18.
HOE ZIT HET NU EIGENLIJK MET
DE LEERLINGENRADEN?
Europa bedreigt hegemonie van V.S.
ALMACHT
EN
ONMACHT
LUCHTVAARTINDUSTRIE DAAGT AMERIKANEN UIT
wij
nu
nu
wij
WÊmÊÊÊm—ÊmÊ—m
jongeren
pagina
FIRMA
PEETERS
Het Wapen
van Teteringen
Weekend-tip
Plate-service
7,50
WERKDAGEN
jonge
landbouwer
passende
betrekking
ERVAREN
CHAUFFEURS
timmerlieden
ADVERTEREN
DOET
VERKOPEN
99????
Oók Rusland
Specialiseren
door
dr. corn, vortic
»von
is gevestigd op
ivan Oudenbosch,
en Oudenbosch.
hg vanaf de weg.
0.15-21.45 uur
0.15-21.45 uur
0.15-21.45 uur
0.15-21.45 uur
10.15 21.45 uur
0.15-17.30 uur
12 TOT 5 UUR
ZATERDAG 5 JUNI 1971
vraagt voor Duitsland
TIMMERLIEDEN
ESTRICH-
VLOERENLEGGERS
INSCHALER-
COLLOMMERS
DAKDEKKERS en
HULPEN
METSELCOLLOMMERS
CABELMONTEURS
MEUBELMAKERS
TEGELVLOERLEGGERS
moet estrieh
STUCADOORS
HULP ARBEIDERS
Laumelden zaterdag Dik-
ichei, Zundertseweg 35, Et-
Iten. Tel. 01608-367 1 08800-
21035.
Oosterhoutseweg 118
TETERINGEN
Café-Restaurant
Speeltuin
Kinderboerderij
Sdackbar
en pony-rijden.
Kippesoep
Gebakken aardappelen
Sla
iBiefstuk met champignons
Coupe ijs met slagroom
Grote parkeerplaats
en prettige bediening.
|\7eem gerust U kinderen
[meeook voor hen een
[speciaal diner vanaf 3,25.
Iln verband met fout in het
[Kanton herhaling van ad-
vertentie.
[Tijdens de vakantie van
[Dokter Th. v. d. Bilt wordt
luitsluitend waargenomen
poor
Dokter van Groenendaal
Dokter Viinlk
Dokter van Hasselt
Doktor Roks.
Welke makelaar kan
helpen aan een voor hem
.b.v. diploma M.l.S. en
MULO.
Br. onder nr. RG 3747 E.
Wij vragen wegens uit
weiding van ons wagen
park enkele
zowel voor trailer als voor
wagen met aanhanger.
Fa. J. A. BROEDERS
en ZN.
De Vlicrt 26 - Dorst
tel. 01611-551
GEVRAAGD
ZEER HOOG LOON
Aanmelden
Loevensteinstraat 21
Oosterhout
Voor mij hoeft het niet meer, een
leerlingenraad! Wat heeft die nu
eigenlijk gedaan de afgelopen jaren?
Bijna elke week zaten enkele
fanatiekelingen in een lokaaltje te
ouwehoeren over wat er veranderd
moet worden. En wat hebben ze
veranderd? Geen bal! De rector met
i'n clubje beslist tenslotte toch
altijd. Waarom zit je dan in zo'n
raad, als je in feite toch niets in te
brengen hebt?
Dit hoor je vaak zeggen als er
iemand in de klas over de
leerlingenraad spreekt.
Maar als iemand het niet eens is
met het huidige beleid van de
leerlingenraad, waarom komt hij of
jij dan niet eens op een vergadering
om zijn of haar zegje te doen?
Daar heeft echter niemand tijd
voor, iedereen heeft het ontzettend
druk. Ik vraag me wel af waar al
die mensen dan 's avonds zitten, als
„De Traploes" wegens publiektekort
op het randje van de afgrond staat,
bioscopen klagen over te weinig
publiek, schouwburgen te weinig
jong publiek zien, clubs bij bosjes
sterven en cafés 's avonds toch niet
afgestampt vol zitten?
Men heeft in elk geval geen tijd
om eens een uurtje mee te praten
over zaken waar men een paar
maanden geleden nog voor op de
barricade.stond. Want toen was het
iets nieuws, toen moest je wel, als
je je een beetje status wilde
aanmeten, voor algehele
democratisering op alle fronten zijn.
Toen stond iedereen met gekleurde
boekjes te zwaaien ^aar nu blijkt
dat de war e inzet met is
doorgedrongen. Het gaat nu te
langzaam en dus is het ndet meer
interessant.
Twee jaar geleden werden, in
navolging van de
ondernemingsraden en ander zulk
knolgewas, op bijna alle scholen
leerlingenraden opgericht Ijverig
begon men met het opstellen van
statuten. Overal hoorde je over
inspraak, de massa moest tegen de
autoritaire troep ingaan en het niet
langer nemen geïndoctrineerd te
worden. Na uren lang gezwam over
die noodzakelijke statuten begon
men met de behandeling van het
wetsvoorstel over inspraak op
scholen.
Leuk, maar toch een zoethoudertje
van de regering. Want van al die
„adviezen" van alle Nederlandse
leerlingenraden is weinig terecht
gekomen, mede door onze soepel
lopende bureaucratie.
Hier en daar ontstonden nu al
ongeduldige stemmen van mensen
die maar niets merkten van
democratisering. En plots moest elke
school alsof het afgesproken was
een koffdeautomaat hebben.
Natuurlijk hadden onze vrienden
autoriteiten daarop gerekend 'die
mensen zijn niet helemaal gek),
maar toch pro-beerden zij de
aanschaf van diiit manster met
allerlei haarkloverijen en
touwtrekkerij en uit te stellen.
(Zoethoudertje: men was toch al
van plan zo'n ding aan te
schaffen).
Zo, dat hadden we dan, maar nu
blijkt de koffie toch niet zo goed te
smaken als die Braziliaanse koffie
van moeders thuis (waarop de
Amerikanen zo lekker veel hebben
verdiend) en dus wordt het ding
nog maar weinig gebruikt (tenslotte
kost zo'n bekertje
maagzweerverwehker toch nog een
kwartje.)
Toen elke school zijn
overwinningstrofee binnen had, wist
men over het algemeen niet meer
wat men verder nog kon doen. De
interesse van de leerlingenraden
neemt met rasse schreden af. Op
vele scholen draaien leerlingenraden
nog maar zeer kort. Men kan
Immers toch niks tegen het
establishment doen- Hier en daar
draait nog een leerlingenraad op
enkele idealisten die de logge massa
weer in beweging willen brengen,
maar dan voor de ware
doelstellingen der democratie- Want
democratisering houdt niet op bij
een koffieautomaat en is ook niet in
enkele jaren te verwezenlijken. Het
moet evolueren, maar de snelheid
van deze evolutie wordt door ons,
leerlingen bepaald, nl. door de
pressie en opbouwende kritiek die
wij eigenlijk zouden moeten
uitoefenen.
Een bijna identiek verhaal als
hierboven zou men voor
ondernemingsraden kunnen
ophangen waar men ook al niet
verder meebeslist als over
koffieautomaten en het wassen van
de gordijnen van de kantine. Maar
de schijn van democratie is er en
daar was het het establishment om
te doen. Als het volk maar tevreden
is en daarvoor wordt ook nu nog het
oud Romeins principe gebruikt om
met brood en spelen (voetbal b.v.)
het volk zoet te houden.
CEES VAN DE GRIFT
(Uit „Rompslomp", schoolblad van
de Rijksscholengemeenschap te
Breda).
Vandaag een hele Wjj-nu-nu-wij-pagina over schoolraden. We
hebben een aantal mensen van diverse schooltypen bereid ge
vonden hun mening te geven over het functioneren van zo'n
raad op hun school. Het beeld dat uit hun geschriften naar voren
komt is niet erg optimistisch. Als de schoolraad op jouw school
meer heeft bereikt dan de plaatsing van een koffieautomaat of
als jij bepaalde ideeën hebt hoe een schoolraad beter zou kunnen
functioneren, dan horen we dat graag. We komen op deze zaak
beslist nog eens terug.
Omdat er nog geen orgaan bestaat
dat werkelijk mee mag beslissen,
over school- en onderwijszaken, is
er van democratie in het onderwijs
nog helemaal geen sprake. (Het is
toch eigenlijk te gek, dat het
onderwijs dat er voor ons is, ons de
wet kan voorschrijven).
Toch willen wij, de leerlingen,
wel iets te vertellen krijgen, maar
dit kan alleen als wij steun krijgen
van alle andere leerlingen. Hier nu
gooit de leerlingenraad roet in het
pten, want alle zaken waarmee
iedereen zich bezig zou moeten
houden worden nu op de
leerlingenraad afgeschoven.
Hierdoor worden de leerlingen die
niet in deze raad zitten steeds
ongeïnteresseerder.
Zo gauw de leerlingen zich meer
bewust worden vain de gang van
zaken en het doel van het huidige
onderwijs, kunnen ze zich laten
vertegenwoordigen in een
keerlingenraad, die dan veel beter
kan functioneren omdat die dan
Dewuste en geïnteresseerde mensen
achter zich heelt En dan kan die
leerlingenraad proberen wat te
vertellen te krijgen.
WIM DE RAADT (RHBS)
99999999
De leerlingenraad moet m.i. een
uit de leerlingen gekozen,
democratisch werkend orgaan zijn
dat:
1. De leerlingen bewust maakt
van de situatie op de diverse
onderwij sdnstelldngen zoals die nu is
er zijn nog steeds, op middelbare
schoten klassen van 30 leerlingen,
leraren die - nog steeds - elk
werkelijk contact met de klas
missen e.d.)
2. Behalve voor een interne
democratie ook voor een externe
democratie gaat zorgen (Gelijke
onderwijsmogelijkheden voor
ledereen)
3. Zorgt voor betere communicatie
(mogelijkheden) tussen leerlingen
onderling, tussen leerlingen en
leraren; en tussen leerlingen en
schoolleiding.
Op dit ogenblik voldoet geen
enkele leerlingenraad aan deze
punten. D;it is trouwens iets wat Je
volgens mij op een langere termijn
moet zien, maar er moet gewoon
voor gewerkt worden. Zorg dat je
niet bij de passieve massa gaat
behoren, maar uit je mening eens.
MARJOLIJN BOSMAN (HAVO)
Een leerlingenraad moet er zijn-
Men wil dat hij bestaat. Acties van
1-2 jaar terug getuigen ervan. Nu
zijn ze er dan eindelijk, zelfs door
de wet verplicht gesteld. De direkte
toestand van de meeste raden op dit
ogenblik is hopeloos. Wat zijn de
oorzaken daarvan? Zijn ze ingesteld
om bepaalde bevolkingsgroepen
tevreden te stellen?.
Als je het ontwerp van het
reglement van de staatssecretaris
van onderwijs en wetenschappen
aan een nader onderzoek gaat
onderwerpen, kun je inderdaad tot
bepaalde conclusies komen. Wat
hierin te vinden is over
leerlingenraden is zeer weinig.
De belangrijkste oorzaak van het
niet functioneren van de
leerlingenraad is dat hij op geen
enkel gebied enige
verantwoordelijkheid heeft. Er zou
een schoolraad moeten komen met
een bepaalde mate van
verantwoordelijkheid. Natuurlijk is
het miet'mogelijk dat ineens 25
mensen het in een school voor het
zeggen krijgen. Er moet een kern
gevormd worden die de
uiteindelijke verantwoordelijkheid
krij gt. De schoolraad bestaat dan uit
vertegenwoordigers van L.L.R.,,
oudercommissie, lerarenraad,
plus rector en personeelsraad.
De kern bestaat verder uit
mensen van deze groepen, die zich
dan zeer intensief met alle
schoolzaken gaan bezighouden. Het
is in ieder geval nog lang niet zo ver.
De rector heeft de verantwoording,
neemt dus alléén de meeste
beslissingen en de L.L..R is voor de
rest een zaak die nog ver af is van
haar allereerste wens n-L inspraak
en democratie!
2) De punten die dn de statuten
voorkomen klinken zeer
tegemoetkomend en verleidelijk- In
veel gevallen zijn ze voor
verschillende interpretaties vatbaar.
In de praktijk komt er ook weinig
of niets van terecht
3) Ook zou ik de „ronde buikies"-
theorie aan willen voeren. Het is op
het ogenblik zo dat, tengevolge van
de toenemen-de welvaart, er een
duidelijke afname merkbaar is van
kritisch denken, creativiteit,
activiteit, op welk gebied dan ook
„Het belangrijkste is het eigen ego:
Kom niet aan mijn belangen, zorg
dat Ik er niet op achteruit ga, zorg
dat mijn buikje rond wordt, voor de
rest interesseert me niets en
niemand".
Onder deze denktrant hebben een
leerlingenraad, een schoolblad etc.
veel te lijden. Het zit hem voor een
groot deed in de mentaliteit van de
leerlingen zelf! En die zie ik in de
naaste toekomst nog niet
veranderen. Daarom zal een
beweging als de leerlingenraad
gedoemd zijn te sterven. En
niemand die er iets van zal
merken.
BéROUL MEIBOOM
Als enige reactie op het hiernaast
geplaatste stuk over het nut van de
leerlingenraad, wilde ik zeggen dat
zo'n raad zeer effectief kan zijn
voor het bevorderen van de
communicatie tussen de leerlingen
en docenten.
Op onze school (St.-Jozef MAVO)
Is de raad één a twee keer bij
elka-ar gekomen. Ze heeft bereikt
dat we een koffieautomaat hebben,
waar chocomel uitkomt.
Nogmaals, ik zie echt het nut wel
in van een leerlingenraad, maar dan
moet er wel op de juiste manier
gehandeld worden. Ondertussen is
onze raad weer opgedoekt!
FRANS DE WINTEk (MAVO)
Eindredactie
WILLEM VERHALLEN
Beste Martin,
Een tijdje geleden heb ik hem nog
eens gezien. Het was een regelrechte
confrontatie met een deel van mijn
jeugd en wel dat van „de katholieke
jongen" of liever nog van de „roomse
jongen". Hij is redemptorist en in
dertijd, toen ik veertien, vijftien was
een bekend figuur uit die roemruchte
„jongensretraites" voor scholieren.
Bestaan die nu eigenlijk nog? Nee
toch? -
Drie dagen lang kregen wij dan
een geestrijke beurt, „werd er een
overdaad aan genade over je uitge
stort". Dat gebeurde meestal in sep
tember of oktober, aan het begin
van het schooljaar. Drie dagen lang
kreeg je dan een cyclus te verwer
ken van z.g. confrontatie, dat wilde
dan zeggen: monologen van de pater.
Het was oorlog en er was geen
gelegenheid voor besloten retraites
in Seppe (een begrip indertijd) of
Vught. Drie, vier jaar achtereen wa
ren wij, zo'n veertig jongens, dan
te gast in een van die vage sfeer
loze patronaatsgebouwen of in een
of ander klooster. En daar stond dan
die pater en hield zijn spraakwater
val waarbij hij, traditiegetrouw, een
uitermate ruim gebruik maakte van
termen als: doodzonde, hel, straf,
ziekte, meisjes, zwakke wil, het vlees
enz. enz. Nog zie ik hem daar staan.
De nazomerzon juichte, wait koper
achtig gedempt al, door de ramen.
Bloemen kleurden nog in hun laat
ste hartstocht en over alles lag een
beetje weemoedig verlangen, bij het
vallen van het blad, weet je wel,
een verlangen naar de vrijheid die
buiten smeulde in de nog volle boom
kruinen met toch al iets van een
verkleuring. De pater mat onder
tussen met een onzichtbare centi
meter af waar iets nog net géén en
waar iets nu net wel doodzonde was.
Een voetstap, een oogopslag, een
„vrijwillige gedachte" verder en je
zou de eeuwige verdoemenis over
je afroepen. De draken en de zwa
veldampen uit de helse visioenen
van een of andere heilige werden
er als een soort chantage-middel
ruimschoots bij verstrekt. Hij stond
daar in zijn wat vale en groenge-
sleten toog in een baan goud zonlicht
en hief vaak zijn hoofd iets op en
„sloeg zijn blik ten hemel". En dan
sprak hij weer met een stem waarin
een begaan zijn met de zondaars
zich mengde met een loyaliteit te
genover de verschrikkelijke recht
vaardigheid van de God der nega
tieve kuisheid.
Het was altijd weer een verade
ming om na de conferentie tien
minuten naar buiten te mogen. Dan
zaten we onder de oude beuken
nootjes te zoeken, terwijl het gou
den zonlicht warm op je rug scheen
of speren licht door de brede bla
derkruinen wierp. Dan waren er we]
eens „windmills of your mind" die
je jezelf deden afvragen of er geen
grootser geen méér-horizon-verlich-
tende aspecten aan het christendom
waren, dan die negatieve opdracht
geen onkuisheid te doen. En die
twijfels waren waarschijnlijk meer
geïnspireerd door de Geest-die-on
der-ons-woont, dan door die meet
kundige afbakeningen van zonde en
zaligheid die de eerwaarde pater
ons zo nadrukkelijk als enige waar
heid wist voor te houden.
De halve wereld van die dagen
vas gehuld in vuur en doordrenkt
met bloed. Miljoenen medemensen
werden vermoord als slachtvee voor
wrede en onmenselijke ideologieën.
De haat steeig zo hoog dat steden
zonder enige militaire betekenis in
nachtelijke luchtraids vernietigd
werden. En terwijl er één grote kreet
omhoog steeg om hulp, genade en
herstel van een beetje menselijke
liefde, wist een verkondiger van
Christus' Evangelie mets anders te
doen dan zijn visie op kuis en on
kuis door middel van een zekere
chantage op de gewetensangst, aan
jonge jongens die hem waren toe
vertrouwd, op te dringen.
En nu heb ik hem weer eens ho
ren spreken op een ouderavond. En
wat zei deze man nu?
Een hel? Och, acheen hel! Of
die bestaat? De hel, dat is zo'n groot
woord. Ik denk daar maar niet te
veel aan. Het interesseert mij niet.
De mens heeft toch heel andere din
gen om bezorgd over te zijn? Laten
wij gewoon als mensen leven In
liefde dan is een hel niet meer ter
zake doende".
Er was geen zweem van twijfel
te bespeuren in zijn woorden, net
zoals er dertig jaar geleden in zijn
oraties geen enkele twijfel had ge
klonken toen hij de verschrikkelijk
ste waarheden over de hel over ons
uitgoot.
Weet je wat voor mij nog steeds
een groot vraagteken is? Dit: hoe
is het mogelijk dat zulke mensen
die de opdracht hebben hun mede
mensen te vormen en ze de weg te
wijzen, zo volkomen gespeend kun
nen zijn van een reële zienswijze,
dat ze alleen maar doorgeven wat de
gangbare mening is, zonder zich ken
nelijk ooit af te vragen: wat zeg ik
eigenlijk?, wat doe ik met die men
sen, met die kinderen, die ik maar
laat opnemen wat ik ze vertel. In
wiens naam dring ik anderen die
„waarheden" op?
Kijk, dat is wat mij, goede veer
tiger, die in de wereld van nu leeft,
soms een hand tegen mijn voorhoofd
doet slaan. Hoe heeft men ons, te
goeder trouw en met de beste be
doelingen, zoveel en zulke absurde
ideeën bij kunnen brengen, toen wij,
oorlogsjeugd hunkerden naar be
grip, bevrijding en verwijzing naar
de werkelijke soort verlossing uit
die toen bezeten wereld. En daarom
benijd ik jullie zo vaak. Niet dat
jullie alleen maar waarheden te ho
ren zouden krijgen, o, nee. Maar
voor jullie is er wel een vrijheid,
zijn er wegen om te proberen die
waarheid te vinden, om het aangebo
dene op juistheid en eerlijkheid te
toetsen. Wij moesten langzaam stap
voor stap ontdekken wat een twij
felachtige geschiedschrijving men
ons had voorgehouden. En dan denk
ik aan de bewondering voor figuren
als Franco, Salazar, Dolfuss. Dan
denk ik aan het socialisme en het
protestantisme, aan de Vlaamse be
weging en het twijfelachtige Bra
bantse nationalisme (Edele Brabant
Were Di!).
Wij, van boven de veertig hebben
zowat twintig jaar nodig gehad om
onder een last van hele of halve
waarheden uit de kruipen. En ik
geloof dat jullie dat niet goed kun
nen beseffen, want anders zou de
„lack of communication" tussen oud
en jong misschien niet zo groot zijn.
Misschien
Mijn groeten, Martin.
Bernard.
(Van onze luchtvaartredacteur)
PARIJS Nog maar enkele
jaren geleden schreef de Franse
journalist/politicus Jean-Jacques
Servan Schreiber zijn geruchtma
kende boek „De Amerikaanse uit
daging". Deze week is Amerika's
meest gerenommeerde en inter
nationaal gezaghebbende lucht
vaartweekblad „Avation Week"
helemaal gewijd aan „Europa
de nieuwe zakelijke uitdaging".
Ondanks de kostenversllndende
„vallen-en-opstaan-problemen" van
de „Concorde", ondanks de troebe
len van Rolls Royce, ondanks de
stugge en onwesterse manier waarop
het Sovjet-Russische vliegtuigver
koopbureau „Avia-export" te werk
gaat, ondanks dit alles bloeit de
Europese lucht- en ruimtevaartin-
dustrie. En die bloei gaat ten koste
van de Amerikaanse hegemonie zo
als die al sinds de dertiger jaren
bestond.
Robert Hotz, hoofdredacteur van
•■Aviation Week" en leider van een
aes man sterk (en met zwarte base
hall-petten, in witte letters gemerkt
met AW uitgerust) journalistenteam
op Le Bourget, vindt zelfs dat er
sprake is van „de grootste commer
ciële uitdaging aan het Amerikaanse
leiderschap op het gebied van civie
le luchtvaart sinds de dertiger ja
ren". En dit alles, meent hij, is
duidelijk te zien op de 29ste Parijse
Lucht- en Ruimtevaarttentoonstel
ling op Le Bourget.
De Europese lucht- en ruimtevaart
industrie in dit geval de Westeu-
ropese is opgehouden leentjebuur
te spelen bij de V.S. In het éénrich
tingsverkeer van licenties (van
Amerika naar Europa) is een op
merkelijke kentering gekomen.
Thans vervaardigen fabrieken in
Amerika steeds meer Westeuropese
produkten in licentie zowel op het
gebied van de luchtvaart als van de
ruimtevaart.
Als Amerikaanse luchtvaartex
perts over Europa praten, dan be
doelen zij tegenwoordig daar óók
Rusland mee. Niet zo zeer uit geo
grafische preutsheid en ook niet om
dat de koude oorlog afgelopen is,
maar gewoon omdat het over kei
harde reële feiten gaat.
Zo'n keihard feit is dat de Russen
over een volledig programma civiele
vliegtuigen beschikken dat zij ook
buiten hun eigen (politieke) in
vloedssfeer met kracht van verkoop
argumenten willen gaan slijten
Daarbij komt dat het Sovjet-pro
gramma zelfs uitgebreider is dan
het Amerikaanse: het bevat immers
een supersoon verkeersvliegtuig, de
Toepolev-144- En dat is niet eens de
enige Europese SST. Er is ook nog
de Frans-Britse „Concorde", net te
rug van een supersone, interconti
nentale proefvlucht (naar West-Af-
rika en terug) die alle bestaande
snelheidsrecords halveerde-
De kracht van de Europese lucht
vaartindustrie, economisch aange
voerd door de Franse en technolo
gisch waarschijnlijk nog steeds ge
leid door de Britse, is gelegen in het
sleutelwoord: samenwerking.
Frankrijk zowel als Engeland heb
ben in de afgelopen jaren intern
hun industrieën door schaalvergro
ting versterkt. Alle Franse staatsbe
drijven op lucht- en ruimtevaartge-
bied zijn nu gebundeld. Aerospatiale
voor de vliegtuig- en rakettenbouw
en Sneema voor motoren. In de par
ticuliere sector hebben Dassault en
Brégue tde koppen bijeengestoken.
In Engeland heeft zich eenzelfde
proce3 afgespeeld: British Aircraft
(de Concorde-partner van Aerospati
ale) en de Hawker-Siddely-groep
hebben er nagenoeg alle krachten
gebundeld en zijn gebouwd op de
beroemde namen van weleer.
Nog belangrijker wellicht ls de
vorming van internationale (Europe
se) consortiums. Soms met één be
paald procliufctiedoel, soms ook met
wijdere oogmerken. Het aantal
vliegtuigen dat in Europa door een
internationaal gezelschap fabrieken
wordt gebouwd of ontwikkeld is al
bijna niiet meer bij te houden.' De
Concorde, de MRCA, de Jaguar, de
nu al fameuze Luóhtbus A300B, de
Atlantic, de Alpha-jet, de VFW-Fok-
ker 614, de Fokker F 28 Fellowship,
de Mirage III, een aantal helikopters
etc. etc.
Het allerbelangrijkste echter ls
dat de Europese luchtvaartindustrie
(ditmaal inclusief de Russische) niet
alleen complete programma's begint
te voeren, maar zich bovendien ook
aan het specialiseren is op gebieden
die de VS hebben laten liggen. De
twee belangrijkste daarvan zijn: de
steil opstijgende en landende vlieg
tuigen (waaronder Fokker VFW, de
Dornier 231 en de Russische YAK-
40) en vliegtuigen voor de korte
afstand, maar gebouwd volgens de
modernste technieken en opvattin
gen (de eerdergenoemde luohtbus,
de Dassault Mercure, de Fokker F
28 en de VFW-614).
De werkelijke bedreiging vanuit
Europa voor de Amerikaanse hege
monie is niet eens zo zeer gelegen in
de mogelijkheid dat de Europese
luchtvaartindustrie in Amerika zelf
een marktaandeel gaat opeisen (het
„Volkswagen-effect"), hoewel Ame
rikaanse luchtvaartmaatschappijen
de Concorde of Toepolev-144 wel
móeten kopen als hun Europese con
currenten ermee gaan videgen en
noewel ook op andere gebieden de
Europese industrie voor Amerikanen
aantrekkelijke aanbiedingen heeft
Opschrift op de romp van het
model-op-ware-grootte van de lucht-
bus A300B, dat op Le Bourget te
zien is. Europese samenwerking:
Frankrijk, Engeland. Duitsland en
Nederland
De ergste bedreiging voor de Ame
rikaanse concurrentie is gelegen in
het feit dat het Europese aanbod zo
duidelijk appelleert aan de specifie
ke behoeften in gebieden als Afrika,
Azië en Latijns-Amerika. Wat dit
betreft is het formidabele succes
van de Fokker F-27 Friendship
WIMKOCK
Tegen mijn bedoeling In werd ik
weer eens betrokken in zo'n heftige
discussie waarin niets meer of min
der dan de totale verandering van
de hele wereld op het spel staat. Ik
word daar altijd heel moe en tame
lijk opgewonden van. Want al ben
ik er ook van overtuigd dat er heel
wat aan de wereld veranderd kan
en moet worden dat zijn twee
verschillende zaken ik kan toch
zo'n twistgesprek niet zien als een
bijdrage aan die verandering. Het is
zelfs geen voorbereiding daartoe,
maar eerder een compensatie voor
onze machteloosheid: gewichtige
woorden in plaats van daden.
Het gebeurt ons dat we heel dui
delijk een mogelijkheid zien en dat
we ze toch niet kunnen realiseren.
Dat is ergerlijk en opwindend. In
dat geval is het moeilijk de eigen
onmacht te incasseren en het is
waarschijnlijk ook wel verkeerd
daar al te snel in te berusten. Maar
wat zo'n discussie zo vermoeiend
maakt is dat veel mensen het woord
onmacht" niet eens willen horen.
Zij worden gewoon boos als het
gebruikt wordt. Voor hen is on
macht het grote taboe. Zij vinden
dat wij, liefst onmiddellijkalles
moeten kunnen wat objectief gezien
wel mogelijk zou zijn en zij willen
bovendien aan die mogelijkheden
vrijwel geen grenzen stellen.
Dit standpunt kan uitgebreid wor
den tot alles wat niet zo zeer moge
lijk als wel wenselijk is. Er is dan
helemaal geen onmacht meer die
niet als luiheid of onwil te ontmas
keren is. Ook dat maakt de discus
sie vermoeiend en opwindend. De
politiek, de kunst van het mogelijke,
wordt erin betrokken. En als alles
mogelijk is, is alles ook politiek. De
onmacht, op welk gebied ook, na
hoeveel inspanning ook gebleken, is
dan een politiek standpunt, een keu
ze voor de onderwerping aan de
„bestaande" macht. Er is dan ook
geen onmacht meer die geen politie
ke oorzaken heeft.
Daarover ging de discussie. Mij
werd verweten dat ik onmacht in
casseerde zonder bereid te zijn de
politieke oorzaken daarvan op te
sporen en te bestrijden. Zo'n verwijt
windt mij op, want als ik in staat
zou zijn de politieke oorzaken van
mijn en ons aller onmacht op te
sporen en te bestrijden, zou dit be
tekenen dat wij niet onmachtig,
maar integendeel almachtig waren.
Het verwijt is dus gebaseerd op een
absolute ontkenning van elke vorm
van onmacht en op een volstrekt
geloof in de menselijke almacht. Dat
maakt een debat onmogelijk of op
zijn minst buitengewoon vermoei
end. Op een moment waarop de
onmacht eenvoudig zichtbaar wordt
in de discussie, wordt zij zonder
meer ontkend of op zijn hoogst als
zeer voorlopig beschouwd. De al
macht wordt verondersteld uiteinde
lijk te zullen zegevieren.
Maar er is iets anders dat nog
ergerlijker is. Het geloof dat mensen
alles kunnen, leidt tot een geweldige
mythisering van de politieke macht.
Achter alle onmacht van onze kant
worden mensen gedacht die vanuit
hun macht de onze beknotten. Alles
wat gebeurt wordt door een kliek
van machthebbers gewild en georga
niseerd. Hun macht is goddelijk,
maar ze is toch in handen van
mensen. Als wij erin slagen die
boze macht over te nemen, die de
oorzaak is van onze onmacht, zullen
wij niet meer onmachtig zijn, maar
de „goede" macht bezitten,
Het standpunt kan als we even
voorbijzien aan de naïeve tegenstel
ling tussen goede en kwade macht
ook zo omschreven worden: elke
menselijke onmacht heeft politieke
oorzaken en kan met politieke mid
delen in macht veranderd worden.
In de ideale maatschappij is geen
onmacht. En die maatschappij van
louter machtigen kunnen wij maken.
Maatschappijkritiek helpt ons af
van ons gevoel van machteloosheid;
het is opium van het volk. Wie moe
van zijn werk thuiskomt, omdat hij
alweer niets bereikt heeft, wie
doodziek wordt van discussies of
onzinnige verwijten, moet niet uit
rusten of gaan wandelen, maar de
maatschappij in haar geheel veran
deren. Wie machteloos is, moet juist
op dat moment machtig zijn; wie
moe is, moet fit zijn. En ga zo maar
door.
Kijk, dat vind ik nu vermoeiend.
Ik geloof dan ook niet in de alom
vattende almacht van de politiek; en
evenmin geloof ik dat onze onmacht
altijd politieke en maatschappelijke
oorzaken heeft. Want ook dit geloof
veronderstelt de almacht van de po
litiek. Mensen die zo praten en niet
bereid zijn in onmacht te geloven,
vertrouw ik niet, vooal politiek. Ik
verdenk hen ervan zelf naar meer
macht te streven. En ik gun geen
greintje macht aan mensen die niet
in staat zijn enige onmacht te incas
seren. Want macht betekent voor
hen almacht; met minder nemen zij
geen genoegen. Dat is heel wat ge
vaarlijker dan onmacht. Ik ben er
overigens niet bang voor dat zij ooit
die almacht zullen bewijzen.Het
gevaar zit in de poging daartoe, de
tirannie van hun machtig ideaal.