Antiekbeurs voor iedereen DE GEUR VAN MENSENBLOED ONDERWIJSREORGANISATIE EERSTE STAP De val van Ali Sabri Afrekeni nazi-ver LIKEN EN Kl Uw Kunstgebit kunst cultuur 1■HBRHBHRBHH Nieuwe bouw pastoors IN BREDA IS VEEL TE ZIEN EN TE KOOP Pijnlijk probleem als roman Gorilla en amour Randpositie Twee niveaus Kerken pleiten voor vredes conferentie Enoch Powell: over 15 jaar rassen oorlog Nieuwe gevallenen DINSDAG 4 MEI 1971 DINSDAG 4 MEI 1971 t-, fe' U Gedane zaken nemen geen keer, gedane kerken lopen niet meer, maar toch zou uit deze situatie le ring getrokken kunnen worden met betrekking tot het bouwen van an dere „ontmoetingsplaatsen", die in zeer veel dorpen en steden gestalte krijgen in de vorm van „culturele centra". Overal zijn namelijk aan bouwpastoors herinnerende cultuur padvinders op weg, die zich beijve ren voor de bouw van kunstgebou wen, in welke vorm dan ook. Ge meentebesturen trappen maar al te graag in dergelijke plannetjes, om dat kunstgebouwen welkome sta tussymbolen van „vooruitstrevend heid" zijn; en ook hier komen de bouwvergunningen dus geinakkelijk los. Over zo'n jaar of dertig zullen er weinig wijken, dorpen of steden zijn die niet zijn voorzien van een cultureel centrum, maar tegen die tijd zal men waarschijnlijk van die gebouwen vrijwel geen gebruik meer maken. Om de gang van zaken rondom onze culturele padvinderij enigszins te illustreren twee voor beelden. Een paar jaar geleden werd ln Axel, een dorp van rond de 10.000 inwoners, met een kleine 40 cafés, een prachtig „modern" cultu reel centrum geopend- Ook hier was het gewoon een verkapte kunsttem pel. Resultaat: de pastoor van Axel zit met een leegstaand patronaatsge bouw, andere zalen van cafés zijn noodlijdend, het culturele centrum biedt eens in de zoveel weken een gezapige toneelavond of een enkel concert, dat nog slecht bezocht wordt ook. Inmiddels' is op 8 km van Axel in Terneuzen vorig jaar een schouwburg geopend, die ook niet mis is. In het naburige Sas van Gent (van beide plaatsen ongeveer 10 km verwijderd) heeft men ook driftige plannen voor een cultureel centrum. Zulke situaties zijn teke nend: het ene gemeentebestuur wil voor het andere niet onderdoen. Voorlopig zou ik willen dat er bij ons ministerie van CRM eens een aantal mensen aan het roer kwamen, die een wat bredere visie aan de dag konden leggen voor de gevolgen van de „cultuurpadvinderij", aldus Jan Juffermans in Tijdschrift voor Architectuur en Beeldende Kunsten onder de kop: „Cultuurpadvinders waren rond als bouwpastoors". De Kunst- en Antiekbeurs, die momenteel tot en met 9 mei (dage lijks van 1422 uur )in Het Turf schip te Breda gehouden wordt, be vestigt de 5-jarige traditie die de gelijknamige stichting in Breda heeft opgebouwd. In 24 stands (meer dan ooit) worden duizenden (5481) cultuur-historische voorwer pen getoond cn verkocht, die menig- een zullen boeien. „Delft;', mag duurder, rijker, maar ook snobisti- scher zijn, „Breda" is voor een bre der publiek haalbaar, zonder dat er aan de kwaliteit concessies worden gedaan. Tenslotte is een groot aantal van deze „jongens" toeleveringsbe drijf van Delft, ook al hebben ze zelf geen plaats in dit „gilde" van oudheidkundige heren. De tijd van de echte verzamelaars (collectio neurs) is praktisch voorbij, maar het aantal mensen dat met weemoed gn bewondering graag een „erfstuk der voorvaderen" in zijn huis 'heeft groeit nog steeds. En dan sta je hier verwonderd te kijken, dat er nog zoveel echt antiek op de markt is. Eoht? Er is zwaar geballoteerd (onderzocht); eerst door de stichting zelf, daarna door een commissie, be staande uit prof. da-. Timmers (Bon- nefanten, Maastricht); P Wassen- bergh-Clarijs (gemeentemuseum. Deventer); dr. A. Wassenbergh (oud-directeur Fries museum), B. Dubbe (kunsthistoricus, Deventer) en dr- Bouvy (Bisschoppelijk mu seum, Utrecht). „Die stoel is niet uit de 19e eeuw; Daar moet een kaartje bij, dat er iets aan ontbreekt; Dat wijwaterbakje is prachtig; Ik kan me niet voorstellen, dat die tafel door voeten is uitgeslepen aan de onderkant; Die Vijzel zou wel eens Engels kunnen zijn", etc. etc. Met snijdend kritische blikken en op merkingen ging de ballotage-com missie door de stands, waar de anti- qairs soms in hun wiek geschoten vaak meer vertrouwen bleken te hebben in hun eigen intuitie dan in een theoretisch wetenschappelijk oog. De leek zal vaak zeggen; Kan mij wat schelen; ik vind het mooi. Het enige wat dan meespeelt is de prijs. Maai- je kunt alle kanten op. Bij het Houten kistje met ijzer beslagen; Frankrijk (18e eeuw). eerste voorwerp (tinnen „vaasje"), dat we aanwezen, was het antwoord: f 30; bij het laatste voorwerp (Schilderij): f 40.000. Een speeldoos tingelde vrolijk verder. „Spreekt men wel over kijkbeurzen, zoals be kend, heeft onze beurs zich de faam verworven koopbeurs te zijn", zegt voorzitter Van Well. Natuurlijk kun je ook alleen kij ken. Het is al boeiend om een stuk cultuur-historie via deze voorwerpen op je af te laten komen. Beter dan voorheen komt in de gro te bal van het Turfschip alles tot zijn recht. Zoals bekend heeft deze beurs gezworven via Bouvigne, Wolfslaer, en De Beyerd naar dit schip, waar nu in stijlvolle groene cabines ruimte gegeven wordt aan.... f Er is geen beginnen aan om in details te treden. Wat algemene noe mers: er zijn nogal wat meubels, verder porcelein, glaswerk, schilde rijen, brons( ikonen, aardewerk, ivoor, emaille, oude juwelen (voor het eerst) etc. etc. Er is bijvoorbeeld nogal wat oud-ker kelijk vaatwerk bij; zorg dat je erbij komt, want de „strooptochten" door het kerkelijk bezit behoren langza merhand tot de verleden tijd, sedert er allerlei bewakings-commissies zijn ingesteld. We zagen een prach tige 16e eeuwse zogenaamde ge zichtskruik; een schilderij van Jan Blom en Jan Breughel II; een 17e eeuwse Brabantse 5-deurskast; Delftse bakken; Driekoningenkande laar uit de 15e eeuw; Friese keeft- kast (ong. 1650); Engelse lantaarn- klok (18e eeuw); tinnen klooster- kom (18e eeuw); tinnen avond- maalskan (Duits); Victoriaanse bro che; Zeeuwse kabinetkast (17e eeuw); zo maar een Franse kathe draalsculptuur uit de 14e eeuw; ma donna's in hout en ivoor; oud-Perzi sche bladen etc.ete. We zijn toch aan het opsommen geslagen. Stop. Al leen is nog wel het vermelden waard, dat er veel klein goed is, want de meesten van ons beschik ken niet meer over kasten van hui zen; dus voor „elck wat wils" heet dat, geloof ik- Verder is de boek handel er met een uitgebreide sorte ring aangepaste lectuur en is ook de vereniging Vrienden van Antiek met een voorlichtingsstand aanwezig. Tenslotte nog dit: mocht u er nog niet van overtuigd zijn dat deze beurs niet past in de rij antiek- en curiosabeurzen, die bijna iedere plaats zich tegenwoordig aanmeet, dam is dit een misverstand. Het is veel meer. Ga u zelf overtuigen. In hoeverre kun je iemand nog „mens" noemen, die zinvol kan „le ven"? Een vraag met een dwingend karakter, waarmee bijvoorkeur heel wat medici c.s. innerlijk worstelen in bepaalde klinieken. De vraag is nog steeds actueel; wordt zelfs actu eler, hoewel je met een wijde boog om het probleem heen kunt lopen. Het Euthanasie-program van Hitier in de oorlog was minder vrijblij vend. Janine de Rop schreef over dit onderwerp een schrijnend boei ende roman „DE RECHTEN EN DE BEUL" (Nijgh en van Ditmar- f 14.90), waarvan de eerste pagina een citaat van Louis Paul Boon be- geweten krijgen' vat: „Schop de mensen tot ze een geweten krijgen". Martin Herzlinger en Peter Meyer worden beiden voor de keuze gesteld mee te werken aan het euthanasie programma in een kliniek voor geesteszieken en minder-validen: „Ik kan volstaan met mijn naakte bekentenis: Ik heb er minsters 3000 laten doden: Leven-onwaardig leven. Ik heb het gedaan en weet nog altijd niet of het goed of slecht is". Meyer weigert en komt gebroken uit een concentratiekamp; sterft. Herzlinger de suggestie gevend: je „Schilderijen van kinderen naar werken van bekende meesters" was een ongewone tentoonstelling in de Kunsthalle van Karlsruhe. Een de monstratie van hedendaagse kunst opvoeding. Eens per week worden vier- tot veertienjarigen in kleine groepen telkens met een schilderij uit het museum vertrouwd gemaakt. Aansluitend op een gesprek mogen zij in de werkplaats van het mu seum het geziene weergeven of ver anderen. De zo ontstane „kunstwer ken" zijn ook voor psychologen ver helderend. In Karlsruhe waren b.v. vele versies te zien van Kirchner's Danseres. Een klein meisje was door de zwarte laarzen zo gefascineerd, dat ze bijna het hele blad daarmee bedekte en de danseres er dwars overheen legde- Het experiment wordt voortgezet. Uit de nieuwe oogst premières in ons land onder anderen: LE BOU CHER (DE SLAGER) van de kundi ge griezelfilms-regisseur Claude Chabrol. In De Slager wordt een aantal schijnbare zinloze moorden op jonge vrouwen gepleegd. Maar zelfs de geestelijk gestoorde Popoul (Stéphan Audran), slager en 15 jaar beroepsmilitair, heeft een motief: „Het bloed van mensen en dieren heeft precies dezelfde geur", zegt hij als hi-j Hélène zijn ervaringen in de oorlog vertelt. Heel idyllisch be gint het verhaal in de Dordogne (als zodanig veel vakantie-gasten be kend), waar tussen Popoul en Hélè ne een romance schijnt te ontstaan. Een boeiende impressie van het da gelijkse leven in zo'n plaatsje daar. Opschudding, wanneer op gruwelij ke wijze twee vrouwen achter elk aar vermoord blijken te zijn. De dader is spoorloos. Hèlène vindt bij een van de lijken de aansteker, die zij Popoul cadeau gaf. Maar zij heeft niets te vrezen, want zij ruikt niet naar bloed.... Chabrol heeft in deze film een aantal knappe vond sten verwerkt, waardoor de idylli sche geschiedenis geleidelijk in een griezelverhaal overgaat; al ontneemt de nadruk op het tragische eerste element grotendeels de spanning weg, waarvan deze film het moet hebben. Toch een knap werkstuk. PUSSYCAT, PUSSYCAT I LOVE YOU van Rod Amateau is een ver volg op „What's new, pussycat?" Een slag films, dat de oeroude ko mische films moet vervangen. Ama teau is in zijn poging blijven steken, door té veel pretenties: hij vertilde zich aan het satirische element. On derwerpen van Amateau's grollen en satirische hints zijn Fellini en de Italiaanse filmverlakkerij, die zich uit in de dure amoraliteit van de upper -ten tot en met de spaghetti- westerns. Voor zover er sprake is van een verhaal: de toneelschrijver Fred, karikatuur van de stereotype playboy uit de Italiaanse filmmon- dainiteiten (waarin Fellini een meester is), is getrouwd met de kalme Millie. Zij tolereert zijn esca pades, want zolang Fred liegt, weet zij dat hij van haar houdt. Best plezierig om naar al die dolle tafe relen te kijken in fraaie aangepaste kleuren, geaccentueerd door muziek, dans, gesmui, gedrink en gevrij. Al leen krijg je telkens het gevoel dat Amateau je telkens de knipoog geeft met „Goed hè?, dat kunnen Fellini, Antonioni e.a, in hun zak steken". De nachtmerrie-gorilla, die Fred in zijn dromen achtervolgt is een dui delijke zinspeling op de Williams' oookie-beer, maar tevens een sym bool van de omkering van zijn amou reuze gevoelens ten opzichte van de f I film 1 vrouwen. Wat meer geest en het loensen naar andere filmmakers zou minder zogenaamde oorspronkelijke deze film tot een écht zot geval gemaakt hebben. Jammer, deze ver gissing, want echte zotte films kun nen we gebruiken. JOSEFINE MUTZENBACHER MAAKT VAN HET BLOOT EEN DEUGD van Kurt Nachmann is een tweeslachtige film geworden: een operette-achtige poging om via de omweg van kwasi-sociaal begrip een aantal pikante scènes aan de man te brengen. Daar doet zelfs de vier maal herkeuring van deze film niets aan af. Josefine Mutzenbacher leef de eind 1800, begint 1900 in Wenen; een stad vol sociale tegenstellingen. Wie daar opgroeide moest een extra portie vroomheid, eerzaamheid of onverschilligheid meekrijgen om geen misdadiger, dronkaard of pros tituee te worden. Die extra portie kreeg Josefine niet, maar wel het vermogen om in de prostitutie ple zier te hebben. In haar geschreven memoires komt dit duidelijker naar voren dan in de film. In die memoi res komen de sociale toestanden maar terzijde aan de orde. Nachman heeft dat hersteld door Josefine als schatrijke Lady J. (Kai Fischer) in Wenen tegen „staatsraad" Marbach in een rendez-vous-herberg haar le vensverhaal te laten vertellen. Het operette-achtige imponeert niet; het pikante is vrij vervelend, Nachmann wilde twee kanten uit: de sociale verklaring en de satire; maar zó kwam hij nergens uit. Beeld uit euthauasie-proces München (1965) tegen een aantal „oorlogs-verpleegsters" lijkt op mij- Herzlinger wordt Mey er en worstelt met de problemen van zijn motieven. „Was het moge lijk dat een mens een held werd om zichzelf een dergelijke rol te zien spelen en niet in eerste instantie voor de ander, voor het principe?" Er moet recht gesproken worden maar moest men niet verder gaan, wilde men dit in de toekomst ver hinderen? Dieper wroeten, niet en ken in de tegenstander, maar ook in het eigen ik? In het regime dat de mogelijkheden geschapen had de aangeklaagde wandaden te bedrij ven, waarvoor men thans de verkla ring zoekt in de psyche van een paar mensen. Wie was ik? Rechter of beul? Herzlinger leest brieven, ook die van Inge, die meehielp in de kliniek en aan beide benen verlamd werd. Ze hield van Meyer. Waarom wees hij haar af? Tenslotte vraagt ze Herzlinger haar te doden: „Slechts dit heeft belang: mens zijn en door de ander erkend te worden en aanvaard. Wie het anders zegt liegt zichzelf en andere iets voor En waar zijn ze de anderen voor deze mensonwaardigen?" Een aangrijpend boek, met name om de problema tiek, die gesteld wordt en waarmee we nog lang niet klaar zijn ondanks allerlei vermeende dogmatische slo gans. Het denken over dit probleem kan je hersens pijn doen. Maar er zijn andere pijnen in deze wereld. Daarvan getuigt dit boek. eindredactie henk egbers (Van onze oniderwijsredaeteur) TILBURG In vrijwel alle de mocratische landen - dus ook in ons land - is de vraag naar onderwijs groter dan de opname-capaciteit van dat onderwijs. Die kloof zal de ko mende jaren nog aanzienlijk groter worden. De vraag groeit namelijk snel. De uitbreiding van de onder wijscapaciteit, daarentegen, kost heel wat tijd en is kostbaar. Organi satorisch kunnen we het niet of nog maar nauwelijks aan. Neem, bij voorbeeld, de situatie in het weten schappelijk en hiet hoger beroepson derwijs. Wij zijn dat onderwijs steeds maar aan het uitbouwen - je moet toch iets doen om aan de gloeiende vraag tegemoet te komen -, maar van een nieuwe koers is geen sprake. We voegen steeds maar nieuwe gebouwen, meer docenten en meer appparatuur aan het bestaande toe. Een daardoor maken we een echte reorganisatie van dat onder wijs steeds moeilijker. Je kan na melijk met een steeds zwaarder blok aan het been steeds moeilijker lopen, zeker niet als het over nog niet gebaande wegen gaat. Hervormingen kosten altijd heel wat energie en geld. Dat is zeker voor onderwijshervormingen zo. Maar, zo dient men zich af te vra gen, hoe kunnen hervormingen in genoemde takken van onderwijs ef ficiënt zijn, als we niet eens weten wat het doel van dat onderwerp is. Enkele dingen zijn duidelijk. Als we de doelen eenmaal zouden heb ben vastgesteld, en zover zijn we nog lang niet, moeten wij ook een kostenberekening maken. Bovendien moeten wer ervoor zorgen dat we moeten we er voor zorgen dat we Het eerste doel van de noodzake lijke hervorming is een grotere ver scheidenheid van het hoger onder wijs. Een simpel feit leidt tot deze noodzaak. Steeds meer jonge men sen gaan hoger onderwijs volgen. Dat zal rekening moeten houden met hun interesse en begaafdheid. Als dat niet gebeurt, zal het aantal mislukkingen toenemen, of zal de kwaliteit van het onderwijs gaan dalen. Maar, en dat is minstens zo belangrijk, een grotere verscheiden heid zal ook beter beantwoorden aan de toenemende verscheidenheid in de eisen die beroepen stellen. Wel nu, in het wetenschappelijk onder wijs is men zich blijven vastklem men aan het doctoraal programma. Het enige programma! De groei van het hoger beroepsonderwijs blijft achter bij die van het wetenschap pelijk onderwijs. Dat hoger beroeps onderwijs dreigt in een randpositie terecht te komen. Cijfers over de veel grotere toename van studenten in de sociale faculteiten dan in de sooiaie akademies - 3:1 - wijzen dit uit. Of, een ander voorbeeld: het aantal studenten bij de technische hogescholen is in nog geen 10 jaar verdubbeld. Dat van hts'en nam nauwelijks toe. Het tweede hervormimgsdoel is doorstroming van studenten uit het wetenschappelijk onderwijs naar het hoger beroepsonderwijs (HBO) en omgekeerd, minstens in het begin van de studie. Nu werken het we- schappelijk onderwijs en het HBO vrijwel gescheiden naast elkaar. Een derde hervormimgsdoel is ver mindering van het aantal uitvallers en een verkorting van de studie duur. Het HBO zal in toenemende mate een voorportaal voor het we tenschappelijk onderwijs moeten worden. Een vierde hervormingsdioel is het saheppen van een onderwijsstruc tuur die het jongeren en ouderen mogelijk maakt hun vraag naar on derwijs zo goed mogelijk te baseren op de behoefte. Hun behoefte in de eerste plaats. Het hoger onderwijs moet in fasen gestructureerd wor den. Men kan dan mensen een deel van dat onderwijs laten volgen, zo dra de beroepsuitoefening er om vraagt. En het laatste doel is er voor te zorgen - even belangrijk als de vier genoemde doelen samen - dat het hoger onderwijs kan bijdra gen tot een hoger peil van weten schapsbeoefening. .De Moor onderscheidt in zijn visie over de .noodzakelijke hervormingen 2 niveaus van hoger onderwijs, waarbij de verscheidenheid tot haar recht kcmit en - in navolging van wat de Angelsaksische landen ken nen - dat op het eerste niveau ook een programma biedt voor algemeen vormend universitair opgeleiden. Het tweede niveau zou programma- typen moeten hebben voor de voort gezette opleiding van artsen, tand artsen, apothekers, praktizerende psychologen e.d.; voor de opleiding van onderzoekers, voor de toegespit ste professionele opleiding na het universitaire basisonderwijs of het hoger beroepsonderwijs. Waar moge lijk moeten deze programma's part time zijn. Het diplomabeleid moet voor de diploma's van het eerste programma niveau er op gericht zijn dat gelijkwaardighehdi wordt be reikt. Hij geeft wegen aan die tot een systeem van gelijkwaardige gra den kunnen leiden en die de door stroming niet in de weg staan. "De overheid zal als eerste een beslissing moeten nemen. Aan de eenzijdige groei van het weten schappelijk onderwijs zal zij een einde moeten maken. In de komende jaren zal de uitbreiding van het hoiger enderwijs vooral in het hoger beroepsonderwijs moeten plaatsvin den. Daarbij moet een verdergaande versplintering van dit hoger beroeps onderwijs worden voorkomen". Universiteiten en hogescholen moe ten nauw samengaan met instellin gen voor hoger beroepsonderwijs. Dat vereist structurele veranderin gen. Op het eerste niveau van het hoger onderwijs en het HBO zal daarbij het onderscheid tussen meer abstracte en meer praktische pro gramma's beslissend moeten zijn. Dat kan betekenen dat op dat ni veau gedacht kan worden aan speci ale scholen, zoals medische scholen, scholen voor economisch onderwijs, enz. JACQUES LEVIJ. professor dr. R. A. de Moor heeft dezer dagen op een symposium van de Technische Hogeschool Eindhoven gespro ken over eenheid en verschei- dfenheid in het hoger onderwijs in ons land. Hij heeft daarbij voorstellen gedaan tot hervor mingen. Zijn visie, belangwekkend op zichzelf, krijgt nog meer beteke nis door het feit dat hij de com missie voorzit die zich moet be raden over de ontwikkeling van het wetenschappelijk onderwijF in relatie met andere vormen van hoger beroepsonderwijs. Eer, beknopte uiteenzetting van zijn betoog vindt u hierbij. eindredactie jan landman NYBORG (ANP) De zesde Eu ropese kerkenconferentie, een orga nisatie die ruim honderd kerken uit Oost- en West-Europa omvat, heeft op de laatste dag van haar zitting in de Deense badplaats Nyborg ver klaard dat een Europese vredescon ferentie dringenu nodig is. Aan de kerken zal worden ge vraagd er bij hun regeringen op aan te dringen dat een dergelijke vredes conferentie zo spoedig mogelijk zal worden gehouden. De regering van Finland heeft als conferentie-oord Helsinki aangeboden. Dr. P. G. Kunst uit Amstelveen, praeses van de Generale Synode der Gereformeerde Kerken en voorzitter van de Raad van Kerken in Neder land, is gekozen als één van de zes presidenten van de Europese kerken conferentie. (ADVERTENTIE) ue gehele dag onwrikbaar op zijn plaats! Als U wilt, dat Uw kunstgebit de gehele dag door gemakkelijk, stevig en zeker zit, neem dan Dentofix - een nieuw, beproefd, anti septisch poeder - en strooi een weinig op de gebitsplaat. U zult meer dan tevreden zijn en alle ongemakken van Uw kunstgebit vergeten, want U kunt lachen, spreken en eten zoals U wilt! Dentofix is daarbij ver frissend, voorkomt onaangename reuk uit de mond en is een weldaad voor Uw ge hemelte. Wij garanderen, dat U tevreden zult zijn. Verkrijgbaar in discrete, neutrale plastic flacons, prijs f. 2,67 bij apotheken en drogisterijen. (Van onze redactie buitenland) CAIRO Het was maar een kort communiqué waarin president An war Sadat van Egypte zondagmor gen vroeg liet weten vice-president Ali Sabri van zijn post te hebben ontheven. Betekent dit van de ene kant voer voor speculaties - tenslot te gebeurt dit terwijl de onderhan delingen in het Midden-Oosten door het bezoek van VS-minister Rogers in een belangrijke fase zijn geko men, al heeft bijna niemand enige hoop dat er vorderingen zullen wor den gemaakt. Van de andere kant deden vorige week al geruchten de ronde over de val vanri. Bekend was, dat Sabri een groot vriend van de Sovjet-Unie was, maar dit behoeft niet noodzakelij kerwijs een factor te zijn geweest bij zijn ontslag. Politieke waarnemers zijn het er wel over eens, dat de verwijdering van "de man van Moskou" de kan sen op succes van het komende be zoek van de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, William Ro gers, aan Cairo ten goede zal ko men. Het ziet er naar uit, dat Sadat de eerste politieke crisis sinds hij de op 28 september vorig jaar overle den Nasser is opgevolgd, overwon nen heeft. Deze crisis tussen het gematigde staatshoofd en de "ul tra's" in de Aarabische Socialisti sche Unie - de enige politieke partij in Egypte - kwam in het midden van de vorige week aan het licht, toen de bekrachtiging van het ak koord tot vorming van een federatie van Egypte, Syrië en Libië in Cairo op moeilijkheden stuitte. Tegenstan ders van deze overeenkomst vonden, aangevoerd door Ali Sabri, dat Egypte bij een federatie niets te winnen zou hebben, maar juist af hankelijk zou worden van zijn part ners. Nadat enige - nog onbekende - wijzigingen in het federatiestatuut waren aangebrachtgingen de lei ders van de Arabische Socialistische Unie donderdag jl. na veel praten met het plan akkoord, waarna liet parlement in Cairo het met algeme ne stemmen bekrachtigde. Echter ook voordat de staatshoof den van Egypte, Syrië en Libië op I7| april te Benghazi de federatie-over eenkomst tekenden, waren er in Cairo politieke meningsverschillen, Deze betroffen het beleid ten aan zien van het conflict met Israël en in het bijzonder de houding tegeno ver de bemiddelende rol van de VS. Terwijl de regering een verzoe nende houding tegenover Washing ton aannam, verschenen in de Egyp tische pers artikelen tegen Amerika. In een lange rede bij gelegenheid van de eerste mei liet president Sadat een ernstige waarschuwing horen aan het adres van "die perso nen en groepen die het volk onder i voogdij willen. Degenen die al enige weken een| campagne voeren tegen de gezag hebbende journalist Heykal, die we kelijks in het blad Al-Achram ha\ regeringsbeleid verdedigt, noemdi Sadat onomwonden "intellectueel terroristen die de vrijheid van me ningsuiting om hals willen bren-| gen". Over de federatie merkte hij opj dat dit een plan was dat wijlal president Nasser al had opgevat. Hij liet doorschemeren dat hij wel eensj de grondwet zodanig zou kunnen laten wijzigen dat de Arabische Se cialistische Unie haar uitzondering; positie verliest. Tenslotte gaf hij li verstaan, dat hij het leger volkoma\ op zijn hand had. Met het naar huis sturen van 4li| Sabri heeft het Egyptische staats hoofd in ieder geval laten zien d«l| zijn uitval op 1 mei menens was. In 1964 werd Sabri benoemd premier en minister voor planninjl Het jaar daarop trad hij als zodani:: af en werd hij door Nasser benoemi tot vice-president. Deze post bezem hij tot 1967. Tot 1968 bekleedde Ml diverse ministeriële functies, iaam benoemde president Nasser hem toll secretaris-generaal van de Arabiscltf| Socialistische Unie bij een reorgani satie van deze partij. Nasser ittiMi er een instrument voor mobilisat'4 van het volk van maken om gevolgen van de zesdaagse oorlog til boven te komen. Het jaar daarop] maakte Sabri deel uit van de hoog ste leiding van de partij - de eras'| in Egypte. Enige maanden daarna meldde M| blad "Al Achram" dat Sabri ziel voorlopig moest terugtrekken ij verband met een deviezenkwestitf en onwettige invoer. Sabri heeft tijdens de uitputting'-1 oorlog verscheidene malen de Soi jet-Unie bezocht. Na de dood to Nasser werd Ali Sabri met Hoessei el Chaffei door president Anwar Sadat bij de formatie van 31 0kt ber 1970 tot vice-president bfc noemd. O LONDEN (AFP) Over 15 j«»| zal er in Engeland een rassenoorlcj woeden. Met deze uitspraak, zonM in een tv-debat gedaan, heeft 1 Britse conservatiece oud-minM Enoch Powell opnieuw deining oorzaakt. Hij werd fel aangevalIC door de andere deelnemers aan discussie, zoals de hoogleraar in filosofie Bryan Magee, die het sprek leidde, de Anglicaanse 1 schop Edward Wickham en een jottJ| studente. Juliet Mitchel. Toen Powell betoogde dat ,1" nooit een multivariate maatschapt hebben gewenst", vroeg de studetI wie hij met „wij" bedoelde. „De Z'l grote meerderheid van de BritWI antwoordde de omstreden politic** I VANAVOND brengt de A.V en Konijnen" (Eiche und Au Martin Walser in de bewerkii de Rest, op het scherm. „Eiken en Konijnen" is bep in de traditionele zin van he cynisch-komisch spel over d< Martin Walser rekent hierin er afstand van te nemen. Hij van het „duizendjarige rijk" en laten van een aantal brav< denken te steunen, maar in en de massamoord dienen. Het spel bevat drie delen, die zich alle afspelen iin een eikenbos nabij een Duits dorpje. Als hot spel be gint is heit 1945. De bezetters zijn op een paar kilometer van het dorp. Hoofdpersoon, en n.rode draad" door het verhaal, is Alois Griibel (ver tolkt door Henk van Ulsen). Hij is een gevangene, die in een concen tratiekamp aan allerlei experimen ten heeft blootgestaan. Door een be paalde bestraling werd hij kastraat, wat als enig voordeel had, dat hij er een prachtige kopstem aan over hield. Hij wordt „mediisch begeleid" door dr. Zerlebeck, een arts die al zijn reacties op de diverse proeven nauwkeurig registreert. Hij is naïef en zijn enige passie is het fokken van anigorakonjgnen. In het tweede dieel, dat in 1950 speelt op dezelfde plek, staat hij in de volle belangstelling, als het feit gevierd wordt dat hij in 1945 de notabelen van exeoutde heeft gered. Ter gelegenheid van deze herden king houdt Alois een feestrede, waarbij hij wartaal spreekt en de IN de tweede aflevering van de veertiendaagse KRO-radio-rubriek „Dinsdagavondtheater" wordt het verhaal „Dat zou ze hem zeggen" uitgezonden, geschreven door Fran- coise Xenakis, de echtgenote van de bekende Griekse componist, en uit gegeven in Parijs. Het verhaal, dat in de bewerking over enkele stem men werd verdeeld, wordt vrijwel Ifctterlijk uitgezonden, in de regie tfan Leon Povel. Het vertelt over een jong echt paar, dat uit elkaar gerukt is, omdat de man als politieke gevangene werd weggevoerd. Na een jaar zon der enig bericht ontvangt de vrouw de mededeling, dat haar man naar een gevangenkamp op een van de eilanden is gedeporteerd. Uiteinde lijk lukt het de vrouw na twee jaar! een vergunning te krijgen om haar man te mogen bezoeken. Maar als zij dan uiteindelijk tegeno ver hem zit, kan zij hem niet meer bereiken: hij is een gebroken man geworden. Ook de man, die net als zijn vrouw naar dit weerzien heeft toegeleefd, is niet in staat om zijn dagdromen van jaren te verwoorden. Zo blijft het bezoekuur, waarin het met tot een echt gesprek komt, vol onuitgesproken gedachten. „Dat zou ze hem zeggen", schetst twee geteisterde mensen, die overal ter wereld te vinden zijn, waar poli tieke gevangenen in kampen een mensonwaardig einde vinden. Het spel laat eigenlijk zien dat er dage lijks nieuwe gevallenen te herden ken zijn (Hilversum I, 21,25). vrmpnnetjes vm JrK Milt njn zeker Vtske! T WbeMjndsishr,

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 6