S. Baaksma:
V ogelaar met
manie voor
vleermuizen
DE KERKEN "VLIEGEN" LEEG
NEERLANDS
GESPREK MET
TROUWSTE KERKBEZOEKER
Nieuw (stenen)
ei van Columbus
Bonden willen beperking
gebruik personenauto's
Big Ben
niet zo
Big meer
Toneel
Vaste k
Tuilerieën
worden
opengebroken
buitenland
Overproduktie
Doocl zonde
Boze geest
Oude pennie
Barst
Voor schut
Woensdag 30 ju
OP DE tafel ligt een boek:
„De avifauna van Brabant'
Een van de samenstellers
is S. Braaksnia, de man, die ons
in een klein werkkamertje van
het onooglijke gebouw, waarin
Staatsbosbeheer in Utrecht ope
reert, ontvangt. De heer Braaks
nia is nu met andere vogeldes
kundigen bezig een boek over de
avifauna van midden-Nederland
samen te stellen. De provincie
Utrecht en de naaste omgeving
zijn grondig door een aantal men
sen afgegraasd en wanneer het
boek uit is, weten we "precies,
niet alleen welke vogelsoorten er
in dit gebied voorkomen, maar
ook hoeveel per plaats en hoeveel
broedparen in de afgelopen tien
jaar.
Vogels tellen is een hobby van
heel wat ornithologen. Maar de heer
Bra-aksma brengt niet alleen een
groot deel van zijn vrije uren in het
vrije veld door. Zomers kun je hem
nauwelijks in de stad Utrecht vin
den, dan zwerft hij ook in kantoor
tijd buiten rond. Het hele land is
zijn werkterrein, maar toch niet zo
zeer de vrije natuur als wel de
vochtige grotten, de kille ijskelders
en de stoffige kerkzolders, waar hij
zijn „prooi" zoekt. De heer Braaks-
'ma heeft als officiële opdracht het
tellen van vleermuizen en kerkui
len.
„Sinds 1962 zal i'k nu zo'n 1200
kerken bezocht hebben. Het ging in
eerste instantie om de vleermuizen,
maar wanneer je als ornitholoog op
zo'n zolder komt, dan kijk je na
tuurlijk meteen naar de kerkuilen,
die daar broeden. Dat eerste jaar
ben ik er heel wat tegen gekomen,
maar in die afgelopen acht jaar is
de uilenstand schrikbarend terugge
lopen".
De heer Braaksma was aanvan
kelijk „vogfelaar" in dienst van het
ringonderzoek. „Jarenlang heb ik
elk seizoen zo'n 1000 tot 1500 jonge
zilvermeeuwen geringd. Dat onder
zoek heeft er toe geleid, dat we het
zogenaamde zilvermeeuwenprobleem
met heel andere ogen zijn gaan be
kijken. Sinds 1936 zijn er op enorme
schaal zilvermeeuwen vermoord,
met instemming van de natuurbe
schermers. Men meende namelijk,
dat de zilvermeeuw, die een echte
rover is, andere vogelsoorten be
dreigde. Maar hoeveel je er ook
uitroeide, er kwamen steeds nieuwe.
In Engeland zijn in de oorlog zoveel
eieren van zilvermeeuwen geraapt,
dat de soort er verdween. Het ge
volg was echter, dat ook de andere
soorten in aantal afnamen, nu de
zilvermeeuwen niet langer egels,
vossen en eksters op een afstand
hielden. Conclusie: je moet niet in
grijpen in het biologisch evenwicht.
Er is in het algemeen zo'n enorme
overproduktie in de natuur, dat de
soorten toch wel in stand blijven,
hoeveel individuen er ook te gronde
gaan".
Die conclusie leidde er echter toe,
dat de heer Braaksma zonder werk
kwam toen men in 1962 met de
zilvermeeuwenstudie stopte. Een
functionaris van het Rivon zei toen
tegen hem: „Waarom ga je niet wat
vaker naar de kerk?". Dat heeft de
heer Braaksma gedaan. En nu heeft
hij dhn al 1200 kerken bezocht.
De strenge winter van 1962 heeft
de kerklilenstand gedecimeerd.
Maar er zijn meer oorzakep van de
achteruitgang, „Mijn grootvader in
Friesland zei altijd: je kiunt beter
uilen houden dan katten, want ze
drinken geen melk en ze zijn nog
betere muizenvangers. Maar het oe-
lengat in de gevel van de Friese en
Oostnederlandse boerderijen raakt
in onbruik. Men wil die vieze troep
van uitwerpselen eq braakballen
niet meer op zolder hebben en men
denkt de muizen wel met chemische
middelen te kunnen bestrijden. Dat
leidt weer tot een in toenemende
mate vergiftigd milieu, waar vooral
de kerkuilen als muizenvangers de
dupe van worden.
Monumentenzorg rijdt de natuur
bescherming in de wielen. In een
oude kerktoren kun je soms een sta
pel takken van wel anderhalve me
ter hoogte aantreffen, daar naartoe
gesleept door de kauwen. Het is
gemakkelijker om gaas voor de
galmgaten te maken dan om telkens
weer de boel te moeten ontruimen.
Bij restauraties vooral wordt dat
heel consequent gedaan. De heer
Braaksma adviseert om dan in elk
geval kippegaas te nemen, daar
komt tenminste een vleermuis nog
doorheen, maar voor de kerkuil is
dan de nestgelegenheid afgelopen.
In 1963 waren er volgens schat
ting van de heer Bnaaksma nog zo'n
kleine 3000 broedparen van de kerk
uil. In het broedseizoen 1969 was
dat tot hooguit 500 teruggelopen en
de gegevens over 1970 wijzen erop,
dat er nog maar zo'n 300 paren
kerkuilen in Nederland gebroed
hebben.
Oorzaak: gebrek aan nestgelegen
heid, vergiftiging, maar ook nog
steeds: vervolging. De kerkuil is de
meest opgezette uilensoort. De heer
Braaksma weet zelfs een verhaal
over een pastoor ergens in Limburg,
die een trouwmis onderbrak om een
uil, die de kerk binnen gevlogen
was, van de kansel af dood te schie
ten.
Ook de vleermuis is er in Neder
land niet zo best aan toe. Ook hier:
vervolging en ook hier een sterk
pastoorverhaal. De heer Braaksma
kwam eens bij een pastoor in het
Brabantse, die samen met de koster
ln één middag 45 vleermuizen met
de mattenklopper dood geslagen
had. Ze maakten zo'n lawaai achter
het behang.
Maar ook voor de vleermuizen
geldt, dat de belangrijkste bedrei-
ding die van de milieuvergiftiging
is. Spuitmiddelen tegen Boktor en
houtworm doen de dieren de das
om. Wanneer ze aan de bespoten
balken gaan hangen. Die middelen
werken soms nog wel een jaar na.
De pastoor met de mattenklopper
heeft zich door de heer Braaksma
laten overtuigen dat het doodslaan
van vleermuizen misschien geen
doodzonde, maar dan toch wel „dood
zonde" is. Hij gaf zijn koster op
dracht om in het vervolg goed op de
diertjes te passen. Maar hij had
buiten de waard gerekend. Spuit
middelen tegen de houtworm roei
den ook de rest van des pastors
vleermuizen uit. In overleg met het
houtinstituut TNO wordt er nu bij
restaurateurs en houtwormbestrij
ders gepoogd te bereiken, dat men
minder schadelijke middelen ge
bruikt en dat het spuiten 's-winters
gebeurt, wanneer de vleermuizen
zich voor een winterslaap in onbe
reikbare holtes terugtrekken.
Heel geschikt voor een vleermuis
om zijn winterslaap door te brengen,
is een spouwmuur, wanneer en bin
nenshuis gestookt wordt. De kleine
vleermuis vooral blijft dan ln de
omgeving. Andere soorten trekken
voor de winterslaap naar de grotten
van Zuid-Limburg of naar het bui
tenland. Vleermuizen zijn eigenlijk
warmteminnende dieren. De meeste
soorten vind je in de tropen.
Nederland kent 17 soorten vleer
muizen. De zeventiende soort werd
tijdens een internationaal congres
van deskundigen (chiropterologen)
ontdekt in de verzamelingen van het
Leidse universiteitsmuseum. In Ne
derland zijn misschien 40 vleermuis-
deskundigen werkzaam, zegt de
heer Braaksma, in de hele wereld
vele honderden. Er zijn ook honder
den vleermuis soorten: van de zacht
aardige, fruitetende vliegende hon
den in Indonesië' tot de kwaadaardi
ge vampiers in Mexico.
„Ik had altijd gedacht, dat die
verhalen over bloedzuigende vam
piers tot de fabeltjes behoren, maar
een collega uit Mexico heeft mij wel
anders verteld. Er gaan daar jaar
lijks hele kudden vee te gronde
doordat vleermuizen bloed komen
zuigen, maar het is bovendien waar,
dat diezelfde vampiers ook mensen
ais slachtoffer uitkiezen. Het is ech
ter heel moeilijk om achter de fei-
(Van onze r.1
DEN HAAG
is een man, di
lijke, ongedv
maakt. Ogensc
van hem dertie
Tot hij begint t
namelijk is er d
kenning. Want
hoort radiolieve
Als gewaardee
NOS-hoorspelk
sentator van h
tenprogramma,
Jan Borkus is b<
dat weerhoudt hem
ander facet van zij
uit de doeken te di
dat de hele opbouw
gramma ook belangt
het niet alleen laten
luisteraars. Natuurlij!
jes vormen de h(
daarnaast moet je er
en samensteller voor
verteerbaar blijft. A
lappen achter elka
wordt het gewoon
vrolijke, ongecompli
per. Dat is een ongesc
Jan Borkus ls va
toneelman. „Nou
Schrijf maar, dat ik
die richting heb g~
oorlog heb ik korte
bij het toenmalige
torium. Een geëigen
ding was er toen n
oorlog kwam ik bij
van Siem Nieuwenh
gere partner van Bu
den alleen kinder
toch heb ik er ontz
lleerd. In '48 wilde
Toevallig kende ik H
die bij de KRO-rad'
zorgde me een audi
hpt besefte, zat ik b
Bern van de KRO.,
gramma was „De kl
Die uitzending was
pulair. Mensen als
zijn orkest zonder n~
tiers en markenten
Pola, Jan de Cler, e
op, zaten er ook n~
heerlijk werken".
In '49 verhuisde Ji
de KRO naar de VAi
hij nu nog, al zit hij
kern van de NOS.
In hetzelfde jaar als n
'49 dus deed
voor de toenmalige
kern. Ik kwam goed d
werd lid. Dat was in
nu dus ruim 21 jaar
de omstandigheden v.
Vroeger werkten we
van zo'n veertig man.
hebben we er nog rr
vraagt,, of er vergrijzii
het niet. Een paar
schreef de NRU een
hoorspelacteurs uit. W
1000 aanbiedingen. E
slotte maar negen
waarvan we er inmi
drie of vier betrokkei
vergrijzing is dus ge
geloof ook, dat we ov
HET bestaan van vampiers, die bij
mensen bloed zuigen, is geen fa
beltje, maar barre werkelijkheid.
Er zijn vleermuissoorten, die van
bloed leven: er zijn er ook die
fruit eten. De meeste soorten be
staan van insecten, maar men
heeft vis vangende vleermuizen
ontdekt (o.a. in Denemarken, de
zelfde soort komt ook in ons land
voor, maar is nog niet vissende
aangetroffen).
Vleermuizen zijn voor de weten
schap enorm interessant. Niet voor
niets organiseerde de NAVO een
internationaal congres van vleer
muisdeskundigen: men wil weten,
hoe dat nu precies zit met het
„radar"-systeem van deze vliegen
de zoogdieren. Behalve de kunst
om in het donker nergens tegen
aan te vliegen, verstaan de vleer
muizen ook die van de uitgestelde
bevruchting. Het mannelijk zaad
blijft gedurende de winter on
werkzaam in het vrouwtjeslichaam
bewaard en pas in het voorjaar
vindt de eigenlijke bevruchting
plaats, maanden na de paring. Een
feit, dat onder meer dierenartsen,
die met kunstmatige inseminatie
werken, interesseert.
Hartspecialisten hebben belang
stelling voor vleermuizen, omdat
deze in de winterslaap slechts één
hartslag per minuut nodig heb
ben.
Tenslotte zijn de vleermuizen
een interessant studieobject voor
tandartsen. Net als bij een paard
kun je de ouderdom van een
vleermuis aflezen aan de slijtage
van zijn tanden. Maar bij een
paard gaat die tijdklok na een jaar
of vijftien stilstaan, dan zijn de
tanden finaal afgesleten. Bij een
vleermuis gaat de wortel uitgroei
en, wanneer de kroon versleten is.
De tandarts, die dat proces bij
mensen zou weten op te wekken,
heeft zijn kostje gekocht.
Er zijn over vleermuizen boeken
te schrijven. Je kunt er ook dagen
lang over praten. Zeker met een
man als S. Braaksma. verbonden
aan Staatsbosbeheer te Utrecht en
Nederlands enige officiële vleer
muizen- en kerkuilenteller. Geen
dagen, maar enkele uren duurde
het gesprek, dat wij hieronder
iveergeven. Het was voldoende
voor een boeiend verhaal over de
man, dit waarschijnlijk de trouw
ste kerkganger van Nederland is.
Een ornitholoog met een „vleer-
muizentik" (zegt hijzelf), een man,
die van zijn hobby zijn beroep kon
maken.
UTRECHT (ANP) „Gelet op
ie groei van het autopark en de
beschikbare ruimten zal het onver
mijdelijk zijn, aan het gebruik van
de personenauto bepaalde beperkin
gen op te leggen. Dat kan onder
andere gebeuren door het scheppen
van voetgangersgebieden, het beper
ken van het parkeren op de openba
re weg en het afremmen van inves
teringen in wegen e.d. ten behoeve
van andere belangrijke vervoers
voorzieningen".
Dit staat in nota van het
Samenwerkingsorgaan V ervoersvak-
beweging Nederland (SWN). De
vijf bij het SWN aangesloten ver-
voersbonden geven in deze nota hun
zienswijze op de aanpak van het
verkeer- en vervoersvraagstuk in de
komende regeringsperiode.
De oplossing van dit vraagstuk,
aldus het SWN, is veeleer een al
gemeen maatschappelijk dan een
uitsluitend financieel probleem. De
bonden pleiten voor het opbouwen
van een goed functionerend systeem
van openbaar vervoer. Ook menen
ze dat er een ander stelsel van
heffingen moet komen op het ge
bruik van de particuliere personen
auto, aangevuld met een zorgvuldig
parkeerbeleid (inclusief parkeerhef-
fingen). „Juist door het bevorderen
van de kostenbewustheid enerzijds
en het aanbieden van een goed sys
teem van openbaar vervoer ander
zijds komen de alternatieve reismo
gelijkheden meer met elkaar in
evenwicht dan thans het geval is",
aldiU'S de nota.
Als voorwaarden voor een goed^
functionerend systeem van openbaar"
PAKIJS (AP) De Tuilerieën,
de grote tuinen voor het Louvrepa-
leis in het centrum van Parijs, zul
len deze zomer voor een groot deel
worden opengebroken in verband met
de bouw van een ondergrondse tele
fooncentrale.
De tuinen, die in 1664 werden
aangelegd, zijn sindsdien vrijwel on
gewijzigd gebleven. Meer dan 90
bomen, waarbij er die meer dan 100
jaar oud zijn- zullen worden her
plant en de tuinen zullen in hun
oude gedaante worden hersteld,
maar de plannen hebben niettemin
vele boze reacties opgewekt. „L'Au-
rore" (coneervatief) schreef op de
voorpagina: „Tuilerieën twee jaar
opgebroken" en vraagt zich af of het
werkelijk noodzakelijk is de enige
grote groenstrook in het centrum
van Parijs te „vermoorden". Het
blad zegt dat de reconstructie van
parken in het verleden slechts zel
den met succes is bekroond.
Om de gemoederen te kalmeren
heeft de regering toegezegd dat de
oude bomen naar een speciaal cen
trum zullen gaan, waar zij verder
zullen kunnen groeien tot zij weer
in de Tuilerieën kunnen worden ge
plant.
De Tuilerieën zijn een ontwerp
van de beroemde architect Le Notre,
die in 1664 van Colbert, de minister
van financiën van Lodewijk XIV,
opdracht kreeg de voorheen ongere
gelde tuinen voor het Louvre te
effenen en er fonteinen en andere
verfraaiingen aan te brengen.
vervoer noemt het SWN aanpassing
van de beheersvorm (zelfstandig ge
maakte gemeentelijke vervoerbedrij
ven die gaan samenwerken in een
als eenheid optredend systeem van
openbaar vervoer in een bepaald
gebied) en verbetering van de ex
ploitatie (een eigen baan voor het
openbaar vervoer, tijdig overschake
len op moderne technieken als snel
tram en metro.
Als de vereiste maatregelen uit
blijven acht het SWN het niet
denkbeeldig, dat veel werknemers
in het openbaar vervoer zullen gaan
twijfelen aan de werkelijke zin van
hun arbeid. Ook stelt het SWN nog
(Van onze correspondent)
LONDEN Big Ben heeft zor
gen. De firma Dent, koninklijke
horlogemakers, gevestigd aan de
Pail Mali, dreigt 's-werelds be
roemdste klok in de steek te laten.
Als Dent de daad bij het woord
voegt, zal Big Ben spoedig stil
kunnen vallen.
Dent is al 110 jaar verantwoor
delijk voor de goede gang van het
uurwerk in Londens parlementaire
klokketoren. Het mechanisme
wordt driemaal per week geolied
en gesmeerd door trouwe vaklui
van deze firma. Om die belangrij
ke taak te kunnen volbrengen,
moeten zij telkens de 374 treden
van de meer dan 97 meter hoge
torentrap beklimmen, want het
sierlijke bouwwerk waarin Big
Ben sinds 1859 zalig hangt te ben
gelen, is nog niet met een lift
uitgerust.
Het uurwerk van Big Ben, de
„Great Clock", weegt 5000 kilo
gram. Volgens de Britten bestaat
er in heel de wereld geen groter
mechanisch horloge. Het werd in
1854 door Dent gebouwd naar
plannen van Edmund Denison, een
advocaat met een wiskundige
knobbel. De gewichten van het
uurwerk, die bijna tot tegen de
grond zakken wanneer zij door de
trapzaal van de „clooktower" naar
bëneden komen, wegen 2500 kilo
gram, Vroeger werden ze met de
hand opgetrokken, wat telkens
vier tot vijf uur vroeg. Vandaag de
dag gebeurt dit electrisch, maar
'net neemt toch nog een half uur in
beslag.
In 1861 sloot het Britse ministe
rie van openbare werken met de
firma Dent een contract af voor
het onderhoud van de „Great
Clock" en Big Ben. Dent wil deze
overeenkomst nu verbreken en een
nieuw contract afsluiten. De be
faamde horlogemakers vinden het
tegenwoordig bijzonder moeilijk
om betrouwbare jongemannen op
te leiden in het vak. Nieuwelingen
vragen hoge lonen, maar het oude
contract houdt geen rekening 'met
de stijgende onkosten Daarom wil
Dent een nieuw akkoord en veel
meer geld.
Het werk van de horlogemakers
in de parlementaire klokketoren
neemt iedere week 3,5 dag in be
slag. Om de dienst jaar in jaar uit
te kunnen verzekeren, moet Dent
altijd over drie vaklui beschikken,
die inspringen als er iemand ziek
of met vakantie is. Big Ben is in
110 jaar nog maar enkele keren
stil gevallen, toen zware sneeuw
de wijzers van de klok blokkeer
den.
Aan de bovenzijde van de slin
ger van het reusachtige uurwerk is
een kleine schaal bevestigd, waar
in enkele oude pennies en halve
pennies bewegen. Als het horloge
wegens de weersomstandigheden
neiging vertoont om voor of achter
te lopen, wordt het aantal geld
stukken voorzichtig verminderd of
vergroot. Toevoeging van een en
kele pennie doet het uurwerk 2,5
seconden voorlopen in 24 uur.
Big Ben zelf hangt in de klokke-
kamer boven het horloge. Hij is
een kolos van meer dan 13 ton.
„De grootste klok ter wereld", zeg
gen de Britten. Een hamer van 203
kilogram mept er met daverende
slagen de uren uit. De kwartieren
zijn het werk van vier kleine
klokken. De stem van Big Ben is
over heel de wereld gekend dank
zij twee microfoons van de B.B.C.,
die het geluid rechtstreeks opvan
gen in de klokkeka'mer. Ze werden
daar voor het eerst aangebracht in
1923. Zelfs tijdens de 2e wereldoor
log en de Duitse luchtaanvallen
bleef de B.B.C. deze traditie iedere
dag trouw.
Volgens de overlevering heeft
Big Ben de naaip te danken aan
sir Benjamin Hall, de ontwerper
van het niepwe parlementsgebouw
(het oude was in 1834 afgebrand),
die door zijn vrienden „grote Ben"
genoemd werd. Sir Benjamin, een
Welshman, was van 1855 tot 1858
eerste commissaris van openbare
werken. Toen hij in het Lagerhuis
de vraag stelde, welke naam de
nieuwe klok van de parlementaire
toren krijgen moest, riep een van
de afgevaardigden: „We zullen
hem Big Ben dopen".
De eerste Big Ben liep tijdens
proefnemingen onherstelbare
scheuren op. Op 10 april 1858
werd daarna een nieuwe Big Ben
gegoten. Hij kostte 2,5 miljoen
pond sterling, wat in die tijd al
een enorm bedrag was. Pas op 11
juni 1859 hing Big Ben veilig en
wel in de parlementaire klokkeka-
mer. Kort nadien barstte ook deze
klok onder het gewicht van de
hamer. Aan herstel viel niet meer
te denken.
De Britten hebben Big Ben dan
maar een lichtere hamer gegeven.
Aan het feit dat deze beroemde
klok een onzuivere klank heeft, is
sindsdien iedereen gewend ge
raakt. Big Ben is een gebarsten
symbool van het Britse wereldrijk,
dat wegens zijn tanende glorie be
slist geen beter zinnebeeld zou
kunnen hebben.
WALTHAM MASSACHUSETTS
(AP) Een professor, die gelooft
dat mensen uit het Middellandse
Zee-gebied 1000 jaar voor Columbus
Amerika al ontdekt hadden, heeft
een Mexicaanse collega gevonden
die bewijzen heeft om zijn theorie
te ondersteunen.
Volgens professor Gordon van de
Brandeis universiteit wijst een
steen, die gevonden werd in een
grafheuveltje in Tennessee, erop dat
er in de oude tijd al joden in
Amerika waren. Hij zegt dat de
inscriptie geschreven is in de stijl
ten te komen. Mijn collega ontdekte
op een gegeven moment, dat een
inlands jongetje onder de beten zat.
Na veel moeite bekende de vader,
dat het kind door een vampier be
zocht werd. De oplossing leek voor
de hand te liggen: het bed van de
jongen w,erd van het open raam
weggehaald en naar een verder naar
binnen liggende kamer overge
bracht. De vampier wist het kind
toch te vinden, terwijl een broertje,
dat voor het open raam was blijven
slapen, nergens last van nad.
Blijkbaar is het net als bij mug
gen: het ene „soort" bloed trekt de
dieren meer aan dan het andere.
Men probeert dan nu ook om vee
rassen te kweken, die immuun zijn
voor vampiers. Maar dit soort feiten
versterkt het volksgeloof, dat een
vampier geen dier is, doch een boze
geest en dat wie er door bezocht
wordt, iets op zijn geweten heeft.
Vandaar al die geheimzinnigheid.
Het jongetje in kwestie is tenslotte
gered door het in een ziekenhuis op
te nemen. Maar volgens de Mexi
caanse chiropterologen vallen er
jaarlijks in stilte honderden mensen
aan vampierbeten ten offer, zonder
dat de omgeving ingrijpt.
Gelukkig zijn onze Nederlandse
vleermuizen vreedzamer. Zelfs het
fabeltje, dat ze je in de haren vlie
gen, is een fabeltje. Ze hebben im
mers hun „radar", die hen alle ob
stakels doet omzeilen.
Toch heeft de heer Braaksma eens
lelijk voor schut gestaan. Bij de
verbouwing van paleis het Loo kwa
men tientallen vleermuizen voor de
dag. De jachtopziener waarschuwde
de heer Braaksma en samen liet
men de dieren los in de grote ijskel
der, waar ze verder konden over
winteren. Een hofdame zag het
schouwspel mee aan. Maar doordat
de dieren allemaal tegelijk losgela
ten werden, begonnen ze te schreeu
wen. Daardoor werden er in de kel
der zoveel echo's veroorzaakt, dat
het radarsysteem faalde. Prompt
vloog er een vleermuis in de haren
van de hofdame....
ADRIAAN BUTER
die in KanaSn gebruikelijk was en
nu verklaart professor Von Wuthe-
nau uit Mexico dat een steen die
pasgeleden in Mexico is opgegraven,
bewijst dat daar in 700 na Christus
mensen uit het Middellandse Zee
gebied woonden.
In een serie lezingen voor de
Brandeis universiteit heeft Von Wu-
thenau gezegd, dat de figuur op de
steen een oorring draagt met een
Davidster in het midden. De Mexi
caanse steen, die gevonden werd in
Compeche, is tentoongesteld in het
nationale museum in Mexico Stad.
Volgens Von Wuthenau is de oor
ring erg ongebruikelijk. Hij zegt dat
de strepen, die gedeeltelijk de ronde
ring bedekken, water aanduiden. Hij
voegt eraan toe: „Het sieraad is
omcirkeld door een touw, een soort
touw dat je op een schip verwacht".
De hoed van de afgebeelde persoon
heeft de vorm van een torpedo. ,'Ik
denk", zegt Von Wuthenau, „dat dat
een schip van bovenaf gezien voor
stelt en dat lijkt verrassend veel op
een oud Egyptisch papyrusscheep
je".
In de linkerhand draagt de figuur
een soort lantaarn. De professor zegt
dat dit wel een oud loden anker kan
zijn, zoals de Phoenieiërs dat ge
bruikten.
Op de Mexicaanse steen staat, net
als op een steen die in Israel gevon
den is, een Davidster en een zeil
schip. Von Wuthenau denkt dat de
bevolking van midden-Amerika in
300 bestond uit Japanners, Chinezen,
Afrikaanse negers en mensen uit het
Middellandse Zee-gebied- Gordon
acht het mogelijk dat de joden na
de overwinningen van de Romeinen
in 70 en 135 naai" Amerika zijn
gevlucht-
eens nadrukkelijk, dat het feit dat
de openbare vervoersbedrijven met
bedrijfseconomische verliezen wer
ken, geen afbreuk mag doen aan de
betekenis en de waardering voor de
arbeidende mens.
Wat de financiering betreft erken
nen de bonden, dat een zekere fase
ring nodig zal zijn. Volgens hen
moet echter in ieder geval worden
voorkomen, dat het openbaar ver
voer geleidelijk wordt gesloopt
voordat wordt begonnen met het
uitvoeren van een moderne vervoers-
politiek. Om de continuïteit van de
bedrijven te verzekeren zullen over
bruggingsmaatregelen nodig zijn.