Paarse deur: bel maar rustig aan Gratis naar Pink Floyd en Pearls Had ook Kathleen Kennedy een doodsverlangen Streepjes zetten wi| nu nu Raadslid slaapt alleen voor behoud zetel Wl| De Kennedy Vrouwen door PEARL S. BUCK jongeren pagina door dr. corn, verhoeven Zaterdag 19 iunl 1971 ANNO 1971Mensen in kastjes. We vervreemden van elkaar in een maatschappij, waarin de flats steeds meel de hokjesgeest van de Nederlander demonstreren, waarin dorpjes veranderen in steden, kleine bedrijven in grote ondernemingen, horizontaal wonen en vertikaal wonen. De onpersoonlijke sfeer van de buitenwereld maakt dat we steeds meer de veilige beslotenheid van de eigen woon- en leefruimte zoeken. We zijn hard op weg naar een volledig isolement. Koortsachtig zoeken individuelen en groepen naar een ontspanning uit dat sisolement. Communes steken links en rechts de kop op. In allerlei bladen verschijnen contactadvertenties en echt niet alleen om der wille van de sex. De mens van het jaar 200 voelt zich alleen. Automatisering, gezins-individualisering en het sterk gescheiden houden van arbeidsvrije tijd en van openbaar leven en privé-leven zijn nog een paar oorzaken, die daaraan meehelpen. De commune Is eér oplossing. Experimentele woningbouw, die in feite kleine leefgemeenschappen creëert in grote woongebouwen een andere, een derde oplossing denkt een actiegroep, waarover we het op deze pagina al eens eerder gehad hebben, gevonden te hebben. De actiegroep paarse deur, die bestaat uit vier Utrechtse jongeren, twee meisjes,-Anja en Uarlene, en twee jongens Gerard en Tom. Waarom zo moeilijk doen is hun principe. Laat iedereen, die van goeden wille is, zijn huis openstellen voor ieder ander, die die goede wil, wil ervaren en zelfs contribueren. We herbalen nog even het recept: Iedereen die mee wil werken verft zijn voordeur paars met als speciaal herkenningsteken een groot geel sleutelgat in het midden. Dat betekent dan, dat een vreemde rustig bij je aan kan bellen, want de afspraak is, iemand met een paarse deur is bereid mensen te ontvangen. Iemand met een paarse deur is echter niet verplicht iemand te ontvangen. Als er iemand aanbelt en hij komt erg ongelegen of je wilt hem om welke andere reden niet binnenlaten, dan zeg Je gewoon nee. Voor degenen, die het allemaal niet zo zien, zo'n paarse deur, of die om welke reden dan ook torn deur niet paars kunnen schilderen heeft de actiegroep stickers laten maken, waar naam en aantal keer bellen op vermeld kan worden. De stickers zijn paars met een geel sleutelgat in het midden en dragen het volgende opschrift: „Zoveel huizen, zoveel cellen". Mensen die zich afsluiten met hun eigen sleutels, paarse deuren, open deuren vrij om je te ontvangen, vrij om je te weigeren. Valse vriendelijkheid is geen vriendelijkheid. Om nog wat meer vaa de gedachten achter het paarse deur idee te weten te komeu, zijn we eens gaan praten met één van de initiatiefnemers, Tom Kemme (23) bebaard, zacht en nauwelijks bereid tot praten omdat het allemaal zo vanzelf spreekt, zelfs de weigering. „Sommigen vinden het tegenstrijdig, dat de actiegroep paarse deur zo de nadruk legt op het weigeren. Ais de huisbewoners zich niet bezwaard voelen bij het weigeren, voelt degene, die aanbelt zich niet vernederd: hij gaat gewoon naar de volgende paarse deur, net zo lang tot hij succes heeft. Iemand met een paarse deur wil wel, dat je belt, maar hij is toch nergens toe verplicht? Stel je eens voor, dat de huisbewoner zich wel verplicht voelt: Hij laat één of twee keer iemand binnen, die hij eigenlijk niet binnen wilde laten, heeft er genoeg van en haalt de sticker van zijn deur. Mensen, die zich moreel verplicht voelen doen de actie bij voorbaat al mislukken. Veel keren weigeren en bellen is beter dan ontevreden mensen, die niet (meer) meedoen, omdat zij zich verplicht voelen. „Valse vriendelijkheid is geen vriendelijkheid", betekent, dat de muren tussen mensen, die niet alleen van steen zijn, afgebroken zouden moeten worden: eerlijkheid helpt ons vaak meer dan zogenaamde beleefde of tactvolle smoesjes". Was het een oorspronkelijk idee van de actiegroep van vier? „Nou, dit idee is eigenlijk binnen de Utrechtse kabouterbeweging ontstaan. Die kabouterbeweging is min of meer uitgeblust. Het idee is echter in het pand blijven hangen in de vorm van een met viltstift beschreven blaadje. Anja heeft dat zien hangen, heeft toen contact met me opgenomen en heeft toen een tekst klaargemaakt om die in briefvorm te versturen. Dat alles speelde zich af vorig jaar oktober. Toen hebben we van rectoi- Vermeulen g.eld gekregen om die stickers te kunnen laten drukken. Nu een paar weken geleden hebben we gewoon die brieven op de post gedaan en toen is er ineens reactie op gekomen. Het gaat allemaal nogal fragmentarisch. ,<e rommelen nog maar wat aan". Rector Vermeulen? „Ja, dat is een huisvriend van mijn ouders. Hij is wel erg conventioneel gekleed maar erg progressief in zijn denken. Hij is in Amersfoort franciskaan of iets dergelijks. Hij doet het allemaal vrijwillig. Hij is ook actief voor Amnesty International". Wat willen jullie bereiken? „Kijk, je handelt natuurlijk vanuit mm mm een bepaald gevoel. En dat gevoel is dat j e steeds meer vereenzaamt in onze maatschappij. Je eigen buurman ken je niet eens meer. De mensen hebben alleen maar contact via het dode papier. En dan er zijn nog een paar andere dingen: het feit dat je begint met een milieu thuis, dat langzamerhand uit eikaar wordt getrokken. De één heeft betere resultaten op school dan de ander. En de één heeft hier interesse voor en de ander daarvoor. Specialisaties zijn veel belangrijker dan je vrienden en kennissenkring. Eigenlijk is één van de belangrijkste dingen, dat we weer Tom Kemme: „Openstaan voor je medemens. een nieuw besef krijgen van buurten. Dat is toch iets at uit de kabouterbeweging voortkomt. Het is zo, dat de moeilijkheid bij contact maken is, dat je niet weet of de ander bereid is tot dat contact. Want anders is de moed gauw vervlogen. Maar onze stickers betekenen alleen maar, dat je kunt aanbellen en dat de mensen je niet met heel grote vreemde ogen aan zitten staren zo van: wat komt die nu hier doen. Voor de rest hebben ze eigenlijk weinig betekenis. Het wil alleen maar zeggen dat je je open stelt voor contact. En als in een buurt veel van die stickers op de deur zitten dan is het natuurlijk mogelijk om onderling in die buurt contact te krijgen. Maar dat is niet het enige doel, niet de enige mogelijkheid". De tekst op de sticker is duidelijk genoeg. Waar ik nu zo bang voor ben Is, dat de man die al geen contact met zijn buurman heeft, ook niet naar een paarse deur zal toegaan. „Nee, maar ik zie dat ook niet als een probleem van stickers. Het is natuurlijk een psychologisch probleem maar het wordt wel vergemakkelijkt door deze stickers. Als je zo ingesteld bent dat je nooit contact opneemt met je buurman, dan neem je ook nooit contact op met mensen, waarvan je nog helemaal in het onzekere moet verkeren". Zijn er al veel reacties binnengekomen? „Ja, er stromen voortdurend brieven binnen. Moeilijk om het allemaal bij te houden". Zijn die reacties over het hele land verspreid? „Ja, vooral Friesland is erg geïnteresseerd. We zijn van plan de kerk hiervoor te gaan interesseren, want het is toch een idee dat van een priester zelf komt". Hoeveel stickers zijn er gedrukt? „4500 Meen ik. Ze zijn wel bijna op en dan moeten we tnaar zien aan meer geld te komen, dat blijft een probleem". Er zitten natuurlijk gevaren in deze benadering. Ben je ntet bang dat er misbruik van gemaakt wordt? „Ik geloof wel, dat een heleboel mensen misschien niet weten wat voor mensen er rondlopen op deze wereld. Maar op de stickers staat toch heel duidelijk, dat je vooral eerlijk moet weigeren. Je doet er echt geen goed werk mee niet te weigeren als je het wel wilde". Ik kan me de situaties voorstellen, dat er misbruik van gemaakt zal worden. Oplichters en zo, poging tot verkenning voor inbraak. „Ja, nou geloof ik dat het voor iemand die erg veel dure spullen in huis heeft misschien ook niet zo'n ideale actie is, maar ik ken ook veel mensen, die dolgraag zouden willen dat er een inbreker kwam om te kijken wat er voor waardevols is. Voor die 'mensën is het natuurlijk wel geschikt". Je merkt het bijna niet, zo na de storm van het grote Byrds-gebeuren maar in bijna alle rust en stilte is er op bet ogenblik een groep in Nederland, die er misschien wel evenzeer mag wezen, namelijk Pearls before Swine, eigenlijk de eerste groep, die een aantal jaren geleden met het zo karakteristieke westcoastgeluid begon. Verleden week trad de groep al op tijdens het Rotterdamse Knaskfestival in De Doelen. En ze zijn ook al in een aantal plaatsen ir, de provincie geweest. Op 26 juni treed de groep op in het Amsterdamse bos. Behalve Pearls before Swine en waarschijnlijk de Nederlandse groepen Solution en CCC treedt dan ook op Pink Floyd! Allemaal volgens Mojo. Om dat alles aan te horen en te zien behoef je alleen maar je reisgeld te betalen, want het concert is gratis. De groepen treden op tussen twee en zes uur. Plaatsen waar Pearls before Swine nog meer optreedt zijn: 22 juni in Assen, 25 juni in AÜmsterdam, 26 juni in Delft, 3 juli in Alkmaar, 9 juli in Leiden, 10 juli weer in Amsterdam, 12 juli weer in Rotterdam, 11 juli in Hoorn en 18 juli tot besluit in het Haagse Zuiderpark. De bezetting van de groep is: Torn Rapp, Gordon Haes, John Tooeir, Miike Crawijt en Cathy Koltec. Al evenmin leren we uit dit boek de geciteerde auteurs kennen. Ik spreekt uit ervaring want ik word een paar keer geciteerd. Ik herken die passages als mijn werk, maar niet als een schets van mijn karak ter. En daar gaat het in dit boek ook niet om. Het is geen bloemlezing waarin we kennis maken met de aangestreepte auteurs of met de aangestreepte lezer. De dichter Michel van der Plas, die ook vroeger al eens verzen van anderen in een bloemlezing verza meld heeft, publiceerde onlangs, on der de merkwaardige titel „De mens leeft niet van bloot alleen", een nieuwe „bloemlezing" volgens een heel oorspronkelijke en toch voor de hand liggende formule. Het is name lijk zijn gewoonte om in de boeken die hij leest, de passages die hem treffen, aan te strepen. Na zo'n vijf entwintig jaar lezen en boeken ver zamelen, heeft hij nu een aantal van die aangestreepte passages, 824 in getal, bijeengebracht en naar onder werpen gerangschikt, te beginnen bij „aanzichtkaarten" en te eindigen met „zij". Op die manier is een boek ontstaan dat eigenlijk boek is in de tweede graad, een boek met indirect reacties op boeken, dat tegelijk een autobiografie van Michel van der Plas wil zijn. Wat het eerste betreft: het valt mijv op, dat zoveel afdelingen van het boek op een of andere manier het boek en het schrijven zelf tot onderwerp hebben. Ik noem er en kele op: adressen op rijm, arbeids- voorwaarden (van de schrijver) boeken, brieven, dichter, grafschrift, grootste schrijver, journalistiek, le zingen, pers, limerick, opdrachten, parodie, poëzie, recensies, schrijven, sonnetwaarom schrijven, woord, woordenboek. Het lijkt mij typerend voor schrijver en lezer zich voortdu rend van het schrijven en lezen bewust te zijn. Wat het autobiografisch karakter van het boek betreft, volgt hieruit dat het voornamelijk onthult wat iedereen al weet, zodra hij kennis neemt van de opzet, namelijk dat Michel van der Plas een lezer is die streepjes zet. Er zijn ook lezers die geen streepjes zetten. Hieronder zijn er dan die vrijwel alles vergeten wat ze gelezen hebben en weer anderen die allerlei dingen onthou den en terugvinden zonder hun ge heugen met een streepje te onder steunen. Nog weer anderen houden er een kaartsysteem op na, gerangschikt naar schrijvers of onderwerpen. Zo'n lezer ben ik zelf en dat is een van de redenen waarom ik vind dat een verzameling van citaten geen autobiografie is. Mijn kaartsysteem althans gaat niet over mezelf, niet over mijn leven en beschrijft niets. Het is eerder de romp van een mislukte en onvolledige encyclope die. Dat ik bepaalde dingen gelezen en genoteerd heb is maar in heel be perkte mate typerend voor mijn persoon. Ik neem aan dat dit voor Van der Plas ook geldt. Noch zijn karakter noch zijn gang door het leven worden in dit boek zo duide lijk, dat het een autobiografie mag heten. Wat dat betreft had hij beter zijn dagboeken kunnen publice ren. Het dient zich bij mij veel meer aan als een stuk uit het kaartsys teem van iemand die in bepaalde onderwerpen bv. literatuur gein te- resseerd is. In mijn ogen wordt het boek daardoor interessant, namelijk als een verzameling van uitspraken die los van auteur en verzamelaar hun eigen inhoud hebben en een zelfstandig leven leiden. Het is al leen maar autobiografisch inzoverre de „onvolledigheid" van de verza meling op rekening komt van het leven van de aanstreper. In de collecte vqn een ander zou den weer andere onderwerpen bena drukt worden, in de mijne b.v. be rouw, kennis, verlegenheid, schaam te etc. Maar als kritiek is zo'n opmerking natuurlijk onzinnig. Het staat een ieder vrij ook zo'n boek samen te stellen. Ik kan nu alleen maar zeggen dat er leuke en prachtige uitspraken in het boek staan en dat anderopge nomen stukken weer eens vesti gen dat smaken verschillen. Wit mij bijzonder trof waren enkele i -tbrie ken met vreemde persoonsnamen. Alleen al de opsomming is e*n ge dicht van huiveringwekkende absur diteit: Cornells Knijtijzer, Harrie Rijkuiter, Theodoras Viergever Wouter Scheurleer, Arie Klap- haak. Hetzelfde doet de verzamelaar met „woorden die ik geleend heb": je goeie goed, de mooie kamer, be lastingplaatje, stempelaar, bvsse- vlees. Ook hier kan ieder zijn eigen lijstje bij bedenken. Een heel klein stukje van het mijne is: wordewil, calefactor, pief paf poef, natte his, kleine campus, bewindsman, in breng, medemenselijkheid, bestaan de orde. Een goed boek geeft de lezer veel te doen: de lezer voltooit het boek. Met het oog hierop zou de uitgever er misschien goed aan gedaan heb ben het boek met blanco pagina's te doorschieten. Ik denk dat veel lezers niet lang van dat bloot alleen zou den leven, maar in de kantlijn hun eigen boek zouden schrijven. CORN. VERHOEVEN. (Van een onzer verslaggevers) GELEEN Om zijn raadszetel te kunnen behouden slapen de Geleende- naar G. Verhesen en zijn echtgenote al geruime tijd gescheiden. Sinds de benoeming van dit raadslid tot beheerder van het complex van de tennis vereniging Ready te Spaubeek, verblijven zijn echtgenote en kinderen in de riante bungalow bij de tennisbanen. Volgens de lezing van zijn vrouw slaapt het gezinshoofd zelf in zijn nage noeg lege woning aan de Geleense Michaelstraat. En dat moet ook wel, want als hij in Spaubeek zou wonen, dient dit raadslid afstand van zijn zetel te doen. Bij nader onderzoek echter blijkt het huis in de Michaelstraat geheel leeg. Mevrouw Verhesen spreekt een en ander met klem tegen. In Spauheek is men hogelijk verbaasd over de komst van de familie Ver- heren. „We hebben nog steeds geen aangifte van verhuizing binnen. We zul len meteen een onderzoek instellen", aldus een zegsman der gemeente. Joe Kennedy's was slechts net voorspel van nog een, bijna on draaglijke, tragedie. In het voorjaar van 1943 was Kathleen, op een na de oudste dochter, als Rode Kruis- werkster naar Europa gegaan. Toen Rosemary weg was had Kathleen een speciale plaats in de familie ingenomen. De oud3te dochter in een gezin heeft een speciale plaats. De moeder verwacht begrip en hulp van haar. Ze helpt de vader de moeder te begrijpen. De vader ziet zichzelf in zijn zoons. Maar zijn dochters zijn ham bijna vreemd, als een openbaring. Kathleen had het onafhankelijke, oprechte temperament van de Ken nedy's en de moed om te doen wat ze wenste te doen. Ze was een leidster van haar zusters, zoals Joe de leider van zijn broers was en deze gedeelde verantwoordelijkheid bracht ze heel dicht bij elkaar. Er bestond een speciale band tussen Joe en Kathleen. Toen hun vader ambassadeur bij het Engelse hof was, was Kathleen op haar achttiende reeds voldoende evenwichtig en zelfverzekerd om haar moeder bij ontvangsten te ver tegenwoordigen en aan h et hof te worden voorgesteld. Maar haar ou ders waren streng voor haar. Ze mocht geen nachtclub bezoeken, zelfs al kwam de uitnodiging van een Rockefeller- Ze was aantrekke lijk voor mannen. Zoals een jonge man gezegd heeft: „Eunice is de intelligentste, en Patricia is de knapste van de meisjes, maar Kath leen is degene die je je altijd herin nert". Toen ze tijdens een eerder bezoek, voor de oorlog, in Engeland was had ze William John Robert Cavendish, markies van Hartington en zoon van de hertog van Devonshire, telg van een van Engelands oudste en meest vermogende families ontmoet. Er ontstond vriendschap tussen de bei de jonge mensen, maar ze waren nog zo jong dat het een bevlieging had kunnen zijn. Ze scheidden toen het gezin Kennedy terugkeerde naar de Verenigde Staten. In 1943, toen Kathleen in Engeland terug kwam, groeide hun verhouding echter uit tot liefde. In 1944 hielp ze Billy Cavendish met een politieke campagne, die hij verloor. Inmiddels wisten ze dat ze wilden trouwen. De enige hinder paal was de godsdienst; hij was lid van de Anglicaanse kerk, zij was katholiek en geen van beiden wilde zwichten. Billy was bereid zijn hu welijk door een priester te laten inzegenen, maar wilde er niet in toestemmen dat zijn kinderen katho liek zouden worden opgevoed. Kath leen wilde niet volgens de Angli caanse rite trouwen, omdat dat ex communicatie uit haar eigen kerk betekende. Omdat ze niet tot over eenstemming konden komen trouw den ze alleen voor de burgerlijke stand. Rose lag toen in een ziekenhuis. Ze hoorde van het huwelijk via een verpleegster en was daardoor voor bereid op de pers die voor haar deur stond te wachten. Ze wilde niet met de journalisten spreken, want ze wilde geen oordeel over haar kinderen uitspreken. Het was hun eigen probleem, zei ze. Ze wist natuurlijk dat het burger lijk huwelijk in de ogen van haar kerk helemaal geen huwelijk was en dat haar dochter, die de sacra menten niet mocht ontvangen, met Pasen geëxcommuniceerd zou wor den. Maar ze bemoeide zich er niet mee- Haar zelfdiscipline hield haar in bedwang. Bovendien wist ze dat Kathleen dezelfde zelfdiscipline be zat. Zo moeder, zo dochter? Hoe dan ook, toen de noodlottige Pasen daar was, was Kathleen, nu markiezin van Hartington, reeds we- duwe. Toen haar broer Joe gesneu veld was, was ze naar de Verenigde Staten teruggevlogen om bij haai ouders te zijn. Terwijl ze daar was kreeg ze bericht dat de jonge Billy Cavendish, haar man, ook gesneu veld was. Ze waren pas een paar weken getrouwd toen hij met zijn regiment, de Coldstream Guards, naar Frankrijk werd overgeplaatst. Hij sneuvelde bij een infanterie- aanval in Normandiië. Als zoon en erfgenaam van de hertog van De vonshire zou de markies de titel van zijn vader geërfd hebben. Kathleen zou eerste hofdame van koningin Elisabeth geworden zijn. Op het nieuws van zijn dood zond de Britse regering een vliegtuig voor Kathleen en onmiddellijk na de begrafenis ging ze in retraite en verzoende zich met haar kerk. „God heeft bet probleem op Zijn eigen wijze opgelost", heeft ze aan een vriendin geschreven. En Billy's moeder, de hertogin van Devonshire, schreef aan Rose Kennedy: „Ik wil u graag zeggen welk een vreugde Kathleen in het leven van mijn zoon gebracht heeft". Ze zijn maar vier maanden getrouwd geweest. Gedurende enkele jaren na de dood van haar man bleef Kathleen in Engeland wonen, waar ze z:ch hoofdzakelijk bezighield met liefda digheidswerk. Ze miste haar familie, maar toch was ze nog niet bereid het vaderland van de man die ze zozeer had liefgehad te verlaten. Toen hoorde ze op een dag in me) 1948 dat haar vader in Parijs was, op weg naar de Riviera. Ze besloot naar Frankrijk te vliegen om hem op te zoeken. Een vriend, graaf Fitz- william, zou met zijn eigen vlieg tuig naar Cannes vliegen om een renstal te bezichtigen- „Waarom ga )e niet met mij mee?" vroeg hij. Ze stemde toe en ze staken veilig het Kanaal over. Maar toen ze Frankrijk bereikten was het nacht en donker en mistig. In de buurt van het stadje Privas werd het zicht slecht en hun vliegtuig sloeg tegen een berg te pletter. Kathleen en Fitzwilliam waren beiden op slag dood. Had ook Kath leen een doodsverlangen? Op een bepaald ogenblik denk je niet meer aan gevaar omdat het er niet langer opaan komt. Als het leven te weinig waarde heeft hreogt de kans op de dood weinig vrees mee. Toen Kathleen gevonden werd lag ze alsof ze sliep, ze had maar een kleine wond aan haar hoofd en een schoen was van haar voet gegle den. De dorpelingen droegen haar lichaam de berg naar Privas af en haar van smart gebroken vadei kwam haar halen om haar naar En geland te brengen. Ze werd begra ven naast haar man, Billy Caven dish. Zo eindigde de geschiedend van de tweede dochter van de fami lie Kennedy in een volslagen trage die. Joseph Patrick Kennedy keerd< «Heen terug naar huis. Hij reisdt per schip en tijdens de overtocht verliet hij slechts zelden zijn hut en sprak sporadisch met zijn mederei zigers. Bij zijn aankomst haalde hij tegen de verslaggevers zijn schou ders op. „Niets heeft meer enigt betekenis", zei hij. „Ik heb niets tc zeggen".. Zijn dochter Patricia wachtte hen aan de kade op. Ze kusten elkaa zwijgend en liepen zonder iets t< zeggen naar de lange zwarte auto Rose, de moeder, wachtte thuis ei naar haar ging hij toe. (Wordt vervolgdKathleen Kennedy met haar man en bruidsjonker Joe Kennedy jr.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 7