'.es itzel DE TUINMAN EN DE BLOEMENKLOK COMPUTER-BEHOEFTE STEEDS GROTER De clown van het circus aken...?) >ol HES) Foto-wedstrijd voor de jeugd vvancU CA##elte MUZIEK OP EEN VERJAARDAG Zwemwedstrijd Juan Corona staat niet ongunstig bekend Murphy was niet enthousiast over filmloopbaan kleine stem ■■■■■■Mi GERUCHT GEVANGEN BLIJ Ontdekken Verbinding WOENSDAG 2 JUNI 1971 •f, Ischnitzel smaakt h tikkeltje ongewoon. I combinatie van t rundvlees en imenthaler kaas ïs^ t alledaags. En om {plezier van deze I mitzel compleet te aken is-ie ook fijn ge ruid. En gepaneerd. En voorgebakken. En in 7 minuten kant en klaar op het bord. Nou, u begrijpt wel hoe lekker pat zal smaken.../ VT lb z.s.m. daarna, voor 12 uur. voor 6 uur. voor 4 a 6 uur. tr. J. VERWILGHEN 34; b.g.g. 5013. In liet midden van een reusachtig kasteel met vier dikke muren en vier hoge torens, lag een schitterende vierkante tuin. Daarin bloeiden de bloemen groter, kleuriger en geuriger dan in andere tuinen. Er stonden ook zeldzame bloemen in uit vreemde landen en bloemen waarvan niemand wist waar ze vandaan kwamen. Deze tuin was voor de kasteelvrouw haar lust en haar leven. Wie haar of haar man een geschenk wilde geven, kon niets beters beden ken dan een bijzondere bloemsoort. Gelukkig was de tuin zó groot dat er nog altijd een plaatsje voor de nieuwe aanwinst was. In lente, zomer en nerfst waren ijverige tuinlieden druk in de weer. In de winter waren zij ook hard bezig met het bewerken van de grond en alles klaar te maken voor de lente. De knapste van al die tuinlieden hield evenveel van bloemen als zijn meesteres. Hij had dan ook bij zijn eigen klein huisje in het dorp een I tuintje met niet zoveel, en niet zulke zeldzame, wel even mooie bloemen. Daar zorgde hij voor in zijn vrije uren en als er geen vrije uren overschoten, dan werkte hij nog lie ver 's nachts voor zijn bloemen dan dat hij het tuintje zou verwaarlozen. Nu was die vrouiw van die tuin man niet zo mooi en ook niet zo lief als een bloem. Zij vond dat haar man op het kasteel meer moest ver dienen als hij nergens anders voor meer geld wilde gaan werken, dan moest hij dat gezwoeg in zijn eigen tuintje maar opgeven om op een an dere manier wat bij te verdienen. „Je viooltjes lijken wel van flu weel, maar een fluwelen rok kun je mij niet kopen", zei ze smalend. En: „Welja! Je kweekt rozen die die glanzen als zijde, maar een zij den blouse kan er voor mjj niet af!" Haar man vroeg: „Waarom wil je fluweel en zijde hebben om aan te trekken, als je er in de tuin naar kijken kunt?" Daarop antwoordde zij heel slim: „Omdat viooltjes en rozen in de winter niet bloeien, maar fluweel en zijde wel!" De man be loofde zuchtend dat hij zijn best zou doen zoveel geld te sparen dat hij haar vóór de winter nog fluweel en zijde zou kunnen kopen. Maar hij wist dat het hem niet zou lukken. Toen deed hij iets wat hij natuur lijk nooit had mogen doen: uit de zee van bloemen die de vierkante tuin van het kasteel bedekte, pluk te hij hier en daar een mooie bloem af, bradht zo'n boeket naar huis en liet het zijn vrouw op de markt in de stad brengen. In een ogenblik had zij het voor veel geld verkocht! Natuurlijk drnog zij er nu op aan flat hfj haar gauw. nog meer zou brengen, het liefst zou zij elke dag met zulke bloemen naar de markt gaan. De kasteelvrouw merkte er niets van. Tussen duizenden bloe men mis je er zo gauw geen, en elke dag gaan er nieuwe knoppen open. Toch kwam de diefstal van de bloemen uit. Want het ging als een lopend vuurtje door de stad dat er dikwijls een vrouw met de mooiste bloemen op de markt stond. Zulke mooie bloemen als misschien al leen maar in de tuin van het kasteel bloeiden. Natuurlijk hadden weinig mensen die kasteeltuin ooit gezien, maar zo stelden zij zich die voor. Op een kwade dag kwam dit ge rucht ook de kasteelvrouw ter ore. Toen was het met de bloemenhan del van de tuinmansvrouw afge lopen, want zij werd door de garde opgepakt en voor de kasteelheer gebracht. „Waar heb je die bloemen van daan vrouw?" vroeg hij streng. „Uit ons eigen tuintje, heer", loog zij. De heer stuurde dadelijk een bode naar het huisje van de tuinman. De bode zag op het kleine stukje grond wel even mooie bloemen staan als in de vierkante bloemenzee van het kasteel, maar uit dit tuintje zou je niet meer dan één boeket kunnen plukken. De heer hoefde niet eens te wach ten op het bericht van de bode, want de ongelukkige tuinman gaf zich bij hem aan als de dief. „Ik heb telkens bloemen geplukt uit de tuin van mijn meesteres, om ze mijn vrouw op de markt te laten verkopen", bekende hij. Nu werd de tuinman gevangen ge zet in een van de vier hoge torens. Niet beneden in een donkere kerker, maar in een torenkamertje. „Als je zoveel van bloemen houdt dat je ze steelt en verkoopt, moet je er nu door dit venstertje maar goed naar kijken", zei de heer. „Geef je ogen goed de kost want andere kost zul je niet veel krijgen. Eén keer per dag kun je wat eten, meer niet". Dat was een harde straf. De tuinman leed vreselijke honger en hij telde de uren van de dag tot hij weer wat te eten zou krijgen, of schoon hij geen klok had. Maar wie de bloemen heel goed kent, heeft geen klok nodig om te weten hoe laat het is. Zó gaan de uren van een dag voorbij: Kerst gaat de morgenglorie open, dan begint de roos te geuren, daarna knikken de viooltjes, nu gaan de lelies stralen, daar kijkt de duizendschoon met duizend ogen, de margrieten gaan lijken op zonnetjes. Kijk, de zonnebloem is gekeerd, de anjers maken de lucht kruidig, aoh, de papavers laten wat blaad jes vallen, en de mannentrouw verbleekt- de ridderspoor wordt slaperig de koningin van de nacht gaat open!'!' Nu zijn de wijzers van de klok rond gegaan, tel het maar na. Maar de tuinman hield het niet langer vol van de honger. Op een morgen maakte hij zijn venstertje open en riep: „Het is zes uur, krijg ik geen warme slok?" En een uur later: „Het is zeven uur, krijg ik geen hap brood?" En na weer een uur: „Het is acht uur, welke man heeft nog geen ontbijt gehad?" Zo riep hij alle uren af. De kasteelheer vond dit zo won derlijk dat hij de tuinman bij zich liet komen en vroeg: „Hoe weet je zo precies hoe laat het is?" De tuinman antwoordde: „Er bestaat toch een bloemenklok! Je kunt aan een tuin alle uren aflezen", en hij noemde op wat de bloemen van uur tot uur doen. De meester die nu begreep dat deze tuinman alles van de gewassen afwist en de bloemen wel moest liefhebben vroeg nu: „Waarom heb je dan toch bloemen gestolen en ze laten verkopen?" Toen vertelde de arme man dat zijn vrouw zo had gezanikt over fluwelen en zijden blouses. Zó was hij tot zijn diefstal gekomen. „Had mij dit eerder verteld", zuchtte de heer, „je bent geen echte dief. Ga eerst naar de keuken, eet tot je hon ger gestild is en neem dan je werk ln onze tuin weer op. Mijn vrouiw kan haar beste tuinman niet missen en ik zal je belonen". Dit deed de tuinman en hij voelde zich weer gelukkig in de bloemen zee. Die avond ging hij naar huis, na dat de koningin van de nacht was opengegaan. Zijn vrouw stond hem, gelukkig lachend, op te wachten. Zij was natuurljjk blij dat haar man niet meer gevangen zat, en ook dat hij nu een groter loon voor zijn werk mee naar huis bracht. Maar bovenal was zij blij om heel iets an ders „Kijk dan toch!" riep zij haar man toe en wees op een stoel waar over zijden en fluwelen kleren la gen uitgestald. „Hoe kom je daar aan?" vroeg de man verschrikt. „Die heeft de kasteelvrouw mij laten brengen!" riep zij uit, „prachtige kleren die zij zelf niet meer draagt, voor mij!" En met neergeslagen ogen voegde zij eraan toe: „Er was wel een boodschap bij: UW HARTE- WENS OM ZIJDE EN FLUWEEL TE DRAGEN WORDT VERVULD DOOR DE KENNIS EN RE IJVER VAN UW MAN". Voortaan was de vrouw van de tuinman veel liever voor haar man. En eerlijk is eerlijk: als zij na haar werk, of op feestelijke dagen een fluwelen rok, of een zijden blouse aantrok, was zij veel mooier dan vroeger AN MAC GILLAVRY Ben je tussen de zes en de twaalf jaar oud, of al tussen de dertien en zestien? Dan kun je meedoen aan een hartstikke goeie fotowedstrijd, die is georganiseerd door het blad „Ouders van nu" in samenwerking met het fototijdschrift „Fototribuna". Wat je ervoor moet doen? In de eerste plaats heb je een camera no dig. Misschien heb je er zelf al eens een gekregen of anders vraag je aan je vader of je die van hem mag lenen, natuurlijk met de belofte dat je er zuinig op zult zijn. En dan kun je, mits je een filmpje in het toe stel hebt zitten, aan de slag gaan. Het is wel de bedoeling dat je kin deren fotografeert. Het maakt niet uit of je een vriendje neemt of een zus je. Ingezonden mogen worden zwart wit- en kleurenfoto's tot een for maat van 9 x 12 cm en kleurendia's tot een formaat van 5x5 cm. Je mag niet meer dan drie foto's of dia's sturen. Op de foto of dia moe ten naatn, adres en leeftijd vermeld zijn. Ook moet in de enveloppe nog eens een papier bijgesloten worden met dezelfde gegevens. En je hoeft geen postzegel bij te sluiten, alles wordt weer teruggestuurd. Waar alles naar toe moet en wan neer? Nou, je hebt de hele grote vakantie de tijd om te fotograferen. Vóór 10 september moeten alle fo to's en dia's binnen zijn bij de re dactie van „Ouders van nu", L. J. Ooaterweg, Wageningen. gggg V V KB Wanda Capello. 8 jaar, Vlissingen. Het vieren van een verjaardag vormt voor sommige kinderen een probleem. Deze jongens en meisjes mogen van vader en moeder een aantal vriendjes en vriendinnetjes uitnodigen op deze dag. Er is li monade, gebak, en allerlei ander heerlijks en daarnaast worden er nog spelletjes gedaan. Vaak weet men wel een paar spelletjes die men al eens ergens anders heeft geleerd. Het verzinnen van iets nieuws is echter leuker. De jongens en meisjes die eens iets anders willen zouden mis schien het volgende idee eens uit kunnen werken. Als er een rondgang door het huis wordt gemaakt zijn er beslist wel een aantal dingen te vinden die men toch niet meer gebruikt en waarvan op de een of andere ma nier een muziekinstrument gemaakt kan worden. Knikkers, blikjes, dop pen, stokjes en andere dingen kun nen hiervoor dienen. Op de middag van het feest geeft men ieder kind een paar van die dingen en ieder-, een kan dan iets gaan maken dat 'muziek maakt. Daarna kan men sa men iets spelen, een bandje vormen met zanger of zangeres en men kan zelfs een wedstrijd houden. Wanneer men zelf al instrumenten heeft kan men die natuurlijk ook te gelijkertijd gebruiken. Sjanneke Verwijmeren, 12 jaar. Verteller: In het bos wonen veel dieren. Een kikker, een waterrat, een specht en Spitje, Spatje en Spotje, de drie vissen. Het was zomer en iedereen zat bij elkaar. Kikker: Ik weet iets leuks. We gaan een zwemwedstrijd houden. Eekhoorn: En de dieren die niet kunnen zwemmen, wat moeten die dan doen? Specht: Nou, een geeft het startsein weer een ander is de jüry en de rest zit aan de kant te kijken. Waterrat: Maar wanneer houden we de wedstrijd en waar? Kikker: Zullen we dan allemaal za terdag bij het kleine meertje zijn? Allen: Oké. Verteller: Die zaterdag is iedereen druk bezig. Spotje: Oh, waar is mijn zwembroek nou? Spatje: Zoek dan. Spitje: Ik ben toch zo zenuwachtig. Want weet je, de waterrat kan zo hard zwemmen. Verteller: En dan eindelijk, 's Mid dags om twee uur zou de wedstrijd beginnen, en het is nu al een mi nuut voor twee. Eekhoorn: Iedereen die kan zwem men gaat op zijn eigen plaats aan de kant staan. Klaarstart! Verteller: En daar gaan ze dan. Eerst ligt Spatje voor. Dan ligt de kik ker weer voor. Specht: Hup waterrat! Hup waterrat! Eekhoorn: Hup kikker! Hup kikker! Verteller: Maar dan eindelijk is de waterrat weer bij de kant. Eekhoorn en specht: Hij heeft gewon nen! Hij heeft gewonnen! Verteller: Als iedereen weer op de kant staat en afgedroogd is, krijgt de waterrat zijn medaille. Eekhoorn: Hartelijk gefeliciteerd. Jij bent de winnaar van deze wed strijd. Verteller: Daarna gaat iedereen naar huis en ze dromen 's nachts dat ze allemaal een medaille wonnen. Nicole Saanen, 9 jaar, Oosterhout. EINDREDACTIE BEN JANSEN Yuba City, Californië (AP) Ju an Valleja Corona, beschuldigd van op zijn minst tien moorden in ver band met de ontdekking van meer dan 20 lijken in fruitboomgaarden in het Californische Yuba City is een bekende figuur in Marysville en Yuba City; een gespierde, zakelijke man die landarbeiders aanwerft Hij bezit een huis van 22.000 dollar en bezoekt elke zondag met zijn gezin de kerk. Nooit houdt hij zich op in, café's en met zijn buren wisselt hij hoogstens een woord of twee. Hij werkt lang en hard gn is voor de velen, die met hem te maken heb ben een soort mysterie. Zijn vrouw Gloria zegt van hem: „Zoiets kan hij nooit gedaan hebben. Hij heeft me altijd goed behandeld en heeft mij of mijn vier kinderen nooit geslagen. Ik houd van hem en zal hem altijd thuis terug willen heb ben". Een winkelier in de straat waar koppelbaas Corona woont zegt: „Hij staat bekend als een gemene vent en een vechter". Een voorman op een boerderij, die Corona al ja ren kent, noemt hem een man die zeer zwijgzaam is en alleen maar iets zegt als tot hem gesproken wordt. In de meeste Amerikaanse families is de oudste broer automa tisch de leider. Maar Juan, die de op een na oudste is van de vier gebroe ders Corona, allen koppelbazen, ié duidelijk de leider in de hechte familiekring. Met het koppelbazenwerk heeft Juan goed verdiend. De 37-jarige Corona bezit een mooi huis voor Gloria, zijn tweede vrouw van Indi aanse afkomst, en hun vier dochters. Het is de enige Mexicaans-Ameri kaanse familie in de buurt. Zelfs in de Mexicaans-Amerikaanse gemeen schap staat hij bekend als een man,' die zichzelf en zijn gezin opsluit.. Elke zondag naar de kerk en naar films in de Spaanse taal in een theater van het gebied, waar hij zijn arbeiders aanwerft. In de achter buurt staat hij niet goed bekend, maar de bijzonderheden waarom zijn vaag. Een man met een stop pelbaard van een week zegt: ,JI_ó good. Ik zou nooit voor hem willen, werken al had ik nog zo'n honger"l Waarom? Niemand is daar duidelijk over. De man zegt: „Hij kwam hier la.ngs rijden en wees in de auto zittend met zijn vinger naar ons. Sommigen gingen met hem mee. Ze hadden het geld nodig en als ze terugkwamen zag je hem de dollar biljetten uitdelen". Een priester zegt: „Hij ging met zijn gezin .naar de mis. Hij maakte de indruk van een voorbeeldige huisvader en christen. Juan spreekt het Engels niet goedmaar goed genoeg om zich er mee te redden. Soms raakte hij in de war. Als hem om hulp werd gevraagd, een gelde lijke bijdrage of een paar uur wer ken dan deed hij dat altijd, hij was altijd zeer bereid, een fijne vent. Ik kan alleen maar goede dingen over hem vertellen". Een barman van een van de kroe gen waar Corona arbeiders huurt zegt: „Niemand kent hem eigenlijk goed. Je kon hem niet benaderen. Maar hij was altijd erg kalm, had goede manieren. Voorzover ik weet dronk hij niet". Twee van de Coro na-broeders, Juan en Nati, waren 15 maanden geleden betrokken in de zaak van een man, die afgetuigd werd in een cantine, die Nati toen dreef. De zaak is nog steeds open. Juan was toen ook in de cantine maar geen van de twee broers is tot dusver iets ten laste gelegd. De politie ziet verband tussen de thans aanhangige moorden en de zaak van de landarbeider Juan Raya, die ach terin de cantine gevonden werd met wonden in het achterhoofd, die lij ken op die welke zijn aangetroffen bij de slachtoffers, die in de boom gaarden zijn opgegraven. (Van onze onderwijsredacteur) EINDHOVEN Onderzoek en onderwijs. Dat zijn de twee ste vige zuilen waarop het rekencen trum van de Eindhovense Tech nische Hogeschool rust. En onge twijfeld is het enthousiasme en de op gedegen kennis stoelende visie van drs. B. I. M. Morselt, het hoofd van het centrum „labo ratorium is eigenlijk een veel betere en zeker juistere naam" de derde poot die het schraagt. Het hele geval is er voor de studenten, zegt hij. „De medewer kers" het centrum heeft er 38 „hebben geen reguliere onderwijsop dracht. Maar ze zijn uiteraard wel, door hun werk, bij het onderwijs betrokken". In 1961 deed de eerste laten we maar zeggen onder- wijscomputer zijn intrede bij de TH-Eindhoven. Bij de onder-afde ling der wiskunde. Een IBM 1620. Hij werd in hoofdzaak gebruikt voor onderzoek en praktica. Dat onder zoek was vooral van technisch-we- tenschappelijke aard. Nu hebben computers nog steeds een eigenschap waarmee iedereen die ze gebruikt maar zeker men sen uiit het onderwijs en de weten schapsbeoefening rekening moe ten houden. Ze „verouderen" heel gauw- Dat wil zeggen dat de genera ties computers elkaar snel opvolgen. „Gemiddeld is de levensduur van een computer nu 5 tot 7 jaar. Dat verouderen slaat uiteraard op de mogelijkheden van het aipparaat. Je kunt stellen dat die veroudering heel nauw samenhangt met de behoef te". Hij kijkt op een tabeL wijst naar een koloin cijfertjes. „Bij ons groeit dat men van de computer gebruik dat men van de computer gebluik wil maken, elk jaar met 1,8. Dat wil zeggen dat er elk jaar bijna twee maal zoveel werk voor de computer wordt aangaboden, als het jaar er voor. Dat wil ook zeggen dat de computer gewoon ingeburgerd raakt. Steeds meer mensen in de hoge school gebruiken haar. Kunnen er niet meer buiten". Hij wijst erop dat die „veroudering" ook slaat op de toenerhende snelheid van de ma chines en minstens zo belangrijk op de steeds grotere geheugen- omvang. De oudjes kunnen het snel niet meer bijbenen! Al met al evenals de fikse groei van het aantal studenten oorzaken die in 1966 leidden tot de vervanging van de computer. De trouwe IBM 1620 moest plaats ma ken voor de Electrologica X8 (Phi lips). Een machine waarvoor nu een vervanger wordt gezocht. Die zal zo'n tien miljoen gulden gaan kos ten. „Een bescheiden bedrag voor zo'n aipparaat. Het ministerie vond tenminste dat wij beslist gee© al te hoge eisen stellen". Hoe snel de inforimatika technie ken onontb-^rlijk voor onderwijs en onderzoek zijn geworden, bewijst het feit dat het centrum in januari binnen de hogeschool zelfstandig is geworden. Bewijst ook dait er druk wordt gewerkt aan de bouw van een eigen behuizing. Die moet augustus 1972 klaar ziijn- „Dan hopen wij meteen de nieuwe computer te kun nen gaan gebruiken. We studeren nu nog steeds en weten nog niet precies welke wij gaan kopen. Dat hangt thouwens ook af van de goedkeuring van de minister van onderwijs". De studenten en de onderzoekers moeten, door praiktisoh gebruik, de mogelijkheden van de computer le ren ontdekken. Dat doen ze in toe nemende mate. Weer gaat zijn vin ger naar een tabel. „We zitten op het ogenblik gewoon aan het pla fond. Als wij uitgaan van een week van 168 uren (7 x 24) dan is onze huidige machine 120 uur in bedrijf. Dat wil zeggen voor 70 procent van de beschikbare tijd. Dat is wel het maximum. Als straks ons nieuwe gebouw Maar is, wil dk continu la ten draaden, dus 24 uren per etmaal. Nu gaan we 's aivonds om 10 uur dicht". Hlij vertelt dat de groei van het computergebruik aan de hogeschool sinds 1969 vooral geremd is doordat de machine „vol" zat Dat slaat dan op de gebruikte tijd. Trouwens die groed in de behoefte is een pro bleem. Daaraan kan men op den duur niet voldoen, zelfs niet met de allernieuwste 'generatie computers. Er wordt, intern, naar oplossingen gezocht. Er wordt gedacht aan een soort distributiesysteem van de te gebruiken computertijd. „We zouden de gebruikers kunnen laten „beta len" per seconde gebruikte reken tijd. Je kunt dan studenten een hoeveelheid computerreikientijd ge ven- Houden ze over dan kunnen ze die „verkopen". Hebben ze tekort dan moeten ze „kopen". We dubben er nog over". Het staat dus nog niet vast, welke nieuwe computer de TH in Eindho ven haar rekencentrum gaat geven. In ieder geval zal de machine een grotere snelheid hebben dan de hui dige, een groter geheugen en meer mogelijkheden. Dat slaat dan vooral op de toegankelijkheid, zoals met gekoppelde schrijfmachines en beeldschermen, alsmede'" interne en externe telefoonverbindingen gekop peld aan schrijfmachines. Reeds nu oefent, zo kan men stel len, het rekencentrum van de TH zijn invloed uit op hetonderwijs buiten de TH zelf. De machine ver richt diensten voor middelbare scho len, voor de HTS in Eindhoven, weid ingeschakeld bij een heroriën teringscursus leraren wiskunde. „In de achter ons liggende zes maanden verwerkten wij zo'n 800 program ma's voor de HTS en middelbare scholen. In rekentijd is dat niet veel, maar het is wel een begin. Het betekent namelijk dat ook bij het middelbaar en hoger beroepsonder wijs steeds meer de computer als een onmisbaar apparaat bij het on derwijs wordt ervaren". Ongetwijfeld zal die behoefte nog heel wat groter worden als de Hoge re Informatica School in Eindhoven naast die in Enschede de enige in ons land gaat draaien. Het reken centrum van de TH streeft ernaar dienstbaar te zijn ook voor het ho ger beroepsonderwijs en het voort gezet onderwijs. Tussen de rekencentra van de ho gescholen Eindhoven en Tilburg is overleg. „Wij willen, gewoon op praktische gronden, nauwe samen werking. Overleggen, bijvoorbeeld, over die keuze die wij in Eindhoven gaan maken voor een nieuwe com puter. We gaan hiier de studenten wiskunde van het Moiler-instituut de nieuwe leraarsopleiding van de Katholieke Leergangen in Til- J' burg met de computer leren wer ken". Drs. Morselt hoopt ook dat het contact tussen de hoofden van de verschillende rekencentra in Neder- land tot effectief werken zal leiden. Hij gelooft daar in- Hij meent dat jfi op den duur elke universitaire on- derwijs- en onderzoek computer wel zal worden verbonden met compu- ters van andere universiteiten. „Ge- woon, omdat die inforrnatika moge lijkheden aanzienlijk kan vergro- |n-|. ten". Wandelend door de kraakheldere' ruimte waar de EL X8 met razende snelheid haar berekeningen uit- spuugt in elk computer-oentrum is men als de dood voor stof schiet hem nog wat te binnen. „U moet nog wel weten dat er nog een aantal kleinere computers werken op de TH. Op afdelingen. Ook den ken we aan het aanschaffen van een kleine Philips computer voor het centrum. Die zal in hoofdzaak be dient moeten worden door gekoppel de schrijfmachines". JACQUES LEVIJ DRS. B. MORSELT MURPHY, de in het afgelopen weekeinde bij een vliegtuig ongeluk omgekomen Amerikaan se oorlogsheld, kwam als 18- jarige wees van een katoenfarm uit Texas in 1943 in het Ameri kaanse leger. Na zijn succesvolle diensttijd pikte de „baby-faced killer" zoals regisseur John Hus ton hem betitelde, de :erste de beste baan die hem werd aan geboden een rol in de film „Kid from Texas". Er kwamen grote rollen voor hem in de oor logsfilms „The red bage of cou rage" en „To heil and back", maar daarna was het vrijwel alles wildwest wat de klok sloeg. „Ik speelde in ongeveer veer tig films, en dertig daarvan wa ren dezelfde westerns met verschillende paarden," zo merk te Murphy eens op. Hij was allerminst enthousiast over zijn filmloopbaan, die hij als volgt samenvatte: „Het is beter dan katoen plukken, maar daar houdt ook alles mee op." Murphy gaf zelf toe dat hij na de oorlog nooit meer helemaal aan het burgerleven heeft kun nen wennen. Niets meer scheen hem opwindend. „Als het leger honden leert te doden, leert het ze dat af wanneer de oorlog voorbij is. Ze doen dat niet met mensen, zo zei hij, en „er is maar een ding saaier dan de krant van gisteren dat is de oorlogsheld van gisteren".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 7