Geslaagd en dan nu maar lekker die ladder °P HEE KNEUS f44r Jacky's vader: de „zwarte prins Consumptie via een anti-winkel Cultus van de eigen mening agen kris-kras door Nederland irsi 1 |J;'! 4$g ITALIAANSE MAFFIA-GEVANGENEN NAAR ANDER EILAND GESTUURD ■7 ff De Kennedy Vrouwe» door PEARL S. BUCK jongeren pagina Lieve strebbers GRONDSTAMPEN r*' l M door voordelig uit met NS Zaterdag 26 juni 1971 IK wil jullie het verhaal doen van mijzelf, van de achtergronden en gevoelens welke aan mijn gedrag ten grondslag liggen. Mijn gedrag wordt door mijn omgeving gezien als onaangepast, men accepteert en tolereert het niet. De situatie is deze: men verwacht van mij dat ik dit jaar afstudeer (opleiding voor een sociaal-pedagogisch beroep) en dat ik daarna een baan ga zoeken waarin ik mijn werkzaamheden ga verrichten. Uit hetgeen nu gaat volgen wordt misschien duidelijk waarom ik dit onmogelijk kan doen. Het hebben van werk, het verrichten van arbeidshandelingen, hetzij als bouwvakker, hetzij als psycholoog, wordt in onze maat schappij erg gewaardeerd; zozeer zelfs, dat een gebrek aan inkomen en status niet wordt getolereerd. Eigenlijk word je gedwongen het gevoel te hebben niet buiten werk te kunnen, het niet te kunnen missen, het heel belangrijk voor jezelf te vinden, vooral voor je persoonlijke ontwikkeling; dat noem ik een stuk verloochening. Andere gevoelens, ik kan het missen, ik kan me veel beter of net zo goed ontplooien zonder voortdurende beroepsmatige verplichtingen) moet je echter opzij schuiven omwille van de „lieve vrede". Zo onderdrukken veel mensen fundamentele gevoelens. Ze onderwerpen zich aan wat ..normaal" genoemd wordt, innerlijk voel je je dan gespannen. Je weet dat er een verschil is tussen wat je wil en wat je feitelijk doet. Men probeert je altijd terug te duwen in dat rotte (het blijkt wel, men voelt zich in die geforceerde kunstmatige situatie niet gelukkig) en rottige (zo voel ik het) systeem. Een veel ernstiger gevolg voor onze eenheid is dat uit die zelfverloochening ZELFVERVREEMDING voortkomt: op den duur maak ik mezelf wijs dat ik moet werken, dat het zelfs prettig is. Men is gaan voelen ro ..'#0 ter DE EXAMENS zijn zo goed als achter de rug. Velen om niet te zeggen de meesten hebben hard gewerkt om een diploma te halen, ja wees eerlijk, meestal toch voornamelijk en alleen om dat papiertje te halen. De vreugde bij het behalen van een diploma is in de regel echter maar kortstondig. Want wat dan? Waar is dat papier eigenlijk goed voor? De NORMALE gang van zaken is dat je verder gaat studeren of dat je een baan gaat zoeken. Kortom, dat je serieus gaat beginnen met het bestijgen van „de maatschappelijke ladder". Niet voor iedereen is die gang van zaken even vanzelfsprekend. Hiernaast en hieronder staan de afwijkende meningen van twee jongeren. Hun mening kunnen je misschien van bepaalde dingen bewust maken of op wat voor manier ook aan het denken zetten. Stuur jouw mening ook eens op. En dat hoeft wat ons betreft dan. zoals deze keer, helemaal niet anoniem te gebeuren, want het is toch eigenlijk te gek dat bjj de „abnormaliteit" de „intolerantie" zou beginnen. zoals de maatschappij (en dat zijn je kinderen, je ouders, je buren, de pastoor, de dokter, de melkman en iedereen) dat goed vindt. En niet naar eigen goeddunken dus. Je bent dan, zoals dat genoemd wordt, een harde en grage werker. Misschien maakt het bovenstaande een wat eigenwijze, negatieve of nuchtere indruk; de moeilijkheid is echter dat mijn gevoelens wat lastig op papier te. zetten zijn: Ik voel me werkelijk rot en ongelukkig en onecht met de gedachte dat ik straks een baan zal moeten hebben," zo schrijft ons iemand, zich bedreigd zou voelen wanneer zijn naam in de krant gezet werd. NU het einde van het schooljaar gekomen is en velen van jullie een plaatsje in het bedrijf gaan innemen, wil ik nog even op het volgende attenderen. Het gaat er niet om dat je kost wat kost het topje van de maatschappelijke ladder probeert te bereiken. We zijn op school allemaal in een instituut terechtgekomen dat alleen maar rationalistische kopvoeters zonder hart creëert. Het is a.h.w. een kraamkamer waar eenieder aan een morbide carrière- jacht deel moet nemen. Van jongs af worden er verwachtingen gewekt, gedrags patronen gekweekt, die onderling tegenstrijdig zijn. Wie durft er nog te beweren dat de rijkste man ook de meest happy en blijde man is? Zielig en triest dat je straks 10 bungalows achter moet laten aan een stel kwistende en kijvende familieleden. Ze zullen nog de kleren van je lijf rukken om het onder elkaar te verdelen. Als je studeert vraag je er niet naar om klaargestoomd te worden voor eergisteren. Dat was toen ze elkaar de kop af hakten óm als triomferende gladiator de arena te kunnen verlaten. Opvoeden wil echt niet zeggen: doodknijpen uit liefde. Opvoeden tot volwassenheid is altijd beter en deze volwassenheid manifesteert zich niet in het alleen kunnen redden of bedruipen van jouzelf. Andere redden is het kardinale punt. Samen bouwen en niet ten koste van elkaar. Carrière, promotie, winst, de tendens is duidelijk walgelijk en druipt over van kleinzielig burgerlijk egoïsme. Denk hierover nog eens goed na. EDUARD IKX ZEKER wel eens gehoord van de Legerkoerier? De Legerkoerier is het maandblad van de Koninklijke Landmacht en er staan best wel eens interes sante verhalen in. Het juninummer staat er ook bol van. Niet alleen de ontboezemingen van Z.K.H. prins Bernhard over de eetgewoonten van „Jan Soldaat" en nog veel meer ernstige dingen (de kop van het artikel luidt: ,,Defcnsieverslapping loopt uit op bezetting"), maar ook een bijzonder lezenswaardig verhaal over „De mythe van de machteloze afgekeurde". Het gaat allemaal over de vraag of je in je latere leven last zou ondervinden van een afkeuring bij de selectie van dienstplichtigen. In een soort voorstukje geeft het blad meteen al even beknopt de resultaten van het artikel weer: „Legerkoeriers W. P. Paul Hartman en Bert Jongsma spraken met mensen, die het weten kunnen: deskundigen in de personeeisbranch en deskundigen in de keurings sector. Een mythe wordt ontleedt en dood verklaard." Nou dat is een duidelijke kreet: je hebt dus in het burgerleven geen enkele.last van het feit dat je bent afgekeurd. Jammer is nou eigenlijk alleen, dat dat nou net helemaal niet blijkt uit het verhaal dat erop volgt. Om hun vooringenomen standpunt te staven, laten zij een aantal personeelschefs opdraven. Als eerste de heer P. Grol van Philips. ,,Niet aannemen als gevolg van een militaire afkeuring is per se niet waar. Vaak is de militaire afkeuring een aanleiding tot een gesprek tussen onze arts en de militaire arts om voor een aangepaste plaatsing te kunnen zor gen." Vervolgens ENKA's personeelschef drs. J. J. B. de Lange: „De realiteit is dat een afkeuring bij ons geen enkele rol speelt. Het interesseert ons niets." Dus zou je zeggen, S-5'n en andere afgekeurden, solliciteert maar rustig ben ENKA of Philips. Maar dan duikt er ook nog ene menees S. Doevendans op van de Gazellefabriek (van de fietsen): ,,In normale tijden zou de keuring voor de militaire dienst mij wel wat zeggen, maar we leven wat de arbeidsmarkt betreft nu eenmaal niet in normale tijden." Helemaal ontzenuwd wordt de stelling van de twee scribenten als zij mr. W. H. A. van Basten Batenburg, directeur van het gewestelijk arbeidsbureau in Breda, aan het woord laten: „Het militair-zijn-geweest is een pré in het bedrijfsleven. Ondanks het feit dat hij in dienst moet, dat dat een verplichting was, heeft hij er het beste van gemaakt. Ook de rang is dan een voordeel, een extraatje zelfs." Dokter M. Zak, chef-arts bij de Amsterdamse Keuringsraad, draagt zelfs een praktijkvoorbeeld aan van de onjuistheid van het verhaal: „Als ze afgekeurd zijn, lopen ze juichend de deur uit, al of niet ingehouden. De dienst is nu eenmaal niet populair Een paar dagen later komen ze terug. Waarom ben ik eigenlijk afgekeurd, want ik kan die betrekking niet krijgen. Dat komt herhaaldelijk voor." ZEELAND heeft sinds woensdag zijn eerste „pop-jazz-disco-koffie- filter-poster-strips-bijoetiek". Aan de Vlasmarkt in de Ganzestad Goes is een unieke „anti-zaak" geopend. De combinatie die daar geboden wordt, is een verrijking voor Zeeland. Maar het meest unieke aan deze „uitbreiding" van het Goese centrum zit 'm in het feit dat het de eerste Nederlandse gelegenheid betreft waar men uitsluitend pop- en jazz-platen kan kopen, die bovendien zo goedkoop mogelijk verkocht worden. „Ik vond het in Amsterdam niet meer zo leuk. Het is er veel te vol en het stinkt er." aldus Ion van Ingen Schenau, de Mokumse vrachtwagenchauffeur die samen met enkele vrienden van de voormalige Goese jeugdsociëteit „Fyfan" deze semi-mystieke anti zaak zijn begonnen. „Anti", omdat het niet in de eerste plaats gaat om geld te verdienen. Dat begrijpen de mensen toch niet, dat heb ik al zo vaak vergeefs proberen uit te leggen. Volgens de mensen kun je alleen maar een „zaak" beginnen om rijk te worden," aldus mede-oprichter Dick Vaas. De bijoutiek van Ion, Dick en Eddie bevat naast de uitgebreide platencollectie een aantal bakken met posters, een koffiebar (waar evenwel ook limonade wordt verkocht), een zitje waar je op je platendraaibeurt kan wachten of de nieuwste strips kan lezen, en tenslotte een afdeling met afro-aziatische sieraden. Binnenkort willen deze Goese jongeren luisteravonden" gaan organiseren: „Dan mag je natuurlijk geen platen kopen. Dat kan een andere keer weer. Ons hele principe is trouwens, dat je niet meteen hoeft te kopen. Daarom die koffiebar ook en die zitjes. De militaire journalisten vragen op een gegeven moment: „De problemen beginnen bij wat samenvattend „de S-5'n" wordt genoemd." Waarbij men dan deze categorie vaak gemakshalve laat samenvallen met de groep op wie de Nederlandse standèardkwalificatie „langharig werktuig tuig" van toepassing is. Volgens de Legerkoerier hebben de grote bedrijven daar geen ervaring mee." Mr. Van Basten Batenburg van het Bredase arbeidsbureau): ..Langharigen die afgekeurd zijn, krijgen wij ook niet aan het werk. De bedrijven willen hen gewoon niet. Vaak zijn het homo's of drug gebruikers. Negentig procent van de S-5'n is onbruikbaar. Dat is jammer. Die negentig procent, dat is bijvoorbeeld in Breda de Havermarkt] eugd. Een beetje merkwaardig verhaal in die Legerkoerier. Jammer, dat ze alleen niet eens hebben gesproken met een paar van „afgekeurden, onaangepasten". T(ON) IN 'T VELD. Res. eerste luitenant HET Kralingen-fotoboek is zoals gemeld uit. Om eerlijk te zijn de kwaliteit is erg slecht. Maar laten vooral die 35.000 mensen die drie onvergefelijke dagen gehad hebben zonder ervoor te hebben betaald het toch maar kopen. Dan helpen ze alsnog de organisators die nog steeds in de geldzorgen zitten. Ook moeten ze maar naar de film „Stamping Ground"_gaan kijken, die donderdag in première gaat, waarover volgende week meer. eindredactie hans maas Omdat ik deze plaats nogal eens gebruik om een eigen mening over een of ander probleem te verkondi gen, heb ik uiteraard over dat ver schijnsel wel eens mijn gedachten laten gaan. Wat nu volgt is mijn eigen mening over eigen menin gen. Het valt mij op dat het bezit van een eigen mening tegenwoordig zo hoog gewaardeerd wordt. Zelfs op scholen, de plaatsen waar vroeger naar men zegt, alleen de mening of het inzicht van de leraar telde, wordt nu de p-oduktie van eigen meningen eerder gevorderd dan af geremd. Ik druk mij te zwak uit: met dezelfde onuitroeibare autoriteit waarmee vroeger hel bezit van een eigen mening werd verboden, wordt het nu voorgeschreven. Het is een plicht onderdeel van het examen geworden dat hoge eisen aan de kandidaten stelt. Ze hebben geleerd kritisch te denken en ze moeten dat vermogen nu demonstreren of ze dat leuk vinden of niet. Maar het aantal kandidaten is groot en het aantal niet al te onzinnige meningen over een onderwerp is verrassend be perkt. De vraag overtreft verre het aanbod. En zo kan het gebeuren dat er een levendige handel ontstaat in eigen meningen, zoals die er ook al is in scripties en andere voortijdige uitingen van zelfstandig denken. Óf, wat ook mogelijk is, er ontstaat een hele set „alternatieve" meningen, die dan tot de eigen mening gepro moveerd worden. Nu lijkt het misschien of ik met deze schildering van de toestand waarvan kniesoren wel weer zullen zeggen dat zij overdreven is het bezit van een eigen mening belache lijk wil maken. Niets is minder liet geval. Niemand hoeft mij eraan te herinneren, dat in de tijd van Hitier de eigen mening verboden was en dat een grote massa die blind en willoos achter de eigen mening van de leider aanloopt, de ondergang tegemoet rent. Laten we dus een drachtig vaststellen: het hebben van een eigen mening is broodnodig. Maar nu beginnen de problemen. Ten eerste is het maar de vraag of het in ons vermogen ligt alles wat broodnodig is, ook zo te distribueren als brood. Het zou wel eens kunnen zijn, dat dit ideaal als het een ideaal is niet bereikt wordt. Voorzover het niet bereikt wordt, lijkt het mij verkeerd het tekort door schijn aan te vullen. En dat is nu precies wat er dreigt te gebeuren in de industrie van eigen meningen. Er wordt ook op dit terrein ontzet tend veel nagewauweld en dat is strijdig met het ideaal. Op de tweede plaats is het maar de vraag of het bezit van een eigen mening verplicht gesteld kan wor den. Mij lijkt dat dit onzinnig is, omdat het dwingt tot een gezochte originaliteit. Bovendien zijn menin gen vrij en kunnen dus met geen enkele vorm van dwang in zinvol verband gebracht worden. Op de derde plaats leidt deze cultus van de eigen mening ertoe dat zo'n mening of het surrogaat daarvan voortijdig geformuleerd en verkondigd wordtwaarna zij zich verder aan elke discussie kan ont trekken. Het uitspreken van zo'n eigen, onherleidbare mening wordt dan de eerste en tegelijk de laatst fase in een gesprek. Het recht van de een op een eigen mening wordt voor de gesprekspartner een plicht om die te respecteren. Ze bestrijden is een soort van diefstal. Een leer ling die na vijf regels van Plato als zijn mening te kennen gaf dat Plato in de ruimte zwamt, wilde mij niet uitleggen, waarop die mening geba seerd was. „Ik mag toch zeker een eigen mening hebben"? En zo is dat. Op de vierde plaats en dat houdt hiermee rechtstreeks verband is niet elk onderwerp geschikt voor een eigen mening. Dit heeft enige uitleg nodig. Een mening is soms een voorstadium van de kennis. Op gebieden waarop we ontwijfelbare kennis kunnen bereiken, zijn menin gen misplaatst. Mijn mening over bijvoorbeeld de mazelen of de leng te van de Amazone wordt onzinnig op Het moment dat over die ver schijnselen exacte informatie te krijgen is. Meningen hebben betrek king op zaken waarover geen zeker heid bestaat. Het is potsierlijk een eigen mening te hebfben op een ge bied waarover zekerheden bestaan of in het bereik liggen. Dit betekent meteen, dat het gewicht van menin gen, vergeleken bij dat van weten schappelijke verworvenheden, vrij licht is. Tegenover meningen is dus elk fanatisme misplaatst. De cultus van de eigen mening krijgt in dit licht iets komisch, waarbij ik dan nog maar afzie van de factor macht die, zoals men weet, op de meest drastische manier de spot kan drij ven met zo iets subjectiefs als een mening. Ik wil hiermee maar dit zeggen: eigen mening is mooi, als ze niet met eigenwaan gepaard gaat. Naar mijn mening is scepsis een betere gezel. Maar ook die kan niet verplicht gesteld worden. (ADVERTENTIE) Wie 8 dagen lang veel in ons land wil reizen, is het voordeligst uit met een 8-daags kris-kras abonnement. N S-Identiteitsbewij s of pasfoto meebrengen. FILICUDI. De 15 Italianen die van maffia-activiteit worden verdacht en ondergebracht waren op het eilandje Filicudi, zijn naar een ander eiland overgebracht. Aan boord van een marineschip werden zij naar het bijna onbewoonde Asinara vervoerd, dat Mussolini eens gebruikt had als krijgs gevangenkamp. Op Asinara, dat bij de kust van Sardinië ligt, zijn al een gevangenisboerde rij en een sanatorium voor gestraften met tuberculose. De Asinariërs hebben al jaren lang geprobeerd deze weg te krijgen. De burgemeester van Porto Torres, recht tegenover Asinara gelegen, heeft het overbrengen van de 15 gevangenen „een belediging van onze bevolking" genoemd. Hij vond dat de pogingen, toeristen naar het eiland te trekken, er ook een tegenslag door ondervonden. Hij zal de zaak voor het Italiaanse parlement brengen. Gedurende de dertig jaar die hij nog te leven had verwierf Michel Bouvier meer onroerend goed, ver diende meer geld en verwekte nog vier kinderen, waaronder twee zoons die John Vernou en Michel Charles genoemd werden. Nu was de stichter van de familie tevre den. In 1853 verkocht hij zijn mijnen en houtaankapgebieden in West- Virginia met zo'n geweldige winst dat de society van Philadelphia zijn nederige afkomst vergat en hem welkom heette in de gewijde krin gen. Hij bouwde een reusachtig bui tenhuis en maakte met zijn gezin een r?is naar Europa waar hij een bezoek bracht aan zijn geboortedorp Pont-Saint-Esprit, waar hij werd in gehaald als een regerend vorst. Grote vreugde bracht de geboorte van hun eerste kleinzoon, in 1865 geboren als de zoon vam John Ver nou en zijn vrouw Carry. Maar in 1873 werd Philadelphia en ook de rest van het land getroffen door een malaise. Het was meer dan een fi nanciële terugslag voor Michel die toen eenentachtig was, want het jaar daarvoor had hij zijn vrouw verlo ren en zonder haar voelde hij zich ondraaglijk eenzaam. In juni 1874 was het duidelijk dat zijn actieve, succesrijke leven ten emde liep. Hij had een ingewikkeld, zorgvuldig opgesteld testament ge maakt waarmee hij in het bijzonder zijn dochters beschermde. Hij sterft op de leeftijd van tweeëntachtig jaar. Na zijn dood concentreerden zijn twee jongste zoons, John Vernou en Michel Charles hun bel l na op Wall Street. De familie Bouvier leek nog een hechte eenheid te vor men, hoewel de ene helft in New York en de andere in Philadelphia woonde. De tweede generatie Bou viers spreidde zo'n weelde tentoon dait het de verbeelding tartte dat in zo korte tijd zoveel geld verdiend en uitgegeven kon worden. Michael Charles woonde in een vorstelijk verblijf in New York, sa men met zijn drie zusters Zénaïde, Alexine en Mary. Ze waren en ble ven allen ongetrouwd. Toen de Bou viers de tweede in Amerika geboren generatie bereikt hadden bezaten ze genoeg geld om invloed op de gang van zaken in het land te kunnen uitoefenen, maar in plaats daarvan gebruikten ze hun fortuin om een aristocratisch imago van zichzelf op te bouwen. Deze prestatie werd tenslotte ge-r leverd m de jaren negentig, toen John Vernou Bouvier jr. in Frank rijk een adellijke familie van de naam Bouvier de la Fontaine vond en zich die als voorouders toeeigen de. Hij nam het familiewapen en de lijfspreuk over en probeerde ook hun relatie met de flamilie Vernoho de Boeneuil aan te tonen. Of deze afstamming authentiek was doet nauwelijks ter zake. Het belangrijk ste was dat het de familie Bouvier in de Verenigde Staten een status gaf die tot dan toe had ontbroken. Nadien legde Michel Charles Bou vier zich er op toe zijn geld te gebruiken op een manier die hij als passend beschouwde voor een man van hoge afkomst. Hij hield van een goed leven en was verknocht aan zijn neef, John Vernou Bouvier jr. Diens vader, John Vernou sr., was effectenmakelaar gebleven en had niet de reusachtige rijkdom van zijn broer Michel vergaard. Vanuit het rustige huisgezin van zijn vader werd John jr. getrokken naar het luxueuze, plechtstatige huis van zijn oom waar zijn ongetrouwde tantes hem verwenden en bewonderden en waar hij leerde genieten van het goede leven en de stijl die daarmee Hij groeide op tot een grote, knappe man en werd auditeur-mili tair tijdens de Eerste Wereldoorlog. Inmiddels was hij zelfverzekerd ge noeg geworden want hij had zijn hele leven voortdurend hetzelfde refrein gehoord: de familie hing al leen van hem af, hij was hun enige hoop, zonder hem zou de familie niets meer te betekenen hebben. Hij was zich bewust van zijn ver antwoordelijkheid, want al die lief de had hem niet bedorven. Hij was de eerste Bouvier die een universi teit bezocht, hij studeerde in 1882 cum lande af aan de Columbia Uni versiteit, en hij was de student die de afscheidsrede hield. Als studie richting ba d hij rechten gekozen. Op zijn vierentwintigste trouwde hij Mailde Sergeants, een mooie jon ge Engelse, dochter van een welva rend fabrikant. De schoonheid van de latere Bouviers stamt waarschijn lijk van haar. John en Maude kregen een zoon, nog een zoon en toen een dochter. Toen werden er tien jaar lang geen kinderen meer geboren en daarna onverwacht nog een tweeling, twee meisjes met blond en rood haar, totaal verschillend van de anderen. Maude en Michelle groeiden op tot nijvere meisjes die een grote hulp werden voor hun ouder wordende vader en moeder, en steunpilaren van de familie. John Bouvier III, hun eerstgebore ne, groeide op tot een knappe, char mante, rusteloze jongeman de va der van Jacqueline Bouvier Kenne dy. fk kan me voorstellen welk een uitwerking, welk een invloed een vader als Jack Bouvier op een lief tallig, gevoelig klein meisje gehad moet hebben. Er waren twee kleine meisjes, Jacqueline en Lee, maar Lee steunde op haar oudere zusje. Jacqueline was de leidster, maar ik betwijfel of ze dat prettig vond. Van nature verlegen, van nature terugge trokken, van nature trots, van natu re gevoelig en wellicht abnormaal gevoelig voor het oordeel van ande ren, moest ze tegen wil en dank leren onafhankelijk te zijn en daar door zoveel zekerheid vinden als het leven haar te bieden had. Dat was niet veel. Haar vader was in vele opzichten een echte Bouvier. Hij had aan de Yale Universiteit gestudeerd, had in 1914 zonder uit te blinken zijn bul gehaald, had met hulp van een zwager een betrekking gevonden bij een makelaiarsfirma in Wall Street en met zijn snelle ver stand en charmante manieren goed geboerd. Toen kwam de Eerste We reldoorlog. Met zijn opvoeding voelde hij er niet veel voor militair te worden, maar toch nam hij dienst bij de marine en werd daarna met hulp van anderen overgeplaatst naar het leger waar hij het leven draaglijker vond. Hij verloofde zich en verbrak de verloving, iets wat zich keer op keer zou herbalen. Hij kwam de oorlog door en werd in het voorjaar van 1919 eervol ontslagen. Hij keer de terug naar zijn werkkring in Wall Street en kreeg een baantje aan de beurs. Hij hoopte met finan ciële steun van een liefhebbende tante spoedig bijzonder rijk te wor den. Inmiddels huurde hij een duur appartement op Park Avenue en gaf extravagante feesten waarop hij zich vermaakte met aantrekkelijke vrou wen en mooie meisjes. Zijn opval lend knappe uiterlijk, zijn evenzeer opvallende aangemeten kleding, zijn zwierig gevoel voor stijl maakten hem tot een boeiende figuur. Zijn donkere teint die hij accentueerde met behulp van een bruin smeer seltje had hij eerder van zijn Franse dan van zijn Britse voorouders. Hij was in feite zo donker dat hij „Zwarte Jack" of „de Zwarte Prins" genoemd werd. Hij had een zelfge noegzame inslag en in gezelschap gaf hij er eerder de voorkeur aan de aandacht op zichzelf te vestigen en die vast te houden dan de moeite te nemen anderen te leren bennen. Dit maakte hem uiteraard altijd een zaam, hoewel hij zeer gezocht was en opviel in het New-Yorkse gezel- stellen te leven in de stijl waarin schapsleven. Uiteraard was er geld, hij besloten had te leven. veel geld, noidig om hem in staat te (Wordt vervolgd John F. Kennedy, de man die voorbestemd was de president van de V S en de echtgenoot van de dochter van de „zwarte prins" te worden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 23