Het verhaal
van
Mary a S.
Burgemeester van
Fijnaart
kanshebber
voor Tholen
Voor alle bankzaken, zoals:
DEN
F.van Lanschot
ONDERVOEDING EN
TEKORT EIWITTEN
BEDREIGEN WERELD
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
Sojoez-Saljoet
mogelijk
maand in ruimte
binnenland
buitenland
FAMILIE
GROTE FABRIEK
Rapport naar V.N.:
ROND
HET
BINNENHOF
Weinig aandacht
Dan toch
(de andere bank voor alle bankzaken)
Als u uw bankzaken wilt laten regelen
waar Persoonlijke Service geen modewoord is
en waar men aandacht heeft voor het kleinste detail,
neem dan eens kontakt op met Van Lanschot,
Bankiers anno 1737.
Rekening-courant
Beleggingsadviezen
Betaalcheques
Safeloketten
Vreemd geld en reischeques
Korte-Termijn-Rekening
Spaar-Girorekening
Deposito's
Vele spaarmogelijkheden
Kredietverlening
Aan- en verkoop van effekten
Hypotheken en leningen
Bewaarneming
Alle verzekeringen
Breda: Veemarktstraat 44
Tel.: 01600-25844, postgiro 2275570
Wehrmann
Meer vent
mam
"fyriN/O
iosmalen.
rpleegster,
Is je in het
AOLV of
ng net als
Driefje naar
terleiding-
i 1e jaars
aan deze
igelijkheid
ssistente
2001
rdam
rospectut
•n op
i, 't-Gravenhag*,
verkrijgbaar.
ANDSBANK N.V.
lofden en 60
egkundige
iten.
at de aan te
voor liet
i. Ook de
vormt een
ie verpleging
rkeur een
an leiding.
ichtingen,
;t verschijnen
Gils van het
ZATERDAG 12 JUNI 1971
Het verhaal van Marya S., die met haar zoontje
van acht in een caravan woont op een fabriekster
rein ergens in West-Brabant. Zij is een Joegoslavi
sche. Op 16 juni 1969 kwam ze in Nederland. Ze
was toen 25. Het was een hele overgang voor Ma
rya, dat werken op een fabriek. In haar eigen klei
ne dorp in Joegoslavië had ze altijd op het land
gewerkt. Maar Holland beloofde zoveel meer. Hier
kon ze zelfstandig zijn, geld verdienen en de pro
blemen vergeten die haar van jongsaf hadden ach
tervolgd. Straks zou ze ook de kleine Dusko naar
Nederland halen en misschien vond ze in Holland
ook wel een nieuwe vader voor hem.
Dit wordt een verward verhaal.
Want de vrouw die het vertelt, heeft
haar vele ervaringen nog lang niet
verwerkt en wie is die Hollander die
nu weer met haar praat? En ze kan
niet uit haar Hollandse woorden ko
men en wat wil die man eigenlijk.
Is hij een van de vele instanties met
wie ze nu al te maken heeft gehad?
En dat diende immers allemaal tot
niets. Zal ze maar weer niet terug
gaan naar haar eigen land? Naar de
armoede en de eenzaamheid?
Want eenzaam moet ze wel zijn ge
weest in Radalj. Als ik het goed be
grijp was ze een onwettig kind. Maar
dat probleem is niet zo groot. Ze
ging naar school tot ze acht jaar was.
Toen begon het werk op het land.
Haar vader had toen het gezin al ver
laten. Die was partizaan geweest tij
dens de oorlog, maar daarna was hij
zichzelf niet meer geweest. Geen
werk meer, raakte aan lager wal.
Verliet z'n gezin in 1950 of daarom
trent^ En trouwde daarna nog twee
keer. Als we het goed begrepen heb
ben tenminste.
Maar haar moeder was er nog. Tot
Marya 23 was. Toen liep ze op een
morgen onder een trein. Marya mocht
het lijk niet meer zien van de dokter.
„Haar armen en benen waren van
haar romp gescheurd," had de dokter
gezegd.
Én grootmoeder en grootvader.
Want een familie leeft dicht op elk
aar in dat verre Joegoslavië, waar je
Je als toerist zo lekker kunt voelen,
in die kalme feodale sfeer. Groot
moeder hing zichzelf op. Maar dat is
al jaren geleden. Marya was toen 20.
Grootmoeder zag het allemaal niet
meer. Het was haar teveel geworden.
Dat acht van de negen kinderen die
ze ter wereld had gebracht, haar niet
meer hadden overleefd. Omgekomen
in de partizanenstrijd of zo maar aan
een ziekte of een ongeval. En groot
vader. Zelfs voor Marya, die in haar
land nauwelijks andere dan autori
taire toestanden kent, was grootvader
te bar. Feodaal, agressief, een bruut
en een dronkaard. Hij stierf in 1964.
Toen drie jaar later haar moeder ook
niet meer wilde leven, werd ze er
gens ondergebracht bij familie.
Op 18 juni 1963 werd Marya zelf
ook moeder. Was ze getrouwd met de
vader van de kleine Dusko? Het
wordt uit haar verhaal niet duidelijk.
Duidelijk is wel dat de man niet bij
haar bleef. Ze zegt: hij was al ge
trouwd. Ze zegt: hij verliet mij drie
maanden voor de bevalling. Dusko is
nu negen maanden in Nederland.
Toen z'n moeder naar Nederland ver
trok werd hij ondergebracht bij een
familielid. Want Nederland is niet
erg gesteld op gastarbeidsters met
kinderen. Nederland heeft zelf kin
deren genoeg en die vrouwen zijn
hier om te werken voor onze econo
mie en kinderen kosten geld.
In Nederland ging de hemel niet
open. Daar kan niemand wat aan
doen. Natuurlijk hadden de Holland
se ronselaars het haar allemaal eer
lijk verteld. Over het loon en zo en
over het huis waar de fabriek haar
zou onderbrengen. Maar het was al
lemaal zo gauw gegaan en misschien
had ze het ook allemaal niet goed be
grepen en alles was trouwens beter
dan dat kleine dorp met die dode
moeder en die verdwenen vader en
zij alleen bij haar familie met Dusko,
haar kind.
Ze hield zestig gulden per week
over in Nederland. En dat was altijd
nog meer dan in Joegoslavië. Maar
met zestig harde guldens doe je zo
weinig in dat harde Holland. Dat had
Marya al gauw in de gaten, al lijkt
het erop of ze geen verstand heeft
van geld. Een maand of vier werkte
ze met een stel andere Joegoslavische
meisjes op die fabriek in West-Bra
bant.
Een nogal grote fabriek, waar ze
echt geen aandacht kunnen besteden
aan de privé-problemen van al die
Marya's en Gabriëla's, die hier im
mers vrijwillig naar toe zijn gegaan!
En dat ze met z'n zessen op een ka
mér moeten wonen! Waren ze het
thuis soms zoveel beter gewend? En
dat de fabriek ze een boete laat be
talen als ze onderling ruzie maken?
Kom, kom, Joegoslavische meisjes
zijn van jongsafaan met de knoet op
gevoed. Ze zijn de harde hand ge
wend en als je ze de vrijheid geeft
denken ze dat je zwak bent. Nee, een
streng regime, dat zijn ze gewend.
En dat ze met mannen willen om
gaan? Pas op, daar komen kinderen
van en wie zal het werkverlet beta
len en wie draait er op voor de kin
deren? Ze zijn hier gekomen om te
werken. Ze krijgen hun ontspanning,
maar ze zullen dan wat eenzaamheid
op de koop toe moeten nemen. En
vrouwen bij elkaar maken immers al
tijd ruzie. Daar moet je niet te zwaar
aan tillen.
Marya tilde er wel zwaar aan. Met
twee andere meisjes ging ze naar een
andere fabriek, een kleinere. Daar
werkt ze nu nog. Ze verdient er zo'n
150 tot 170 gulden in de week. Dat
hangt af van d'r overuren. Ze mocht
van haar werkgever in z'n caravan
gaan wonen. Vlak bij z'n huis op het
terrein van de fabriek. Een jaar lang
leek alles goed te gaan. Zij met die
twee anderen in de caravan.
Maar het liep mis. De twee anderen
raakten in contact met landgenoten.
En die kwamen op bezoek in de cara
van. En een werkgever is wel goed
maar niet gek. Op een dag werden ze
op staande voet ontslagen.
Marya mag blijven. Heel alleen in
die caravan, twee kilometer van het
dichtstbijzijnde dorp. En er komen
bordjes met „Verboden toegang" rond
het fabrieksterrein en het wordt haar
verboden om bezoek te ontvangen. En
's nachts mag ze niet wegblijven, ook
niet in de weekends. Tenzij ze uit
voerig tekst en aanvaardbare uitleg
weet te geven aan haar baas. Maar
de kleine Dusko mag overkomen en
de baas of zijn vrouw brengen hem
zelf naar school toe en de baas waar
deert Marya in haar werk en eigen
lijk mag iedereen haar graag. Mis
schien is Marya zich daar niet eens
van bewust. Dat eigenlijk iedereen
haar graag mag. Maar wat schiet ze
daar eigenlijk mee op? Ze is een
zamer dan ooit. Ze kan met niemand
praten zoals vroeger met de meisjes
uit haar dorp. Ze is een vreemdelinge
en alleen met haar nukkige maar
intelligente kind.
Ze weet niet precies wat haar
klachten zijn als ze bij de dokter
klaagt dat haar haren uitvallen. En
de dokter geeft haar een zalfje. En
de dokter stuurt haar door naar een
specialist in Breda. Natuurlijk, het
zijn de zenuwen, de spanningen van
de eenzaamheid, van het isolement in
die vreemde wereld waarin men echt
wel aardig voor haar is, maar waar
ze helemaal zichzelf niet mag zijn.
Eenzaam in die caravan op dat grote
fabrieksterrein met die leegte 's nachts
en in de weekends.
Wat heeft ze hier toch in godsnaam
eigenlijk gezocht? Ze is een gevan
gene. Maar Marya weet alleen maar
dat d'r haren bij bosjes tegelijk uit
vallen en de specialist behandelt Ma
rya's hoofdhuid.
Bij de maatschappelijke diensten
weten ze dat er iets anders aan de
hand is en via een Nederlandse
vriend zoeken ze naar een oplossing.
Een andere baan? Of onderdak met
meer vrijheid in Breda? Er wordt een
tehuis voor haar gevonden, waar ze
een kamer kan krijgen voor zichzelf
en haar zoon. Maar het huis kent z'n
strenge regels en vier nieuwe muren
brengen geen oplossing aan wie zo
ontworteld is als Marya.
Mevrouw S. gaat 19 juli met vakan
tie naar Joegoslavië. „Misschien heeft
ze wel geen zin om terug te komen,"
zegt de maatschappelijk werkster.
JAN HÜSKEN.
NEW YORK (Reuter) Een
groep van zeven deskundigen inzake
de ontwikkelingshulp, onder hen de
Amerikaanse Nobelprijswinnaar Nils
Borlaug, heeft een ernstige waar
schuwing doen uitgaan dat onder
voeding van eiwitten een zodanige
crisisvorm heeft aangenomen dat
van een „bedreiging voor de vrede
en stabiliteit in de wereld" moet
worden gesproken. De wereldge
meenschap kan alleen met de groot
ste risico's aan deze bedreiging
voorbijgaan, zo stellen de zeven in
een rapport aan de economische en
sociale raad van de Verenigde Na
ties.
In een begeleidend schrijven zegt
secretaris-generaal Oe Thant de me
ning te delen „dat dit probleem een
van de grootste tragedies is waar
voor de ontwikkelingswereld zich
gesteld ziet, nu en in de rest van
deze eeuw".
De groep die onder leiding staat
van de Indiase 'minister voor ont
wikkelingszaken, Chidambaram
Subramaniam, bevat deskundigen
uit Indonesië, Chili, Zweden, Ghana
en Frankrijk. De Amerikaan Nils
Borlaug hoofd van het internationaal
centrum voor verbetering van maïs-
en tarwe-verbouw in Mexico, won
in 1970 de Nobelprijs voor zijn pres
taties op het gebied van de ontwik
keling van granen.
De deskundigen stellen in het rap
port voor dat de Verenigde Naties
een internationale beweging op
gang brengen voor „gezamenlijke
doelmatige en langdurige actie om
de eiwit-crisis te boven te komen",
Ondervoeding van eiwitten is vol
gens het rapport „de grootste ver
oorzaker van sterfte onder de zuige
lingen en kinderen in de ontwikke
lingslanden. Deze sterfte is van ont
stellende omvang en vormt een
scherp contrast met de vooruitgang
die is geboekt bij het verlagen van
het sterftecijfer onder de ouderen.
In de meeste ontwikkelingslanden
sterft 25 tot 30 procent van de
kinderen voor het vijfde levensjaar'
9 (Van onze Haagse redacteur)
DEN HAAG Temidden van alle
drukte over de kabinetsformatie
hebben drie Tweede-Kamerleden
deze week toch nog kans gezien
aandacht te besteden aan Zuidwest
nederlandse gebeurtenissen. Men
heeft het al in ons blad kunnen
lezen: maandag stelde de socialist
H.M. Franssen vragen naar aanlei
ding van het buiten de gemeente
raad om in het leven roepen van de
woningstichting Borsele, twee dagen
later volgden zijn fractiegenoten
mejuffrouw N. Barendregt en de
Westbrabantse afgevaardigde J.W
Spinks met vragen over de uitbui
ting van Joegoslavische gastarbeid
sters in West-Brabant.
Wat de eerste zaak betreft heeft
de burgemeester van Borsele inmid
dels getracht de scherpe kantjes er
wat af te praten, maar dit heeft er
toch niet toe geleid dat vragensteller
Franssen anders over de zaak is
gaan denken. En het gelijk lijkt
vooralsnog aan zijn kant: dè ge
meenteraad in principe te laten be
sluiten het woningbezit aan een op
te richten vereniging over te dragen
en dan achteraf meedelen dat er een
stichting is gevormd, lijkt al te dui
delijk op ondemocratisch handelen
door b. en w. Ik ben derhalve be
nieuwd wat de ministers Schut en
Beernink er van te zeggen heb
ben.
Nog benieuwder ben ik naar het
antwoord van hun collega Roolvink
op de vragen over de uitbuiting van
de Joegoslavische meisjes. Te meer
omdat mejuffrouw Barendregt en de
heer Spinks de bewindsman hebben
gevraagd in welke bedrijven zich de
gevallen van zware onderbetaling
hebben voorgedaan. Me dunkt, dat
zoiets best bekend mag worden en
als de stichting bijstand buitenland
se werknemers West-Brabant zich
(om ook wel weer te begrijpen re
denen misschien) op de vlakte
houdt wat dit betreft, moet de mi
nister het maar zeggen.
Dit regionieuws heeft ondertussen
In Den Haag natuurlijk betrekkelijk
weinig aandacht gekregen omdat
professor P. Steenkamp druk met
informeren bezig is. Hij kwam het
vorige weekeinde met een memo
randum op de proppen, dat maandag
werd gepubliceerd. Het stuk bevat
geen nieuws over Zuidwest-Neder
land, althans geen nieuws waaraan
dit gebied ook maar enig houvast
heeft. Zuidwest-Nederland duikt
zegge en schrijve éénmaal in het
memorandum op en er wordt dan in
het kader van ruimtelijke ordening
van opgemerkt dat dit gebied een
„meer beheerste ontwikkeling" moet
doormaken in de komende kabinets
periode. Dat is een alleraardigste
kreet, maar meer dan dat is het dan
ook niet, want niemand in Den Haag
sohijnt op het ogeniblik de precieze
strekking ervan te doorgronden.
Zelfs gesprekspartners in het infor
matiegesprek vragen zich af wat
nou precies wordt bedoeld, zo be
greep ik van Steenkamps woord
voerder, rijksvoorlichtingsdirecteur
Van de Wiel.
Wel is duidelijk geworden dat in
dit verband met Zuidwest-Neder
land ook het Waterweggebied rond
Rotterdam wordt bedoeld. De op
merking in het memorandum hoeft
dus niets of niet veel te betekenen
te hebben voor Zeeland en West-
Brabant.
Tenslotte nog een aardig nieuwtje
voor Tholen. Over een dag of veer
tien, zo verzekerde een woordvoer
der van Binnenlandse Zaken mij
zal bekend worden wie burgemees
ter van Tholen wordt. Dat is dan
ook niets te vroeg, want zoals be
kend gaat 1 juli de nieuwe gemeen
te Tholen functioneren. Intussen
blijft het gissen wie minister Beer
nink op deze post zal benoemen, een
„autochtoon" of iemand van bui
ten.
Voorzover mijn informaties strek
ken gaat de voorkeur van de meeste
Tholense raadsleden uit naar een
man van buiten, bij voorkeur ie
mand die al bestuurservaring heeft
in een wat grotere gemeente. Wat
de politieke kleur van Tholens toe
komstige eerste burger betreft
wordt gedacht aan de CHU en die
wens nu kan ook gehonoreerd wor
den door een Tholenaar te benoe
men. Beide autochtone kanshebbers,
Poortvliets burgemeester W. van
Doorn en burgemeester J. van Boeij-
en van het stadje Tholen, zijn CHÜ-
ers. Van hen kan echter weer niet
worden gezegd, dat ze bestuurserva
ring hebben in een flinke gemeente,
Zou het dan toch burgemeester mr.
E.P. van Veldhuizen uit Fijnaart
worden?
EGBERT ZIJLEMA
(ADVERTENTIE)
Van Lanschot
is in Breda
Bankiers Anno 1737
's-Hertogenboscb - Breda - Eindhoven - Tilburg - Vught
Affiliaties:
Amsterdam, Vermeer Co. Bankiers.
Den Haag, Bankierskantoor Staal Co. N.V.
Roosendaal/Etten-Leur, J.Luykx Bankiers N.V.
Brieven vooi cieze rubriek moeten met vol
ledige naam en adres worden ondertekend. Bij
publicatie zullen deze vermeld worden. Slechts
bij hoge uitzondering zal van deze regel wor
den afgeweken. Naam en adres zijn dan bij
de redactie bekend. Publicatie van brieven
(verkort of onverkort) betekent niet dat de
redactie het in alle gevalleneens is met ii»*
houd, c.q. strekkina.
Een dienstplichtig soldaat der kon,
landmacht wordt anno 1971 wegens
weigering zijn lange haar te laten
afknippen veroordeeld tot 2 jaar ge
vangenisstraf. Zulks in een land
waar principiële dienstweigeraars al
jaren met veel begrip en considera
tie worden begroet, zo niet tot een
soort van nationale helden uitgeroe
pen. Onzaliger beslissing had de
krijgsraad dan ook moeilijk kunnen
nemen, zelfs al was er overigens
met de jongen hoegenaamd geen
wind te bezeilen geweest. Begrepen
de heren van dat college dan nog
steeds niet dart hert leger op heden
wel verre van populair is en dat
hunuitspraak koren op de molen
betekent voor al dan niet principiële
vredesapostelen, olie op het heilige
vuur der zogenaamd geweldloze re
volutie? Men zou haast gaan veron
derstellen diait zij het te goed begre
pen, c.q. uit pure balorigheid maar
weer eens „een voorbeeld" zijn gaan
stellen. Maar dan zouden zij de za
ken, waar zij heten achter te staan,
orde, vrede, vrijheid, bij deze gele
genheid toch wel een bijzondere
slechte dienst hebben bewezen. Een
kind kam immers wel aanvoelen, dat
de hier opgelegde straf gewoonweg
niet in verhouding staart tot het ge
pleegde vergrijp. In het Rode Leger
schijnt een eenvoudig schouderopha
len of een ironisch glimlachje reeds
voldoende voor een enkele reis-Si-
berië. En zulks geldt daar heus niet
alleen voor dienstplichtige militai
ren. Maar moet het hier nu ook
zover komen? Het gaat thans ten
slotte minder dan ooit om het haar,
dan oim hetgeen er onder zilt.
BREDA
L. PISON
Laten we even heel duidelijk stel
len, dat het lange haar van het
jongetje Wehrmann in wezen geheel
buiten de discussie staat; waar hij
voor gestraft werd is doodgewoon
voor dienstweigering of muiterij. Of
hij gemillimeterd of met vlechten
rond wil Lopen, is vermoedelijk iets
waar alleen zijn ouders Zich ten
nauwste bij betrokken voelen en
wellicht maakt het enig verschil utt
voor zijn verdere carriëre.
Waar het omgaat, is dat deze
knaap zijn haardracht aangrijpt om
zijn eigen zin te doen en lekker
tegen de establishment aan te trap
pen. En daarbij noig zoveel adhesie
ondervindend, dat is nogal niet hart
verwarmend! Hij vergeet echter, dat
hij, opgeroepen voor het vervullen
van zijn dienstplicht, half en haif
„man" begint te worden, d. w. z. dat
hem volwassen verantwoordelijkhe
den moeten kunnen worden toever
trouwd.
Opgeleid worden voor militaire
dienst is een serieuze zaak, en me
nigeen, die op dit moment springle
vend rondloopt, heeft dat te danken
aan het feit, dat hij in kritieke
situaties zijn opleiding tot steun had
om zijn leven (en soms dat van
anderen) te redden.
Voor het onsympathieke bedrijf,
dat militaire dienst nu eenmaal is, ds
een maximum aan beveiliging ge
vonden in de uitrusting, de kleding,
de camouflage etc. Dat in het belang
van de eenling en meestal in dat
van zijn collegas. Zo ook de disci
pline en de drill, die je dn gevaarlij
ke momenten kunnen behoeden voor
paniekreacties, dat zijn allemaal za
ken, waaraan je je zult moeten on
derwerpen, of je dat nu leuk vindt
of niet, dat is een maatschappelijke
plicht, waarop in deze gefrustreerde
wereld van tijd tot tijd een beroep
moet worden gedaan.
Ik geef toe, twee jaar gevange
nisstraf is erg zwaarvoor zo'n pu
ber-gril. Als ik zijn commandant was
geweest, had ik hem dan ook maar
gauw even door de kapper laten
kortwieken. Als hij dan een week
end had uitgehuild, was hij er over
heen geweest, en had hij verder
twee jaar gelegenheid gehad om een
beetje meer vent te worden-
BREDA
L. G. ROCKX
MOSKOU (AP) De mannen die
tot nu toe de langste ruimtevlucht
hebben gemaakt, zijn de Sovjet-kos
monauten Nikolajew en Sewastia-
now, die in juni 1970 18 dagen
hebben rondgezweefd in de Sojoez-
9. Deskundigen hier achten het niet
uitgesloten dat de huidige Sojoez-
Saljoet combinatie nog langer zal
wegblijven, misschien zelfs wel een
hele maand.
Een geleerde die gisteren door
Tass werd ondervraagd zei dat het
grootste probleem waarmee een kos-
mo- of astronaut in de ruimte te
maken heeft, dat der gewichtloos
heid is. Hij meende dat men lang in
de ruimte zal kunnen werken, in
een staat van gewichtloosheid, „door
eraan te wennen", als men natuur
lijk lichamelijk in een uitstekende
conditie verkeert.
Dat wennen was nog niet gebeurd
met de mannen van de Sojoez-9.
Maar hoe lang was hier dan wel
voor nodig? „Dertig, 50 of misschien
wel 100 dagen", antwoordde de ge
vraagde, Vasili Parm.
Maar het antwoord op de vraag
zou spoedig kunnen worden gege
ven, meende hij te weten.
«ft*