De Gaulle gaf Luns het
grootste compliment
Voor alle bankzaken, zoals:
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
Regering wacht
lang met rapport
over luchthaven
FEL PROTEST TEGEN
.JAARVERSLAG
RENSDORP INT. N.V.
buitenland
EIGEN WEG
(de andere bank voor alle bankzaken)
Als u uw bankzaken wilt laten regelen
waar Persoonlijke Service geen modewoord is
en waar men aandacht heeft voor het kleinste detail,
neem dan eens kontakt op met Van Lanschot,
Bankiers anno 1737.
Rekening-courant
Beleggingsadviezen
Betaalcheques
Safeloketten
Vreemd geld en reischeques
Korte-Termijn-Rekening
Spaar-Girorekening
Deposito's
Vele spaarmogelijkheden
Kredietverlening
Aan- en verkoop van effekten
Hypotheken en leningen
Bewaarneming
Alle verzekeringen
GROEIEN
Brabants Orkest
ZATERDAG 5 JUNI 1971
(Van onze redactie binnenland)
DEN HAAG De slungelachtige en girappenmakende Joseph
Luns zal de NAVO een nieuwe toets geven als hij de post van
secretaris-generaal in het najaar overneemt van de Italiaan Man-
lio Brosio. Luns is 59, Brosio 73 jaar oud.
Onder Brosio is de NAVO begonnen met het verbeteren van de be
trekkingen tussen Oost en West en het vergroten van het aandeel van
Europa in de Atlantische verdediging. Luns is goed toegerust om deze
beide beleidslijnen voort te zetten.
Mr. Joseph Marie Antoine Hu
bert Luns ziet ook een beetje een
jeugdideaal in vervulling gaam. In
1930, na zijn eindexamen gymnasi
um, heeft hij namelijk geprobeerd
marineofficier te worden. Maar het
Koninklijk Instituut voor de Mari
ne wees hem af: hij was juist
enige dagen te oud. Tijdens zijn
diiplomatentijd publiceerde bij arti
kelen over de marine in o.a- En
gelse en Portugese tijdschriften. In
het Frans schreef hij een geschie
denis van de Nederlandse marine,
die in 1942, toen Luns in Lissabon
op de ambassade werkte, in boek
vorm werd uitgegeven in Portugal.
(„A epopeia da marimba Holamde-
sa", de „Heldengang der Neder
landse marine").
Joseph Luns werd op 28 augus
tus 1911 geboren in Rotterdam, als
tweede zoon van prof. Hubert Ma
rie Luns, kunsthistoricus, graficus
en schilder. Zijn moeder was Har-
riet Louvrier- Luns jr., tweede
zoon van de familie, ging naar het
Jezuïeten-gymnasium van het Ig-
natiusoollege in Amsterdam, en la
ter het instituut St. Louis in Brus
sel. Zijn rechtenstudie deed bij dn
Leiden en Amsterdam (GU). Hij
volgde daarna nog cursussen poli
tieke economie in Lomden (School
of economics) en cursussen aan de
Bierlijnse universiteit.
Hij trouwde in 1939 met Elisa
beth van Heemstra, een baronesse,
een nicht van de Amerikaanse
filmster Audrey Hepburn. Hij
heeft nu twee kinderen, een ge
trouwde dochter en een zoon van
24. Luns heeft carrière gemaakt in
de diplomatie. Eenst was hij atta
ché op het departement van bui
tenlandse zaken. Vlak voordat de
oorlog uitbrak, werd hij overge
plaatst naar de ambassade in Bern.
Een jaar later ging hij naar Lissa
bon, waar hij het bracht tot twee
de ambassade-secretaris. Van '43
tot '49 werkte hij op de ambassade
in Londen, waar de eerste jaren
ook de officiële Nederlandse rege
ring verbleef. Daarna zat hij drie
jaar in New York als lid van de
permanente vertegenwoordiging
van Nederland bij de Verenigde
Naties.
In de nazomer van 1952 dook de
lange diplomaat weer op in Den
Haag- Hij zou daar heen gehaald
zijn door de KVP-leider Romme.
Wat de populairste Nederlandse
politicus en mogelijk de bekendste
minister van buitenlandse zaken
van de wereld zou worden, was
boen nog een grote onbekende.
Luns werd in het tweede habinet-
Drees minister zonder portefeuille
met als opdracht de Nederlandse
Nieuw-Guinea-politiek te verdedi
gen in de Verenigde Naties. De
echte minister van buitenlandse
zaken was mr. Beyen, maar Luns
zag daarin geen bezwaar zich in
het buitenland als zodanig te laten
aanspreken.
In 1956, in het derde kabinet-
Dress, was Beyen dan ook ver
trokken, en beheerde mr. Luns de
hele winkel van buitenlanise za
ken. Sindsdien is Luns onafgebro
ken minister geweest- Kabinetten
kwamen en gingen, bij elkaar zat
Luns in acht verschillende kabi
netten en overleefde hij vijf poli
tieke kabinetscrises, maar Luns
bleef op zijn post aan Het Plein in
Den Haag. Hij was daar trouwens
maar weinig, want meestentijds
reisde de diplomaat-minister in het
buitenland.
Dat mr. Luns zo lang aanvaard
baar is geweest voor kabinetten
van toch uiteenlopende politieke
signatuur, komt doordat hij weinig
politious en veel diplomaat is.
Toen hij in de politiek kwam,
werd hij beschouwd en ook wel
gewantrouwd als een carrière-di
plomaat. Op hert ministerie werd
hij echter meteen geaccepteerd.
Hij was immers iemand uirt het
vak en hij was er thuis.
Veel politieke bezieling ging
nooit van Luns uit. Zijn grote ta
lent ligt in het onderhandelen met
een concrete opdracht, niet in het
ontwerpen van inspirerende con
cepties. Luns heeft weinig Neder
landse buitenlandse politiek ge
maakt. Hij was vooral Nederlands
vertegenwoordiger in het buiten
land. Toen Luns kwam, werd de
positie van Nederland bepaald
door het westelijk bondgenoot
schap onder leiding vian de Vere
nigde Staten. Nu Luns gaat, is die
situatie nog zo, en in de tussentijd
is hert niet anders geweest- Binnen
dit kader verrichtte Luns zijn di-
plomatenarbeid, en lang niet altijd
zonder succes. Alleen in de Euro
pese politiek ging Luns een eigen
weg. Dart moest wél, want op dit
terrein ging van de traditionele
positie van Nederland sinds de
tweede wereldoorlog geen enkele
richtinggevende invloed uit. Voor
Luns is die Europese politiek vrij
wel steeds bepaald geweest door
de vraag: hoe krijg ik Engeland in
de EEG. Het is jtammer dart hij zijn
eigen werk wart dit betreft ter
afronding moet overlaten aan zijn
opvolger.
Luns heeft altijd groot belang
(ADVERTENTIE)
Van Lanschot
is in Breda
MR. JOSEPH LUNS
gehecht aan de opbouw van een
sterker en verenigd West-Europa.
De verandering van de Franse
houding ten opzichte van de Britse
toetreding tot de EEG waaraan hij
gewerkt heeft, schonk
voldoening. Vele jaren
is hij de leidende pleitbezorger
geweest van grotere eenheid in de
Europese
i een
De Gaulle's minister van
zaken, Maurice Couve
de Murville. Als hij na een harde
■bijeenkomst naar buiten kwam,
gaf hij de pers een commentaar
dat bijna routine begon te worden:
„Het is een zwarte dag voor Euro
pa". In zijn ergernis over het
Frans-Duitse verdrag van 1963,
noemde hij zijn tegenstander soms
„Murstadt" in plaiaitis van „Murvil
le".
Luns heeft vaak in de clinch
gelegen met het Nederlandse'par
lement waar hem verweten werd
dat hij te veel rondreisde en niet
ernstig genoeg en te spotziek was.
Van zijn kant meende hij dat het
parlement zich te veel bemoeide
met de regering des lands.
Nu krijgt hij met 15 regeringen
te miaiken.
De belangrijkste hiervan is die
van de Verenigde Staten waarmee
hij het ook aajn de stok heeft
gehad, vooral over het Nederlandse
verlies van Nieuw-Guinea. Maar
hij is een krachtige voorstander
van het Atlantische bondgenoot
schap. „Men kan niet ontkennen",
zegt hij, „dat het sommige Ameri
kaanse politici aan tact ontbreekt.
Maar de Verenigde Staten zijn een
supermacht en naar mijn ervaring
misbruiken zij hun maabt minder
dan anderen dat doen. Meer dan
welke andere grote mogendheid
ook, zijn ze er afkerig van op te
treden als een stoomwals".
Sommige Amerikanen hebben
hun reserves over de benoieming
van Luns tot secretaris-generaal
uit vrees dat hij geen voorbeeld
vain desoretie zal zijn. Een bezorg
de Amerikaanse diplomaat zeii on
langs: „Hij zal een heel goede
tweede man nodiiig hébben".
Wat mr- Luns zo populair heeft
gemaakt zijn zijn kwinkslagen.
Zijn grapjes zijn dn wezen steeds
intens simpel, maar de droge origi
naliteit waarmee Luns ze brengt
heeft al meniig minister en diplo
maat het doen bescheuren van het
lachen.
Het schijnt dat zelfs de hele
ochtend van de vrijdagse vergade
ring van de ministerraad onder het
kabinet-De Jong wordt besteed
aan de „one-man-show" van Luns.
De ministers kunnen blijkbaar de
verleiding van Luns' grollen niet
weerstaan alvorens ze zich buigen
over de zware problemen van ons
kleine land. Vrijdagsavonds, op de
korte persconferentie van minister
president Dé Jong, heef het na
tuurlijk dat Luns „verslag heeft
uitgebracht van zijn bezoek sus of
reis zo". Opgewektheid, humor en
zelfspot zijn de sterkste wapens
die de diplomaat Luns hanteert.
De grootste lof aan Luns is gege
ven door generaal De Gaulle.
„Luns kan je vertrouwen", heeft
hij gezegd- „Hij is een man die
van zijn land houdt".
(Van onze Haagse redacteur)
DEN HAAG Nog in dezelfde week, waarin de commissie-Falkenhagen
haar rapport inzake de mogelijke vestigingsplaatsen van een tweede natio
nale luchthaven bij de (toen nog net niet) demissionaire minister van ver
keer en waterstaat deponeerde, stelde Brabant zich door een meerderheids
besluit in provinciale staten kandidaat voor dit „tweede Schiphol". Het zou
onder zeker voorwaarden kunnen worden aangelegd zo meenden de
staten in het westelijk deel van de provincie, exacter: in de omgeving
van Steenbergen, naast de Markerwaard totnogtoe de meest genoemde
vestigingsplaats. Dat gebeurde op zaterdag 1 mei.
Die dag gebeurde er nog wat. De
(toen intussen net wel) demissionai
re minister van Verkeer en Water
staat, drs. J. A. Bakker, was aanwe
zig bij de sluiting van het Brou-
wershavense Gat en bij die gelegen
heid verklaarde hij tegenover een
Stem-redacteur, dat in het rapport
van de commissie Falkenhagen een
lichte voorkeur werd uitgesproken
voor vestiging van de tweede lucht
haven in de Markerwaard. Meer
kon de minister toen nog niet zeg
gen, want zo bekende hij het
pas ontvangen rapport had bij nog
niet gelezen.
Intussen is het een hele maand
later en ik maak me sterk, dat de
heer Bakker het rapport inmiddels
wel heeft gelezen, ergo: dat hij op
het ogenblik wel meer kan zeggen
dan vijf weken geleden. Dat minis
ter Bakker er echter nog het zwij
gen toe doet, is minder raadselachtig
dan het wel lijkt, want voordat hij
het rapport kan publiceren (door
het de Tweede Kamer aan te bie
den) moet het nog besproken wor
den in het wekelijkse kabinetsbe
raad. Wanneer precies het daar aan
de orde komt, is niet met zekerheid
te voorspellen. Voorshands lijkt het
er op, dat het besproken zal worden
in de kabinetszitting van volgende
week (11 juni), maar het kan ook
nog wel de achttiende worden.
Zuidwest-Nederland zal de ko
mende twee weken dus in ieder
geval met extra belangstelling naar
„Den Haag" kijken, want er mogen
dan allerlei gegevens uit het rapport
zijn uitgelekt (niet in de laatste
plaats door de „onthullingen" van de
minister zelf op 1 mei in Brouwers
haven), officieel zijn Zeeland en
MINISTER BAKKER
Noord-Brabant nog onkundig van
hetgeen de commissie Falkenhagen
op te merken heeft over Steenber
gen ais eventuele vestigingsplaats
voor een nationale luchthaven.
Veel meer dan die opmerkingen
(over de „voors" en „tegens" van
een vliegveld in westelijk Brabant)
zal men overigens de elfde of de
achttiende van deze maand niet ge
waar worden van de minister, want
de beslissing over de vraag waar in
Nederland het vliegveld straks moet
ko-men, valt pas veel later, namelijk
in de volgende kabinetsperiode. Het
huidige kabinet neemt er niet meer
de verantwoordelijkheid voor. Niet
temin zijn de terreinverkenningen,
zoals die zijn neergelegd in het rap-
port-Falkenhagen, voor de Zuid
west-Nederlandse bevolking toch
wel de moeite van het spoedige
weten waard.
EGBERT ZIJLEMA
Brieven voor deze rubriek moeren met vol
ledige naam en adres worden ondertekend. Bij
publicatie zulien deze vermeld worden. Slechts
bij hoge uitzondering zal van deze regel wor
den afgeweken. Naam en adres zijn dan bij
de redactie bekend. Publicatie vert brieven
(verkort of onverkort) betekent niet dat de
redactie het in alie gevallen eens It met in
houd, c.q. strekking.
Ofschoon ik van toeten nog blazen
weet, heb ik er toch behoefte aan te
reageren op de in uw blad onder het
motto „van toeten en blazen we
ten...? gepubliceerde beschouwingen
over Het Brabants Orkest.
Ik heb deze beschouwingen met
grote belangstelling gelezen. Ik ben
het er volkomen mee eens, dat de
leiding van HBO volledig openheid
van zaken dient te geven over pro
grammering, financiële en personele
situatie, enz. Ik heb er bezwaar
tegen, dat HBO meer musici in
dienst heeft dan het ministerie van
CRM subsidieert en dat HBO zich
ook met betrekking tot d-e salarië
ring niet aan de voorschriften houdt.
Dit laatste gebeurt om te trachten de
doorstroming van ervaren en zeer
goede musici naar de grote nationale
orkesten, t.w. het Concertgebouwor
kest en het Residentieorkest, tegen
te gaan. Jaren geleden, toen ik nog
raadslid was, heb ik reeds mijn
bezwaren tegen deze gang van za
ken kenbaar gemaakt. Ik heb toen
ongeveer het volgende gesteld: „De
muziekliefhebbers in Brabant moeten
in het belang van onze grote natio
nale orkesten het offer brengen om
genoegen te nemen met een provin
ciaal orkest van wat lager niveau".
Hiermede was niets denigrerends
bedoeld; ook een orkest zonder
overbetaalde topfiguren kan zeer ac
ceptabel musiceren.
Met de opmerking in uw beschou
wingen, als zou er te weinig barok
muziek en te weinig modern werk
door HBO gespeeld worden ben ik
het echter niet eens. Indien ik het
programma-overzicht van de tien
abonnementsconcerten in het afgelo
pen seizoen (1970-71) nog eens
raadpleeg, dan constateeer ik, dat één
concert geheel gewijd was aan de
barok, met werken van Farina, Hel-
lendaal, Johann Christian Bach en
Johann Sebastiaan Bach, en twee
concerten met uitsluitend moderne
muziek, werken van Webern, Ma-
derna, Varèse, Ives, Lutoslawski,
Bartok, Xenakis, „Satie en Britten.
Op de programma's van de overige
abonnementsconcerten kwamen nog
werken voor van Gershwin, Stra-
winsky, Prokofieff, Schönberg en
Peter Schat. In andere plaatsen dan
Breda werden werken gespeeld van
Marinus Kasbergen, Ravel, Milhoud,
enz.
De leiding van HBO zal er echter
ongetwijfeld rekening mee houden,
dat concerten met werken van b.v.
Mozart, Beethoven, Brahms, Schu
mann, Schubert, Tsjaikowsky, enz.,
gemiddeld vijfmaal het aantal be
zoekers tellen van de concerten met
modern werk (verhouding in Breda
ong. 600 - 120, eigen waarneming).
Dit moet HBO wel doen, anders
zouden de tekorten nog groter zijn
dan nu reeds het geval is.
Over het reorganisatieplan van
Smeets kan ik geen oordeel geven.
De waarde ervan zal in de praktijk
moeten blijken. Als de deskundigen
maar altijd voor ogen staat, dat het
voornaamste doel moet zijn de mu
ziekliefhebbers in Brabant van goe
de muziek te voorzien. Van Jan van
Dijk, hij moet het mij maar niet
kwalijk nemen, heb ik nog nooit
gehoord.
BREDA A. MENDES
(Van onze redactie binnenland)
AMSTERDAM Op de jaarver
gadering van Bensdorp Internatio
naal n.v., waarop bekendgemaakt
werd dat men voor 1971 ongeveer
20 procent hogere winst dacht te
kunne behalen, is heftig geprotes
teerd tegen de voorgestelde winst
verdeling. De aandeelhouders waren
het niet eens met een toevoeging
aan het reservefonds van f 0,8 mil
joen en inzake vrijgevallen reserve-
aandelen in dochterondernemingen
f 126.000,te bestemmen voor tan
tièmes.
Aandeelhouder W. C. Posthumus
Meyjes zei de dotatie aan het reser
vefonds niet juist te achten. „Dit
bedrag komt de aandeelhouders toe".
Hij deed het voorstel om 1-e divi
dend vast te stellen op 11 procent
in contanten en 10 proc. i- aandelen
(oorspronkelijk was 11 proc. in con
tanten vastgesteld),
Hierop schorste de voorzitter de
vergadering. Na de schorsing bleek
dat het bestuur niet bereid was het
voorstel van de heer Posthumus
Meyjes te steunen. Het besluit werd
geargumenteerd met de opmerking
dat de wisselende situatie op de ca-
caomarkt de resultaten soms onver
wachts koi drukken. De heer Pos
thumus Meyjes stelde voor de acht
ton te gebruiken voor versterking
van de dividendreserve en volgend
jaar een uitkering in aandelen te
doen.
Het bestuur kon ook dit niet ac
cepteren. Nadat duidelijk werd dat
beide partijen bikkelhard tegenover
elkaar stonden en verscheidene aan
deelhouders tegen de jaarstukken
zouden stemmen, kwam het bestuur
met een verzoeningsvoorstel om de
8 ton wel naar de algemene reserve
te boeken, maar de extra tantième
uitkering van f 126.000 te laten ver
vallen. Hierna keerde de rust in de
vergadering terug.