18. HOE ZIT HET NU EIGENLIJK MET DE LEERLINGENRADEN? Europa bedreigt hegemonie van V.S. ALMACHT EN ONMACHT LUCHTVAARTINDUSTRIE DAAGT AMERIKANEN UIT wij nu nu wij WÊmÊÊÊm—ÊmÊ—m jongeren pagina FIRMA PEETERS Het Wapen van Teteringen Weekend-tip Plate-service 7,50 WERKDAGEN jonge landbouwer passende betrekking ERVAREN CHAUFFEURS timmerlieden ADVERTEREN DOET VERKOPEN 99???? Oók Rusland Specialiseren door dr. corn, vortic »von is gevestigd op ivan Oudenbosch, en Oudenbosch. hg vanaf de weg. 0.15-21.45 uur 0.15-21.45 uur 0.15-21.45 uur 0.15-21.45 uur 10.15 21.45 uur 0.15-17.30 uur 12 TOT 5 UUR ZATERDAG 5 JUNI 1971 vraagt voor Duitsland TIMMERLIEDEN ESTRICH- VLOERENLEGGERS INSCHALER- COLLOMMERS DAKDEKKERS en HULPEN METSELCOLLOMMERS CABELMONTEURS MEUBELMAKERS TEGELVLOERLEGGERS moet estrieh STUCADOORS HULP ARBEIDERS Laumelden zaterdag Dik- ichei, Zundertseweg 35, Et- Iten. Tel. 01608-367 1 08800- 21035. Oosterhoutseweg 118 TETERINGEN Café-Restaurant Speeltuin Kinderboerderij Sdackbar en pony-rijden. Kippesoep Gebakken aardappelen Sla iBiefstuk met champignons Coupe ijs met slagroom Grote parkeerplaats en prettige bediening. |\7eem gerust U kinderen [meeook voor hen een [speciaal diner vanaf 3,25. Iln verband met fout in het [Kanton herhaling van ad- vertentie. [Tijdens de vakantie van [Dokter Th. v. d. Bilt wordt luitsluitend waargenomen poor Dokter van Groenendaal Dokter Viinlk Dokter van Hasselt Doktor Roks. Welke makelaar kan helpen aan een voor hem .b.v. diploma M.l.S. en MULO. Br. onder nr. RG 3747 E. Wij vragen wegens uit weiding van ons wagen park enkele zowel voor trailer als voor wagen met aanhanger. Fa. J. A. BROEDERS en ZN. De Vlicrt 26 - Dorst tel. 01611-551 GEVRAAGD ZEER HOOG LOON Aanmelden Loevensteinstraat 21 Oosterhout Voor mij hoeft het niet meer, een leerlingenraad! Wat heeft die nu eigenlijk gedaan de afgelopen jaren? Bijna elke week zaten enkele fanatiekelingen in een lokaaltje te ouwehoeren over wat er veranderd moet worden. En wat hebben ze veranderd? Geen bal! De rector met i'n clubje beslist tenslotte toch altijd. Waarom zit je dan in zo'n raad, als je in feite toch niets in te brengen hebt? Dit hoor je vaak zeggen als er iemand in de klas over de leerlingenraad spreekt. Maar als iemand het niet eens is met het huidige beleid van de leerlingenraad, waarom komt hij of jij dan niet eens op een vergadering om zijn of haar zegje te doen? Daar heeft echter niemand tijd voor, iedereen heeft het ontzettend druk. Ik vraag me wel af waar al die mensen dan 's avonds zitten, als „De Traploes" wegens publiektekort op het randje van de afgrond staat, bioscopen klagen over te weinig publiek, schouwburgen te weinig jong publiek zien, clubs bij bosjes sterven en cafés 's avonds toch niet afgestampt vol zitten? Men heeft in elk geval geen tijd om eens een uurtje mee te praten over zaken waar men een paar maanden geleden nog voor op de barricade.stond. Want toen was het iets nieuws, toen moest je wel, als je je een beetje status wilde aanmeten, voor algehele democratisering op alle fronten zijn. Toen stond iedereen met gekleurde boekjes te zwaaien ^aar nu blijkt dat de war e inzet met is doorgedrongen. Het gaat nu te langzaam en dus is het ndet meer interessant. Twee jaar geleden werden, in navolging van de ondernemingsraden en ander zulk knolgewas, op bijna alle scholen leerlingenraden opgericht Ijverig begon men met het opstellen van statuten. Overal hoorde je over inspraak, de massa moest tegen de autoritaire troep ingaan en het niet langer nemen geïndoctrineerd te worden. Na uren lang gezwam over die noodzakelijke statuten begon men met de behandeling van het wetsvoorstel over inspraak op scholen. Leuk, maar toch een zoethoudertje van de regering. Want van al die „adviezen" van alle Nederlandse leerlingenraden is weinig terecht gekomen, mede door onze soepel lopende bureaucratie. Hier en daar ontstonden nu al ongeduldige stemmen van mensen die maar niets merkten van democratisering. En plots moest elke school alsof het afgesproken was een koffdeautomaat hebben. Natuurlijk hadden onze vrienden autoriteiten daarop gerekend 'die mensen zijn niet helemaal gek), maar toch pro-beerden zij de aanschaf van diiit manster met allerlei haarkloverijen en touwtrekkerij en uit te stellen. (Zoethoudertje: men was toch al van plan zo'n ding aan te schaffen). Zo, dat hadden we dan, maar nu blijkt de koffie toch niet zo goed te smaken als die Braziliaanse koffie van moeders thuis (waarop de Amerikanen zo lekker veel hebben verdiend) en dus wordt het ding nog maar weinig gebruikt (tenslotte kost zo'n bekertje maagzweerverwehker toch nog een kwartje.) Toen elke school zijn overwinningstrofee binnen had, wist men over het algemeen niet meer wat men verder nog kon doen. De interesse van de leerlingenraden neemt met rasse schreden af. Op vele scholen draaien leerlingenraden nog maar zeer kort. Men kan Immers toch niks tegen het establishment doen- Hier en daar draait nog een leerlingenraad op enkele idealisten die de logge massa weer in beweging willen brengen, maar dan voor de ware doelstellingen der democratie- Want democratisering houdt niet op bij een koffieautomaat en is ook niet in enkele jaren te verwezenlijken. Het moet evolueren, maar de snelheid van deze evolutie wordt door ons, leerlingen bepaald, nl. door de pressie en opbouwende kritiek die wij eigenlijk zouden moeten uitoefenen. Een bijna identiek verhaal als hierboven zou men voor ondernemingsraden kunnen ophangen waar men ook al niet verder meebeslist als over koffieautomaten en het wassen van de gordijnen van de kantine. Maar de schijn van democratie is er en daar was het het establishment om te doen. Als het volk maar tevreden is en daarvoor wordt ook nu nog het oud Romeins principe gebruikt om met brood en spelen (voetbal b.v.) het volk zoet te houden. CEES VAN DE GRIFT (Uit „Rompslomp", schoolblad van de Rijksscholengemeenschap te Breda). Vandaag een hele Wjj-nu-nu-wij-pagina over schoolraden. We hebben een aantal mensen van diverse schooltypen bereid ge vonden hun mening te geven over het functioneren van zo'n raad op hun school. Het beeld dat uit hun geschriften naar voren komt is niet erg optimistisch. Als de schoolraad op jouw school meer heeft bereikt dan de plaatsing van een koffieautomaat of als jij bepaalde ideeën hebt hoe een schoolraad beter zou kunnen functioneren, dan horen we dat graag. We komen op deze zaak beslist nog eens terug. Omdat er nog geen orgaan bestaat dat werkelijk mee mag beslissen, over school- en onderwijszaken, is er van democratie in het onderwijs nog helemaal geen sprake. (Het is toch eigenlijk te gek, dat het onderwijs dat er voor ons is, ons de wet kan voorschrijven). Toch willen wij, de leerlingen, wel iets te vertellen krijgen, maar dit kan alleen als wij steun krijgen van alle andere leerlingen. Hier nu gooit de leerlingenraad roet in het pten, want alle zaken waarmee iedereen zich bezig zou moeten houden worden nu op de leerlingenraad afgeschoven. Hierdoor worden de leerlingen die niet in deze raad zitten steeds ongeïnteresseerder. Zo gauw de leerlingen zich meer bewust worden vain de gang van zaken en het doel van het huidige onderwijs, kunnen ze zich laten vertegenwoordigen in een keerlingenraad, die dan veel beter kan functioneren omdat die dan Dewuste en geïnteresseerde mensen achter zich heelt En dan kan die leerlingenraad proberen wat te vertellen te krijgen. WIM DE RAADT (RHBS) 99999999 De leerlingenraad moet m.i. een uit de leerlingen gekozen, democratisch werkend orgaan zijn dat: 1. De leerlingen bewust maakt van de situatie op de diverse onderwij sdnstelldngen zoals die nu is er zijn nog steeds, op middelbare schoten klassen van 30 leerlingen, leraren die - nog steeds - elk werkelijk contact met de klas missen e.d.) 2. Behalve voor een interne democratie ook voor een externe democratie gaat zorgen (Gelijke onderwijsmogelijkheden voor ledereen) 3. Zorgt voor betere communicatie (mogelijkheden) tussen leerlingen onderling, tussen leerlingen en leraren; en tussen leerlingen en schoolleiding. Op dit ogenblik voldoet geen enkele leerlingenraad aan deze punten. D;it is trouwens iets wat Je volgens mij op een langere termijn moet zien, maar er moet gewoon voor gewerkt worden. Zorg dat je niet bij de passieve massa gaat behoren, maar uit je mening eens. MARJOLIJN BOSMAN (HAVO) Een leerlingenraad moet er zijn- Men wil dat hij bestaat. Acties van 1-2 jaar terug getuigen ervan. Nu zijn ze er dan eindelijk, zelfs door de wet verplicht gesteld. De direkte toestand van de meeste raden op dit ogenblik is hopeloos. Wat zijn de oorzaken daarvan? Zijn ze ingesteld om bepaalde bevolkingsgroepen tevreden te stellen?. Als je het ontwerp van het reglement van de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen aan een nader onderzoek gaat onderwerpen, kun je inderdaad tot bepaalde conclusies komen. Wat hierin te vinden is over leerlingenraden is zeer weinig. De belangrijkste oorzaak van het niet functioneren van de leerlingenraad is dat hij op geen enkel gebied enige verantwoordelijkheid heeft. Er zou een schoolraad moeten komen met een bepaalde mate van verantwoordelijkheid. Natuurlijk is het miet'mogelijk dat ineens 25 mensen het in een school voor het zeggen krijgen. Er moet een kern gevormd worden die de uiteindelijke verantwoordelijkheid krij gt. De schoolraad bestaat dan uit vertegenwoordigers van L.L.R.,, oudercommissie, lerarenraad, plus rector en personeelsraad. De kern bestaat verder uit mensen van deze groepen, die zich dan zeer intensief met alle schoolzaken gaan bezighouden. Het is in ieder geval nog lang niet zo ver. De rector heeft de verantwoording, neemt dus alléén de meeste beslissingen en de L.L..R is voor de rest een zaak die nog ver af is van haar allereerste wens n-L inspraak en democratie! 2) De punten die dn de statuten voorkomen klinken zeer tegemoetkomend en verleidelijk- In veel gevallen zijn ze voor verschillende interpretaties vatbaar. In de praktijk komt er ook weinig of niets van terecht 3) Ook zou ik de „ronde buikies"- theorie aan willen voeren. Het is op het ogenblik zo dat, tengevolge van de toenemen-de welvaart, er een duidelijke afname merkbaar is van kritisch denken, creativiteit, activiteit, op welk gebied dan ook „Het belangrijkste is het eigen ego: Kom niet aan mijn belangen, zorg dat Ik er niet op achteruit ga, zorg dat mijn buikje rond wordt, voor de rest interesseert me niets en niemand". Onder deze denktrant hebben een leerlingenraad, een schoolblad etc. veel te lijden. Het zit hem voor een groot deed in de mentaliteit van de leerlingen zelf! En die zie ik in de naaste toekomst nog niet veranderen. Daarom zal een beweging als de leerlingenraad gedoemd zijn te sterven. En niemand die er iets van zal merken. BéROUL MEIBOOM Als enige reactie op het hiernaast geplaatste stuk over het nut van de leerlingenraad, wilde ik zeggen dat zo'n raad zeer effectief kan zijn voor het bevorderen van de communicatie tussen de leerlingen en docenten. Op onze school (St.-Jozef MAVO) Is de raad één a twee keer bij elka-ar gekomen. Ze heeft bereikt dat we een koffieautomaat hebben, waar chocomel uitkomt. Nogmaals, ik zie echt het nut wel in van een leerlingenraad, maar dan moet er wel op de juiste manier gehandeld worden. Ondertussen is onze raad weer opgedoekt! FRANS DE WINTEk (MAVO) Eindredactie WILLEM VERHALLEN Beste Martin, Een tijdje geleden heb ik hem nog eens gezien. Het was een regelrechte confrontatie met een deel van mijn jeugd en wel dat van „de katholieke jongen" of liever nog van de „roomse jongen". Hij is redemptorist en in dertijd, toen ik veertien, vijftien was een bekend figuur uit die roemruchte „jongensretraites" voor scholieren. Bestaan die nu eigenlijk nog? Nee toch? - Drie dagen lang kregen wij dan een geestrijke beurt, „werd er een overdaad aan genade over je uitge stort". Dat gebeurde meestal in sep tember of oktober, aan het begin van het schooljaar. Drie dagen lang kreeg je dan een cyclus te verwer ken van z.g. confrontatie, dat wilde dan zeggen: monologen van de pater. Het was oorlog en er was geen gelegenheid voor besloten retraites in Seppe (een begrip indertijd) of Vught. Drie, vier jaar achtereen wa ren wij, zo'n veertig jongens, dan te gast in een van die vage sfeer loze patronaatsgebouwen of in een of ander klooster. En daar stond dan die pater en hield zijn spraakwater val waarbij hij, traditiegetrouw, een uitermate ruim gebruik maakte van termen als: doodzonde, hel, straf, ziekte, meisjes, zwakke wil, het vlees enz. enz. Nog zie ik hem daar staan. De nazomerzon juichte, wait koper achtig gedempt al, door de ramen. Bloemen kleurden nog in hun laat ste hartstocht en over alles lag een beetje weemoedig verlangen, bij het vallen van het blad, weet je wel, een verlangen naar de vrijheid die buiten smeulde in de nog volle boom kruinen met toch al iets van een verkleuring. De pater mat onder tussen met een onzichtbare centi meter af waar iets nog net géén en waar iets nu net wel doodzonde was. Een voetstap, een oogopslag, een „vrijwillige gedachte" verder en je zou de eeuwige verdoemenis over je afroepen. De draken en de zwa veldampen uit de helse visioenen van een of andere heilige werden er als een soort chantage-middel ruimschoots bij verstrekt. Hij stond daar in zijn wat vale en groenge- sleten toog in een baan goud zonlicht en hief vaak zijn hoofd iets op en „sloeg zijn blik ten hemel". En dan sprak hij weer met een stem waarin een begaan zijn met de zondaars zich mengde met een loyaliteit te genover de verschrikkelijke recht vaardigheid van de God der nega tieve kuisheid. Het was altijd weer een verade ming om na de conferentie tien minuten naar buiten te mogen. Dan zaten we onder de oude beuken nootjes te zoeken, terwijl het gou den zonlicht warm op je rug scheen of speren licht door de brede bla derkruinen wierp. Dan waren er we] eens „windmills of your mind" die je jezelf deden afvragen of er geen grootser geen méér-horizon-verlich- tende aspecten aan het christendom waren, dan die negatieve opdracht geen onkuisheid te doen. En die twijfels waren waarschijnlijk meer geïnspireerd door de Geest-die-on der-ons-woont, dan door die meet kundige afbakeningen van zonde en zaligheid die de eerwaarde pater ons zo nadrukkelijk als enige waar heid wist voor te houden. De halve wereld van die dagen vas gehuld in vuur en doordrenkt met bloed. Miljoenen medemensen werden vermoord als slachtvee voor wrede en onmenselijke ideologieën. De haat steeig zo hoog dat steden zonder enige militaire betekenis in nachtelijke luchtraids vernietigd werden. En terwijl er één grote kreet omhoog steeg om hulp, genade en herstel van een beetje menselijke liefde, wist een verkondiger van Christus' Evangelie mets anders te doen dan zijn visie op kuis en on kuis door middel van een zekere chantage op de gewetensangst, aan jonge jongens die hem waren toe vertrouwd, op te dringen. En nu heb ik hem weer eens ho ren spreken op een ouderavond. En wat zei deze man nu? Een hel? Och, acheen hel! Of die bestaat? De hel, dat is zo'n groot woord. Ik denk daar maar niet te veel aan. Het interesseert mij niet. De mens heeft toch heel andere din gen om bezorgd over te zijn? Laten wij gewoon als mensen leven In liefde dan is een hel niet meer ter zake doende". Er was geen zweem van twijfel te bespeuren in zijn woorden, net zoals er dertig jaar geleden in zijn oraties geen enkele twijfel had ge klonken toen hij de verschrikkelijk ste waarheden over de hel over ons uitgoot. Weet je wat voor mij nog steeds een groot vraagteken is? Dit: hoe is het mogelijk dat zulke mensen die de opdracht hebben hun mede mensen te vormen en ze de weg te wijzen, zo volkomen gespeend kun nen zijn van een reële zienswijze, dat ze alleen maar doorgeven wat de gangbare mening is, zonder zich ken nelijk ooit af te vragen: wat zeg ik eigenlijk?, wat doe ik met die men sen, met die kinderen, die ik maar laat opnemen wat ik ze vertel. In wiens naam dring ik anderen die „waarheden" op? Kijk, dat is wat mij, goede veer tiger, die in de wereld van nu leeft, soms een hand tegen mijn voorhoofd doet slaan. Hoe heeft men ons, te goeder trouw en met de beste be doelingen, zoveel en zulke absurde ideeën bij kunnen brengen, toen wij, oorlogsjeugd hunkerden naar be grip, bevrijding en verwijzing naar de werkelijke soort verlossing uit die toen bezeten wereld. En daarom benijd ik jullie zo vaak. Niet dat jullie alleen maar waarheden te ho ren zouden krijgen, o, nee. Maar voor jullie is er wel een vrijheid, zijn er wegen om te proberen die waarheid te vinden, om het aangebo dene op juistheid en eerlijkheid te toetsen. Wij moesten langzaam stap voor stap ontdekken wat een twij felachtige geschiedschrijving men ons had voorgehouden. En dan denk ik aan de bewondering voor figuren als Franco, Salazar, Dolfuss. Dan denk ik aan het socialisme en het protestantisme, aan de Vlaamse be weging en het twijfelachtige Bra bantse nationalisme (Edele Brabant Were Di!). Wij, van boven de veertig hebben zowat twintig jaar nodig gehad om onder een last van hele of halve waarheden uit de kruipen. En ik geloof dat jullie dat niet goed kun nen beseffen, want anders zou de „lack of communication" tussen oud en jong misschien niet zo groot zijn. Misschien Mijn groeten, Martin. Bernard. (Van onze luchtvaartredacteur) PARIJS Nog maar enkele jaren geleden schreef de Franse journalist/politicus Jean-Jacques Servan Schreiber zijn geruchtma kende boek „De Amerikaanse uit daging". Deze week is Amerika's meest gerenommeerde en inter nationaal gezaghebbende lucht vaartweekblad „Avation Week" helemaal gewijd aan „Europa de nieuwe zakelijke uitdaging". Ondanks de kostenversllndende „vallen-en-opstaan-problemen" van de „Concorde", ondanks de troebe len van Rolls Royce, ondanks de stugge en onwesterse manier waarop het Sovjet-Russische vliegtuigver koopbureau „Avia-export" te werk gaat, ondanks dit alles bloeit de Europese lucht- en ruimtevaartin- dustrie. En die bloei gaat ten koste van de Amerikaanse hegemonie zo als die al sinds de dertiger jaren bestond. Robert Hotz, hoofdredacteur van •■Aviation Week" en leider van een aes man sterk (en met zwarte base hall-petten, in witte letters gemerkt met AW uitgerust) journalistenteam op Le Bourget, vindt zelfs dat er sprake is van „de grootste commer ciële uitdaging aan het Amerikaanse leiderschap op het gebied van civie le luchtvaart sinds de dertiger ja ren". En dit alles, meent hij, is duidelijk te zien op de 29ste Parijse Lucht- en Ruimtevaarttentoonstel ling op Le Bourget. De Europese lucht- en ruimtevaart industrie in dit geval de Westeu- ropese is opgehouden leentjebuur te spelen bij de V.S. In het éénrich tingsverkeer van licenties (van Amerika naar Europa) is een op merkelijke kentering gekomen. Thans vervaardigen fabrieken in Amerika steeds meer Westeuropese produkten in licentie zowel op het gebied van de luchtvaart als van de ruimtevaart. Als Amerikaanse luchtvaartex perts over Europa praten, dan be doelen zij tegenwoordig daar óók Rusland mee. Niet zo zeer uit geo grafische preutsheid en ook niet om dat de koude oorlog afgelopen is, maar gewoon omdat het over kei harde reële feiten gaat. Zo'n keihard feit is dat de Russen over een volledig programma civiele vliegtuigen beschikken dat zij ook buiten hun eigen (politieke) in vloedssfeer met kracht van verkoop argumenten willen gaan slijten Daarbij komt dat het Sovjet-pro gramma zelfs uitgebreider is dan het Amerikaanse: het bevat immers een supersoon verkeersvliegtuig, de Toepolev-144- En dat is niet eens de enige Europese SST. Er is ook nog de Frans-Britse „Concorde", net te rug van een supersone, interconti nentale proefvlucht (naar West-Af- rika en terug) die alle bestaande snelheidsrecords halveerde- De kracht van de Europese lucht vaartindustrie, economisch aange voerd door de Franse en technolo gisch waarschijnlijk nog steeds ge leid door de Britse, is gelegen in het sleutelwoord: samenwerking. Frankrijk zowel als Engeland heb ben in de afgelopen jaren intern hun industrieën door schaalvergro ting versterkt. Alle Franse staatsbe drijven op lucht- en ruimtevaartge- bied zijn nu gebundeld. Aerospatiale voor de vliegtuig- en rakettenbouw en Sneema voor motoren. In de par ticuliere sector hebben Dassault en Brégue tde koppen bijeengestoken. In Engeland heeft zich eenzelfde proce3 afgespeeld: British Aircraft (de Concorde-partner van Aerospati ale) en de Hawker-Siddely-groep hebben er nagenoeg alle krachten gebundeld en zijn gebouwd op de beroemde namen van weleer. Nog belangrijker wellicht ls de vorming van internationale (Europe se) consortiums. Soms met één be paald procliufctiedoel, soms ook met wijdere oogmerken. Het aantal vliegtuigen dat in Europa door een internationaal gezelschap fabrieken wordt gebouwd of ontwikkeld is al bijna niiet meer bij te houden.' De Concorde, de MRCA, de Jaguar, de nu al fameuze Luóhtbus A300B, de Atlantic, de Alpha-jet, de VFW-Fok- ker 614, de Fokker F 28 Fellowship, de Mirage III, een aantal helikopters etc. etc. Het allerbelangrijkste echter ls dat de Europese luchtvaartindustrie (ditmaal inclusief de Russische) niet alleen complete programma's begint te voeren, maar zich bovendien ook aan het specialiseren is op gebieden die de VS hebben laten liggen. De twee belangrijkste daarvan zijn: de steil opstijgende en landende vlieg tuigen (waaronder Fokker VFW, de Dornier 231 en de Russische YAK- 40) en vliegtuigen voor de korte afstand, maar gebouwd volgens de modernste technieken en opvattin gen (de eerdergenoemde luohtbus, de Dassault Mercure, de Fokker F 28 en de VFW-614). De werkelijke bedreiging vanuit Europa voor de Amerikaanse hege monie is niet eens zo zeer gelegen in de mogelijkheid dat de Europese luchtvaartindustrie in Amerika zelf een marktaandeel gaat opeisen (het „Volkswagen-effect"), hoewel Ame rikaanse luchtvaartmaatschappijen de Concorde of Toepolev-144 wel móeten kopen als hun Europese con currenten ermee gaan videgen en noewel ook op andere gebieden de Europese industrie voor Amerikanen aantrekkelijke aanbiedingen heeft Opschrift op de romp van het model-op-ware-grootte van de lucht- bus A300B, dat op Le Bourget te zien is. Europese samenwerking: Frankrijk, Engeland. Duitsland en Nederland De ergste bedreiging voor de Ame rikaanse concurrentie is gelegen in het feit dat het Europese aanbod zo duidelijk appelleert aan de specifie ke behoeften in gebieden als Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Wat dit betreft is het formidabele succes van de Fokker F-27 Friendship WIMKOCK Tegen mijn bedoeling In werd ik weer eens betrokken in zo'n heftige discussie waarin niets meer of min der dan de totale verandering van de hele wereld op het spel staat. Ik word daar altijd heel moe en tame lijk opgewonden van. Want al ben ik er ook van overtuigd dat er heel wat aan de wereld veranderd kan en moet worden dat zijn twee verschillende zaken ik kan toch zo'n twistgesprek niet zien als een bijdrage aan die verandering. Het is zelfs geen voorbereiding daartoe, maar eerder een compensatie voor onze machteloosheid: gewichtige woorden in plaats van daden. Het gebeurt ons dat we heel dui delijk een mogelijkheid zien en dat we ze toch niet kunnen realiseren. Dat is ergerlijk en opwindend. In dat geval is het moeilijk de eigen onmacht te incasseren en het is waarschijnlijk ook wel verkeerd daar al te snel in te berusten. Maar wat zo'n discussie zo vermoeiend maakt is dat veel mensen het woord onmacht" niet eens willen horen. Zij worden gewoon boos als het gebruikt wordt. Voor hen is on macht het grote taboe. Zij vinden dat wij, liefst onmiddellijkalles moeten kunnen wat objectief gezien wel mogelijk zou zijn en zij willen bovendien aan die mogelijkheden vrijwel geen grenzen stellen. Dit standpunt kan uitgebreid wor den tot alles wat niet zo zeer moge lijk als wel wenselijk is. Er is dan helemaal geen onmacht meer die niet als luiheid of onwil te ontmas keren is. Ook dat maakt de discus sie vermoeiend en opwindend. De politiek, de kunst van het mogelijke, wordt erin betrokken. En als alles mogelijk is, is alles ook politiek. De onmacht, op welk gebied ook, na hoeveel inspanning ook gebleken, is dan een politiek standpunt, een keu ze voor de onderwerping aan de „bestaande" macht. Er is dan ook geen onmacht meer die geen politie ke oorzaken heeft. Daarover ging de discussie. Mij werd verweten dat ik onmacht in casseerde zonder bereid te zijn de politieke oorzaken daarvan op te sporen en te bestrijden. Zo'n verwijt windt mij op, want als ik in staat zou zijn de politieke oorzaken van mijn en ons aller onmacht op te sporen en te bestrijden, zou dit be tekenen dat wij niet onmachtig, maar integendeel almachtig waren. Het verwijt is dus gebaseerd op een absolute ontkenning van elke vorm van onmacht en op een volstrekt geloof in de menselijke almacht. Dat maakt een debat onmogelijk of op zijn minst buitengewoon vermoei end. Op een moment waarop de onmacht eenvoudig zichtbaar wordt in de discussie, wordt zij zonder meer ontkend of op zijn hoogst als zeer voorlopig beschouwd. De al macht wordt verondersteld uiteinde lijk te zullen zegevieren. Maar er is iets anders dat nog ergerlijker is. Het geloof dat mensen alles kunnen, leidt tot een geweldige mythisering van de politieke macht. Achter alle onmacht van onze kant worden mensen gedacht die vanuit hun macht de onze beknotten. Alles wat gebeurt wordt door een kliek van machthebbers gewild en georga niseerd. Hun macht is goddelijk, maar ze is toch in handen van mensen. Als wij erin slagen die boze macht over te nemen, die de oorzaak is van onze onmacht, zullen wij niet meer onmachtig zijn, maar de „goede" macht bezitten, Het standpunt kan als we even voorbijzien aan de naïeve tegenstel ling tussen goede en kwade macht ook zo omschreven worden: elke menselijke onmacht heeft politieke oorzaken en kan met politieke mid delen in macht veranderd worden. In de ideale maatschappij is geen onmacht. En die maatschappij van louter machtigen kunnen wij maken. Maatschappijkritiek helpt ons af van ons gevoel van machteloosheid; het is opium van het volk. Wie moe van zijn werk thuiskomt, omdat hij alweer niets bereikt heeft, wie doodziek wordt van discussies of onzinnige verwijten, moet niet uit rusten of gaan wandelen, maar de maatschappij in haar geheel veran deren. Wie machteloos is, moet juist op dat moment machtig zijn; wie moe is, moet fit zijn. En ga zo maar door. Kijk, dat vind ik nu vermoeiend. Ik geloof dan ook niet in de alom vattende almacht van de politiek; en evenmin geloof ik dat onze onmacht altijd politieke en maatschappelijke oorzaken heeft. Want ook dit geloof veronderstelt de almacht van de po litiek. Mensen die zo praten en niet bereid zijn in onmacht te geloven, vertrouw ik niet, vooal politiek. Ik verdenk hen ervan zelf naar meer macht te streven. En ik gun geen greintje macht aan mensen die niet in staat zijn enige onmacht te incas seren. Want macht betekent voor hen almacht; met minder nemen zij geen genoegen. Dat is heel wat ge vaarlijker dan onmacht. Ik ben er overigens niet bang voor dat zij ooit die almacht zullen bewijzen.Het gevaar zit in de poging daartoe, de tirannie van hun machtig ideaal.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 5