'.es
itzel
DE TUINMAN EN
DE BLOEMENKLOK
COMPUTER-BEHOEFTE STEEDS GROTER
De clown van het circus
aken...?)
>ol
HES)
Foto-wedstrijd
voor de jeugd
vvancU
CA##elte
MUZIEK OP EEN VERJAARDAG
Zwemwedstrijd
Juan Corona
staat niet
ongunstig
bekend
Murphy was niet
enthousiast
over filmloopbaan
kleine
stem
■■■■■■Mi
GERUCHT
GEVANGEN
BLIJ
Ontdekken
Verbinding
WOENSDAG 2 JUNI 1971
•f,
Ischnitzel smaakt
h tikkeltje ongewoon.
I combinatie van
t rundvlees en
imenthaler kaas ïs^
t alledaags. En om
{plezier van deze I
mitzel compleet te
aken is-ie ook fijn ge
ruid. En gepaneerd.
En voorgebakken.
En in 7 minuten
kant en klaar op het
bord. Nou, u begrijpt
wel hoe lekker
pat zal smaken.../
VT lb
z.s.m. daarna,
voor 12 uur.
voor 6 uur.
voor 4 a 6 uur.
tr. J. VERWILGHEN
34; b.g.g. 5013.
In liet midden van een reusachtig kasteel met vier dikke muren en
vier hoge torens, lag een schitterende vierkante tuin. Daarin bloeiden
de bloemen groter, kleuriger en geuriger dan in andere tuinen. Er
stonden ook zeldzame bloemen in uit vreemde landen en bloemen
waarvan niemand wist waar ze vandaan kwamen.
Deze tuin was voor de kasteelvrouw haar lust en haar leven. Wie
haar of haar man een geschenk wilde geven, kon niets beters beden
ken dan een bijzondere bloemsoort. Gelukkig was de tuin zó groot
dat er nog altijd een plaatsje voor de nieuwe aanwinst was.
In lente, zomer en nerfst waren ijverige tuinlieden druk in de weer.
In de winter waren zij ook hard bezig met het bewerken van de
grond en alles klaar te maken voor de lente.
De knapste van al die tuinlieden
hield evenveel van bloemen als zijn
meesteres. Hij had dan ook bij zijn
eigen klein huisje in het dorp een
I tuintje met niet zoveel, en niet
zulke zeldzame, wel even mooie
bloemen. Daar zorgde hij voor in zijn
vrije uren en als er geen vrije uren
overschoten, dan werkte hij nog lie
ver 's nachts voor zijn bloemen dan
dat hij het tuintje zou verwaarlozen.
Nu was die vrouiw van die tuin
man niet zo mooi en ook niet zo lief
als een bloem. Zij vond dat haar
man op het kasteel meer moest ver
dienen als hij nergens anders voor
meer geld wilde gaan werken, dan
moest hij dat gezwoeg in zijn eigen
tuintje maar opgeven om op een an
dere manier wat bij te verdienen.
„Je viooltjes lijken wel van flu
weel, maar een fluwelen rok kun
je mij niet kopen", zei ze smalend.
En: „Welja! Je kweekt rozen die
die glanzen als zijde, maar een zij
den blouse kan er voor mjj niet af!"
Haar man vroeg: „Waarom wil
je fluweel en zijde hebben om aan
te trekken, als je er in de tuin naar
kijken kunt?" Daarop antwoordde
zij heel slim: „Omdat viooltjes en
rozen in de winter niet bloeien, maar
fluweel en zijde wel!" De man be
loofde zuchtend dat hij zijn best zou
doen zoveel geld te sparen dat hij
haar vóór de winter nog fluweel en
zijde zou kunnen kopen. Maar hij
wist dat het hem niet zou lukken.
Toen deed hij iets wat hij natuur
lijk nooit had mogen doen: uit de
zee van bloemen die de vierkante
tuin van het kasteel bedekte, pluk
te hij hier en daar een mooie bloem
af, bradht zo'n boeket naar huis en
liet het zijn vrouw op de markt in
de stad brengen. In een ogenblik
had zij het voor veel geld verkocht!
Natuurlijk drnog zij er nu op aan
flat hfj haar gauw. nog meer zou
brengen, het liefst zou zij elke dag
met zulke bloemen naar de markt
gaan. De kasteelvrouw merkte er
niets van. Tussen duizenden bloe
men mis je er zo gauw geen, en
elke dag gaan er nieuwe knoppen
open.
Toch kwam de diefstal van de
bloemen uit. Want het ging als een
lopend vuurtje door de stad dat er
dikwijls een vrouw met de mooiste
bloemen op de markt stond. Zulke
mooie bloemen als misschien al
leen maar in de tuin van het kasteel
bloeiden. Natuurlijk hadden weinig
mensen die kasteeltuin ooit gezien,
maar zo stelden zij zich die voor.
Op een kwade dag kwam dit ge
rucht ook de kasteelvrouw ter ore.
Toen was het met de bloemenhan
del van de tuinmansvrouw afge
lopen, want zij werd door de garde
opgepakt en voor de kasteelheer
gebracht.
„Waar heb je die bloemen van
daan vrouw?" vroeg hij streng. „Uit
ons eigen tuintje, heer", loog zij.
De heer stuurde dadelijk een bode
naar het huisje van de tuinman. De
bode zag op het kleine stukje grond
wel even mooie bloemen staan als
in de vierkante bloemenzee van het
kasteel, maar uit dit tuintje zou je
niet meer dan één boeket kunnen
plukken.
De heer hoefde niet eens te wach
ten op het bericht van de bode, want
de ongelukkige tuinman gaf zich bij
hem aan als de dief. „Ik heb telkens
bloemen geplukt uit de tuin van mijn
meesteres, om ze mijn vrouw op de
markt te laten verkopen", bekende
hij.
Nu werd de tuinman gevangen ge
zet in een van de vier hoge torens.
Niet beneden in een donkere kerker,
maar in een torenkamertje. „Als je
zoveel van bloemen houdt dat je ze
steelt en verkoopt, moet je er nu
door dit venstertje maar goed naar
kijken", zei de heer. „Geef je ogen
goed de kost want andere kost zul
je niet veel krijgen. Eén keer per
dag kun je wat eten, meer niet".
Dat was een harde straf.
De tuinman leed vreselijke honger
en hij telde de uren van de dag tot
hij weer wat te eten zou krijgen, of
schoon hij geen klok had. Maar wie
de bloemen heel goed kent, heeft
geen klok nodig om te weten hoe
laat het is. Zó gaan de uren van
een dag voorbij:
Kerst gaat de morgenglorie open,
dan begint de roos te geuren,
daarna knikken de viooltjes,
nu gaan de lelies stralen,
daar kijkt de duizendschoon met
duizend ogen,
de margrieten gaan lijken op
zonnetjes.
Kijk, de zonnebloem is gekeerd,
de anjers maken de lucht kruidig,
aoh, de papavers laten wat blaad
jes vallen,
en de mannentrouw verbleekt-
de ridderspoor wordt slaperig
de koningin van de nacht gaat
open!'!'
Nu zijn de wijzers van de klok rond
gegaan, tel het maar na. Maar de
tuinman hield het niet langer vol
van de honger. Op een morgen
maakte hij zijn venstertje open en
riep: „Het is zes uur, krijg ik geen
warme slok?" En een uur later: „Het
is zeven uur, krijg ik geen hap
brood?" En na weer een uur: „Het
is acht uur, welke man heeft nog
geen ontbijt gehad?" Zo riep hij alle
uren af.
De kasteelheer vond dit zo won
derlijk dat hij de tuinman bij zich
liet komen en vroeg: „Hoe weet je
zo precies hoe laat het is?"
De tuinman antwoordde: „Er bestaat
toch een bloemenklok! Je kunt aan
een tuin alle uren aflezen", en hij
noemde op wat de bloemen van uur
tot uur doen.
De meester die nu begreep dat
deze tuinman alles van de gewassen
afwist en de bloemen wel moest
liefhebben vroeg nu: „Waarom heb
je dan toch bloemen gestolen en ze
laten verkopen?"
Toen vertelde de arme man dat
zijn vrouw zo had gezanikt over
fluwelen en zijden blouses. Zó was
hij tot zijn diefstal gekomen. „Had
mij dit eerder verteld", zuchtte de
heer, „je bent geen echte dief. Ga
eerst naar de keuken, eet tot je hon
ger gestild is en neem dan je werk
ln onze tuin weer op. Mijn vrouiw
kan haar beste tuinman niet missen
en ik zal je belonen".
Dit deed de tuinman en hij voelde
zich weer gelukkig in de bloemen
zee.
Die avond ging hij naar huis, na
dat de koningin van de nacht was
opengegaan. Zijn vrouw stond hem,
gelukkig lachend, op te wachten. Zij
was natuurljjk blij dat haar man
niet meer gevangen zat, en ook dat
hij nu een groter loon voor zijn
werk mee naar huis bracht. Maar
bovenal was zij blij om heel iets an
ders
„Kijk dan toch!" riep zij haar
man toe en wees op een stoel waar
over zijden en fluwelen kleren la
gen uitgestald. „Hoe kom je daar
aan?" vroeg de man verschrikt. „Die
heeft de kasteelvrouw mij laten
brengen!" riep zij uit, „prachtige
kleren die zij zelf niet meer draagt,
voor mij!" En met neergeslagen
ogen voegde zij eraan toe: „Er was
wel een boodschap bij: UW HARTE-
WENS OM ZIJDE EN FLUWEEL
TE DRAGEN WORDT VERVULD
DOOR DE KENNIS EN RE IJVER
VAN UW MAN".
Voortaan was de vrouw van de
tuinman veel liever voor haar man.
En eerlijk is eerlijk: als zij na haar
werk, of op feestelijke dagen een
fluwelen rok, of een zijden blouse
aantrok, was zij veel mooier dan
vroeger
AN MAC GILLAVRY
Ben je tussen de zes en de twaalf
jaar oud, of al tussen de dertien en
zestien? Dan kun je meedoen aan
een hartstikke goeie fotowedstrijd,
die is georganiseerd door het blad
„Ouders van nu" in samenwerking
met het fototijdschrift „Fototribuna".
Wat je ervoor moet doen? In de
eerste plaats heb je een camera no
dig. Misschien heb je er zelf al eens
een gekregen of anders vraag je aan
je vader of je die van hem mag
lenen, natuurlijk met de belofte dat
je er zuinig op zult zijn. En dan kun
je, mits je een filmpje in het toe
stel hebt zitten, aan de slag gaan.
Het is wel de bedoeling dat je kin
deren fotografeert. Het maakt niet uit
of je een vriendje neemt of een zus
je.
Ingezonden mogen worden zwart
wit- en kleurenfoto's tot een for
maat van 9 x 12 cm en kleurendia's
tot een formaat van 5x5 cm. Je
mag niet meer dan drie foto's of
dia's sturen. Op de foto of dia moe
ten naatn, adres en leeftijd vermeld
zijn. Ook moet in de enveloppe nog
eens een papier bijgesloten worden
met dezelfde gegevens. En je hoeft
geen postzegel bij te sluiten, alles
wordt weer teruggestuurd.
Waar alles naar toe moet en wan
neer? Nou, je hebt de hele grote
vakantie de tijd om te fotograferen.
Vóór 10 september moeten alle fo
to's en dia's binnen zijn bij de re
dactie van „Ouders van nu", L. J.
Ooaterweg, Wageningen.
gggg V V
KB
Wanda Capello. 8 jaar, Vlissingen.
Het vieren van een verjaardag
vormt voor sommige kinderen een
probleem. Deze jongens en meisjes
mogen van vader en moeder een
aantal vriendjes en vriendinnetjes
uitnodigen op deze dag. Er is li
monade, gebak, en allerlei ander
heerlijks en daarnaast worden er nog
spelletjes gedaan. Vaak weet men
wel een paar spelletjes die men al
eens ergens anders heeft geleerd. Het
verzinnen van iets nieuws is echter
leuker. De jongens en meisjes die
eens iets anders willen zouden mis
schien het volgende idee eens uit
kunnen werken.
Als er een rondgang door het
huis wordt gemaakt zijn er beslist
wel een aantal dingen te vinden
die men toch niet meer gebruikt en
waarvan op de een of andere ma
nier een muziekinstrument gemaakt
kan worden. Knikkers, blikjes, dop
pen, stokjes en andere dingen kun
nen hiervoor dienen. Op de middag
van het feest geeft men ieder kind
een paar van die dingen en ieder-,
een kan dan iets gaan maken dat
'muziek maakt. Daarna kan men sa
men iets spelen, een bandje vormen
met zanger of zangeres en men kan
zelfs een wedstrijd houden.
Wanneer men zelf al instrumenten
heeft kan men die natuurlijk ook te
gelijkertijd gebruiken.
Sjanneke Verwijmeren, 12 jaar.
Verteller: In het bos wonen veel
dieren. Een kikker, een waterrat,
een specht en Spitje, Spatje en
Spotje, de drie vissen.
Het was zomer en iedereen zat
bij elkaar.
Kikker: Ik weet iets leuks. We gaan
een zwemwedstrijd houden.
Eekhoorn: En de dieren die niet
kunnen zwemmen, wat moeten die
dan doen?
Specht: Nou, een geeft het startsein
weer een ander is de jüry en de
rest zit aan de kant te kijken.
Waterrat: Maar wanneer houden we
de wedstrijd en waar?
Kikker: Zullen we dan allemaal za
terdag bij het kleine meertje zijn?
Allen: Oké.
Verteller: Die zaterdag is iedereen
druk bezig.
Spotje: Oh, waar is mijn zwembroek
nou?
Spatje: Zoek dan.
Spitje: Ik ben toch zo zenuwachtig.
Want weet je, de waterrat kan
zo hard zwemmen.
Verteller: En dan eindelijk, 's Mid
dags om twee uur zou de wedstrijd
beginnen, en het is nu al een mi
nuut voor twee.
Eekhoorn: Iedereen die kan zwem
men gaat op zijn eigen plaats aan
de kant staan. Klaarstart!
Verteller: En daar gaan ze dan. Eerst
ligt Spatje voor. Dan ligt de kik
ker weer voor.
Specht: Hup waterrat! Hup waterrat!
Eekhoorn: Hup kikker! Hup kikker!
Verteller: Maar dan eindelijk is de
waterrat weer bij de kant.
Eekhoorn en specht: Hij heeft gewon
nen! Hij heeft gewonnen!
Verteller: Als iedereen weer op de
kant staat en afgedroogd is, krijgt
de waterrat zijn medaille.
Eekhoorn: Hartelijk gefeliciteerd. Jij
bent de winnaar van deze wed
strijd.
Verteller: Daarna gaat iedereen naar
huis en ze dromen 's nachts dat ze
allemaal een medaille wonnen.
Nicole Saanen, 9 jaar, Oosterhout.
EINDREDACTIE
BEN JANSEN
Yuba City, Californië (AP) Ju
an Valleja Corona, beschuldigd van
op zijn minst tien moorden in ver
band met de ontdekking van meer
dan 20 lijken in fruitboomgaarden
in het Californische Yuba City is
een bekende figuur in Marysville en
Yuba City; een gespierde, zakelijke
man die landarbeiders aanwerft Hij
bezit een huis van 22.000 dollar en
bezoekt elke zondag met zijn gezin
de kerk. Nooit houdt hij zich op in,
café's en met zijn buren wisselt hij
hoogstens een woord of twee. Hij
werkt lang en hard gn is voor de
velen, die met hem te maken heb
ben een soort mysterie. Zijn vrouw
Gloria zegt van hem: „Zoiets kan
hij nooit gedaan hebben. Hij heeft
me altijd goed behandeld en heeft
mij of mijn vier kinderen nooit
geslagen. Ik houd van hem en zal
hem altijd thuis terug willen heb
ben". Een winkelier in de straat
waar koppelbaas Corona woont zegt:
„Hij staat bekend als een gemene
vent en een vechter". Een voorman
op een boerderij, die Corona al ja
ren kent, noemt hem een man die
zeer zwijgzaam is en alleen maar
iets zegt als tot hem gesproken
wordt. In de meeste Amerikaanse
families is de oudste broer automa
tisch de leider. Maar Juan, die de op
een na oudste is van de vier gebroe
ders Corona, allen koppelbazen, ié
duidelijk de leider in de hechte
familiekring.
Met het koppelbazenwerk heeft
Juan goed verdiend. De 37-jarige
Corona bezit een mooi huis voor
Gloria, zijn tweede vrouw van Indi
aanse afkomst, en hun vier dochters.
Het is de enige Mexicaans-Ameri
kaanse familie in de buurt. Zelfs in
de Mexicaans-Amerikaanse gemeen
schap staat hij bekend als een man,'
die zichzelf en zijn gezin opsluit..
Elke zondag naar de kerk en naar
films in de Spaanse taal in een
theater van het gebied, waar hij zijn
arbeiders aanwerft. In de achter
buurt staat hij niet goed bekend,
maar de bijzonderheden waarom
zijn vaag. Een man met een stop
pelbaard van een week zegt: ,JI_ó
good. Ik zou nooit voor hem willen,
werken al had ik nog zo'n honger"l
Waarom? Niemand is daar duidelijk
over. De man zegt: „Hij kwam hier
la.ngs rijden en wees in de auto
zittend met zijn vinger naar ons.
Sommigen gingen met hem mee. Ze
hadden het geld nodig en als ze
terugkwamen zag je hem de dollar
biljetten uitdelen".
Een priester zegt: „Hij ging met
zijn gezin .naar de mis. Hij maakte
de indruk van een voorbeeldige
huisvader en christen. Juan spreekt
het Engels niet goedmaar goed
genoeg om zich er mee te redden.
Soms raakte hij in de war. Als hem
om hulp werd gevraagd, een gelde
lijke bijdrage of een paar uur wer
ken dan deed hij dat altijd, hij was
altijd zeer bereid, een fijne vent. Ik
kan alleen maar goede dingen over
hem vertellen".
Een barman van een van de kroe
gen waar Corona arbeiders huurt
zegt: „Niemand kent hem eigenlijk
goed. Je kon hem niet benaderen.
Maar hij was altijd erg kalm, had
goede manieren. Voorzover ik weet
dronk hij niet". Twee van de Coro
na-broeders, Juan en Nati, waren 15
maanden geleden betrokken in de
zaak van een man, die afgetuigd
werd in een cantine, die Nati toen
dreef. De zaak is nog steeds open.
Juan was toen ook in de cantine
maar geen van de twee broers is tot
dusver iets ten laste gelegd. De
politie ziet verband tussen de thans
aanhangige moorden en de zaak van
de landarbeider Juan Raya, die ach
terin de cantine gevonden werd met
wonden in het achterhoofd, die lij
ken op die welke zijn aangetroffen
bij de slachtoffers, die in de boom
gaarden zijn opgegraven.
(Van onze onderwijsredacteur)
EINDHOVEN Onderzoek en
onderwijs. Dat zijn de twee ste
vige zuilen waarop het rekencen
trum van de Eindhovense Tech
nische Hogeschool rust. En onge
twijfeld is het enthousiasme en
de op gedegen kennis stoelende
visie van drs. B. I. M. Morselt, het
hoofd van het centrum „labo
ratorium is eigenlijk een veel
betere en zeker juistere naam"
de derde poot die het schraagt.
Het hele geval is er voor de
studenten, zegt hij. „De medewer
kers" het centrum heeft er 38
„hebben geen reguliere onderwijsop
dracht. Maar ze zijn uiteraard wel,
door hun werk, bij het onderwijs
betrokken". In 1961 deed de eerste
laten we maar zeggen onder-
wijscomputer zijn intrede bij de
TH-Eindhoven. Bij de onder-afde
ling der wiskunde. Een IBM 1620.
Hij werd in hoofdzaak gebruikt voor
onderzoek en praktica. Dat onder
zoek was vooral van technisch-we-
tenschappelijke aard.
Nu hebben computers nog steeds
een eigenschap waarmee iedereen
die ze gebruikt maar zeker men
sen uiit het onderwijs en de weten
schapsbeoefening rekening moe
ten houden. Ze „verouderen" heel
gauw- Dat wil zeggen dat de genera
ties computers elkaar snel opvolgen.
„Gemiddeld is de levensduur van
een computer nu 5 tot 7 jaar. Dat
verouderen slaat uiteraard op de
mogelijkheden van het aipparaat. Je
kunt stellen dat die veroudering heel
nauw samenhangt met de behoef
te".
Hij kijkt op een tabeL wijst naar
een koloin cijfertjes. „Bij ons groeit
dat men van de computer gebruik
dat men van de computer gebluik
wil maken, elk jaar met 1,8. Dat wil
zeggen dat er elk jaar bijna twee
maal zoveel werk voor de computer
wordt aangaboden, als het jaar er
voor. Dat wil ook zeggen dat de
computer gewoon ingeburgerd raakt.
Steeds meer mensen in de hoge
school gebruiken haar. Kunnen er
niet meer buiten". Hij wijst erop
dat die „veroudering" ook slaat op
de toenerhende snelheid van de ma
chines en minstens zo belangrijk
op de steeds grotere geheugen-
omvang. De oudjes kunnen het snel
niet meer bijbenen!
Al met al evenals de fikse
groei van het aantal studenten
oorzaken die in 1966 leidden tot de
vervanging van de computer. De
trouwe IBM 1620 moest plaats ma
ken voor de Electrologica X8 (Phi
lips). Een machine waarvoor nu een
vervanger wordt gezocht. Die zal
zo'n tien miljoen gulden gaan kos
ten. „Een bescheiden bedrag voor
zo'n aipparaat. Het ministerie vond
tenminste dat wij beslist gee© al te
hoge eisen stellen".
Hoe snel de inforimatika technie
ken onontb-^rlijk voor onderwijs en
onderzoek zijn geworden, bewijst
het feit dat het centrum in januari
binnen de hogeschool zelfstandig is
geworden. Bewijst ook dait er druk
wordt gewerkt aan de bouw van een
eigen behuizing. Die moet augustus
1972 klaar ziijn- „Dan hopen wij
meteen de nieuwe computer te kun
nen gaan gebruiken. We studeren nu
nog steeds en weten nog niet precies
welke wij gaan kopen. Dat hangt
thouwens ook af van de goedkeuring
van de minister van onderwijs".
De studenten en de onderzoekers
moeten, door praiktisoh gebruik, de
mogelijkheden van de computer le
ren ontdekken. Dat doen ze in toe
nemende mate. Weer gaat zijn vin
ger naar een tabel. „We zitten op
het ogenblik gewoon aan het pla
fond. Als wij uitgaan van een week
van 168 uren (7 x 24) dan is onze
huidige machine 120 uur in bedrijf.
Dat wil zeggen voor 70 procent van
de beschikbare tijd. Dat is wel het
maximum. Als straks ons nieuwe
gebouw Maar is, wil dk continu la
ten draaden, dus 24 uren per etmaal.
Nu gaan we 's aivonds om 10 uur
dicht".
Hlij vertelt dat de groei van het
computergebruik aan de hogeschool
sinds 1969 vooral geremd is doordat
de machine „vol" zat Dat slaat dan
op de gebruikte tijd. Trouwens die
groed in de behoefte is een pro
bleem. Daaraan kan men op den
duur niet voldoen, zelfs niet met de
allernieuwste 'generatie computers.
Er wordt, intern, naar oplossingen
gezocht. Er wordt gedacht aan een
soort distributiesysteem van de te
gebruiken computertijd. „We zouden
de gebruikers kunnen laten „beta
len" per seconde gebruikte reken
tijd. Je kunt dan studenten een
hoeveelheid computerreikientijd ge
ven- Houden ze over dan kunnen ze
die „verkopen". Hebben ze tekort
dan moeten ze „kopen". We dubben
er nog over".
Het staat dus nog niet vast, welke
nieuwe computer de TH in Eindho
ven haar rekencentrum gaat geven.
In ieder geval zal de machine een
grotere snelheid hebben dan de hui
dige, een groter geheugen en meer
mogelijkheden. Dat slaat dan vooral
op de toegankelijkheid, zoals met
gekoppelde schrijfmachines en
beeldschermen, alsmede'" interne en
externe telefoonverbindingen gekop
peld aan schrijfmachines.
Reeds nu oefent, zo kan men stel
len, het rekencentrum van de TH
zijn invloed uit op hetonderwijs
buiten de TH zelf. De machine ver
richt diensten voor middelbare scho
len, voor de HTS in Eindhoven,
weid ingeschakeld bij een heroriën
teringscursus leraren wiskunde. „In
de achter ons liggende zes maanden
verwerkten wij zo'n 800 program
ma's voor de HTS en middelbare
scholen. In rekentijd is dat niet
veel, maar het is wel een begin. Het
betekent namelijk dat ook bij het
middelbaar en hoger beroepsonder
wijs steeds meer de computer als
een onmisbaar apparaat bij het on
derwijs wordt ervaren".
Ongetwijfeld zal die behoefte nog
heel wat groter worden als de Hoge
re Informatica School in Eindhoven
naast die in Enschede de enige
in ons land gaat draaien. Het reken
centrum van de TH streeft ernaar
dienstbaar te zijn ook voor het ho
ger beroepsonderwijs en het voort
gezet onderwijs.
Tussen de rekencentra van de ho
gescholen Eindhoven en Tilburg is
overleg. „Wij willen, gewoon op
praktische gronden, nauwe samen
werking. Overleggen, bijvoorbeeld,
over die keuze die wij in Eindhoven
gaan maken voor een nieuwe com
puter. We gaan hiier de studenten
wiskunde van het Moiler-instituut
de nieuwe leraarsopleiding van
de Katholieke Leergangen in Til- J'
burg met de computer leren wer
ken".
Drs. Morselt hoopt ook dat het
contact tussen de hoofden van de
verschillende rekencentra in Neder-
land tot effectief werken zal leiden.
Hij gelooft daar in- Hij meent dat jfi
op den duur elke universitaire on-
derwijs- en onderzoek computer wel
zal worden verbonden met compu-
ters van andere universiteiten. „Ge-
woon, omdat die inforrnatika moge
lijkheden aanzienlijk kan vergro- |n-|.
ten".
Wandelend door de kraakheldere'
ruimte waar de EL X8 met razende
snelheid haar berekeningen uit-
spuugt in elk computer-oentrum
is men als de dood voor stof
schiet hem nog wat te binnen. „U
moet nog wel weten dat er nog een
aantal kleinere computers werken
op de TH. Op afdelingen. Ook den
ken we aan het aanschaffen van een
kleine Philips computer voor het
centrum. Die zal in hoofdzaak be
dient moeten worden door gekoppel
de schrijfmachines".
JACQUES LEVIJ
DRS. B. MORSELT
MURPHY, de in het afgelopen
weekeinde bij een vliegtuig
ongeluk omgekomen Amerikaan
se oorlogsheld, kwam als 18-
jarige wees van een katoenfarm
uit Texas in 1943 in het Ameri
kaanse leger. Na zijn succesvolle
diensttijd pikte de „baby-faced
killer" zoals regisseur John Hus
ton hem betitelde, de :erste de
beste baan die hem werd aan
geboden een rol in de film
„Kid from Texas". Er kwamen
grote rollen voor hem in de oor
logsfilms „The red bage of cou
rage" en „To heil and back",
maar daarna was het vrijwel
alles wildwest wat de klok sloeg.
„Ik speelde in ongeveer veer
tig films, en dertig daarvan wa
ren dezelfde westerns met
verschillende paarden," zo merk
te Murphy eens op.
Hij was allerminst enthousiast
over zijn filmloopbaan, die hij
als volgt samenvatte: „Het is
beter dan katoen plukken, maar
daar houdt ook alles mee op."
Murphy gaf zelf toe dat hij na
de oorlog nooit meer helemaal
aan het burgerleven heeft kun
nen wennen. Niets meer scheen
hem opwindend. „Als het leger
honden leert te doden, leert het
ze dat af wanneer de oorlog
voorbij is. Ze doen dat niet met
mensen, zo zei hij, en „er is
maar een ding saaier dan de
krant van gisteren dat is de
oorlogsheld van gisteren".