VOOR HET PLAKBOEK
De Bijenkoningin
ROODKAPJE IN HET BOS
De verjaardag van Paul
bfómet
rit Uk
God als stopwoord
Touwtrekken om de Bouvier-dochters
MALTA: STRATEGISCH
GROTE DWERGSTAAT
De Kennedy Vrouwen
door
PEARL S. BUCK
kleine PT?
Het donkere bos
Woensdag 30 juni 1971
lotie-mogefijktieid
studie,
lillend.
wisselend in een
cent dat je soms
bent. Bovendien
mregelmatige
o( soortgelijk
eeftijd van 16 tol
voor de functó»
Goes of
•ecteur ven
e Vest 4, Brede.
brengt ter voldoening ean
Ie Wet op de Ruimtelijke
it de raad dier gemeente
?71 heeft besloten te ver.
het plan Stromenwijk II,
dit besluit behorende en
g, een herziening ven het
vordt voorbereid.
de situatietekening vanaf
mer 15) voor oen ieder
meester voornoemd,
Wolters.
Er was eens een paleis en daarin
woonden wel 1000 bijen. En die
bijen hadden samen een koningin.
Die heette Zoem Zoem. Ze hadden
een prettig leven, want de koningin
was een heel goeie koningin. Die
bijen boften weieens een keertje.
Maai- op een dag was Rozalientje
gestolen. Rozalientje was de prinses
van de koningin. De koningin nam
een besluit: Ik laat 25 polities ko
men, om te gaan zoeken wie de
dader is! zei ze. Meteen vlogen er
wel vijf polities rechts. En tien voor
uit en v4jf achteruit.
En vijf links. Nou dat werd me een
partij! Tegen de avond hadden de
tien die vooruit waren sporen ge
vonden. Maar die gangen naar huis,
de nacht begon en dé bijen gingen
naar bed óók de koningin! Maar wie
liep daar nog rond? Een man met
een grote pot onder zijn arm. Hij zei:
Haha, ik ontvoer 322 bijen! Hij liep
naar het paleis, en hij haalde uit
zijn zak een grote bos sleutels. En
weet je hoe hij heette? Hij heette:
Vervelende dief! Hij was nu vlak
bij het paleis gekomen. Opgepast!
Krak, krak! zei het slot. Oei! oei!
als ze maar niet wakker werden!
Maar in het paleisdaar lagen
wel 25 schildwachten te slapen
Een van hen werd er wakker van.
Hij maakte vlug de anderen wak
ker. Luister! stil! zei hij Piep! piep!
Hé, de deur beweegt! Dat is geheim
zinnig. Opeens.... Daar zagen ze
een been binnenstappen. En daarna
een geweldig lichaam. Wel potjedrie
die bijen hebben ook een kleine hal.
Maar ik pas er makkelijk in. Help,
help! zei de man opeens. En weet je
wat er was gebeurd? De 25 bijen
hadden een houten muur gebouwd
en zich verstopt. Is dat niet slim?
Nou de man was gestruikeld over
de muur. en de muur was kapot en
de man was dood. Maar door die
bons werden de andere bijen wak
ker. Een zei slaperig: Wat is dat.
Weer een ander: Wat was dat? Een
ontploffing? Ik hoorde het in mijn
slaap. Allemaal werden ze wakker:
Hee, wat is dat nou weer? Maar
toen ze in de gang kwamendaar
lag de man. Een van de schildwach
ten riep: Hee jij heb jij onze prinses
ontvoerd? Ze hoorden geen ant
woord. Maar opeens zei een van de
bijendk en nog negen bijen hebben
sporen gevonden.Ja, ja, ja, riepen
een paar bijen. Stilte riep de konin
gin, ik weet raad.Wij nemen een vel
papier en tekenen de onderkant van
zijn schoenen na. En dan nemen we
het vel mee naar die sporen en
kijken of die sporen hetzelfde zijn
als die op het blad. Maar wat doen
we dan met die man? Die verbran
den we doodgewoon. De dief werd
naar buiten gedragen en werd ver-
brand.Maar eerst de voetafdrukken
XXXXKXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX*
Ben je wel eens in het Donkere bos
geweest?
En zag je daar ook zo'n akelig
beest?
Het heeft zes poten groot en klein,
nee, het is heus geen gein.
Hij heeft ook een drakekop
En ais hij boos is, spuwt hij zakjes
drop.
Ook is hij 80 meter lang.
Nee, wordt maar niet bang.
Je ziet hem heus niet altijd-
Maar als je hem zietPas op, hij
bijt!
En doe hem dan ook de groeten van
mij
En doe er voor de zekerheid nog
een pijl en boog bij.
Bianca Linders-Etten Leur
natekenen, en toen de grote reis
begon werden ze lekker dik aange
kleed. Want dat moet wel. Toen ze
bij de sporen aankwamen keken ze
goed. Hee, die man heeft het ge
daan. Maar laten we de sporen vol
gen. Na een uur lopen komen ze bij
een buis en ze vliegen er in. Maar
wat raar, alles is slordig. Wat zien ze
daar? Twee glazen kooitjes en in
die kooitjes zitten een prins en in
het andere kooitje zit prinses Roza
lientje. Allebei gevangen.Ze prone-
ren de kooitjes open te krijgen,
maar dat lukt niet. Ze gaan de
sleutel zoeken Opeens zegt er een:
ik heb twee sleutels! De koningin
zegt: meteen proberen Ze doen het:
het luikt! het lukt! De prins en
prinses vliegen eruit. Wat zijn ze
blij. Ze maken ee»i dansje in het
rond. Maar de koningin zei: No-u
laten we opschieten voor er nog meer
mensen komen. En dat mag niet
gebeuren. Ze vlogen uit het raam, ze
zagen wat rook in de verte. O,
zeiden ze dat is die man die nog in
het vuur ligt! AI gauw zagen ze het
vuur. Er lag wat as bij. Dat kwam
natuurlijk van zijn sigaret, die wou
hij opsteken toen hij vlak bij de
deur was gekomen. De bijen doof
den het vuur gauw, en gingen toen
bij de kachel in het paleis zitten. De
prins en het prinsesje waren nog
steeds bij de koningin en de ande
ren. Het was natuurlijk feest, die
avond tot diep in de nacht. Ze
sliepen fijn. En ze droomden nog
van het feest en van de lekkernijen.
Mmlnmmm!! Toen de morgen aan- -
brak, zei de koningin. We laten de
prin en de prinses over een week
trouwen. Ja, ja! riepen alle bijen
allemaal door elkaar. Stilte, stilte,
riep de koningin. Voor we gaan
roepen en juichen moeten we eerst
de spullen klaarmaken. Ja laten we
nu meteen beginnen. En dat doen
ze dan ook. Ja maar waar halen ze
die spullen vandaan? Ja weet je wat
het beste is? We gaan eerst een
zaaltje kopen. Nee, koningin, we
gaan een zaaltje bouwen! Dat is het
beste, want dan geven we fleen geld
weg. Ja, meteen beginnen want de
zaal moet over een week klaar zijn.
Waarom? Omdat de prins en de
prinses over een week trouwen.
Trouwens, binnen een week. Want
de dingen moeten nog gekocht en de
trouwkleren nog gemaaid en klaar
zetten. Dat moet dus meteen gebeu
ren, Even door het raam keijken of
ze al bezig zijn. Hee, wat zijn ze
toch al ver. Alleen nog maar het
dak erop zetten. Wat werken ze toch
hard! Ik zie de zweetdruppeltjes op
hun hoofd rollen! Bijna Haar! roept
er een. Kijk uit voor die toren!
weer een Weer een andere. Kijk uit
voordie perenboom met die ladder.
Over een uur is het klaar. Nee jo,
we moeten eerst nog eten. Net toen
Piet dat had gezegd kwam er een die
zei: Aardappels met appelmoes, door
elkaar! Vinden jullie dat lekker?
Heerlijik zeggen er een paar. Ze
rennen naar de poort en daar stormen
ze naar binnen. O, o, o, ze lopen er
een paar omver. Meteen zitten er
wel 10 aan tafel. Na een week gaan
ze allemaal in hun beste kleren naar
buiten. De bruid en de bruidegom
vooraan. De bruid en de bruidegom
keken hun ogen uit! wat was het
daar mooi. En dat hadden de man
netjes allemaal gedaan. Ze konden
het niet geloven! Wat was het daar
mooi zeg! Opeenspang, boem,
bof, bwamü wat was dat nou? Ze
stormden naar buiten. Ook de bruid
en de bruidegom! En weet je wat
dat was? Vuurwerk! Wat was dat
mooi! Toen dat afgelopen was, gin
gen ze weer fijn feestvieren. En ze
leefden nog lang en gelukkig!
Marijke van der Ven uit Breda heeft voor jullie twee tekeningen gemaakt die op het eerste gezicht precies
-T- ..tim u:nai3 jullie de verschillen gevonden
gelijk zijn. Er zitten echter 10 verschillen in. Kleur de tekeningen
hebben en plak ze in het plakboek
1. ,,Wat is er vandaag ook al weer aan de
hand?'", denkt Paul als hij wakker wordt. „O ja,
dat is waar ook, ik ben vandaag jarig." Hij is
net tot die ontdekking gekomen als Bea en
Doortje zingend binnen komen.vBeiden felici
teren Paul. Doortje heeft een versje gemaakt
en bovendien heeft ze samen met Bea een
cadeautje gekocht. Vol verwachting pakt Paul
dit uit. „Joepie, precies wat ik wilde, een gan
zenbord." Paul springt vlug uit bed en rent
naar zijn ouders, die iets voor hem in de schuur
hebben staan. Ook nu slaakt hij weer een kreet.
Zijn ouders hebben namelijk zijn hartewen-s in
vervulling doen gaan. Hij krijgt 'van hen een
fiets.
2. Na het ontbijt geeft moeder de drie een
doos met slingers en andere dingen waarmee
ze de kamer kunnen versieren. De drie gaan
vlug aan de slag want ze willen vanmiddag,
als de kinderen komen, alles piekfijn in orde
hebben. En het blijft niet bü versieren. Er
moet ook een heel feestprogramma opgezet
worden. Paul verzint allerlei spelletjes en Bea
stelt een quiz samen.
3. Om twee uur zitten de drie in de ver
sierde kamer te wachten. „Raar eigenlijk dat
er nog niemand is. Normaal zijn er om half
twee al enkelen aanwezig." zegt Bea. „Ach ze
zullen zo wei komen." zegt Paul. Maar om
half drie is er nog steeds niemand. „Hoe kan
dat nou?", zegt Bea. Op de uitnodigingen die
we verstuurd hebben staat toch dat het feest
om half drie zou beginnen?" Paul trekt ineens
wit weg en grijpt naar zijn schooltas. „Ik ben
vergeten de uitnodigingen te posten," zegt hij
met een benepen stem. „Wat nu," zucht Bea.
„Ik geloof dat we het best iedereen kunnen
bellen en vragen of men zo gauw mogelijk
komt."
4. Een half uurtje later zijn alle vriendjes
en vriendinnetjes aanwezig en Paul slaakt een
zucht van opluchting. Men begint met de spel
letjes die Paul verzonnen heeft, eet gebak,
drinkt limonade en iedereen heeft enorm veel
plezier. Omdat het feest wat te laat is begon
nen mag het van moeder wat langer duren.
Om zeven uur gaat iedereen naar huis na
eerst nog heerlijk te hebben gegeten.
„Ondanks alles is het toch nog een fijne dag
geworden," zegt Paul.
HET HEET DAT de uitwijzing van
NAVO-bevelhebber, admiraal Cino
Birindelli, een gevolg is van een
persoonlijke controverse tussen hem
en de premier van Malta Dominic
Minthoff. Zo'n controverse is echter
gauw gemaakt. Fiet is nu dat Mint
hoff, de nieuwe eerste man van
Malta, sinds zijn Labour-partij in
maart van dit jaar aan de macht
kwam, geen man is die problemen
uit de weg gaat. Minthoff is terug,
want van 1955 tot 1958 is hij ook al
premier geweestal was dat nog
vóór de onafhankelijkheid (in 1964).
Hij wist in die perode belangrijke
sociale vernieuwingen door te voe
ren en ontpopte zich als een fel
tegenstander van de door de katho
lieke geestelijkheid sterk beïnvloede
Nationalistische Partij.
Het is deze partij die bij de laat
ste verkiezingen de kous op de kop
heeft gekregen. Dat betekent dat de
kerk haar dominerende positie op
Malta aan het verliezen is. "let uit
drie eilanden bestaande staatje,
waarvan Malta het grootste is, is
van oudsher katholiek. Het maat
schappelijk, politiek en cultureel le
ven was er sterk verweven met de
katholieke godsdienst. Tot voor kort
kwam er van een scheiding van
start en kerk niet veel terecht.
Dominic Minthoff en zijn Labour-
partij hebben daarin geleidelijk ver
andering gebracht. Zij willen boven
dien voor ongeveer 320.000 Malte-
zers meer dan een „hongerloon". De
belangrijkste werkgever is Enge
land. dat er een vlootbasis heeft. De
Maltezer landbouw en de industrie
zijn van weinig betekenis. Malta
drijft eigenlijk voornamelijk op Wes
terse financiële hulp, vooral van
Amerika, die de Maltezers ervan
moet weerhouden naar het oosten
over te lopen.
En daarmee raken we precies de
kern van de zaak. Het dwergstaatje
met zijn ongeveer 320.000 zielen tel
lende bevolking is strategisch van
eminent belang. Men zal zich in
NAVO-kringen aan ook zeker wel
zorgen maken over de politieke lijn
die de leiders op Malta gaan vol
gen.
Dat zij uit zijn op een grote om
mezwaai ligt niet voor de hand.
Minthoff mag dan wel fel anti-ka
tholiek zijn, een pure aanhanger van
het socialisme kan hij niet genoemd
worden. Hij gaat dan ook praten en
maaktvolgens de berichten, deze
week nog nieuwe voorwaarden be
kend waaronder het verblijf van de
NAVO op Malta kan worden voort
gezet. Financieel gunstiger voor
waarden waarmee Malta de komen
de jaren een bredere economische
basis gegeven kan worden.
(ADVERTENTIE)
Wim Hartmans, Dongen, 7 jaar. «xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxsexxxxxxsxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxjcxxxxxxxxxjcxxs
ROOMSE VOLKSTAMMEN vloe
ken en protestantse eerbiedigen
Gods Naam! Zulk een kanjer van
overdrijving is soms gewenst om
aandacht te krijgen voor een stuk
waarheid. Zegt u zelfhoort u ooit
een goede protestant Gods naam
oneerbiedig gebruiken? Kunt u zich
voorstellen: een vloekende Van Dis
of Jongeling, al was het maar in
hun dromen? U wordt evenwel
straatarm als u voor elke vloek van
katholieken (leken, religieuzen en
geestelijken) ter restitutie een cent
zou willen betalen! De grote refor
matoren hebben het destijds al
scherp gezien: misbruik van Gods
naam en vloekerij is wel een speci
fiek roomse volksziekte. Zij hebben
hwn volgelingen zwaar ingepeperd
zoiets nooit te doen.
De goede resultaten zijn nog
merkbaar in een volksleven. In onze
Friese jeugd frappeerde ons dit al.
Wel vonden wij echter de „fijnen"
toch sterk overdreven en scandeer
den soms als roomse knapen: „Blik
sem, duvel, donder, daar zit geen
vloekwoord onder". Zelfs deze pro
testantse overdrijving remde geluk
kig nog vele roomse volksgenoten
om het niet al te bont en grof te
maken.
Waar deze reformatorische rem
niet aanwezig was, in alle geval niet
werkte (zoals in meer zuidelijke
streken), vloekten vele roomsen er
lustig op los, gebruikten minstens
meer te onpas dan te pas Gods
naam. Moet ik u nog aan die 'prak
tijk herinneren? Bij velen werden
„Jezus", „God oh God", Jezus
Christus" nog erger lopendeband-
termen.
Wat nettere roomse zielen (ook
sommige zusters) deden graag aan
verbasterde oneerbiedigheidjes zoals
„gosje-mijne", „verhip" en „Jezus,
Maria, Jozef", maar gingen meestal
niét verder dan „jassus" en ,.p otje-
verdorie".
Ik geloof evenwel, dat religieuzen
en geestelijken in hun bekende
vroegere bruine-moppen-cultuur iets
minder vloekten dan nu. Het te on
pas gebruiken van Gods naam, ruige
taal én vloeken neemt m.i. in deze
regionen opmerkelijk toe, terwijl
die moppentapperij sterk op retour
lijkt. „God" is bij velen tot een licht
voetig stopwoord geworden Zóu
dit verband houden met secularisa
tie en goddood-gepraat? Wie weet?
Het lijkt soms wel of ze god-dood
tot nieuw leven willen roepen in de
vloek! Toch zie ik de hoofdfactor in
iets anders, wel nauw verbonden
evenwel met een bepaald soort secu
larisatie: verruwing van uitdruk
king, stijl en beschavingscode, zeg u
maar: politesse! Dit hangt m.i. weer
samen met veranderd gedragspa
troon en kledij. Men ziet het sterk
bij leken-jongelui momenteel, zelfs
bij meisjes. Het schijnt stoer, mo
dern, studentikoos en bij-de tijd te
zijn je vrij ongegeneerd te gedragen
en uit te drukken. Op vroegere
„nette" en „beleefde" vormen en
taal spuwen ze; allemaal onecht en
schijnheilig, heet het dan. Verschil
lende jonge religieuzen, theologische
studenten en sommige „pastores"
passen zich angstwekkend bij deze
spraak-verruwing aan. Vroeger tem
perden tenminste toog en habijt nog
enigermate het onbetaamlijke mond
orgel.
Van „zonde" wil ik direct niet
spreken, want het is meer onnaden
kendheid en onfatsoenlijke gewoon
te; maar jammer is het wel. Nu hoor
ik van een jonge dominee, dat ook
in kringen van zijn collega's en theo
logiestudenten dit kwalijke ver
verschijnsel hand over hand toe
neemt. In het algemeen willen deze
jongelui van beiderlei confessie ove
rigens zo bijbels en evangelisch mo
gelijk leven. Ik heb wel eens ge
hoord en gelezén hoe de Bijbel
spreekt over het gebruik van Gods
naam. Toch wel een pietsje anders
dan die heren...
DR. P. A. u.d. WEIJ (O. CAHM.
13.
Toen Jacqueline een tiener werd
zwaaide haar vader haar openlijk en
vaak lof toe in haar eigen bijzijn
en in dat van anderen. Ze was het
mooiste meisje van de hele wereld.
Ais ze dat nu al was, wat zou ze
dan wel niet zijn als ze twintig
was? Ze was al de beste aimazone
ter wereld. Als een neefje of nichtje
haar plaagde of lastig viel dreigde
Jack met de zwaarste straffen. Ui
teraard gedijde Jacqueline onder de
lof en de bescherming van haar
vader. Ze leerde zichzelf te bewon
deren onder de bescherming van
zijn vleierij en beschutting.
Zo zou het voor altdjd hebben
kunnen doorgaan als haar moeder
niet hertrouwd was, of als ze ge
trouwd was met een onbeduidender
figuur dan Hugh Auchincloss, een
man met een onmetelijk fortuin en
groot aanzien.
De familie Auchincloss was een
opmerkelijke familie. Schitterende
huwelijken, grote scherpzinnigheid
in zaken, degelijke presbyteriaanse
levenswandel hadden na generaties
een hoogtepunt bereikt in Hugh Au
chincloss. Hij leek in het geheel niet
op Jack Bouvier. Groot, zwaar ge
bouwd, met een blozende gelaats
kleur, gaf hij de indruk van vol
strekte eerlijkheid en stabiliteit. Hij
wekte en verdiende vertrouwen en
verwelkomde Janet Bouvier's knap
pe dochters in zijn familie en zijn
fraaie huizen, 's winters in iMerry-
wood, 's zomers in Hammersmith
Farm.
Nu had Jacqueline drie families
en het werd voor Jack Bouvier
steeds moeilijker zijn greep op zijn
dochters te handhaven- Hij was een
heel ander mens als hij verjaardagen
of de kerstdagen bij de Bouviers
zonder hen moest meemaken. Dan
was er niets om over te praten en
niemand om mee te pronken. Naar
mate de tijd verstreek werd hij
steeds verontwaardigder, want al
bleef hij in het onderhoud van zijn
dochters voorzien, al betaalde hij
hun opvoeding en hield hij hun
rekeningen bij de nodige warenhui
zen aan, hij zag ze steeds minder.
Toch gaf hij nooit de hoop op ze
terug te winnen, want hij kon niet
geloven dat ze het bezadigde milieu
van dé Auchineloss'es prettig von
den. Zijn dochters? O nee! Ze zou
den bij hem terugkomen. Ze zouden
ongetwijfeld bij hem terugkomen
als het nieuwe decor hen verveel
de.
Wat Jack Bouvier misschien niet
begreep was dat hij, door het opei
sen van de voorkeur en de liefde
van zijn dochters, ze in verwarring
bracht en in hun levens een diep,
ongeneeslijk gevoel van verwarring
stichtte. Waar hoorden ze werkelijk
thuis? En wie hielden het meest van
ze? Dat waren de vragen en er
waren geen antwoorden op. Er zou
den nooit antwoorden op komen.
De ondergang van Jack Bouvier
werd versneld door de groeiende
vijandigheid van zijn vader, John
Vernou jr. Jack was nu vijftig en
toonde niet meer leidersgaven dan
op zijn twintigste. Zou hij de eeuwi
ge playboy blijven?
De familie zou geen hoofd hebben
als hij, John Vernou Bouvier jr.,
stierf. Voor zover het zijn zoons
betrof was deze generatie van de
Bouviers een mislukking. Hij kon
alleen nog vertrouwen op zijn Hein-
zoons. Zijn pessimisme werd verer
gerd door zijn achteruitgaande ge
zondheid tot hij in 1948 stierf. Jack
liep aan het hoofd van de begrafe
nisstoet. Nu was hij het hoofd van
de familie Bouvier.
Hij was het hoofd van de familie,
maar kon haar niet bij elkaar hou
den- Ze respecteerden hem niet.
Naar hun oordeel had hij niets be
reikt dat respect waard was. Ze
bekommerden zich niet om zijn ad
viezen. Hij was wispelturig en zelf
zuchtig. Ondanks zijn leeftijd leefde
hij nog steeds het leven van een
vrijgezel. Hij had geen huis, geen
vaste verblijfplaats, geen vrouw.
Al spoedig gungen de Bouviers
uiteen. Ze trokken naar heinde en
ver. Het reusachtige oude landhuis
van Michel Charles stond leeg en de
kosten om het aam te houden waren
krankzinnig hoog. Tenslotte werd
het verkocht, de Bouviers gingen
uiteen, het familiefortuin werd ver
snipperd.
Jacqueline groeide op met een
hart dat in drie richtingen getrok
ken werd: haar vader en de Bou
viers, haar moeder, haar vriendelij
ke en betrouwbare stiefvader. Ze
was niet opstandig en aanvaardde
het leven zoals het zich voordeed, ze
ging naar particuliere scholen en
haalde hoge cijfers, ze gedroeg zich
ais een jong meisje van goede stand.
Ze ging naar Vassar en bleef een
goede leerling en deed alles wat van
haar verwacht werd.
Uiterlijk conservatief, bijna con
ventioneel, had ze niettemin een
persoonlijkheid die de aandacht
opeiste. Ze was een dochter van
Jack Bouvier, een liefhebster van
schoonheid en stijl met een domine
rende persoonlijkheid die, hoewel
rustig en beheerst, mensen op de
een of andere manier betoverde.
Haar ware leven speelde zich ech
ter in haar innerlijk af. De verwar
ring in haar uiterlijke omstandighe
den, de verwikkeling van drie fami
lies verschaften misschien een mi
lieu dat ze alleen kon verduren als
ze de uiijk nam in haar innerlijke
wereld.
Als ze daar nu uit te voorschijn
komit is het met een bijna theatrale
gekunsteldheid. Ze lijkt niet graag
een gesprek met iemand te voeren,
maar als ze een groot gezelschap
tegemoet treedt verschijnt ze zoals
een actrice dat zou kunnen doen,
een actrice met smaak en talent; ze
overspeelt alle aanwezigen en
dwingt een aandacht af waarvan ze
schijnt te genieten.
Verlegenheid en gevoeligheid
worden in een fascinerende tegen
stelling gecombineerd met onge
dwongenheid en zelfvertrouwen, en
toch is dat alles een onontkoombaar
resultaat van de verwarring in haar
leven- Het is misschien, zoals Rose
Kennedy zou kunnen zeggen, de
enige manier om er tegen opgewas
sen te zijn. De waarheid is waar
schijnlijk te vinden in de structuur
van haar intuïtieve onaantastbare
persoonlijkheid die ze zich gedwon
gen voelt te handhaven. In tegen
woordigheid van slechts één persoon
is het moeilijk je ware persoonlijk
heid te verbergen. In een menigte
kun je een rol spelen.
In haar jeugd werd ze voortdu
rend heen en weer getrokken tussen
haar vader en haar moeder. Jack
Bouvier bleef haar uitgaven betalen
en was gelukkig als ze op de uni
versiteit was, dichter bij New York
dan bij Washington. Maar ze was
een knap meisje en had voor geen
van beide ouders veel tijd. Als ze
feestjes wilde geven was het ge
makkelijk en verrukkelijk om dat
te doen in een van de luxueuze
woningen van haar stiefvader.
Bovendien had deze laatste kinde
ren van haar eigen leeftijd. In de
loop der jaren kreeg haar moeder
nog twee kinderen. Dit alles droeg
er toe bij dat ze eerder naar de
familie Auchincloss getrokken werd
dan naar de kleine flat van haar
vader in New York.
Zijn persoonlijk maar niet ver
werkt gevoei van mislukHng kon
alleen nog maar verergerd worden
naarmate hij meer en meer besefte
dat zijn dochter in het nieuwe leven
van haar moeder betrokken werd.
Het verbitterde hem tot het eind
van zijn leven.
Er waren echter periodes van in
nige genegenheid, in het bijzonder
in het jaar dat ze voor studie in
Frankrijk doorbracht, eerst aan de
universiteit van Grenoble en daarna
aan de Sorbonne in Parijs. Nu was
ze tenminste veilig ver van haar
moeder verwijderd. Jacqueline
scheen te genieten van het spranke
lende leven in Frankrijk en ze be
kwaamde zich in de taal die zo goed
bij haar persoonlijkheid paste.
(Wordt vervolgd)