'Dit is geen hobby; die Je suikerzakjes spaart' -70-80 ulden ïdkoper ^heren jassen 49~59~ aal, venlo. HI SIS if H. van Daal van het jubilerende oorlogsmuseum in Overloon: mm nn bi Zaterdagbij lage van 1 mei 1971 iHHH Het Nederlands Nationaal Oorlogs en Verzet Museum in Overloon bestaat deze maand 25 jaarAanleiding voor Beatrix en Claus om op 8 mei a.s. een bezoek te brengen aan het openlueht-museum. Wim Wennekesdie de oorlog zelf niet heeft meegemaakt, ging naar Overloon, bekeek het museum en sprak er met de initiatiefnemer H. van Daal. Vooral over deze laatste gaat dit verhaal. Want hoe voelt dat Vijfentwintig jaar na de bevrijding nog steeds tot aan je nek in de oorlog zitten? Indrukwekkend Onmenselijk ËÈËÊm.. Hmhbh -enkonfektie e konkurrentie, ren, Van Dal n. tie, in allo Meuren op U te wachten, U echt niet nat voor met zware nylaa iNWERKENDE BAKKERS) HEPEl rgen op Zoom vrn. uit - teSfliÊ! - h - liHl nffiili Je door Wim Wennekes foto's Anton Werker De afspraak was: 1 uur op liet gemeentehuis van Vierlings beek. Vragen naar H van Hendrik van Daal. Die wist er alles van. Hoe liet museum ontstaan is hoeveel bezoekers en zo. En dat was hem dan: een licht voorover gebogen fi guur, die zich klokke 1 van de zonovergoten bank voor het gemeentehuis verhief. V an •op tot teen beantwoordend aan het standaard-signalement van de gemeente-ambtenaar. ■.Ja, ja, ik weet er alles van." Handgebaar van Volg Me Maar. Kouwe kelder onder het gemeentehuis en hij ge- 'i.ik van start: „Het was eind 1944. Laatste dag van oktober. Kadavers gezien, mijnenvel den, uitgebrande pantserwa- i Wagens. Triest gezicht. Had bij Ieperen, vlak bij de Fran- sc grens, een privé-oorlogsmu- seum bezocht. Dacht toen ik oog in oog stond met de toe stand hier in Overloon: zoiets moeten we hier ook hebben. (Grote hap adem. Dan: „Kof fie, heren? Melk? Suiker?") voorgelegd aan de burge meester. Akkoord. Schrijf maar: dat was een klein won- der. Grote vergadering gehad I nog vóór de bevrijding van het noorden. Met 22 mensen, me stuk voor stuk rijk hadden kunnen worden, als ze toen een kippekooi hadden gehad, 'onder enige uitzondering werd gezegd: dat moeten we doen. En zo is liet gebeurd ook En hij maar verder ver tellen. Toonloos, in korte af gebeten zinnen. Niet reage rend op vragen voordat hij rijn, inde loop der jaren ai honderden malen gedane ver haal afgemaakt heeft. Dan eindelijk, glurend vanonder z'n bril: „II wou wat vragen?" Ziedaar H. van Daal, een ver grijsde gemeenteambtenaar, die sinds 1945 al zijn tijd ziet opgaan aan zijn baan als waarnemend gemeentesecre taris van Vierlingsbeek en als stichting-secretaris van „Ne derlands Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum" te Over loon. Veertien hectare boom rijk gebied waar eens de ko gels en later weer de vogel tjes .floten. Waar je tegen be taling van 2 gulden per per soon 49 forse overblijfselen uit de Tweede Wereldoorlog in de openlucht kunt aantref fen. Voor wie de witte pijltjes terzijde van de wandelwegen volgt, variërend van een Pan- ther-tank tot een V-l. Daar tussendoor nog de overdekte wapenhal, het indrukwekken de documentatiemuseum en een Chapelle Ardente. Hoe voelt dat nou om daar al 25 jaar tussen te zitten? H. van Daal: „Oh. Ja. Nou. M'n carrière zit in het mu seum. Eigen schuld. Eigen stomme schuld. Niet over pra ten, maar ik had veel meer kunnen worden dan waarne mend gemeentesecretaris. Ik studeerde rechten. In Nijme gen. Moest kiezen toen duide lijk werd. dat het met het museum menens was. Ik zag dat het wat kon worden. Dus ik stopte. Kreeg later nog drie aanbiedingen van elders Ik heb het niet gedaan. Dus ook niet vragen: zou U het Souvenir uit Overloon: een aansteker in de vorm van een granaat, tank of kanonnetje. nog eens doen? Heeft geen zin om zo te praten. En ook niet schrijven over: ZIJN Levenswerk, (glimlacht voor het eerst). Ik heb 't gewoon gedaan, omdat ik vond dat het nodig was. En 't is gelukt Dat is maar goed ook, want een mens moet voldoening hebben. Honderdtachtigdui zend bezoekers in een jaar Zonder propaganda. Want dat kan niet. Propaganda maak je voor wasmiddelen. En nou ook niet zeggen, dat het m'n hobby is, want een hobby heb je als je suikerzakjes spaart. Ik ben idealist met m'n beide benen op de grond. Als op 8 mei de prins en de prinses ko men, mogen ze mij op de ach terste bank van de kerk zet ten. Als het zonnetje maar schijnt en alles goed gaat. Zo is dat." Het oorlogsmuseum in Over loon. Eén grote verzameling moordtuigen. Met binnen in de wapenhal temidden van al le bestaande soorten hand granaten ook een klein blik ken doosje met het bijschrift: „Verbanddoos,je van het Ne derlandse leger". Een en ander beschermd door metershoge ijzeren hekken. Is het gevaar nou niet groot, dat Overloon gezien wordt als een soort dierentuin? H. van Daal: „Goeie vraag. Is me overigens al meer gesteld. Ze hebben gezegd: jullie ma ken reclame voor de oorlog. In plaats van bordjes met „Dit is een olifant" zetten jul lie „Dit is een taak". Dat is Enkele grote stukken in het openluchtmuseum. Op de achtergrond een Mitchell B-25 bommenwerper. niet waar. Het is niet puur een herinnermgsmuseum. Dal zou teveel een kijkobject in de VVV-sfeer worden. We hebben hier eerder te maken met een anti-oorlogsmuseum, dat niet is opgezet ter meer dere eer en glorie van de va derlandse legers. Hier staan de getuigen van een onmen selijke periode in onze ge schiedenis. Het is gek, maar de Nederlanders hebben het nooit zo goed begrepen. De Duitsers wel. D'r komen vee) Duitsers hier. En laat me u vertellen: ze hebben wroe ging. Vermengd met schaam tegevoel. Ze zijn stil als ze hier door het park wandelen Zo mak als een lammetje Heel af en toe gaat het mis Een tijd geleden leidde ik eer groep Duitsers door de docu mentatie-afdeling. Daar heb ben we o.a. een foto hangen van 'n hele dikke Duitser, die op het Binnenhof een onder scheiding krijgt opgespeld. Bi.i het groepje zat ook zo'n lange Duitser. Die had ik eigenlijk meteen al in het snotje. En ja hoor. Die vent ziet die foto en hup: poot omhoog. Zal wel een opwelling geweest zijn. maar toch Het zijn en blijven Pruisen hè. Maar be grijp me niet verkeerd. Dal mag je niet van iedereen zeg gen. Zou ook onzin zijn. Maar bij bepaalde naturen blijft hël leven. Kan_ ook niet anders. Zijn zo opgevoed. Alle begrip, maar tot op zekere hoogte na tuurlijk. Daarom is Overloon ook geen tentoonstelling van haat, want haat brengt isola tie. Ze hebben al tegen me ge zegd, dat we in 'onze folder veel meer een haat-toon moes ten aanslaan. Laten zien wat ze ons aangedaan hebben. Ben ik tegen. Ook al krijg ik wel eens een grote mond van ze Geeft niet. Raakt me niet Dan ga ik kalm tegen zo'n man aanpraten. Moet je zier wat er dan gebeuren gaat Mak. Zo mak als een lamme tje. De zeldzame wanklanken komen echt niet alleen van dr Duitsers hoor. Bij sommige Nederlanders broeit er ook nog wel eens wat. Ik zal u vertellen. We hadden een gastenboek. Hebben we weg moeten doen. Wat daar niet allemaal m geschreven werd óók door Nederlan ders. D'r zat een pagina in en daar stond op: „We komen te rug en dan doen we het nog eens dunnetjes over". Dat was van een Nederlandse SS- er. Maar daar moet u niet te veel over schrijven. Er zijrj veel meer positieve dingen te vertellen. Bijvoorbeeld van die boer uit Ladelund. Dat kamp waar de mensen van Putten-op-de-Veluwe gezeten hebben. Daar was een boer. Christoph Müller. Die werd gedwongen om in het kamp te werken Na vier dagen nam-ie al boterhammen en kranten mee. Hielp waar-dir kon. Werd ontdekt. Vast ge zet. Dat heeft 'm nooit meei losgelaten al die ellende. Tot dat vrienden zeiden: je moet je herinneringen vastleggen in een boek. Of schetsen ma ken. Het is uiteindelijk een knutselwerk geworden. Een barak met poppetjes. Via via is het hier terechtgekomen. Vorig jaar heeft prins Bern- hard het onthuld en een kwartier met die boer ge- piaat. Toen het voorbij was zei Müller me: „Zo, nou ben tk alles kwijt. Eindelijk". Kijk, dat bedoel ik nou. Bü zoiets kun je niet praten over een hobby. En ook niet over een dierentuin of een speel tuin. Je moet dan ook niet te gen je kinderen zeggen: Kom, wc gaan gezellig een dagje naar Overloon. Je gaat niet gezellig naar Overloon. Je komt hier voor bezinning. Om te leren van het verleden. Het moet je duidelijk worden, dat zoiets nooit meer mag gebeu ren. Daarom hebben we de commerce ook zoveel moge lijk geweerd. Ja, goed. D'r liggen twee souvenirwinkels. Maar daar hebben wij niet aan meegewerkt. Daar krijg je aanstekers in de vorm van een tank of handgranaat En ijs. Dat laatste kan ik nog be grijpen. Maar van die tankies zou je zeggen: ze leren het nooit".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 1