Paarse deur: bel maar rustig aan
Gratis naar Pink
Floyd en Pearls
Had ook Kathleen Kennedy een doodsverlangen
Streepjes
zetten
wi|
nu
nu
Raadslid slaapt alleen voor behoud zetel
Wl|
De Kennedy Vrouwen
door
PEARL S. BUCK
jongeren
pagina
door
dr. corn, verhoeven
Zaterdag 19 iunl 1971
ANNO 1971Mensen in kastjes. We vervreemden van
elkaar in een maatschappij, waarin de flats steeds meel
de hokjesgeest van de Nederlander demonstreren,
waarin dorpjes veranderen in steden, kleine bedrijven in grote
ondernemingen, horizontaal wonen en vertikaal wonen.
De onpersoonlijke sfeer van de buitenwereld maakt dat we
steeds meer de veilige beslotenheid van de eigen
woon- en leefruimte zoeken. We zijn hard op weg naar een
volledig isolement. Koortsachtig zoeken individuelen en
groepen naar een ontspanning uit dat sisolement.
Communes steken links en rechts de kop op.
In allerlei bladen verschijnen contactadvertenties en echt
niet alleen om der wille van de sex. De mens van het jaar 200
voelt zich alleen. Automatisering, gezins-individualisering
en het sterk gescheiden houden van arbeidsvrije tijd
en van openbaar leven en privé-leven zijn nog een
paar oorzaken, die daaraan meehelpen.
De commune Is eér oplossing.
Experimentele woningbouw, die in
feite kleine leefgemeenschappen
creëert in grote woongebouwen een
andere, een derde oplossing denkt
een actiegroep, waarover we het op
deze pagina al eens eerder gehad
hebben, gevonden te hebben. De
actiegroep paarse deur, die bestaat
uit vier Utrechtse jongeren, twee
meisjes,-Anja en Uarlene, en twee
jongens Gerard en Tom. Waarom zo
moeilijk doen is hun principe. Laat
iedereen, die van goeden wille is,
zijn huis openstellen voor ieder
ander, die die goede wil, wil
ervaren en zelfs contribueren.
We herbalen nog even het recept:
Iedereen die mee wil werken verft
zijn voordeur paars met als speciaal
herkenningsteken een groot geel
sleutelgat in het midden. Dat
betekent dan, dat een vreemde
rustig bij je aan kan bellen, want de
afspraak is, iemand met een paarse
deur is bereid mensen te ontvangen.
Iemand met een paarse deur is
echter niet verplicht iemand te
ontvangen. Als er iemand aanbelt en
hij komt erg ongelegen of je wilt
hem om welke andere reden niet
binnenlaten, dan zeg Je gewoon
nee.
Voor degenen, die het allemaal
niet zo zien, zo'n paarse deur, of die
om welke reden dan ook torn deur
niet paars kunnen schilderen heeft
de actiegroep stickers laten maken,
waar naam en aantal keer bellen op
vermeld kan worden. De stickers
zijn paars met een geel sleutelgat in
het midden en dragen het volgende
opschrift: „Zoveel huizen, zoveel
cellen". Mensen die zich afsluiten
met hun eigen sleutels, paarse
deuren, open deuren vrij om je te
ontvangen, vrij om je te weigeren.
Valse vriendelijkheid is geen
vriendelijkheid.
Om nog wat meer vaa de
gedachten achter het paarse deur
idee te weten te komeu, zijn we
eens gaan praten met één van de
initiatiefnemers, Tom Kemme (23)
bebaard, zacht en nauwelijks bereid
tot praten omdat het allemaal zo
vanzelf spreekt, zelfs de
weigering.
„Sommigen vinden het
tegenstrijdig, dat de actiegroep
paarse deur zo de nadruk legt op
het weigeren. Ais de huisbewoners
zich niet bezwaard voelen bij het
weigeren, voelt degene, die aanbelt
zich niet vernederd: hij gaat gewoon
naar de volgende paarse deur, net zo
lang tot hij succes heeft. Iemand
met een paarse deur wil wel, dat je
belt, maar hij is toch nergens toe
verplicht? Stel je eens voor, dat de
huisbewoner zich wel verplicht
voelt: Hij laat één of twee keer
iemand binnen, die hij eigenlijk niet
binnen wilde laten, heeft er genoeg
van en haalt de sticker van zijn
deur. Mensen, die zich moreel
verplicht voelen doen de actie bij
voorbaat al mislukken. Veel keren
weigeren en bellen is beter dan
ontevreden mensen, die niet (meer)
meedoen, omdat zij zich verplicht
voelen. „Valse vriendelijkheid is
geen vriendelijkheid", betekent, dat
de muren tussen mensen, die niet
alleen van steen zijn, afgebroken
zouden moeten worden: eerlijkheid
helpt ons vaak meer dan
zogenaamde beleefde of tactvolle
smoesjes".
Was het een oorspronkelijk idee
van de actiegroep van vier?
„Nou, dit idee is eigenlijk binnen
de Utrechtse kabouterbeweging
ontstaan. Die kabouterbeweging is
min of meer uitgeblust. Het idee is
echter in het pand blijven hangen in
de vorm van een met viltstift
beschreven blaadje. Anja heeft dat
zien hangen, heeft toen contact met
me opgenomen en heeft toen een
tekst klaargemaakt om die in
briefvorm te versturen. Dat alles
speelde zich af vorig jaar oktober.
Toen hebben we van rectoi-
Vermeulen g.eld gekregen om die
stickers te kunnen laten drukken.
Nu een paar weken geleden hebben
we gewoon die brieven op de post
gedaan en toen is er ineens reactie
op gekomen. Het gaat allemaal nogal
fragmentarisch. ,<e rommelen nog
maar wat aan".
Rector Vermeulen?
„Ja, dat is een huisvriend van
mijn ouders. Hij is wel erg
conventioneel gekleed maar erg
progressief in zijn denken. Hij is in
Amersfoort franciskaan of iets
dergelijks. Hij doet het allemaal
vrijwillig. Hij is ook actief voor
Amnesty International".
Wat willen jullie bereiken?
„Kijk, je handelt natuurlijk vanuit
mm mm
een bepaald gevoel. En dat gevoel is
dat j e steeds meer vereenzaamt in
onze maatschappij. Je eigen
buurman ken je niet eens meer. De
mensen hebben alleen maar contact
via het dode papier. En dan er zijn
nog een paar andere dingen: het feit
dat je begint met een milieu thuis,
dat langzamerhand uit eikaar wordt
getrokken. De één heeft betere
resultaten op school dan de ander.
En de één heeft hier interesse voor
en de ander daarvoor. Specialisaties
zijn veel belangrijker dan je
vrienden en kennissenkring.
Eigenlijk is één van de
belangrijkste dingen, dat we weer
Tom Kemme: „Openstaan voor je medemens.
een nieuw besef krijgen van
buurten. Dat is toch iets at uit de
kabouterbeweging voortkomt. Het is
zo, dat de moeilijkheid bij contact
maken is, dat je niet weet of de
ander bereid is tot dat contact. Want
anders is de moed gauw vervlogen.
Maar onze stickers betekenen alleen
maar, dat je kunt aanbellen en dat
de mensen je niet met heel grote
vreemde ogen aan zitten staren zo
van: wat komt die nu hier doen.
Voor de rest hebben ze eigenlijk
weinig betekenis. Het wil alleen
maar zeggen dat je je open stelt
voor contact. En als in een buurt
veel van die stickers op de deur
zitten dan is het natuurlijk mogelijk
om onderling in die buurt contact te
krijgen. Maar dat is niet het enige
doel, niet de enige mogelijkheid".
De tekst op de sticker is duidelijk
genoeg. Waar ik nu zo bang voor
ben Is, dat de man die al geen
contact met zijn buurman heeft, ook
niet naar een paarse deur zal
toegaan.
„Nee, maar ik zie dat ook niet als
een probleem van stickers. Het is
natuurlijk een psychologisch
probleem maar het wordt wel
vergemakkelijkt door deze stickers.
Als je zo ingesteld bent dat je nooit
contact opneemt met je buurman,
dan neem je ook nooit contact op
met mensen, waarvan je nog
helemaal in het onzekere moet
verkeren".
Zijn er al veel reacties
binnengekomen?
„Ja, er stromen voortdurend
brieven binnen. Moeilijk om het
allemaal bij te houden".
Zijn die reacties over het hele
land verspreid?
„Ja, vooral Friesland is erg
geïnteresseerd. We zijn van plan de
kerk hiervoor te gaan interesseren,
want het is toch een idee dat van
een priester zelf komt".
Hoeveel stickers zijn er
gedrukt?
„4500 Meen ik. Ze zijn wel bijna
op en dan moeten we tnaar zien aan
meer geld te komen, dat blijft een
probleem".
Er zitten natuurlijk gevaren in
deze benadering. Ben je ntet bang
dat er misbruik van gemaakt
wordt?
„Ik geloof wel, dat een heleboel
mensen misschien niet weten wat
voor mensen er rondlopen op deze
wereld. Maar op de stickers staat
toch heel duidelijk, dat je vooral
eerlijk moet weigeren. Je doet er
echt geen goed werk mee niet te
weigeren als je het wel wilde".
Ik kan me de situaties voorstellen,
dat er misbruik van gemaakt zal
worden. Oplichters en zo, poging tot
verkenning voor inbraak.
„Ja, nou geloof ik dat het voor
iemand die erg veel dure spullen in
huis heeft misschien ook niet zo'n
ideale actie is, maar ik ken ook veel
mensen, die dolgraag zouden willen
dat er een inbreker kwam om te
kijken wat er voor waardevols is.
Voor die 'mensën is het natuurlijk
wel geschikt".
Je merkt het bijna niet, zo na de
storm van het grote Byrds-gebeuren
maar in bijna alle rust en stilte is er
op bet ogenblik een groep in
Nederland, die er misschien wel
evenzeer mag wezen, namelijk
Pearls before Swine, eigenlijk de
eerste groep, die een aantal jaren
geleden met het zo karakteristieke
westcoastgeluid begon.
Verleden week trad de groep al
op tijdens het Rotterdamse
Knaskfestival in De Doelen. En ze
zijn ook al in een aantal plaatsen ir,
de provincie geweest. Op 26 juni
treed de groep op in het
Amsterdamse bos. Behalve Pearls
before Swine en waarschijnlijk de
Nederlandse groepen Solution en
CCC treedt dan ook op Pink Floyd!
Allemaal volgens Mojo. Om dat alles
aan te horen en te zien behoef je
alleen maar je reisgeld te betalen,
want het concert is gratis. De
groepen treden op tussen twee en
zes uur.
Plaatsen waar Pearls before
Swine nog meer optreedt zijn: 22
juni in Assen, 25 juni in AÜmsterdam,
26 juni in Delft, 3 juli in Alkmaar, 9
juli in Leiden, 10 juli weer in
Amsterdam, 12 juli weer in
Rotterdam, 11 juli in Hoorn en 18
juli tot besluit in het Haagse
Zuiderpark. De bezetting van de
groep is: Torn Rapp, Gordon Haes,
John Tooeir, Miike Crawijt en Cathy
Koltec.
Al evenmin leren we uit dit boek
de geciteerde auteurs kennen. Ik
spreekt uit ervaring want ik word
een paar keer geciteerd. Ik herken
die passages als mijn werk, maar
niet als een schets van mijn karak
ter. En daar gaat het in dit boek ook
niet om. Het is geen bloemlezing
waarin we kennis maken met de
aangestreepte auteurs of met de
aangestreepte lezer.
De dichter Michel van der Plas,
die ook vroeger al eens verzen van
anderen in een bloemlezing verza
meld heeft, publiceerde onlangs, on
der de merkwaardige titel „De mens
leeft niet van bloot alleen", een
nieuwe „bloemlezing" volgens een
heel oorspronkelijke en toch voor de
hand liggende formule. Het is name
lijk zijn gewoonte om in de boeken
die hij leest, de passages die hem
treffen, aan te strepen. Na zo'n vijf
entwintig jaar lezen en boeken ver
zamelen, heeft hij nu een aantal van
die aangestreepte passages, 824 in
getal, bijeengebracht en naar onder
werpen gerangschikt, te beginnen
bij „aanzichtkaarten" en te eindigen
met „zij". Op die manier is een
boek ontstaan dat eigenlijk boek is
in de tweede graad, een boek met
indirect reacties op boeken,
dat tegelijk een autobiografie van
Michel van der Plas wil zijn.
Wat het eerste betreft: het valt
mijv op, dat zoveel afdelingen van
het boek op een of andere manier
het boek en het schrijven zelf tot
onderwerp hebben. Ik noem er en
kele op: adressen op rijm, arbeids-
voorwaarden (van de schrijver)
boeken, brieven, dichter, grafschrift,
grootste schrijver, journalistiek, le
zingen, pers, limerick, opdrachten,
parodie, poëzie, recensies, schrijven,
sonnetwaarom schrijven, woord,
woordenboek. Het lijkt mij typerend
voor schrijver en lezer zich voortdu
rend van het schrijven en lezen
bewust te zijn.
Wat het autobiografisch karakter
van het boek betreft, volgt hieruit
dat het voornamelijk onthult wat
iedereen al weet, zodra hij kennis
neemt van de opzet, namelijk dat
Michel van der Plas een lezer is die
streepjes zet. Er zijn ook lezers die
geen streepjes zetten. Hieronder zijn
er dan die vrijwel alles vergeten
wat ze gelezen hebben en weer
anderen die allerlei dingen onthou
den en terugvinden zonder hun ge
heugen met een streepje te onder
steunen.
Nog weer anderen houden er een
kaartsysteem op na, gerangschikt
naar schrijvers of onderwerpen.
Zo'n lezer ben ik zelf en dat is een
van de redenen waarom ik vind dat
een verzameling van citaten geen
autobiografie is. Mijn kaartsysteem
althans gaat niet over mezelf, niet
over mijn leven en beschrijft niets.
Het is eerder de romp van een
mislukte en onvolledige encyclope
die.
Dat ik bepaalde dingen gelezen en
genoteerd heb is maar in heel be
perkte mate typerend voor mijn
persoon. Ik neem aan dat dit voor
Van der Plas ook geldt. Noch zijn
karakter noch zijn gang door het
leven worden in dit boek zo duide
lijk, dat het een autobiografie mag
heten. Wat dat betreft had hij beter
zijn dagboeken kunnen publice
ren.
Het dient zich bij mij veel meer
aan als een stuk uit het kaartsys
teem van iemand die in bepaalde
onderwerpen bv. literatuur gein te-
resseerd is. In mijn ogen wordt het
boek daardoor interessant, namelijk
als een verzameling van uitspraken
die los van auteur en verzamelaar
hun eigen inhoud hebben en een
zelfstandig leven leiden. Het is al
leen maar autobiografisch inzoverre
de „onvolledigheid" van de verza
meling op rekening komt van het
leven van de aanstreper.
In de collecte vqn een ander zou
den weer andere onderwerpen bena
drukt worden, in de mijne b.v. be
rouw, kennis, verlegenheid, schaam
te etc. Maar als kritiek is zo'n
opmerking natuurlijk onzinnig. Het
staat een ieder vrij ook zo'n boek
samen te stellen.
Ik kan nu alleen maar zeggen dat
er leuke en prachtige uitspraken in
het boek staan en dat anderopge
nomen stukken weer eens vesti
gen dat smaken verschillen. Wit mij
bijzonder trof waren enkele i -tbrie
ken met vreemde persoonsnamen.
Alleen al de opsomming is e*n ge
dicht van huiveringwekkende absur
diteit: Cornells Knijtijzer, Harrie
Rijkuiter, Theodoras Viergever
Wouter Scheurleer, Arie Klap-
haak.
Hetzelfde doet de verzamelaar
met „woorden die ik geleend heb":
je goeie goed, de mooie kamer, be
lastingplaatje, stempelaar, bvsse-
vlees. Ook hier kan ieder zijn eigen
lijstje bij bedenken. Een heel klein
stukje van het mijne is: wordewil,
calefactor, pief paf poef, natte his,
kleine campus, bewindsman, in
breng, medemenselijkheid, bestaan
de orde.
Een goed boek geeft de lezer veel
te doen: de lezer voltooit het boek.
Met het oog hierop zou de uitgever
er misschien goed aan gedaan heb
ben het boek met blanco pagina's te
doorschieten. Ik denk dat veel lezers
niet lang van dat bloot alleen zou
den leven, maar in de kantlijn hun
eigen boek zouden schrijven.
CORN. VERHOEVEN.
(Van een onzer verslaggevers)
GELEEN Om zijn raadszetel te kunnen behouden slapen de Geleende-
naar G. Verhesen en zijn echtgenote al geruime tijd gescheiden. Sinds de
benoeming van dit raadslid tot beheerder van het complex van de tennis
vereniging Ready te Spaubeek, verblijven zijn echtgenote en kinderen in de
riante bungalow bij de tennisbanen.
Volgens de lezing van zijn vrouw slaapt het gezinshoofd zelf in zijn nage
noeg lege woning aan de Geleense Michaelstraat. En dat moet ook wel, want
als hij in Spaubeek zou wonen, dient dit raadslid afstand van zijn zetel
te doen.
Bij nader onderzoek echter blijkt het huis in de Michaelstraat geheel leeg.
Mevrouw Verhesen spreekt een en ander met klem tegen.
In Spauheek is men hogelijk verbaasd over de komst van de familie Ver-
heren. „We hebben nog steeds geen aangifte van verhuizing binnen. We zul
len meteen een onderzoek instellen", aldus een zegsman der gemeente.
Joe Kennedy's was slechts net
voorspel van nog een, bijna on
draaglijke, tragedie. In het voorjaar
van 1943 was Kathleen, op een na
de oudste dochter, als Rode Kruis-
werkster naar Europa gegaan. Toen
Rosemary weg was had Kathleen
een speciale plaats in de familie
ingenomen. De oud3te dochter in
een gezin heeft een speciale plaats.
De moeder verwacht begrip en hulp
van haar. Ze helpt de vader de
moeder te begrijpen. De vader ziet
zichzelf in zijn zoons. Maar zijn
dochters zijn ham bijna vreemd, als
een openbaring.
Kathleen had het onafhankelijke,
oprechte temperament van de Ken
nedy's en de moed om te doen wat
ze wenste te doen. Ze was een
leidster van haar zusters, zoals Joe
de leider van zijn broers was en
deze gedeelde verantwoordelijkheid
bracht ze heel dicht bij elkaar. Er
bestond een speciale band tussen
Joe en Kathleen.
Toen hun vader ambassadeur bij
het Engelse hof was, was Kathleen
op haar achttiende reeds voldoende
evenwichtig en zelfverzekerd om
haar moeder bij ontvangsten te ver
tegenwoordigen en aan h et hof te
worden voorgesteld. Maar haar ou
ders waren streng voor haar. Ze
mocht geen nachtclub bezoeken,
zelfs al kwam de uitnodiging van
een Rockefeller- Ze was aantrekke
lijk voor mannen. Zoals een jonge
man gezegd heeft: „Eunice is de
intelligentste, en Patricia is de
knapste van de meisjes, maar Kath
leen is degene die je je altijd herin
nert".
Toen ze tijdens een eerder bezoek,
voor de oorlog, in Engeland was had
ze William John Robert Cavendish,
markies van Hartington en zoon van
de hertog van Devonshire, telg van
een van Engelands oudste en meest
vermogende families ontmoet. Er
ontstond vriendschap tussen de bei
de jonge mensen, maar ze waren
nog zo jong dat het een bevlieging
had kunnen zijn. Ze scheidden toen
het gezin Kennedy terugkeerde naar
de Verenigde Staten. In 1943, toen
Kathleen in Engeland terug kwam,
groeide hun verhouding echter uit
tot liefde.
In 1944 hielp ze Billy Cavendish
met een politieke campagne, die hij
verloor. Inmiddels wisten ze dat ze
wilden trouwen. De enige hinder
paal was de godsdienst; hij was lid
van de Anglicaanse kerk, zij was
katholiek en geen van beiden wilde
zwichten. Billy was bereid zijn hu
welijk door een priester te laten
inzegenen, maar wilde er niet in
toestemmen dat zijn kinderen katho
liek zouden worden opgevoed. Kath
leen wilde niet volgens de Angli
caanse rite trouwen, omdat dat ex
communicatie uit haar eigen kerk
betekende. Omdat ze niet tot over
eenstemming konden komen trouw
den ze alleen voor de burgerlijke
stand.
Rose lag toen in een ziekenhuis.
Ze hoorde van het huwelijk via een
verpleegster en was daardoor voor
bereid op de pers die voor haar
deur stond te wachten. Ze wilde
niet met de journalisten spreken,
want ze wilde geen oordeel over
haar kinderen uitspreken. Het was
hun eigen probleem, zei ze.
Ze wist natuurlijk dat het burger
lijk huwelijk in de ogen van haar
kerk helemaal geen huwelijk was
en dat haar dochter, die de sacra
menten niet mocht ontvangen, met
Pasen geëxcommuniceerd zou wor
den. Maar ze bemoeide zich er niet
mee- Haar zelfdiscipline hield haar
in bedwang. Bovendien wist ze dat
Kathleen dezelfde zelfdiscipline be
zat. Zo moeder, zo dochter?
Hoe dan ook, toen de noodlottige
Pasen daar was, was Kathleen, nu
markiezin van Hartington, reeds we-
duwe. Toen haar broer Joe gesneu
veld was, was ze naar de Verenigde
Staten teruggevlogen om bij haai
ouders te zijn. Terwijl ze daar was
kreeg ze bericht dat de jonge Billy
Cavendish, haar man, ook gesneu
veld was. Ze waren pas een paar
weken getrouwd toen hij met zijn
regiment, de Coldstream Guards,
naar Frankrijk werd overgeplaatst.
Hij sneuvelde bij een infanterie-
aanval in Normandiië. Als zoon en
erfgenaam van de hertog van De
vonshire zou de markies de titel van
zijn vader geërfd hebben. Kathleen
zou eerste hofdame van koningin
Elisabeth geworden zijn.
Op het nieuws van zijn dood zond
de Britse regering een vliegtuig
voor Kathleen en onmiddellijk na de
begrafenis ging ze in retraite en
verzoende zich met haar kerk. „God
heeft bet probleem op Zijn eigen
wijze opgelost", heeft ze aan een
vriendin geschreven.
En Billy's moeder, de hertogin
van Devonshire, schreef aan Rose
Kennedy: „Ik wil u graag zeggen
welk een vreugde Kathleen in het
leven van mijn zoon gebracht
heeft". Ze zijn maar vier maanden
getrouwd geweest.
Gedurende enkele jaren na de
dood van haar man bleef Kathleen
in Engeland wonen, waar ze z:ch
hoofdzakelijk bezighield met liefda
digheidswerk. Ze miste haar familie,
maar toch was ze nog niet bereid
het vaderland van de man die ze
zozeer had liefgehad te verlaten.
Toen hoorde ze op een dag in me)
1948 dat haar vader in Parijs was,
op weg naar de Riviera. Ze besloot
naar Frankrijk te vliegen om hem
op te zoeken. Een vriend, graaf Fitz-
william, zou met zijn eigen vlieg
tuig naar Cannes vliegen om een
renstal te bezichtigen- „Waarom ga
)e niet met mij mee?" vroeg hij. Ze
stemde toe en ze staken veilig het
Kanaal over. Maar toen ze Frankrijk
bereikten was het nacht en donker
en mistig. In de buurt van het
stadje Privas werd het zicht slecht
en hun vliegtuig sloeg tegen een
berg te pletter.
Kathleen en Fitzwilliam waren
beiden op slag dood. Had ook Kath
leen een doodsverlangen? Op een
bepaald ogenblik denk je niet meer
aan gevaar omdat het er niet langer
opaan komt. Als het leven te weinig
waarde heeft hreogt de kans op de
dood weinig vrees mee.
Toen Kathleen gevonden werd lag
ze alsof ze sliep, ze had maar
een kleine wond aan haar hoofd en
een schoen was van haar voet gegle
den. De dorpelingen droegen haar
lichaam de berg naar Privas af en
haar van smart gebroken vadei
kwam haar halen om haar naar En
geland te brengen. Ze werd begra
ven naast haar man, Billy Caven
dish. Zo eindigde de geschiedend
van de tweede dochter van de fami
lie Kennedy in een volslagen trage
die.
Joseph Patrick Kennedy keerd<
«Heen terug naar huis. Hij reisdt
per schip en tijdens de overtocht
verliet hij slechts zelden zijn hut en
sprak sporadisch met zijn mederei
zigers. Bij zijn aankomst haalde hij
tegen de verslaggevers zijn schou
ders op. „Niets heeft meer enigt
betekenis", zei hij. „Ik heb niets tc
zeggen"..
Zijn dochter Patricia wachtte hen
aan de kade op. Ze kusten elkaa
zwijgend en liepen zonder iets t<
zeggen naar de lange zwarte auto
Rose, de moeder, wachtte thuis ei
naar haar ging hij toe.
(Wordt vervolgdKathleen Kennedy met haar man en bruidsjonker Joe Kennedy jr.