VOOR HET PLAKBOEK De Bijenkoningin ROODKAPJE IN HET BOS De verjaardag van Paul bfómet rit Uk God als stopwoord Touwtrekken om de Bouvier-dochters MALTA: STRATEGISCH GROTE DWERGSTAAT De Kennedy Vrouwen door PEARL S. BUCK kleine PT? Het donkere bos Woensdag 30 juni 1971 lotie-mogefijktieid studie, lillend. wisselend in een cent dat je soms bent. Bovendien mregelmatige o( soortgelijk eeftijd van 16 tol voor de functó» Goes of •ecteur ven e Vest 4, Brede. brengt ter voldoening ean Ie Wet op de Ruimtelijke it de raad dier gemeente ?71 heeft besloten te ver. het plan Stromenwijk II, dit besluit behorende en g, een herziening ven het vordt voorbereid. de situatietekening vanaf mer 15) voor oen ieder meester voornoemd, Wolters. Er was eens een paleis en daarin woonden wel 1000 bijen. En die bijen hadden samen een koningin. Die heette Zoem Zoem. Ze hadden een prettig leven, want de koningin was een heel goeie koningin. Die bijen boften weieens een keertje. Maai- op een dag was Rozalientje gestolen. Rozalientje was de prinses van de koningin. De koningin nam een besluit: Ik laat 25 polities ko men, om te gaan zoeken wie de dader is! zei ze. Meteen vlogen er wel vijf polities rechts. En tien voor uit en v4jf achteruit. En vijf links. Nou dat werd me een partij! Tegen de avond hadden de tien die vooruit waren sporen ge vonden. Maar die gangen naar huis, de nacht begon en dé bijen gingen naar bed óók de koningin! Maar wie liep daar nog rond? Een man met een grote pot onder zijn arm. Hij zei: Haha, ik ontvoer 322 bijen! Hij liep naar het paleis, en hij haalde uit zijn zak een grote bos sleutels. En weet je hoe hij heette? Hij heette: Vervelende dief! Hij was nu vlak bij het paleis gekomen. Opgepast! Krak, krak! zei het slot. Oei! oei! als ze maar niet wakker werden! Maar in het paleisdaar lagen wel 25 schildwachten te slapen Een van hen werd er wakker van. Hij maakte vlug de anderen wak ker. Luister! stil! zei hij Piep! piep! Hé, de deur beweegt! Dat is geheim zinnig. Opeens.... Daar zagen ze een been binnenstappen. En daarna een geweldig lichaam. Wel potjedrie die bijen hebben ook een kleine hal. Maar ik pas er makkelijk in. Help, help! zei de man opeens. En weet je wat er was gebeurd? De 25 bijen hadden een houten muur gebouwd en zich verstopt. Is dat niet slim? Nou de man was gestruikeld over de muur. en de muur was kapot en de man was dood. Maar door die bons werden de andere bijen wak ker. Een zei slaperig: Wat is dat. Weer een ander: Wat was dat? Een ontploffing? Ik hoorde het in mijn slaap. Allemaal werden ze wakker: Hee, wat is dat nou weer? Maar toen ze in de gang kwamendaar lag de man. Een van de schildwach ten riep: Hee jij heb jij onze prinses ontvoerd? Ze hoorden geen ant woord. Maar opeens zei een van de bijendk en nog negen bijen hebben sporen gevonden.Ja, ja, ja, riepen een paar bijen. Stilte riep de konin gin, ik weet raad.Wij nemen een vel papier en tekenen de onderkant van zijn schoenen na. En dan nemen we het vel mee naar die sporen en kijken of die sporen hetzelfde zijn als die op het blad. Maar wat doen we dan met die man? Die verbran den we doodgewoon. De dief werd naar buiten gedragen en werd ver- brand.Maar eerst de voetafdrukken XXXXKXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX* Ben je wel eens in het Donkere bos geweest? En zag je daar ook zo'n akelig beest? Het heeft zes poten groot en klein, nee, het is heus geen gein. Hij heeft ook een drakekop En ais hij boos is, spuwt hij zakjes drop. Ook is hij 80 meter lang. Nee, wordt maar niet bang. Je ziet hem heus niet altijd- Maar als je hem zietPas op, hij bijt! En doe hem dan ook de groeten van mij En doe er voor de zekerheid nog een pijl en boog bij. Bianca Linders-Etten Leur natekenen, en toen de grote reis begon werden ze lekker dik aange kleed. Want dat moet wel. Toen ze bij de sporen aankwamen keken ze goed. Hee, die man heeft het ge daan. Maar laten we de sporen vol gen. Na een uur lopen komen ze bij een buis en ze vliegen er in. Maar wat raar, alles is slordig. Wat zien ze daar? Twee glazen kooitjes en in die kooitjes zitten een prins en in het andere kooitje zit prinses Roza lientje. Allebei gevangen.Ze prone- ren de kooitjes open te krijgen, maar dat lukt niet. Ze gaan de sleutel zoeken Opeens zegt er een: ik heb twee sleutels! De koningin zegt: meteen proberen Ze doen het: het luikt! het lukt! De prins en prinses vliegen eruit. Wat zijn ze blij. Ze maken ee»i dansje in het rond. Maar de koningin zei: No-u laten we opschieten voor er nog meer mensen komen. En dat mag niet gebeuren. Ze vlogen uit het raam, ze zagen wat rook in de verte. O, zeiden ze dat is die man die nog in het vuur ligt! AI gauw zagen ze het vuur. Er lag wat as bij. Dat kwam natuurlijk van zijn sigaret, die wou hij opsteken toen hij vlak bij de deur was gekomen. De bijen doof den het vuur gauw, en gingen toen bij de kachel in het paleis zitten. De prins en het prinsesje waren nog steeds bij de koningin en de ande ren. Het was natuurlijk feest, die avond tot diep in de nacht. Ze sliepen fijn. En ze droomden nog van het feest en van de lekkernijen. Mmlnmmm!! Toen de morgen aan- - brak, zei de koningin. We laten de prin en de prinses over een week trouwen. Ja, ja! riepen alle bijen allemaal door elkaar. Stilte, stilte, riep de koningin. Voor we gaan roepen en juichen moeten we eerst de spullen klaarmaken. Ja laten we nu meteen beginnen. En dat doen ze dan ook. Ja maar waar halen ze die spullen vandaan? Ja weet je wat het beste is? We gaan eerst een zaaltje kopen. Nee, koningin, we gaan een zaaltje bouwen! Dat is het beste, want dan geven we fleen geld weg. Ja, meteen beginnen want de zaal moet over een week klaar zijn. Waarom? Omdat de prins en de prinses over een week trouwen. Trouwens, binnen een week. Want de dingen moeten nog gekocht en de trouwkleren nog gemaaid en klaar zetten. Dat moet dus meteen gebeu ren, Even door het raam keijken of ze al bezig zijn. Hee, wat zijn ze toch al ver. Alleen nog maar het dak erop zetten. Wat werken ze toch hard! Ik zie de zweetdruppeltjes op hun hoofd rollen! Bijna Haar! roept er een. Kijk uit voor die toren! weer een Weer een andere. Kijk uit voordie perenboom met die ladder. Over een uur is het klaar. Nee jo, we moeten eerst nog eten. Net toen Piet dat had gezegd kwam er een die zei: Aardappels met appelmoes, door elkaar! Vinden jullie dat lekker? Heerlijik zeggen er een paar. Ze rennen naar de poort en daar stormen ze naar binnen. O, o, o, ze lopen er een paar omver. Meteen zitten er wel 10 aan tafel. Na een week gaan ze allemaal in hun beste kleren naar buiten. De bruid en de bruidegom vooraan. De bruid en de bruidegom keken hun ogen uit! wat was het daar mooi. En dat hadden de man netjes allemaal gedaan. Ze konden het niet geloven! Wat was het daar mooi zeg! Opeenspang, boem, bof, bwamü wat was dat nou? Ze stormden naar buiten. Ook de bruid en de bruidegom! En weet je wat dat was? Vuurwerk! Wat was dat mooi! Toen dat afgelopen was, gin gen ze weer fijn feestvieren. En ze leefden nog lang en gelukkig! Marijke van der Ven uit Breda heeft voor jullie twee tekeningen gemaakt die op het eerste gezicht precies -T- ..tim u:nai3 jullie de verschillen gevonden gelijk zijn. Er zitten echter 10 verschillen in. Kleur de tekeningen hebben en plak ze in het plakboek 1. ,,Wat is er vandaag ook al weer aan de hand?'", denkt Paul als hij wakker wordt. „O ja, dat is waar ook, ik ben vandaag jarig." Hij is net tot die ontdekking gekomen als Bea en Doortje zingend binnen komen.vBeiden felici teren Paul. Doortje heeft een versje gemaakt en bovendien heeft ze samen met Bea een cadeautje gekocht. Vol verwachting pakt Paul dit uit. „Joepie, precies wat ik wilde, een gan zenbord." Paul springt vlug uit bed en rent naar zijn ouders, die iets voor hem in de schuur hebben staan. Ook nu slaakt hij weer een kreet. Zijn ouders hebben namelijk zijn hartewen-s in vervulling doen gaan. Hij krijgt 'van hen een fiets. 2. Na het ontbijt geeft moeder de drie een doos met slingers en andere dingen waarmee ze de kamer kunnen versieren. De drie gaan vlug aan de slag want ze willen vanmiddag, als de kinderen komen, alles piekfijn in orde hebben. En het blijft niet bü versieren. Er moet ook een heel feestprogramma opgezet worden. Paul verzint allerlei spelletjes en Bea stelt een quiz samen. 3. Om twee uur zitten de drie in de ver sierde kamer te wachten. „Raar eigenlijk dat er nog niemand is. Normaal zijn er om half twee al enkelen aanwezig." zegt Bea. „Ach ze zullen zo wei komen." zegt Paul. Maar om half drie is er nog steeds niemand. „Hoe kan dat nou?", zegt Bea. Op de uitnodigingen die we verstuurd hebben staat toch dat het feest om half drie zou beginnen?" Paul trekt ineens wit weg en grijpt naar zijn schooltas. „Ik ben vergeten de uitnodigingen te posten," zegt hij met een benepen stem. „Wat nu," zucht Bea. „Ik geloof dat we het best iedereen kunnen bellen en vragen of men zo gauw mogelijk komt." 4. Een half uurtje later zijn alle vriendjes en vriendinnetjes aanwezig en Paul slaakt een zucht van opluchting. Men begint met de spel letjes die Paul verzonnen heeft, eet gebak, drinkt limonade en iedereen heeft enorm veel plezier. Omdat het feest wat te laat is begon nen mag het van moeder wat langer duren. Om zeven uur gaat iedereen naar huis na eerst nog heerlijk te hebben gegeten. „Ondanks alles is het toch nog een fijne dag geworden," zegt Paul. HET HEET DAT de uitwijzing van NAVO-bevelhebber, admiraal Cino Birindelli, een gevolg is van een persoonlijke controverse tussen hem en de premier van Malta Dominic Minthoff. Zo'n controverse is echter gauw gemaakt. Fiet is nu dat Mint hoff, de nieuwe eerste man van Malta, sinds zijn Labour-partij in maart van dit jaar aan de macht kwam, geen man is die problemen uit de weg gaat. Minthoff is terug, want van 1955 tot 1958 is hij ook al premier geweestal was dat nog vóór de onafhankelijkheid (in 1964). Hij wist in die perode belangrijke sociale vernieuwingen door te voe ren en ontpopte zich als een fel tegenstander van de door de katho lieke geestelijkheid sterk beïnvloede Nationalistische Partij. Het is deze partij die bij de laat ste verkiezingen de kous op de kop heeft gekregen. Dat betekent dat de kerk haar dominerende positie op Malta aan het verliezen is. "let uit drie eilanden bestaande staatje, waarvan Malta het grootste is, is van oudsher katholiek. Het maat schappelijk, politiek en cultureel le ven was er sterk verweven met de katholieke godsdienst. Tot voor kort kwam er van een scheiding van start en kerk niet veel terecht. Dominic Minthoff en zijn Labour- partij hebben daarin geleidelijk ver andering gebracht. Zij willen boven dien voor ongeveer 320.000 Malte- zers meer dan een „hongerloon". De belangrijkste werkgever is Enge land. dat er een vlootbasis heeft. De Maltezer landbouw en de industrie zijn van weinig betekenis. Malta drijft eigenlijk voornamelijk op Wes terse financiële hulp, vooral van Amerika, die de Maltezers ervan moet weerhouden naar het oosten over te lopen. En daarmee raken we precies de kern van de zaak. Het dwergstaatje met zijn ongeveer 320.000 zielen tel lende bevolking is strategisch van eminent belang. Men zal zich in NAVO-kringen aan ook zeker wel zorgen maken over de politieke lijn die de leiders op Malta gaan vol gen. Dat zij uit zijn op een grote om mezwaai ligt niet voor de hand. Minthoff mag dan wel fel anti-ka tholiek zijn, een pure aanhanger van het socialisme kan hij niet genoemd worden. Hij gaat dan ook praten en maaktvolgens de berichten, deze week nog nieuwe voorwaarden be kend waaronder het verblijf van de NAVO op Malta kan worden voort gezet. Financieel gunstiger voor waarden waarmee Malta de komen de jaren een bredere economische basis gegeven kan worden. (ADVERTENTIE) Wim Hartmans, Dongen, 7 jaar. «xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxsexxxxxxsxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxjcxxxxxxxxxjcxxs ROOMSE VOLKSTAMMEN vloe ken en protestantse eerbiedigen Gods Naam! Zulk een kanjer van overdrijving is soms gewenst om aandacht te krijgen voor een stuk waarheid. Zegt u zelfhoort u ooit een goede protestant Gods naam oneerbiedig gebruiken? Kunt u zich voorstellen: een vloekende Van Dis of Jongeling, al was het maar in hun dromen? U wordt evenwel straatarm als u voor elke vloek van katholieken (leken, religieuzen en geestelijken) ter restitutie een cent zou willen betalen! De grote refor matoren hebben het destijds al scherp gezien: misbruik van Gods naam en vloekerij is wel een speci fiek roomse volksziekte. Zij hebben hwn volgelingen zwaar ingepeperd zoiets nooit te doen. De goede resultaten zijn nog merkbaar in een volksleven. In onze Friese jeugd frappeerde ons dit al. Wel vonden wij echter de „fijnen" toch sterk overdreven en scandeer den soms als roomse knapen: „Blik sem, duvel, donder, daar zit geen vloekwoord onder". Zelfs deze pro testantse overdrijving remde geluk kig nog vele roomse volksgenoten om het niet al te bont en grof te maken. Waar deze reformatorische rem niet aanwezig was, in alle geval niet werkte (zoals in meer zuidelijke streken), vloekten vele roomsen er lustig op los, gebruikten minstens meer te onpas dan te pas Gods naam. Moet ik u nog aan die 'prak tijk herinneren? Bij velen werden „Jezus", „God oh God", Jezus Christus" nog erger lopendeband- termen. Wat nettere roomse zielen (ook sommige zusters) deden graag aan verbasterde oneerbiedigheidjes zoals „gosje-mijne", „verhip" en „Jezus, Maria, Jozef", maar gingen meestal niét verder dan „jassus" en ,.p otje- verdorie". Ik geloof evenwel, dat religieuzen en geestelijken in hun bekende vroegere bruine-moppen-cultuur iets minder vloekten dan nu. Het te on pas gebruiken van Gods naam, ruige taal én vloeken neemt m.i. in deze regionen opmerkelijk toe, terwijl die moppentapperij sterk op retour lijkt. „God" is bij velen tot een licht voetig stopwoord geworden Zóu dit verband houden met secularisa tie en goddood-gepraat? Wie weet? Het lijkt soms wel of ze god-dood tot nieuw leven willen roepen in de vloek! Toch zie ik de hoofdfactor in iets anders, wel nauw verbonden evenwel met een bepaald soort secu larisatie: verruwing van uitdruk king, stijl en beschavingscode, zeg u maar: politesse! Dit hangt m.i. weer samen met veranderd gedragspa troon en kledij. Men ziet het sterk bij leken-jongelui momenteel, zelfs bij meisjes. Het schijnt stoer, mo dern, studentikoos en bij-de tijd te zijn je vrij ongegeneerd te gedragen en uit te drukken. Op vroegere „nette" en „beleefde" vormen en taal spuwen ze; allemaal onecht en schijnheilig, heet het dan. Verschil lende jonge religieuzen, theologische studenten en sommige „pastores" passen zich angstwekkend bij deze spraak-verruwing aan. Vroeger tem perden tenminste toog en habijt nog enigermate het onbetaamlijke mond orgel. Van „zonde" wil ik direct niet spreken, want het is meer onnaden kendheid en onfatsoenlijke gewoon te; maar jammer is het wel. Nu hoor ik van een jonge dominee, dat ook in kringen van zijn collega's en theo logiestudenten dit kwalijke ver verschijnsel hand over hand toe neemt. In het algemeen willen deze jongelui van beiderlei confessie ove rigens zo bijbels en evangelisch mo gelijk leven. Ik heb wel eens ge hoord en gelezén hoe de Bijbel spreekt over het gebruik van Gods naam. Toch wel een pietsje anders dan die heren... DR. P. A. u.d. WEIJ (O. CAHM. 13. Toen Jacqueline een tiener werd zwaaide haar vader haar openlijk en vaak lof toe in haar eigen bijzijn en in dat van anderen. Ze was het mooiste meisje van de hele wereld. Ais ze dat nu al was, wat zou ze dan wel niet zijn als ze twintig was? Ze was al de beste aimazone ter wereld. Als een neefje of nichtje haar plaagde of lastig viel dreigde Jack met de zwaarste straffen. Ui teraard gedijde Jacqueline onder de lof en de bescherming van haar vader. Ze leerde zichzelf te bewon deren onder de bescherming van zijn vleierij en beschutting. Zo zou het voor altdjd hebben kunnen doorgaan als haar moeder niet hertrouwd was, of als ze ge trouwd was met een onbeduidender figuur dan Hugh Auchincloss, een man met een onmetelijk fortuin en groot aanzien. De familie Auchincloss was een opmerkelijke familie. Schitterende huwelijken, grote scherpzinnigheid in zaken, degelijke presbyteriaanse levenswandel hadden na generaties een hoogtepunt bereikt in Hugh Au chincloss. Hij leek in het geheel niet op Jack Bouvier. Groot, zwaar ge bouwd, met een blozende gelaats kleur, gaf hij de indruk van vol strekte eerlijkheid en stabiliteit. Hij wekte en verdiende vertrouwen en verwelkomde Janet Bouvier's knap pe dochters in zijn familie en zijn fraaie huizen, 's winters in iMerry- wood, 's zomers in Hammersmith Farm. Nu had Jacqueline drie families en het werd voor Jack Bouvier steeds moeilijker zijn greep op zijn dochters te handhaven- Hij was een heel ander mens als hij verjaardagen of de kerstdagen bij de Bouviers zonder hen moest meemaken. Dan was er niets om over te praten en niemand om mee te pronken. Naar mate de tijd verstreek werd hij steeds verontwaardigder, want al bleef hij in het onderhoud van zijn dochters voorzien, al betaalde hij hun opvoeding en hield hij hun rekeningen bij de nodige warenhui zen aan, hij zag ze steeds minder. Toch gaf hij nooit de hoop op ze terug te winnen, want hij kon niet geloven dat ze het bezadigde milieu van dé Auchineloss'es prettig von den. Zijn dochters? O nee! Ze zou den bij hem terugkomen. Ze zouden ongetwijfeld bij hem terugkomen als het nieuwe decor hen verveel de. Wat Jack Bouvier misschien niet begreep was dat hij, door het opei sen van de voorkeur en de liefde van zijn dochters, ze in verwarring bracht en in hun levens een diep, ongeneeslijk gevoel van verwarring stichtte. Waar hoorden ze werkelijk thuis? En wie hielden het meest van ze? Dat waren de vragen en er waren geen antwoorden op. Er zou den nooit antwoorden op komen. De ondergang van Jack Bouvier werd versneld door de groeiende vijandigheid van zijn vader, John Vernou jr. Jack was nu vijftig en toonde niet meer leidersgaven dan op zijn twintigste. Zou hij de eeuwi ge playboy blijven? De familie zou geen hoofd hebben als hij, John Vernou Bouvier jr., stierf. Voor zover het zijn zoons betrof was deze generatie van de Bouviers een mislukking. Hij kon alleen nog vertrouwen op zijn Hein- zoons. Zijn pessimisme werd verer gerd door zijn achteruitgaande ge zondheid tot hij in 1948 stierf. Jack liep aan het hoofd van de begrafe nisstoet. Nu was hij het hoofd van de familie Bouvier. Hij was het hoofd van de familie, maar kon haar niet bij elkaar hou den- Ze respecteerden hem niet. Naar hun oordeel had hij niets be reikt dat respect waard was. Ze bekommerden zich niet om zijn ad viezen. Hij was wispelturig en zelf zuchtig. Ondanks zijn leeftijd leefde hij nog steeds het leven van een vrijgezel. Hij had geen huis, geen vaste verblijfplaats, geen vrouw. Al spoedig gungen de Bouviers uiteen. Ze trokken naar heinde en ver. Het reusachtige oude landhuis van Michel Charles stond leeg en de kosten om het aam te houden waren krankzinnig hoog. Tenslotte werd het verkocht, de Bouviers gingen uiteen, het familiefortuin werd ver snipperd. Jacqueline groeide op met een hart dat in drie richtingen getrok ken werd: haar vader en de Bou viers, haar moeder, haar vriendelij ke en betrouwbare stiefvader. Ze was niet opstandig en aanvaardde het leven zoals het zich voordeed, ze ging naar particuliere scholen en haalde hoge cijfers, ze gedroeg zich ais een jong meisje van goede stand. Ze ging naar Vassar en bleef een goede leerling en deed alles wat van haar verwacht werd. Uiterlijk conservatief, bijna con ventioneel, had ze niettemin een persoonlijkheid die de aandacht opeiste. Ze was een dochter van Jack Bouvier, een liefhebster van schoonheid en stijl met een domine rende persoonlijkheid die, hoewel rustig en beheerst, mensen op de een of andere manier betoverde. Haar ware leven speelde zich ech ter in haar innerlijk af. De verwar ring in haar uiterlijke omstandighe den, de verwikkeling van drie fami lies verschaften misschien een mi lieu dat ze alleen kon verduren als ze de uiijk nam in haar innerlijke wereld. Als ze daar nu uit te voorschijn komit is het met een bijna theatrale gekunsteldheid. Ze lijkt niet graag een gesprek met iemand te voeren, maar als ze een groot gezelschap tegemoet treedt verschijnt ze zoals een actrice dat zou kunnen doen, een actrice met smaak en talent; ze overspeelt alle aanwezigen en dwingt een aandacht af waarvan ze schijnt te genieten. Verlegenheid en gevoeligheid worden in een fascinerende tegen stelling gecombineerd met onge dwongenheid en zelfvertrouwen, en toch is dat alles een onontkoombaar resultaat van de verwarring in haar leven- Het is misschien, zoals Rose Kennedy zou kunnen zeggen, de enige manier om er tegen opgewas sen te zijn. De waarheid is waar schijnlijk te vinden in de structuur van haar intuïtieve onaantastbare persoonlijkheid die ze zich gedwon gen voelt te handhaven. In tegen woordigheid van slechts één persoon is het moeilijk je ware persoonlijk heid te verbergen. In een menigte kun je een rol spelen. In haar jeugd werd ze voortdu rend heen en weer getrokken tussen haar vader en haar moeder. Jack Bouvier bleef haar uitgaven betalen en was gelukkig als ze op de uni versiteit was, dichter bij New York dan bij Washington. Maar ze was een knap meisje en had voor geen van beide ouders veel tijd. Als ze feestjes wilde geven was het ge makkelijk en verrukkelijk om dat te doen in een van de luxueuze woningen van haar stiefvader. Bovendien had deze laatste kinde ren van haar eigen leeftijd. In de loop der jaren kreeg haar moeder nog twee kinderen. Dit alles droeg er toe bij dat ze eerder naar de familie Auchincloss getrokken werd dan naar de kleine flat van haar vader in New York. Zijn persoonlijk maar niet ver werkt gevoei van mislukHng kon alleen nog maar verergerd worden naarmate hij meer en meer besefte dat zijn dochter in het nieuwe leven van haar moeder betrokken werd. Het verbitterde hem tot het eind van zijn leven. Er waren echter periodes van in nige genegenheid, in het bijzonder in het jaar dat ze voor studie in Frankrijk doorbracht, eerst aan de universiteit van Grenoble en daarna aan de Sorbonne in Parijs. Nu was ze tenminste veilig ver van haar moeder verwijderd. Jacqueline scheen te genieten van het spranke lende leven in Frankrijk en ze be kwaamde zich in de taal die zo goed bij haar persoonlijkheid paste. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 5