Geslaagd
en dan
nu maar
lekker
die
ladder
°P
HEE KNEUS
f44r
Jacky's vader: de „zwarte prins
Consumptie via een anti-winkel
Cultus van de eigen
mening
agen
kris-kras door
Nederland
irsi 1
|J;'! 4$g
ITALIAANSE MAFFIA-GEVANGENEN
NAAR ANDER EILAND GESTUURD
■7
ff
De Kennedy Vrouwe»
door
PEARL S. BUCK
jongeren
pagina
Lieve strebbers
GRONDSTAMPEN
r*'
l M
door
voordelig
uit met NS
Zaterdag 26 juni 1971
IK wil jullie het verhaal doen van
mijzelf, van de achtergronden
en gevoelens welke aan mijn
gedrag ten grondslag liggen.
Mijn gedrag wordt door mijn
omgeving gezien als onaangepast,
men accepteert en tolereert het niet.
De situatie is deze:
men verwacht van mij dat ik dit jaar
afstudeer (opleiding voor een
sociaal-pedagogisch beroep) en
dat ik daarna een baan ga zoeken
waarin ik mijn werkzaamheden
ga verrichten. Uit hetgeen nu gaat
volgen wordt misschien duidelijk
waarom ik dit onmogelijk
kan doen.
Het hebben van werk, het verrichten
van arbeidshandelingen, hetzij
als bouwvakker, hetzij als
psycholoog, wordt in onze maat
schappij erg gewaardeerd; zozeer
zelfs, dat een gebrek aan inkomen
en status niet wordt getolereerd.
Eigenlijk word je gedwongen
het gevoel te hebben niet buiten werk
te kunnen,
het niet te kunnen missen,
het heel belangrijk voor jezelf
te vinden, vooral voor
je persoonlijke ontwikkeling;
dat noem ik een stuk verloochening.
Andere gevoelens, ik kan het
missen, ik kan me veel beter of
net zo goed ontplooien
zonder voortdurende beroepsmatige
verplichtingen) moet je echter
opzij schuiven omwille van de
„lieve vrede".
Zo onderdrukken veel mensen
fundamentele gevoelens.
Ze onderwerpen zich aan wat
..normaal" genoemd wordt,
innerlijk voel je je dan gespannen.
Je weet dat er een verschil is
tussen wat je wil en
wat je feitelijk doet.
Men probeert je altijd terug te
duwen in dat rotte (het blijkt wel,
men voelt zich in die geforceerde
kunstmatige situatie niet gelukkig)
en rottige (zo voel ik het)
systeem.
Een veel ernstiger gevolg voor
onze eenheid is dat uit die
zelfverloochening
ZELFVERVREEMDING voortkomt:
op den duur maak ik mezelf wijs
dat ik moet werken, dat het
zelfs prettig is. Men is gaan voelen
ro ..'#0
ter
DE EXAMENS zijn zo goed als achter de rug. Velen om niet te zeggen
de meesten hebben hard gewerkt om een diploma te halen, ja wees
eerlijk, meestal toch voornamelijk en alleen om dat papiertje te
halen. De vreugde bij het behalen van een diploma is in de regel
echter maar kortstondig. Want wat dan? Waar is dat papier eigenlijk
goed voor? De NORMALE gang van zaken is dat je verder gaat
studeren of dat je een baan gaat zoeken. Kortom, dat je serieus gaat
beginnen met het bestijgen van „de maatschappelijke ladder". Niet
voor iedereen is die gang van zaken even vanzelfsprekend. Hiernaast
en hieronder staan de afwijkende meningen van twee jongeren.
Hun mening kunnen je misschien van bepaalde dingen bewust maken
of op wat voor manier ook aan het denken zetten. Stuur jouw mening
ook eens op. En dat hoeft wat ons betreft dan. zoals deze keer,
helemaal niet anoniem te gebeuren, want het is toch eigenlijk te gek
dat bjj de „abnormaliteit" de „intolerantie" zou beginnen.
zoals de maatschappij (en dat
zijn je kinderen, je ouders, je buren,
de pastoor, de dokter, de melkman
en iedereen) dat goed vindt.
En niet naar eigen goeddunken dus.
Je bent dan, zoals dat genoemd
wordt, een harde en grage werker.
Misschien maakt het bovenstaande
een wat eigenwijze, negatieve
of nuchtere indruk; de moeilijkheid
is echter dat mijn gevoelens wat
lastig op papier te. zetten zijn:
Ik voel me werkelijk rot en
ongelukkig en onecht met de gedachte
dat ik straks een baan zal moeten
hebben," zo schrijft ons iemand,
zich bedreigd zou voelen wanneer zijn
naam in de krant gezet werd.
NU het einde van het schooljaar
gekomen is en velen van jullie
een plaatsje in het bedrijf
gaan innemen, wil ik nog even
op het volgende attenderen.
Het gaat er niet om dat je
kost wat kost het topje van de
maatschappelijke ladder probeert
te bereiken.
We zijn op school allemaal in
een instituut terechtgekomen dat
alleen maar rationalistische
kopvoeters zonder hart creëert.
Het is a.h.w. een kraamkamer waar
eenieder aan een morbide carrière-
jacht deel moet nemen.
Van jongs af worden er
verwachtingen gewekt, gedrags
patronen gekweekt, die onderling
tegenstrijdig zijn. Wie durft er
nog te beweren dat de rijkste man
ook de meest happy en blijde man
is? Zielig en triest dat je straks
10 bungalows achter moet laten
aan een stel kwistende en
kijvende familieleden. Ze zullen
nog de kleren van je lijf rukken om
het onder elkaar te verdelen.
Als je studeert vraag je er
niet naar om klaargestoomd te
worden voor eergisteren.
Dat was toen ze elkaar de kop af
hakten óm als triomferende
gladiator de arena te
kunnen verlaten.
Opvoeden wil echt niet zeggen:
doodknijpen uit liefde.
Opvoeden tot volwassenheid is
altijd beter en deze volwassenheid
manifesteert zich niet in het
alleen kunnen redden of bedruipen
van jouzelf.
Andere redden is het kardinale punt.
Samen bouwen en niet ten koste
van elkaar.
Carrière, promotie, winst,
de tendens is duidelijk walgelijk
en druipt over van kleinzielig
burgerlijk egoïsme.
Denk hierover nog eens goed na.
EDUARD IKX
ZEKER wel eens gehoord van de Legerkoerier? De Legerkoerier is het
maandblad van de Koninklijke Landmacht en er staan best wel eens interes
sante verhalen in. Het juninummer staat er ook bol van.
Niet alleen de ontboezemingen van Z.K.H. prins Bernhard over de
eetgewoonten van „Jan Soldaat" en nog veel meer ernstige dingen (de kop
van het artikel luidt: ,,Defcnsieverslapping loopt uit op bezetting"),
maar ook een bijzonder lezenswaardig verhaal over
„De mythe van de machteloze afgekeurde".
Het gaat allemaal over de vraag
of je in je latere leven last zou
ondervinden van een afkeuring bij
de selectie van dienstplichtigen.
In een soort voorstukje geeft
het blad meteen al even beknopt de
resultaten van het artikel weer:
„Legerkoeriers W. P. Paul Hartman
en Bert Jongsma spraken met
mensen, die het weten kunnen:
deskundigen in de personeeisbranch
en deskundigen in de keurings
sector. Een mythe wordt
ontleedt en dood verklaard."
Nou dat is een duidelijke kreet:
je hebt dus in het burgerleven geen
enkele.last van het feit dat je
bent afgekeurd.
Jammer is nou eigenlijk alleen, dat
dat nou net helemaal niet blijkt
uit het verhaal dat erop volgt.
Om hun vooringenomen standpunt
te staven, laten zij een aantal
personeelschefs opdraven.
Als eerste de heer P. Grol van
Philips. ,,Niet aannemen als gevolg
van een militaire afkeuring
is per se niet waar. Vaak is de
militaire afkeuring een aanleiding
tot een gesprek tussen onze arts
en de militaire arts om voor een
aangepaste plaatsing te kunnen zor
gen." Vervolgens ENKA's
personeelschef drs. J. J. B. de Lange:
„De realiteit is dat een afkeuring
bij ons geen enkele rol speelt.
Het interesseert ons niets."
Dus zou je zeggen, S-5'n en andere
afgekeurden, solliciteert maar rustig
ben ENKA of Philips. Maar dan
duikt er ook nog ene menees S.
Doevendans op van de Gazellefabriek
(van de fietsen):
,,In normale tijden zou de keuring
voor de militaire dienst mij wel wat
zeggen, maar we leven wat de
arbeidsmarkt betreft nu eenmaal
niet in normale tijden."
Helemaal ontzenuwd wordt de
stelling van de twee scribenten als zij
mr. W. H. A. van Basten Batenburg,
directeur van het gewestelijk
arbeidsbureau in Breda, aan het
woord laten:
„Het militair-zijn-geweest is een pré
in het bedrijfsleven. Ondanks het
feit dat hij in dienst moet, dat
dat een verplichting was, heeft hij
er het beste van gemaakt.
Ook de rang is dan een voordeel,
een extraatje zelfs."
Dokter M. Zak, chef-arts bij
de Amsterdamse Keuringsraad,
draagt zelfs een praktijkvoorbeeld
aan van de onjuistheid van
het verhaal:
„Als ze afgekeurd zijn, lopen ze
juichend de deur uit, al of niet
ingehouden. De dienst is nu eenmaal
niet populair
Een paar dagen later komen ze
terug. Waarom ben ik eigenlijk
afgekeurd, want ik kan die
betrekking niet krijgen. Dat komt
herhaaldelijk voor."
ZEELAND heeft sinds woensdag
zijn eerste „pop-jazz-disco-koffie-
filter-poster-strips-bijoetiek".
Aan de Vlasmarkt in de Ganzestad
Goes is een unieke „anti-zaak"
geopend. De combinatie die
daar geboden wordt,
is een verrijking voor Zeeland.
Maar het meest unieke aan deze
„uitbreiding" van het Goese
centrum zit 'm in het feit
dat het de eerste Nederlandse
gelegenheid betreft waar men
uitsluitend pop- en jazz-platen kan
kopen, die bovendien zo goedkoop
mogelijk verkocht worden.
„Ik vond het in Amsterdam
niet meer zo leuk. Het is er
veel te vol en het stinkt er."
aldus Ion van Ingen Schenau, de
Mokumse vrachtwagenchauffeur die
samen met enkele vrienden van
de voormalige Goese jeugdsociëteit
„Fyfan" deze semi-mystieke anti
zaak zijn begonnen.
„Anti", omdat het niet in de eerste
plaats gaat om geld te verdienen.
Dat begrijpen de mensen toch niet,
dat heb ik al zo vaak
vergeefs proberen uit te leggen.
Volgens de mensen kun je
alleen maar een „zaak" beginnen
om rijk te worden,"
aldus mede-oprichter Dick Vaas.
De bijoutiek van Ion, Dick en Eddie
bevat naast de uitgebreide
platencollectie een aantal bakken
met posters, een koffiebar
(waar evenwel ook limonade
wordt verkocht), een zitje waar je
op je platendraaibeurt kan
wachten of de nieuwste strips kan
lezen, en tenslotte een afdeling
met afro-aziatische sieraden.
Binnenkort willen deze Goese
jongeren luisteravonden" gaan
organiseren: „Dan mag je
natuurlijk geen platen kopen. Dat
kan een andere keer weer.
Ons hele principe is trouwens,
dat je niet meteen hoeft te kopen.
Daarom die koffiebar ook en
die zitjes.
De militaire journalisten vragen
op een gegeven moment:
„De problemen beginnen bij wat
samenvattend „de S-5'n" wordt
genoemd." Waarbij men dan deze
categorie vaak gemakshalve laat
samenvallen met de groep op wie de
Nederlandse standèardkwalificatie
„langharig werktuig tuig"
van toepassing is. Volgens de
Legerkoerier hebben de grote
bedrijven daar geen ervaring mee."
Mr. Van Basten Batenburg van het
Bredase arbeidsbureau):
..Langharigen die afgekeurd zijn,
krijgen wij ook niet aan het werk.
De bedrijven willen hen gewoon niet.
Vaak zijn het homo's of drug
gebruikers. Negentig procent van
de S-5'n is onbruikbaar.
Dat is jammer. Die negentig procent,
dat is bijvoorbeeld in Breda
de Havermarkt] eugd.
Een beetje merkwaardig verhaal
in die Legerkoerier. Jammer, dat ze
alleen niet eens hebben gesproken
met een paar van „afgekeurden,
onaangepasten".
T(ON) IN 'T VELD.
Res. eerste luitenant
HET Kralingen-fotoboek is zoals
gemeld uit. Om eerlijk te zijn de
kwaliteit is erg slecht. Maar laten
vooral die 35.000 mensen die drie
onvergefelijke dagen gehad hebben
zonder ervoor te hebben betaald het
toch maar kopen. Dan helpen ze
alsnog de organisators die nog
steeds in de geldzorgen zitten. Ook
moeten ze maar naar de film
„Stamping Ground"_gaan kijken, die
donderdag in première gaat,
waarover volgende week meer.
eindredactie
hans maas
Omdat ik deze plaats nogal eens
gebruik om een eigen mening over
een of ander probleem te verkondi
gen, heb ik uiteraard over dat ver
schijnsel wel eens mijn gedachten
laten gaan. Wat nu volgt is mijn
eigen mening over eigen menin
gen.
Het valt mij op dat het bezit van
een eigen mening tegenwoordig zo
hoog gewaardeerd wordt. Zelfs op
scholen, de plaatsen waar vroeger
naar men zegt, alleen de mening of
het inzicht van de leraar telde,
wordt nu de p-oduktie van eigen
meningen eerder gevorderd dan af
geremd. Ik druk mij te zwak uit:
met dezelfde onuitroeibare autoriteit
waarmee vroeger hel bezit van een
eigen mening werd verboden, wordt
het nu voorgeschreven. Het is een
plicht onderdeel van het examen
geworden dat hoge eisen aan de
kandidaten stelt. Ze hebben geleerd
kritisch te denken en ze moeten dat
vermogen nu demonstreren of ze dat
leuk vinden of niet. Maar het aantal
kandidaten is groot en het aantal
niet al te onzinnige meningen over
een onderwerp is verrassend be
perkt. De vraag overtreft verre het
aanbod. En zo kan het gebeuren dat
er een levendige handel ontstaat in
eigen meningen, zoals die er ook al
is in scripties en andere voortijdige
uitingen van zelfstandig denken. Óf,
wat ook mogelijk is, er ontstaat een
hele set „alternatieve" meningen,
die dan tot de eigen mening gepro
moveerd worden.
Nu lijkt het misschien of ik met
deze schildering van de toestand
waarvan kniesoren wel weer zullen
zeggen dat zij overdreven is het
bezit van een eigen mening belache
lijk wil maken. Niets is minder liet
geval. Niemand hoeft mij eraan te
herinneren, dat in de tijd van Hitier
de eigen mening verboden was en
dat een grote massa die blind en
willoos achter de eigen mening van
de leider aanloopt, de ondergang
tegemoet rent. Laten we dus een
drachtig vaststellen: het hebben van
een eigen mening is broodnodig.
Maar nu beginnen de problemen.
Ten eerste is het maar de vraag of
het in ons vermogen ligt alles wat
broodnodig is, ook zo te distribueren
als brood. Het zou wel eens kunnen
zijn, dat dit ideaal als het een
ideaal is niet bereikt wordt.
Voorzover het niet bereikt wordt,
lijkt het mij verkeerd het tekort
door schijn aan te vullen. En dat is
nu precies wat er dreigt te gebeuren
in de industrie van eigen meningen.
Er wordt ook op dit terrein ontzet
tend veel nagewauweld en dat is
strijdig met het ideaal.
Op de tweede plaats is het maar
de vraag of het bezit van een eigen
mening verplicht gesteld kan wor
den. Mij lijkt dat dit onzinnig is,
omdat het dwingt tot een gezochte
originaliteit. Bovendien zijn menin
gen vrij en kunnen dus met geen
enkele vorm van dwang in zinvol
verband gebracht worden.
Op de derde plaats leidt deze
cultus van de eigen mening ertoe
dat zo'n mening of het surrogaat
daarvan voortijdig geformuleerd en
verkondigd wordtwaarna zij zich
verder aan elke discussie kan ont
trekken. Het uitspreken van zo'n
eigen, onherleidbare mening wordt
dan de eerste en tegelijk de laatst
fase in een gesprek. Het recht van
de een op een eigen mening wordt
voor de gesprekspartner een plicht
om die te respecteren. Ze bestrijden
is een soort van diefstal. Een leer
ling die na vijf regels van Plato als
zijn mening te kennen gaf dat Plato
in de ruimte zwamt, wilde mij niet
uitleggen, waarop die mening geba
seerd was. „Ik mag toch zeker een
eigen mening hebben"? En zo is dat.
Op de vierde plaats en dat houdt
hiermee rechtstreeks verband is
niet elk onderwerp geschikt voor
een eigen mening. Dit heeft enige
uitleg nodig. Een mening is soms
een voorstadium van de kennis. Op
gebieden waarop we ontwijfelbare
kennis kunnen bereiken, zijn menin
gen misplaatst. Mijn mening over
bijvoorbeeld de mazelen of de leng
te van de Amazone wordt onzinnig
op Het moment dat over die ver
schijnselen exacte informatie te
krijgen is. Meningen hebben betrek
king op zaken waarover geen zeker
heid bestaat. Het is potsierlijk een
eigen mening te hebfben op een ge
bied waarover zekerheden bestaan
of in het bereik liggen. Dit betekent
meteen, dat het gewicht van menin
gen, vergeleken bij dat van weten
schappelijke verworvenheden, vrij
licht is. Tegenover meningen is dus
elk fanatisme misplaatst. De cultus
van de eigen mening krijgt in dit
licht iets komisch, waarbij ik dan
nog maar afzie van de factor macht
die, zoals men weet, op de meest
drastische manier de spot kan drij
ven met zo iets subjectiefs als een
mening. Ik wil hiermee maar dit
zeggen: eigen mening is mooi, als ze
niet met eigenwaan gepaard gaat.
Naar mijn mening is scepsis een
betere gezel. Maar ook die kan niet
verplicht gesteld worden.
(ADVERTENTIE)
Wie 8 dagen lang veel in
ons land wil reizen, is het
voordeligst uit
met een 8-daags kris-kras
abonnement.
N S-Identiteitsbewij s
of pasfoto meebrengen.
FILICUDI. De 15 Italianen die van maffia-activiteit worden verdacht
en ondergebracht waren op het eilandje Filicudi, zijn naar een ander eiland
overgebracht. Aan boord van een marineschip werden zij naar het bijna
onbewoonde Asinara vervoerd, dat Mussolini eens gebruikt had als krijgs
gevangenkamp.
Op Asinara, dat bij de kust van Sardinië ligt, zijn al een gevangenisboerde
rij en een sanatorium voor gestraften met tuberculose. De Asinariërs hebben
al jaren lang geprobeerd deze weg te krijgen.
De burgemeester van Porto Torres, recht tegenover Asinara gelegen, heeft
het overbrengen van de 15 gevangenen „een belediging van onze bevolking"
genoemd. Hij vond dat de pogingen, toeristen naar het eiland te trekken,
er ook een tegenslag door ondervonden. Hij zal de zaak voor het Italiaanse
parlement brengen.
Gedurende de dertig jaar die hij
nog te leven had verwierf Michel
Bouvier meer onroerend goed, ver
diende meer geld en verwekte nog
vier kinderen, waaronder twee
zoons die John Vernou en Michel
Charles genoemd werden. Nu was
de stichter van de familie tevre
den.
In 1853 verkocht hij zijn mijnen
en houtaankapgebieden in West-
Virginia met zo'n geweldige winst
dat de society van Philadelphia zijn
nederige afkomst vergat en hem
welkom heette in de gewijde krin
gen. Hij bouwde een reusachtig bui
tenhuis en maakte met zijn gezin
een r?is naar Europa waar hij een
bezoek bracht aan zijn geboortedorp
Pont-Saint-Esprit, waar hij werd in
gehaald als een regerend vorst.
Grote vreugde bracht de geboorte
van hun eerste kleinzoon, in 1865
geboren als de zoon vam John Ver
nou en zijn vrouw Carry. Maar in
1873 werd Philadelphia en ook de
rest van het land getroffen door een
malaise. Het was meer dan een fi
nanciële terugslag voor Michel die
toen eenentachtig was, want het jaar
daarvoor had hij zijn vrouw verlo
ren en zonder haar voelde hij zich
ondraaglijk eenzaam.
In juni 1874 was het duidelijk dat
zijn actieve, succesrijke leven ten
emde liep. Hij had een ingewikkeld,
zorgvuldig opgesteld testament ge
maakt waarmee hij in het bijzonder
zijn dochters beschermde. Hij sterft
op de leeftijd van tweeëntachtig
jaar.
Na zijn dood concentreerden zijn
twee jongste zoons, John Vernou en
Michel Charles hun bel l na
op Wall Street. De familie Bouvier
leek nog een hechte eenheid te vor
men, hoewel de ene helft in New
York en de andere in Philadelphia
woonde. De tweede generatie Bou
viers spreidde zo'n weelde tentoon
dait het de verbeelding tartte dat in
zo korte tijd zoveel geld verdiend
en uitgegeven kon worden.
Michael Charles woonde in een
vorstelijk verblijf in New York, sa
men met zijn drie zusters Zénaïde,
Alexine en Mary. Ze waren en ble
ven allen ongetrouwd. Toen de Bou
viers de tweede in Amerika geboren
generatie bereikt hadden bezaten ze
genoeg geld om invloed op de gang
van zaken in het land te kunnen
uitoefenen, maar in plaats daarvan
gebruikten ze hun fortuin om een
aristocratisch imago van zichzelf op
te bouwen.
Deze prestatie werd tenslotte ge-r
leverd m de jaren negentig, toen
John Vernou Bouvier jr. in Frank
rijk een adellijke familie van de
naam Bouvier de la Fontaine vond
en zich die als voorouders toeeigen
de. Hij nam het familiewapen en de
lijfspreuk over en probeerde ook
hun relatie met de flamilie Vernoho
de Boeneuil aan te tonen. Of deze
afstamming authentiek was doet
nauwelijks ter zake. Het belangrijk
ste was dat het de familie Bouvier
in de Verenigde Staten een status
gaf die tot dan toe had ontbroken.
Nadien legde Michel Charles Bou
vier zich er op toe zijn geld te
gebruiken op een manier die hij als
passend beschouwde voor een man
van hoge afkomst. Hij hield van een
goed leven en was verknocht aan
zijn neef, John Vernou Bouvier jr.
Diens vader, John Vernou sr., was
effectenmakelaar gebleven en had
niet de reusachtige rijkdom van zijn
broer Michel vergaard. Vanuit het
rustige huisgezin van zijn vader
werd John jr. getrokken naar het
luxueuze, plechtstatige huis van zijn
oom waar zijn ongetrouwde tantes
hem verwenden en bewonderden en
waar hij leerde genieten van het
goede leven en de stijl die daarmee
Hij groeide op tot een grote,
knappe man en werd auditeur-mili
tair tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Inmiddels was hij zelfverzekerd ge
noeg geworden want hij had zijn
hele leven voortdurend hetzelfde
refrein gehoord: de familie hing al
leen van hem af, hij was hun enige
hoop, zonder hem zou de familie
niets meer te betekenen hebben.
Hij was zich bewust van zijn ver
antwoordelijkheid, want al die lief
de had hem niet bedorven. Hij was
de eerste Bouvier die een universi
teit bezocht, hij studeerde in 1882
cum lande af aan de Columbia Uni
versiteit, en hij was de student die
de afscheidsrede hield. Als studie
richting ba d hij rechten gekozen.
Op zijn vierentwintigste trouwde
hij Mailde Sergeants, een mooie jon
ge Engelse, dochter van een welva
rend fabrikant. De schoonheid van
de latere Bouviers stamt waarschijn
lijk van haar.
John en Maude kregen een zoon,
nog een zoon en toen een dochter.
Toen werden er tien jaar lang geen
kinderen meer geboren en daarna
onverwacht nog een tweeling, twee
meisjes met blond en rood haar,
totaal verschillend van de anderen.
Maude en Michelle groeiden op tot
nijvere meisjes die een grote hulp
werden voor hun ouder wordende
vader en moeder, en steunpilaren
van de familie.
John Bouvier III, hun eerstgebore
ne, groeide op tot een knappe, char
mante, rusteloze jongeman de va
der van Jacqueline Bouvier Kenne
dy.
fk kan me voorstellen welk een
uitwerking, welk een invloed een
vader als Jack Bouvier op een lief
tallig, gevoelig klein meisje gehad
moet hebben. Er waren twee kleine
meisjes, Jacqueline en Lee, maar
Lee steunde op haar oudere zusje.
Jacqueline was de leidster, maar ik
betwijfel of ze dat prettig vond. Van
nature verlegen, van nature terugge
trokken, van nature trots, van natu
re gevoelig en wellicht abnormaal
gevoelig voor het oordeel van ande
ren, moest ze tegen wil en dank
leren onafhankelijk te zijn en daar
door zoveel zekerheid vinden als het
leven haar te bieden had.
Dat was niet veel. Haar vader was
in vele opzichten een echte Bouvier.
Hij had aan de Yale Universiteit
gestudeerd, had in 1914 zonder uit
te blinken zijn bul gehaald, had met
hulp van een zwager een betrekking
gevonden bij een makelaiarsfirma in
Wall Street en met zijn snelle ver
stand en charmante manieren goed
geboerd. Toen kwam de Eerste We
reldoorlog.
Met zijn opvoeding voelde hij er
niet veel voor militair te worden,
maar toch nam hij dienst bij de
marine en werd daarna met hulp
van anderen overgeplaatst naar het
leger waar hij het leven draaglijker
vond. Hij verloofde zich en verbrak
de verloving, iets wat zich keer op
keer zou herbalen. Hij kwam de
oorlog door en werd in het voorjaar
van 1919 eervol ontslagen. Hij keer
de terug naar zijn werkkring in
Wall Street en kreeg een baantje
aan de beurs. Hij hoopte met finan
ciële steun van een liefhebbende
tante spoedig bijzonder rijk te wor
den.
Inmiddels huurde hij een duur
appartement op Park Avenue en gaf
extravagante feesten waarop hij zich
vermaakte met aantrekkelijke vrou
wen en mooie meisjes. Zijn opval
lend knappe uiterlijk, zijn evenzeer
opvallende aangemeten kleding, zijn
zwierig gevoel voor stijl maakten
hem tot een boeiende figuur. Zijn
donkere teint die hij accentueerde
met behulp van een bruin smeer
seltje had hij eerder van zijn Franse
dan van zijn Britse voorouders. Hij
was in feite zo donker dat hij
„Zwarte Jack" of „de Zwarte Prins"
genoemd werd. Hij had een zelfge
noegzame inslag en in gezelschap
gaf hij er eerder de voorkeur aan de
aandacht op zichzelf te vestigen en
die vast te houden dan de moeite te
nemen anderen te leren bennen. Dit
maakte hem uiteraard altijd een
zaam, hoewel hij zeer gezocht was
en opviel in het New-Yorkse gezel- stellen te leven in de stijl waarin
schapsleven. Uiteraard was er geld, hij besloten had te leven.
veel geld, noidig om hem in staat te (Wordt vervolgd
John F. Kennedy, de man die voorbestemd was de president van de V S
en de echtgenoot van de dochter van de „zwarte prins" te worden.