vijftien tot twin tig telefoontjes (afgezien nog van degenen die persoonlijk langsko men) van mensen die met hun ho mofiel-zijn geen weg weten in het Westbrabantse wereldje". „Wat wij wilden, was het oprich ten van een Werkgroep Homofilie. Die zou in de eerste plaats aan homofielen wegen willen wijzen naar personen en instanties waar ze terecht zouden kunnen. In de twee de plaats wildien we mogelijkheden voor hen scheppen om anderen te ontmoeten in een sfeer waarin ze zichzelf zduden kunnen zijn. Want bedenk wel, dat onze alledaagse he tero-maatschappij daar geen enkele mogelijkheid toe biedt". „In de derde plaats hebben we in de loop van dit jaar gemerkt dat er nog altijd een enorm hiaat is in de voorlichting. Er is afweer, er is dis criminatie, er zijn vooroordelen. En dat allemaal komt voort uit gebrek aan kennis. Aan die drie zaken wil den we wat gaan doen opvang van homofielen die maatschappelijk en daardoor ook persoonlijk in de knel zitten; het creëren van een ontmoe tingsruimte en voorlichting''. „Dat ik hier vanuit het diocesaan instituut mee begonnen ben is om dat ik geloof dat het tot de meest wezenlijke opdrachten van het christendom behoort ruimte te ma ken opdat ieder mens tot zelfont plooiing, tot verlossing ,kan komen. En als kerken heb je een ereschuld in te lossen, want van een kerkelij ke stellingname is op dit terrein en totnutoe alleen maar gebruik ge maakt om die ontplooiingsmogelijk heden af te sluiten". „Ach kijk, vroeger werd ook door de kerken geoordeeld vanuit het vooroordeel, dus zonder kennis vam zaken. Maar naarmate ook in kerke lijke kring de inzichten doorbreken die in wetenschappelijke kringen groeien, gaat men de homofilie en de homofiel meer serieus benaderen.' En zo weet de huidige wetenschap absoluut niet te zeggen, hoe iemand homofiel wordt of waarom hij of zij het is. Men kan alleen constateren dat iemand op zeer jeugdige leeftijd al homofiel is en dat daar praktisch geen verandering in komt ook al zou men het willen". „Als dit dan de belangrijkste ge gevens zijn, dan kun je nauwelijks een andere conclusie trekken dan geef deze mensen de ruimte om vrij te leven in deze samenleving, want je kunt immers ook Sri onze maat schappij geen noodzaak aanwijzen om hun geaardheid te veranderen. Niemand heeft er wat je noemt last van. En het zou zelfs wel eens integendeel een grote winst kunnen zijn voor onze samenleving als ook de homofiele medemens er als ho mofiel zijn bijdrage aan zou kunnen leveren". Op zijn wijze „De groep die zich nu in Breda gevormd heeft, gaat er vanuit dat ieder mens het recht heeft op zijn wijze relaties te leggen. Dat bete kent niet, dat we naast de gebruike lijke aanvaarding van het „normale" heterofiele gedragspatroon ook een plaats willen inruimen voor een ho mofiel gedragspatroon. Je kunt die twee niet tegenover elkaar stellen Ieder mens heeft maar een paar pro cent mensen „waar hij iin valt", cfcie hem liggen en een nog kleiner per centage spreekt je ook seksueel aan. En voor mannen zijn het niet alleen vrouwen die hen „liggen" en voor vrouwen niet alleen mannen". „Overal waar een eerlijke, open sfeer is merk je dat men dat ook herkent. Als hetero voel je je alleen maar meestentijds, gewoonlijk, door iemand van het ander egeslacht aan gesproken. Maar praktisch voor geen mens is de wederzijdse aantrek kingskracht van mannen voor elkaar en van vrouwen voor alkaar on her kenbaar. Daarom geloven we dat een verruimende opvatting over ho mofilie ook sanerend zal werken voor de gehele samenleving. Er aal een stuk angst verdwijnen voor de spookbeelden die men oproept bii het woord homoseksualiteit". „Als je er van uitgaat dat seksua liteit een van de mogelijkheden is tot menselijke communicatie en re latie, dan valt er al een stuk van de bedenkingen weg tegen mensen die het kennelijk prettig vinden om meestentijds, om gewoonlijk, in re latie te treden met mensen van hun eigen geslacht". „De kennismaking met een groot aantal homofielen heeft mijzelf ook tot andere gedachten gebracht. Ik stond er vroeger ook afwijzend te genover. Totdat je gaat ontdekken dat homofielen doodgewone mensen zijn. Ik ervaar mijzelf ook overwe gend als hetero, maar in de werk groep hebben we nadrukkelijk ge steld dat ons uitgangspunt moet zijn niet de wereld in twee hokjes vangen". „Die werkgroep is heel breed sa mengesteld; we wilden zoveel moge lijk mensen en instanties uit onze zuidwest-Nederlandse samenleving in dit werk betrekken. En al heel snel kwamen we gezamenlijk tot de conclusie, dat we om ons doel te bereiken, niet beter konden doen dan aansluiting zoeken bij de Ne derlandse Vereniging voor homofie len, het COC. Die mensen hebben een vracht ervaring en ze kunnen je een brede wetenschappelijke en praktische begeleiding aanbieden. We hebben daarom unaniem beslo ten om een afdeling zuidwest-Ne derland van het COC op te richten. En dat gaat vanavond om acht uur in hotel Cosmopolite in Breda ge beuren". I

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 15