DE OORLOG LIJKT
«VER WEG OP DE
REHOV DIZENGOFF
VERGANKELIJKHEID OP ISRAËLS BODEM
De
en 't
BRO(
Tilt EEG
REUSACHTIGE GETTO,
MAAR ONDER
EIGEN REHEER
GELOOF IN DE STAAT
IN PLAATS VAN
OUDE GELOOF
DER VADEREN
binnenland
buitenland
imumMsmsmwmamm
SCHIP
De vergankelijkheid van al het aardse is een gegeven, waarmede het in Israël niet moeilijk moet zijn
te leren leven. Het land staat vol ruïnes van vroegere culturen, en ongetwijfeld zit er nog veel meer onder
de grond dan er al is opgegraven. Geen wonder dat Mosje Dayan van archeologie zijn hobhy maakte en
er bjjna het leven bij verloor; hij is als schatgraver een uit velen, in een vooralsnog onuitputtelijk archeo
logisch paradijs. Daarin is de heuvel van Megiddo niet ver van de berg Thabor een centrum, vanouds
een strategisch bolwerk aan de Via Maris die Egypte verbond met Mesopotamië en Syrië, en tegelijk de
poort tot de vruchtbare vlakte van Jizreël, ook bekend als 't Dal van Esdrelon, het toneel van vele veld
slagen.
Megiddo geldt als een symbool
van strijd en verwoesting. Hier is
«ie plaats waar naar apocalyptische
verwachting aan het einde der tij
den de beslissende slag geleverd zal
worden, het Harmagedon waarover
«ie Openbaring van Johannes
spreekt. Hier is gevochten door
Bgyptenarein en Israëlieten, Filistij
nen, Perzen, Grieken, Romeinen.
Hier won Gideon 'en stierven Achaz
en Josia. De Makkabeeën hielden er
stamid, ©n langs deze plaats voerde in
1918 Allemiby's veldtocht tegen de
Turken.
In 1903 begon de Duitse Godlieb
Schumacher op z'n eentje in Megiid-
do's heuvel te graven. Van 1925 tot
1939 werd er op grote schaal gespit
doOT de universiteit van Chicago en
Sn 1958 ds het werk door die staat
Israël weer opgevat. We weten nu
dat hier de resten van twintig tot
vijfentwintig steden boven elkaar
liggen, die bijna veertig eeuwen
overspannen tot aan de vierde eeuw
voor Christus. Je kunt nu weer zien
waar de stadspoort en die paardestal-
ïen uit de dagen van koning Salo
mon geweest zijn, maar ook een
offeraltaar dat onder veertien bo
venliggende lagen te voorschijn is
gepeld, een graansilo uit de diagen
van koning Jeroboam, en een diepe
tunnel naar de hroin die de water
toevoer voor de belegerde stad
moest verzekeren. Vergankelijkheid,
maar de zon schijnt en juist hier zie
ik bet weergaloze schouwspel van
een vlucht ooievaars, vele tientallen
met trage, brede, stille vleugelslag
op trektocht maar nog zuidelijker
streken. En doet hoop niet leven?
Gaat dit ooit voorbij?
Niemand kan intussen zeggen, hoe
hoopvol de toekomst vain Israël is.
iDe historie leert dat in dat land vele
machten zijn gekomen en onderge
gaan, en dat maant tot bescheiden
heid. Maar verplaats je vain de heu
vel des doods Megiddo naar bet
levendige bant van Tel Aviv, letter
lijk: heuvel van de lente, en je kunt
nauwelijks nog geloven dat dit ooit
weer voorbij zou gaan of zich in zee
zou laten vegen, zoals wel gedroomd
is in de Palestijnse vluchtelingen
kampen, en in Cairo en Damascus
van de daken is geschreeuwd.
In Tel Aviv heb ik uren gezeten
en gewandeld langs de Rehov M.
Dizengoff en gemijmerd over het
beeld van Israël dat ik rond mij zag
en over de achtergronden van dat
beeld. Meir Dizengoff was in 1909
één van de stichters van deze nu
grootste Hebreeuwse stad op aarde.
Zestig Joodse gezinnen trokken toen
uit het Arabische Jaffa weg om dn
het nabije duinzand een nederzet
ting te vestigen naar meer moderne
ideeën van woningbouw, ongetwij
feld ook geïnspireerd door het visi
oen over een nieuwe manier van
wonen dat Theodor Herzl had be
schreven in het derde hoofdstuk van
„Der Judenstaat", de bijbel van het
zionisme die op 14 februari 1896 in
Wenen werd gepubliceerd.
Vandaag telt Tel Aviv bijna een
half miljoen inwoners en is Jaffa
daarin nog slechts een kleine, min
of meer pittoreske Arabische stads
wijk, ten dele bezet door kunste
naars, voor een ander deel bezaaid
met etablissementen des verraaaks
en overigens gestoffeerd door nijve
re ambachtslieden: schrijnwerkers,
schoenmakers en zo voort.
Koekoeksjong
Deze ontwikkeling van Tel Aviv
roept onweerstaanbaar het beeld op
van het koekoeksjong «lat de ooi-
spronkelijke nestbewoners ver bo
ven het hoofd is gegroeid. Dat beeld
is trouwens symbolisch voor de ge
hele ontwikkeling van de staat Is
raël. In Jeruzalem is op het ogen
blik, in het kader van een betwist
bare machtspolitiek van voldongen
feiten, precies hetzelfde aan de
gang. Joods Jeruzalem had de Ara-
bisch-christelijke oude stad in aan
tal al lang overvleugeld, maar de
aanzet is nu ook in ontwikkeling
van een ring van flatbouw daarom
heen, een projiect waaraan para
doxaal genoeg juist Arabische
bouwvakkers uit bezet gebied een
goede boterham verdienen.
Deze Israëlische expansie lijkt mi]
de harde kern van de Palestijnse
kwestie, «lie is terug te voeren op
wat Herzl in 1896 al noodzakelijk
noemde voor de oplossing van de
Joodse kwestie. Zijn stelling, ont
wikkeld onder de sterke indruk van
de Dreyfus-affadre die hij als corres
pondent van de Neue Freie Presse
in Parijs van nabij had meegemaakt,
luidde, dat men het antisemitisme
slechts doeltreffend te lijf kon gaan
door de Jood zelf, die steen des
aanstoots, in groten getale maar
overigens op basis vain vrije wil
te laten wegtrekken naar een eigen
land. Dat moest dan echter geen
Joodse infiltratie op bescheiden
schaal zijn, schreef hij, want dat is
al eens geprobeerd, maar mislukte.
Noodzaak van meerderheid
Waar op de berg Moriah eens Salomon zijn tempel bouwde, staan nu twee grote moskeeën: in beeld de koepel van de rots, de moskee van Omar, en
meer naar het zuiden de moskee van Aksa, waarin brandstichting niet lang geleden golven van emotie door de Arabische wereld joeg. Want deze plaats
is even heilig voor Mohammedanen als zij voor joden is: de rots is voor hen het middelpunt van de aarde, vanwaar Mohammed ten hemel zou zijn
opgevaren. Het bezit van plaatsen als deze behoort tot de netelige kwesties van het Palestijnse dispuut, maar daartoe internationalisatie te^ eisen lijkt
een overdreven oplossing als het ook redelijk anders kan zijn.
Een infiltratie kan ook niet
dan mislukken, meende hij,
gaat maar goed tot het
lij he og enblik d at de
ke bevolking zichzelf bedreigd voelt
en haar regering dwingt een verdere
immigratie van Joden stop te zetten.
Daarom zal immigratie altijd vruch
teloos blijven, tenzij gebaseerd op
een bij voorbaat verzekerde meer
derheidspositie, aldus Herzl.
Een profetische visie! Want in fei
te ging het in Palestina met de
Joodse infiltratie aanvankelijk pre
cies zoals hij voorspelde: er kwam
een ogenblik, dat onder het Britse
mandaat het Passfieldwitboek van
1930 eerst ern het MacDonaldwitboek
van mei 1939 later, onder druk van
de Arabische bevolking aam de
Joodse landverwerving en immigra
tie paal en perk wilden stellen.
De meerderheidspositie die Herzl
noodzakelijk noemde, is sedertdien
met kracht van wapenen afgedwon
gen, een rechtstreeks en (niet meer
Eeet van de verplet-
indruk die Hitlers miljoe-
op het Jodendom heeft
Toch heeft dat wapenge-
tegelijk Herzl's grote illusie
vernietigd dat de Joodse staat op
geordende marnier tot
unmein komen. En daar
liet middel veel van de
doeltreffendheid die hem voor ogen
stond.
Bolwerk tegen harharen
Als vestigingsplaats voor zijn
staat liet Herzl in 1896 nog de keuze
open tussen (een deel van) Argenti
nië en „ons historische tehuis" Pa
lestina, toen al eeuwenlang onder
Turkse heerschappij. „Als zijne ma
jesteit de sultan ons Palestina wil
geven, kunnen wij in ruil de sane
ring van. de financiën van zijn hele
rijk op ons nemen", schreef Herzl.
Maar ook „zouden wij daar een deel
kunnen vormen van bet bolwerk
van Europa tegen Azië, een voorpost
van de beschaving tegenover het
barbarendom".
Het leidt geen twijfel dat Herzl
met die barbaren de Mohammeda
nen bedoelde, w-amt alleen voor de
christelijke heiligdommen^ had hi]
een exterritoriale status "onder be
scherming van de Joodse staat voor
zien. Uit zijn opstelling spreekt min
achting voor de Arabieren en de
Arabische cultuur, een westerse
wortelvergiftiging, die helaas het zi
onisme negatief is blijven belasten.
Want ik moet vrezen, dat ook
onder jonge Israëli's van vandaag
die minachting leeft, nog afgezien
van hun begrijpelijke weerzin tegen
de sluipmoord als onderdeel van een
guerrilla. Tekenend is misschien het
wrange mopje dat mijn Joodse gids
mij onderweg in bezet Judea vertel
de: ais een Anahier mij vroeger
langs de weg trok, zat hij op de ezel
en liet zijn virouw er achter lopen.
Tegenwoordig loopt de vrouw voor
op, want er konden wel ©eins mijnen
De klaagmuur in Jeruzalem is een restant van de westelijke muur die eens de hof van de tempel, in 70 na Chr.
door de Romeinen verwoest, omringde. Een heilige joodse plaats, sedert 1067 in de ruimte gezet van een open ter
rein waarvoor een dichte bebouwing sneuvelde. Rechts treden de vrouwen, links de mannen tot de muur met gedekte
hoofden. Zij leggen hand en hoofd tegen de stenen; er wordt gebeden; er is ook veel toerisme en commerciële foto
grafie, vijf pond voor twee kiekjes de het thuis goed kunnen doen. Vanaf de hoge huizen rondom houden soldaten
het terrein onder schot, goedmoedige reservisten op leeftijd, maar wel van walkie-talkie voorzien. Er is ook controle
bij de toegangen, speciaal op tassen en pakjes. Terzijde wordt diep onder pelgrimsniveau naarstig gegraven: daar
liggen de brokstukken van de tempel van Salomon, die in 960 voor Chr. werd gebouwd en in 587 door de Babylo-
niërs verwoest. In 520 bouwde Jeruzalem de tweede.
Desondanks kan dik evenmin ver
gaten, dat tussen Herat en vandaag
de verschrikkelijke consequentie
ligt van het amita-semaitasme (in oor
sprong geen Arabische maar een
christelijke uitvinding) in de Duitse
miljoenienrnoord. De tragiek van de
historie is, dat juist westerse barba
ren het bolwerk van een Joodse
staat tot een veel grotere noodzake
lijkheid schenen te maken dan zelfs
Herzl kon voorzien. Heeft juist het
westen niet onweerstaanbaar" gedre
ven tot de verovering en verdedi
ging van een eigen domein, een ge
waarborgde wijkplaats voor alle be
dreigden, een land om Joods te le
ven voor wie dn Europa vereen
zaamd achterbleven, een nieuw
Joods ideaal?
Ik wil graag bekennen dat de
aanblik van dit land mij ontroerd
heeft, juist om het besef hier men
sen te zien die eindelijk zichzelf
kunnen zijn, eigen baas dn eigen
huis, na zoveel vervolging en discri
minatie. En men kan dan wel zeg
gen dat die staat Israël als een reus
achtig getto in de plaats is geko
men van zovele getto's dn Europese
steden, maar «iit is er dan tenminste
één naar eigen keuze in eigen be
heer. Waaromheen nochtans onder
Arabische hypotheek de bedreiging
gebleven is, een leven dat staat of
valt met de steun van de Verenigde
Staten.
Kosmopolitisch
Israël is een land in oorlog. Veer
tig pet. van de staatsuitgaven gaat
naar defensie, 5,5 miljard gulden,
een reusachtige belasting als men
vergelijkt met Nederland, dat ruim
zoveel inwoners telt maar
13 pot. aan defensie be
te besteden, rond 4 miljard.
Toch laat zich in Tel Aviv deze
situatie gemakkelijk vergeten. Men
moet zich de Israëli niet voorstellen
naar het populaire beeld van de
waakzame pionier in de kibboets, de
hand aan de ploeg en een machine
pistool onder bereik van de andere.
In de 235 kibboetzim woont maar 3
pot. van de bevoüiing, rond 84.000
mensen, tegenover 82 pet. in de
steden en stedelijke gebieden: 2,3
miljoen. En de herkomst van die
stedelijke bevolking is kosmopoli
tisch als nergens elders ter wereld
Vanaf het vliegveld Lod begin ik
met een Franse taxichauffeur, eet 's
avonds blinhzes uit een Roemeense
keuken, de kelner komt uit Krakau,
mijn gids is geboren in Egypte. De
burgers van Israël komen uit alle
landen, en blijven komen. Onder de
nieuwsten: 223 immigranten uit C'hili
en de 3 miljotenste inwoner: uit
Rusland.
Uit heel die kosmopolitische we
reld trekken de kinderen ©n kinds
kinderen op de Rehov Dizengoff
voorhij, een eindeloze, opgewekte
pantoffelparade in de zwoele avond.
Er bestaat hier duidelijk niet zoiets
als een uniform „Joods" type, maar
Ester Ofarim is er duizendvoudig in
alle maten en soorten, booggehaikt,
gelaarsd, maxi, mini, broeken, hem
den, alle kleuren vain de regenboog,
al wat hip is in die wereld, de
jongens ook, baanden, snorren, leren
vesten. Er zijn geen brommers, geen
fietsen, ve,el gaat in autobussen, er
wordt weinig of geen alcohol ge
dronken, de jeugd zit aan de zee,
het militaire element is uiterst
er moet een enorme reserve
m Met-gemobiliseerde man-
Aam de Middellandse Zee zie
ik een skyline van moderne hotels:
Sheraton, Hilton, Dan Samuel, zuid
waarts rijst de Shalom-Mayier-toren
naar de sterren, ik tel tegelijk zeven
vliegtuigen die knipperend rondcir
kelen in afwachting van hun beurt
op Lod.
Een moderne stad, een dagelijks
leven dat nauwelijks zal afwijken
van dat dn Nederlandse nieuwbouw-
buurten, niets om op diiit punt te
idealiseren, behalve die ene: hier
wonen vrij de kinderen van een
volk dat overal elders vroeg of laat
verworpen en vervolgd werd.
Land van belofte
Nu kan men zich de vraag stellen,
of het oement dat deze nieuwe Is
raëlische staat bindt dezelfde kracht
is waarop door de eeuwen heen naar
de mening van Herzl de feitelijke
samenhang van het Joodse volk in
de verstrooiing heeft berust: het ge
loof der vaderen. Dat is geen theo
retische vlaag, want op dat geloof
wordt vaak de aanspraak gefun
deerd die de Joden op het land van
Israël zouden kunnen laten gelden,
een land dat hem door God zou zijn
beloofd.
Een aantal hedendaagse katholieke
bijbelgeleerden ontkent dat Gods
belofte iets te maken zou hebben
gehad met een blijvend exclusief
Joods recht op bepaalde grond. Dat
reoht is trouwens door Herzl ook
niet opgeëist, want anders zou hij
niet serieus Argentinië hebben ge
noemd als mogelijkheid tot vestiging
van een Joodse staat. Deze dacht hij
zich bovendien uitdrukkelijk niet
als ©en theocratie. Hij stelde strikte
scheiding van staat en religie voor
en vrijheid van levensovertuiging,
de rabbijnen moeten evenzeer binnen
hun synagogen blijven als d-e solda
ten binnen hun kazernes, schreef hij
Israël is dan ook geenszins een
theocratie geworden, en het span
ningsveld dat het geloof der vaderen
er hiedt, valt te vergelijken met de
rol van de kerken in grote delen
van het zogeheten christelijke Wes
ten. Er is een duidelijke saibbatvie-
ring die hijv. leidt tot heft stilleggen
van het openbaar vervoer, maar dat
betekent nog mieft dat er eensgezind
over sabbathedilligiing wordt gedacht.
Ik dank voorts dat veel Israëli's
net zo min „kerks" zijn als veel
Europeanen: heit vrome gebeuren in
de synagogen trekt hein niet aan,
bepaalde hoogtijdagen eventueel uit
gezonderd. En voor het oude geloof
der vaderen lij'kt vaak het nieuwe
geloof in de staat Israël dn de plaats
gekomen.
U moet ook niet vergeten, zei me
een jonge Israëli, dait de strenge
wetten van het Jodendom juist in de
verstrooiing zijn tot stand gekomen
of ingescherpt als een middel om
eigen identiteit te bewaren onder
moeilijke omstandigheden. Hier en
nu is daar minder behoefte aan.
Dat klonk mij redelijk, maar er
speelt ook nog een ander gegeven
mee: het Jood-zijn lijkt vaak min
der gefundeerd op ©en geloofs- dan
op ©en solidariteitsgemeenschap, met
een juridisch criterium als basis:
Jood is, wie uit een Joodse moeder
geboren werd. En Jood is wie zich
Jood voelt, wat hij verder ook moge
geloven, ja al is hij atheïst.
Solidariteit
Daarom weet ilk ook niiiet wat in
de historie het meest zal hebben
bijgedragen tot het behoud van die
kem van de Joodse gemeenschap
die onoverwinnelijk is gebleken, hoe
afschuwelijk ook vaak de uiterlijke
omstandigheden: solaridariteit of ge
loof. Wellicht was het een verstren
geling van die twee in trouw aan'
wet, wijsheid en tradities.
Hoe dan ook: van het geloof uit
gezien was de vestiging van de staat
Israël niet noodzakelijk een aan
tal orthodoxe Joden meent duidelijk
het tegendeel maar onmiskenbaar
is zij een produkt van Joodse soli
dariteit en als zodanig een histori
sche realiteit met een zo complexe
en diepgewortelde achtergrond, dat
ik niet zie hoe hij nog ongedaan
gemaakt zou kunnen worden. Tenzij
iemand daar een wereldoorlog voor
over heeft.
Men moet natuurlijk toegewen dat
dit soort realiteiten in de wereld tot
stand pleegt te komen op basis vain
het recht vam wie ter plaatse het
sterkst blijkt. Vele landsgrenzen op
aarde zijn oorspronkelijk in bloed
getrokken, en heft is met die vain
Israël niet anders. Dait beantwoordt
niet aan de boodschap van vrede die
de historische roeping van het uit
verkoren volk lijkt te zijn, maar de
buitenstaander heeft achteraf ge
makkelijk praten: de realiteit was
dait de Joodse solidariteit in 1948
een krachtiger vuist kon maken dan
de Arabische. En tot nog toe lijkt
dat zo te zijn gebleven. Op papier
hadden de Joden destijds net zo min
een kans als David tegen Goliath,
maar het beslissende verschil moet
wel geweest zijn dot de Arabieren
geen Auschwitz achter de rug had
den en als semieten nooit onder
anti-semitisme hadden geleden.
Palestijnen
Hoe nu echter verder? Het is
uitgesloten dat de klok nog ooit kan
worden teruggezet naar heft Pales
tijnse verdelingsplan dat op 29 no
vember 1947 door de Verenigde Na
ties werd aanvaard. Er woonden
toen 508.000 Joden in Palestina. Het
zijn er nu vijfmaal zoveel. Zij heb
ben bovendien het land van aan
schijn veranderd en er stedelijke en
agrarische ontwikkelingen van enor
me omvang tot stand gebracht, al
Ontbreken ook de pittoreske restan
ten van een primitiever verleden
niet. Zoals het treintje waarmee ik
van Jeruzalem naar Tel Aviv reisde,
een lotoaalspoortj-e maar die beste ro
mantische tra«lities, compleet met de
kans dat onderweg in de bergen nog
ergens voor het stationnetje van Bet
Shemesh het geslinger en het gefluit
plotseling zullen ophouden omdat de
rails worden opgeblazen.
Het verdelimgplan 1947 is dus ach
terhaald, maar een aantal rechten
van de Arabische Palestijnen, de
basisbevolkiinig van de vluchtelin
genkampen, is ongetwijfeld geble-
ven, om te beginman oorspronkelijke
-eigendomsrechten op grond, huizen,
zaken. Diat lost men miiet op met te
zeggen dat ze dan maar niet hadden
mo-eten weglop-en, ook al niet omdat
daarbij in de hitte van het gevecht
adviezen van Britse kont een rol
schijnen te hebben gespeeld, een
feit dat mij in 1966 ook door vluch
telingen in Jordanië is verteld.
Moet of kan er alsnog in Palestina
naast de Joodse ook een Arabische
staat komen? Ik zou er niet aan
willen twijfelen, dat de Arabische
Palestijnen een eigen identiteit heb
ben, die hen bijvoorbeeld in Jorda
nië duidelijk onderscheidt van het
woestijnvolk waaruit Hoessein zijn
trouwste soldaten wint. De Palestij
nen achten zich beter, beschaafder,
boven de bedoeïnen verheven, en of
dat nu al dan niet waar is: verschil
lend zijn zij zeker, al hebben ze dan
nooit staatkundige onafhankelijkheid
gekend. Maar ik zou me kunnen
voorstellen dat ze die alsnog kunnen
krijgen, waarbij de Jordaanvallei de
aangewezen plaats lijkt, eventueel
in de vorm van een dubbelmonar
chie onder koning Hoessein, al heb
ben de bloedige gevechten van de
laatste maanden de kansen daarop
zeer verkleind.
Onzeker
Het la<g in de lijn van Herzl's
denken, dat de oorspronkelijke be
volking v-an het gebied waar hij
zich zijn Joodse immigratie- met
voorverzekerde meerderheidspositie
voorstelde, ten volle in de maat
schappelijke voordellen van die im
migratie zou delen. De Joodse kolo
nisten zouden het land openleggen
en ontwikkelen, en dat zou ook het
levenspeil van de autochtone be
volking omhoogbrengen, aldus Herzl,
een typisch paternalistisch-koloniale
visie waarmee men nu (natuurlijk
weinig meer kan beginnen. Zij zou
immers tot een soort Zuiiid-Afrika
leiden, met de Arabische Palestijnen
als de Bamoes vam heit Nabije Oos
ten, al dam niet iin een reservaat met
eigen lokaal bestuur, een onver
draaglijke gedachte, geen oplossing
Maar ook een Palestijnse staat in de
Jordaamvaillei zou moeilijk aan zo'n
situatie van (economische) afhanke
lijkheid kunnen ontkomen, gegeven
d-e achterstand waarmee hij zou
moeten starten.
Moet de oplossing dan toch komen
va-n een hervorming in Israël zelf?
Misschien, maar ik zie dat niet ge
beuren zolang de Arabische landen
de harde realiteit van de Joodse
staatkundige aanwezigheid en de
primaire consequenties daarvan niet
als uitgangspunt voor eigen hande
len aanvaarden. "Want vruchtbare
bezinning over de toekomst van het
zionisme zal men van de Joden zelf
pas kunnen verwachten, als hun ei
gen huis niet langer van buiten af
in zijn naakte bestaan wordt be
dreigd.
Tot dan kan ik alleen ma-ar hopen,
dat de jeugd van de Rehov Dizen
goff en die uit de Paienitijnse kam
pen elkaar nog eens in vrede en
vriendschap zullen ontmoeten, en
niet onder de schaduw vam Megiddo.
WOENSDAG 21 AP
Honderden jaren g
koningin van Sschotl
was daar heengebrac
ningin op de troon
jaar leefde het meisj
meer. Nu en dan kw:
of zij er nog altijd gi
zjj weer terug om doi
Maar telkens namen
Eens moet zo'n schip
zijn vergaan. De mens|
huohten om het meer
len dat het beladen
en zilver. Dat er geld j
boord was. En dat
onder het water op de
nooit heeft iemand de
den waar het oude rijk|
ligt.
In het huis op het ei
Koninginne-eiland worfl
wonen sindsdien altijd
milies, waarvan de do
geboren worden steeds
mooie meisjes, hun
beroemd.
Er was eens een hej
schapen hoedde op de i
in de buurt van «Jk me|
metje dwaalde af, de
niet en het schaapje raa
Het blaatte erbarmelijk
der hoorde het angstig
liet zijn ku<Jde In d-e ste
buiten adem aan de oevi
het lam onder water v-
dat ogenblik kwam eer|
voorbij gevaren en de
„Gooi mij een lijn toe, i|
ren mijn lam te reddenj
De vissers stuurden
wal en wierpen een ster|
de herder die het om
bond. Toen dook hij d|
kwam weer boven, dol
vele malen achtereen. A
was niet te vinden!
Nog één keer wilde d<
proberen, maar nu dool
peilloos diepe plek. Hij
er geen bodem meer in
meer was, toen zijn
betastten: het schip, he.
leden vergane schip
munten en bekers ei
vlug vulde hij zijn zak
zich, snakkend naar ade
hoog.
Toen hij boven water
den de vissers hem
Zij voeren intussen verd
de herder op verhaal
en kon vertellen wat
kon laten zien wat hij
ken had geborgen: got
geld en sieraden.
Maar toen de vissers
zagen en luisterden nl
herder vertelde, tóen
zij hun koers om ten
naar de plaats waar de
juist had gedoken. Zij
welijks eikaars beurt a
af te dalen naar de bo
water, zo ongeduldig wa
Maar hoe zij ook zoc,.
den niets en nu geloofde
herder hen had bedroge
rosten zij hem af, name
den schatten weg en
arme herder in een
dichtbonden. En aangez
weer langs de oever voe
ze hem aan land. „Als vs
met vissen komen we j
len en brengen je naai
Wat zul je het daar gc
De familie met de mooi|
naar de stad gevaren
gesloten.
(Van een onzer reda
TILBURG In de
e textielindustrie ver
steeds zo'n 60.000 m
brood. Haar jaaromz|
2Vz miljard gulden. A
industrie zou liquider
wikkelingslanden te
zal ook de omvangrijk
industrie in ons land
pen krijgen. Daarin t
nog eens tegen de 70.(
De omzetten van texti]
tectie-industrie samen
jaar tussen de vier
iard gulden.
In de ongeveer 80.001
drijven in de EEG w.
nog zo'n anderhalf miljf
Dat aantal vermindert
gestaag. Elk jaar met
Voornaamste oorzaken;
herstructurering, conce
modernisering. Tussen li
steeg in de EEG-textiel'
produktivtet met 47
produktie met 31 proceri
de werkgelegenheid m
cent.
Steeds weer gaan er
dit betogen dat die hel
textielindustrie moet wj
heven om de ontwikk
de kans te geven die te
tie over te nemen- Die lï.
hun textielprodukten zo:
heffingen op de Ei.ro
kunnen gaan slijten. Eerl