„Monseré is nu een stille legende" SLAG VOOR DE WIELERSPORT waard Vedetten in berusting erslagenheid in karavaan arijs-Nice PERSOONLIJKE TRIOMF VOOR STERKE VIANEN Inspraak-krant Uitslagen Parijs-Nice sport üeine drie" ,C. van Dalen: leede voorzitter DINSDAG 16 MAART 1971 HET gebeurde tussen kwart over drie en half vier. Een ramp. Het was een fataliteit..." Dat waren de woorden van Noël Foré, ploeg leider van Mars-Flandria. Ongeveer een uur daarvoor was zijn kopman, de wereldkampioen op de weg bij de profs, Jean-Pierre Monseré- beter bekend als Jempi, tij dens een koers,, om het leven gekomen. Jempi Monseré raakte een blauwe Mercedes, die zacht op het parkoers reed. De renner raakte met zijn linkerknie de rechter koplamp, schoof over de motorkap, versplinterde de voorruit en smakte een aantal meters verder tegen het wegdek. Enige minuten later kon een gealarm eerde dokter slechts de dood constateren. Nog geen jaar nadat hij de wereldtrui veroverde in september in het Engelse Leicester overleed de wereldkampioen in zijn trui en in zijn sport: in de Omloop van de Kempen met start en finish in het kermisvierende Retie Jlijkens een uittarting van de ïsheuvel in De Stem betitelt progressieve driemaster ine drie". Enige bescheiden! hem sieren. Volgens de [andP'Untenquête scoorden igressieve partijen 46% t voor de confessianeel-consei :ven („CDU" en VVD). Overij het doel van de progressieve rste instantie niet de meerder! i reëel zijn ze wel, maar de hui eerderheid In een minderheid randeren. In tegenstelling sittrekker wam de AR sdhuwea .airbij een progressief minden^ ibinet niet. (Van onze sortredactie) CRGEN OP ZOOM JTRECHT (ANP) De ïdsraad van het Christelijk al Vakverbond heeft de heer Dalen gisteren benoemd jeede voorzitter van het CNV. >e heer Van Dalen (49) Is 1 januari 1967 deel uiilt rbondsraadbestuur. Hij gaat innemen van de heer [eerdsma, dlie op 3 februari A. Borstlap opvolgede /eede voorzitter en ddie kort emd wend tot burgemeester jfomseradeel. RETIE ,.Nee. echt, ik kan het let geloven. Dit is niet waar". Het klouk als een noodkreet. Heftig zwaait hij het hoofd heen en weer nis wil hij de werkelijkheid van zich afschudden. Zijn ogen staren jof in het zwart van de koffie, die een tijd vergeefs staat te dam pen Noël Fore is zichzelf niet Beer. De anders zo joviale ploeglei der van Mars-Flandria hult zich in een stilzwijgen en zoekt vergeefs tam uar cen beeld dat een zwarte vlek 5 ia zijn herinnering kan doen verge- Ml. Het blijft bijna een obsessie. „We reden hand rzestig kilometer komit het er- zwijgt dfc. dachit dat ister ene van ons. Ik zag dattere- ne in de hoogte vloog..... en ik wist dat het Jempie was". Hij stokt en slikt zijn emotie weg. „Ik ben met een uitgestapt naar hem toegelo pen het was zeer erg ik heb gehuild om een dokter zeer vlug hij kwam rap maar ik wist al dart; het gebeurd was te laat Noël Forè, briljant spreker, praat als een klein kind. De lange pauzes, waarin hij duidelijk wegzinkt in een diepe droefheid, wisselt hij af met flarden van het triesite beeld, dait hij even tevoren heeft waargenomen Een beelid, dat hem blijft pijnigen. „Hier, kijk!" Heftig grijpt hij in de binnenzak van zijin colbert. „Hierl" Een polshorloge schuift over tafel. Het zwamt lemen bandje is gescheurd. „Dat was van hem. Van Jempie". Foré'a stembanden klitten, aan el- ïovintie Utrecht tnceert UTRECHT (ANP) —Het pro aal bestuur van Utrecht heelt orbereiding van het streek] het hele streekplangebied in jior Nederland unieke inspra; dure ontworpen. Deze week tidden- en Zuidoost-Utrecht dage van 135.060 exemplaren m-liuis een acht pagina's tel rant bezorgd die de toepa" ram „Inspraak" draagt. Iln een moderne lay-out en Mllustreerd zet het provinciaal uur uiteen aan welke ontwitói fen binnen het streekplan» lordt gedacht. «Teneinde de inspraak een opl J kans te geven, heeft het provi ïl bestuur de inspraak-krant jn-huis laten bezorgen. Wie aar één van de negen hearing urnen, kan via een enquêteioi er zijn wensen en verlangens iar maken. Het provinciaal bei In Utrecht hecht veel waarde ■ze proefneming, die waars: Ik door andere provinciebesl tvolgd zal worden. pteund dooi' lame inspectrices, eft ze al een ponnen met een Irijzenspelen. prdienen. |in naar: nd N.V., f, Enschede, agen: 040)512896 Tan onze speciale verslaggever) ST. REMY DE PROVENCE Het 'Wijk ongeluk van wereldkam- ®en Jean Pierre Monseré was een richt dat de karavaan van Parijs- ice eerst niet wilde geloven en wna amper kon verwerken. Mon- ré's ploeggenoten van Mars-Flan- h liepen met strakke bleke ge- toten door de gangen van hotel Chalet Fleuri, waar ploegleider ah Schotte de journalisten op- 'chtte aan de ingang en waar Eric ®an zei zijn koffers te zullen pak- voor de terugreis. „Wat de di- tohe in België ook beslist,'' zei hij, Sa in ieder geval meteen naar Al moet ik met een taxi, ik 'hek, hoe dan ook. Dat is ver lokkelijk." enkele straten verder op ka- jy van hotel Castelet de Alpilles, 'Me Eddy Mierckx een grote jend van Monseré zijn verdriet |een verwerken. „Hij vraagt om to met rust te laten," zei ploeg- lec Lomme Driessens, „asjeblieft, 'f hem niet. Hij huilt aan één 'k door. Eddy is helemaal over totoeren. Hij kan er niet van spre- r Driessens zelf moest meer- ~e malen slikken om zijn ontroe- te bedwingen. „Jempie kwam P bij mij thuis. Hij was een echte r®d. Vlak voor Parijs-Nice zijn samen gaan eten. Waarom ie niet naar Parijs-Nice, vroeg r, m. Och Lomme, zei hij, ik be- t? me liever in België voor. Dat l ,®e beter. Ik kan niet geloven hij dood is. Ik kan het werkelijk êeloven." lï^andria ploegleider Brik te reageerde zich af met ein- getelefoneer naar België, zón- succes. Wit weggetrokken liet A^Ptekken aanvragen om het iin eerst via de persagent- Up1 an 6e Salie de Presse en Per radio bekend werd, te iinrin' "Hrt is toch onwaar- Jmijk," herhaalde Schotte steeds. 1 zo onwaarschijnlijk. Ik ken m» iVanaf zrii11 eerste jaren. Zijn koerste ook, en dan bracht faj.p- Jempie mee. Toen Sikh""6 met wielrennen begon, én rw altyd Scwolgd en advie- scgeven. Hij was een geweldig fijne jongen, altijd vriendelijk, altijd content, nooit mopperen of ruzie zoeken. Nooit, nooit. Ach ja, natuur lijk waren er wel eens harde dis cussies maar dat betekende niks, Jempie gedroeg zich altijd correct. Voor de ploeg was hij een uitste kende kameraad. Een vriend voor iedereen. Het is onvoorstelbaar wat er gebeurde. In de Ronde van Anda- lusië heb ik het met hem nog gehad over dit soort accidenten. Dat was toen Eric Vermeeren tij dens een training verongelukte. Eric en Jempie kenden elkaar goed van hun juniorentijd. Ze waren vrien den. Jempie liet vanuit Sevilla een rouwtelegram zenden. Is het niet erg, Brik, zei hij tegen me. Zo jong op deze manier te verongelukken. En nou is ie het zelf. Ze waren alle twee 22 jaar. Dat hou je toch niet voor mogelijk. Was ie maar naar Parijs-Nice gekomen, zeg je dan. Had ie maar gestart, dan was dit niet gebeurd. Ach, ik weet het, dat is gepraat om niks. Maar je denkt het toch hé. Noodlot, daar valt niet over te discussiëren. Jempie wilde niet in Parijs-Nice starten, omdat hij zich te licht vond voor zo'n zware koers in het voorjaar. Laat mij maar thuis, zei hij. Parijs-Nice is een koers voor sterke vette coureurs als Eric Leman. Na mijn winterseizoen voel ik me nog niet hard genoeg om de kou en de regen te kunnen verdragen." De verslagenheid van de Mars- Flandria renners uitte zich in de woorden die iedereen gebruikte en als reactie op dit droeve nieuws uit België „Ongelooflijk, verschrikkelijk, hij was een fijne collega." Jacques Anquetil zei: „Dit is een enorme klap, voor iedereen die de wielersport volgt. Monseré was een groot coureur die wij allen erg zullen missen." Jempie Monseré werd gisteravond in de Salie de Presse herdacht met een minuut stilte waarvoor alle tele foongesprekken werden onderbroken en het ratelende werk van de telex apparaten werd stopgezet. Vandaag zal er voor de start in St. Remy een minuut stilte in acht worden geno men door de rennerskaravaan. PETER HEERKENS kaar. Zijn gezicht verstrakt. Enkel de lippen trMen gespannen. De wijzers van het uurwerk krui pen langzaam verder. Hef mechanis me is onbeschadigd. Als in trance blijven Noëls ogen erop gericht. De tijd. Een uur geleden was hij er nog. Maar de klok wil niet stil staan. Realiteit. Het is voorbij. Alsof hij ontwaakt uit een droom richt Noël Foiré zich op. Zijn stem klinkt zacht en vrij regelmatig. „Ik zal het moeten aanvaarden. Net als ieder een. Een grote slag voor heel België, voor die hele wielersport". Noël Foré pakt het horloge voor zichtig vast en laat het in zijn binnenzak glijden. „Het loopt nog", zegt hiij. „Maar wat heb je daaraan. Een relikwie. Geen horloge. Het was vain hem. Jempie Monseré is een legende". En dam vertwijfeld: „Maar een stille legende. Wat heb je daar aan?!...." Hij drinkt voor hef eerst aan zijn koffie. Voorzichtig. Met kleine slokjes. Elke keer slikt hij zijn verdriet weg. De koffie proeft hij nauwelijks. „Daar", wijst hij, „daar, zie je die tafel, daar met dat gele laken?! Daar heeft-ie nog geze ten. Voniig jaar. Toen waren we ook hier" En dan vertelt Noël Foré over de legende, de stille legende, zoals hij die levend ziet. „Ik ken hem al lang. Al van zeven acht jaar terug. Hij was een vriend van de De Vlaemimak's. Ik heb hem altijd be wonderd. Als amateur toonde hij grote kwaliteiten. Als liefhebber heb ik hem beter leren kannen in de Ronde van België en Olympia's Tour. twee jaar geleden. Ik kende hem heel goed. Hij had alle kwali teiten. Hij was wat speels, maar hij kon alles. Hij was van zichzelf over tuigd. En gelukkig in de wieler sport. Een groot talent. Hij weid algemeen beschouwd als de „nouvel le vagu-e", de man, dlie kon wait-ie wilde Noël's blikken dwalen weg van het gele tafellaken. „Daar zat-de", merkt hij nog op. „Nooit meer Hij staat op. Bijna reumatisch. „Zoiets", fluistert hij hoofdschud dend, „zoiets heb ik nog nooit mee gemaakt. Dat is verschrikkelijk. Een fataliteit. Hij was speels. Hij kon van het leven genieten". Noël snuift verontwaardigd. „Het leven!", ge tergd komt dat eruit. „Het is niet meer. Het is een legende. Maar een stille legende..—" JO SIMONS Noel Foré: „Ik kan het niet begrijpen FOTO: BEN STEFFEN MERCKX ONVERSLAANBAAR De Belg Bravere aan de leiding van het gesloten peloton tijdens de vijfde I etappe van Parijs-Nice. (Van onze speciale verslaggever) ST. REMY DE PROVENCE Wat zich in het weekeinde van Parijs Nice aftekende, krijgt steeds scherpere contouren: de koers ligt stil. Eddy Merckx wordt niet aangevallen. De grote meester zelf spreekt ondanks het gebrek aan enige tegenstand vergoeilijkend over zijn concurrenten die blijven zitten waar ze op de eerste dag toen het klassement gemaakt is terecht kwamen. „Ach", verontschuldigt Eddy Merckx de groten van het peloton, „het is ook zo lastig koersen met steeds volle wind op kop". Maar de vedetten zelf ontlopen de waarheid niet en zoeken geen excuus. Jan Janssen vatte de realiteit goed samen toen hjj in Saint Remy zei: „Wie heeft er nog zin om Merckx aan te vallen. Hij rijdt zich misschien kapot, en waarvoor? De paar seconden die hij eventueel wint, haalt Merckx op zijn gemak terug in de tijdrit te Turbie. Hij heeft de ronde in zijn zak". I?. Gerard Vianen wordt omhelsd door enkele plaatselijke schonen na zijn fraaie ritoverwinning in Parijs-Nice. Voor de vierde achtereenvolgende dag was er geen werkelijke aanval op Merckx geweest. De groep liet het korte ritje van Bollène naar St.-Remy een grote eensgezindheid zien en na 140 kalme kilometers won Gerard Vianen met lichte voorsprong op Leo Duyndam, waarmee „Nederland" aardig op de voorgrond trad. De wed strijd op zich echter, het verloop van ParijsNice, schoot er in aantrekke lijkheid geen centimeter mee op. Daarvoor is de berusting van de ve detten te groot, al borrelt onder de oppervlakte de eerste intrige. Die spitst zich toe tussen Molteni en Bic, tussen Jan Janssen en Eddy Merckx. Bijna de hele wedstrijd deelden de Bics plaagstoten uit en ofschoon hij er weinig onder leed, wilde Merckx aan de finish wel kwijt, dat hij het alles bij elkaar toch lastig had ge vonden. „Janssen en Ocana", zei Merckx, „lieten steeds gaten vallen. Ze maakten onophoudelijk openingen en zodoende moesten mijn mannen en ik nogal eens extra aanzetten. Och, je lijdt er wel niet verschrikke lijk veel mee, maar zoiets is toch ver velend". De rustverstorende acties van de Bics markeerden flauw de goede bedoelingen die er misschien toch nog wel zijn om Merckx pijn te doen en voorts mocht men ze be schouwen als gevoelige wraakoefe ningen van Jan Janssen, die bij de start in Bollène uiterst gebeten was op Eddy Merckx van wie hij via de journalisten het verwijt kreeg, dat hij hem ernstig hinderde in de spurt van de vierde etappe. mijnheer Merckx. Laat hem mijn mond niet openbreken. Pas op, hè, iaat hem dat vooral niet doen. Nou dan is ie aan het verkeerde adres, dat kan ik je verzekeren. Ik zal hem vandaag of mangen eens precies vra gen wat hij op me aan te merken heeft, en dan is het beste voor hem dat hij wat rustiger wordt. Wat krij gen we nou. Eddy Merckx haalt nonchalant de schouders op, als hij hoort dat Jan Janssen ontkent hem gesneden te hebben. „Ja, ja", grijnst de kampioen minzaam, „ja dat zal wel. Als ik zeg dat ik met alle macht in mijn rem men moest knijpen om geen grote valpartij te veroorzaken, dan is het toch duidelijk wat er gebeurde? Vindt U niet? Had ik niet met geweld ge remd dan zou ik gevallen zijn. Jans sen reed volkomen onreglementair". En daar bleef het voorlopig bij, zij het dat Merckx in de koers de eerste prikken van Jan Janssen kreeg uitge deeld, maar van invloed op de wed strijd was het niet. Wat kan dat eigenlijk wel zijn bij Merckx?! „Het heeft geen zin te attaqueren", zegt Gösta Petterson, nummer 3 in het algemeen klassement, „dat is on mogelijk tegen een man als Eddy". Maar Merckx's ploegleider Lomme Driessens verkondigt hard: „Ze dur ven niet aan te vallen, dat is het, ze durven niet en misschien kunnen ze niet. In ieder geval gebeurt er niks. Niks, niks en nog eens niks, dat is iets wat ik niet versta" blemen kunnen geven, maar men maakt er de fout géén kopman aan te wijzen en drie bazen in één huis dat kan niet. Dat loopt nooit goed af. Eén man leider, de rest bedienden. Zó hooi-t het!" BIC-ploegleider Maurice de Muer zegt: „Wat kun je je nog beter wen sen dan drie coureurs zo van voren. Moet je daar één kopman van aan wijzen? Weineen, Ocana, Janssen en Letort hebben alle drie verschillende kwaliteiten. Waarom zou ik dan niet gokken op een dag dat een van die specialiteiten een overwinning ople vert?". Lomme Driessens blijft er echter bij, en dat is inderdaad de kern van de saaie zaak dat er hoe dan ook te weinig wordt aangevallen. Vraagt men er de renners naar, dan wordt bij het horen van de naam Merckx de schouders opgehaald. Merckx, wat wil je tegen Merckx beginnen? „Ik weet niet wanneer ze zuEen aanvallen. Misschien in Nice", grapt Driessen met een bittere trek om de mond. Eddy Merckx blijft ondanks alles aardig voor zijn koersvrienden. „Ze hebben het niet makkelijk gehad met altijd die felle wind pal tegen. Dat viel zelfs mij tegen. Maar toch ver wacht ik nog een flinke aanval voor deze ronde gedaan is." En daarmee verwierf Merckx zich, naast de onderscheiding „beste ren ner" ook het predikaat „grootste op timist". Bedienden „Pas op hè" brieste Jan Janssen ongewoon fel. „Laat Merckx me niet tegen krijgen. Ik heb altijd goed met hem kunnen opschieten en ik respec teer zijn kwaliteiten, maar dit soort flauwekul moet ie laten, anders is ie nog niet klaar met me. Wat een komediant! Och, hij zal misschien heus wel even lastig gezeten hebben, dat is nou eenmaal altijd bij een massasprint, maar dat ik hem in gro te moeilijkheden bracht, is belache lijk geklets. Mijnheer Merckx denkt zeker dat ie God zelf is. Nou, dan komt hij Jan Janssen nog wel eens tegen als dat zo doorgaat. En denk erom, dat ik verschrikke lijk vies kan zijn als het moet. Ai, ai, ai. Ik kan wel niet zo hard fietsen als hij, maar ik zal hem toch wel krijgen als hij zo doorgaat. Dan zal ik nog eens wat gaan zeggen over Petterson: „Er is nou eenmaal geen beginnen aan om Merckx van de eer ste plaats te rijden. Daarvoor fietst hij té goed en daarvoor zijn zijn knechten té sterk." Driessens zegt: „Onzin, zo'n ploeg als BIC met drie man vooraan in het klassement, zou ons echt wel pro- VANKMTOTKM VIJFDE ETAPPE 1 kilometer: demarrage van Ste vens. Van den Bossche gaat mee. 2 kilometer: kopgroep ingelopen. 17 kilometer: ontspanning van Pou- lidor. 18 kilometer: Poulidor achterhaald. 133 kilometer: demarrage van Ge rard Vianen. 136 kilometer: Vianen ritwinnaar in St.-Remy, (Van onze speciale verslaggever) ST. REMY DE PROVENCE Voor de tweede keer binnen ruim een week is Gerard Vianen zegevierend over de streep gegaan. Zijn overwin ning betekende meer dan een per soonlijke grote triomf, want zijn etappe-overwinning in Parijs-Nice komt voor zijn merk Mercier op een geweldig moment. Uitgerekend één dag voor Vianens triomf kreeg ploeg leider Louis Caput te horen dat er voor hem geen plaats is in Miiaan- San Remo. De Italiaanse organisators lieten Caput weten dat zijn ploeg te weinig presteerde om Milaan-San Re mo binnen te komen. „Niet interes sant", kreeg Mercier te horen en daarmee was tevens de huidige waar de van Raymond Poulidor getekend. De eerste plaats van Gerard Via nen in St. Remy zal de deur welis waar niet wagenwijd opengooien, maar Caput heeft nu in elk geval wél naast Vianens zege in Genua-Nice meer te bieden. De manier waarop Gerard Vianen in St. Remy won, was in alle opzich ten een verrassende. Voor hemzelf en voor het peloton. Er heerste na aankomst grote verontwaardiging, over de slordigheid in het routeboek, Leo Duyndam, de man die net naast de ritoverwinning greep in St.-Remy de Provence. dat duidelijk een plaatselijke ronde van zeven kilometer aangaf. In de praktijk bleek het echter nog geen kilometer te zijn. Hooguit negenhon derd meter. De drie kilometer voor St. Remy demarreerden Gerard Via nen („de koers viel even stil en daar kon ik van profiteren") kreeg zo doende minder tegenstand dan het peloton hem gedacht had te kunnen geven. „We moesten hier toch zeven kilometer, is niet?!", zei Jan Janssen op een vragend verwijtende toon. ,,Wel degelijk", zei Gerben Karstens, ,.ik heb het zelf in het routeboek ge zien". Omgekeerd werd ook Gerard Via nen verrast, maar dan net anders. Pas bij het binenrijden van dit dorp realiseerde ik me dat er een plaatse lijke ronde was, maar ja, toen zat ik zo lekker van voren dat ik dacht: „Toch maar doorgaan, je weet nooit". In de straten van St. Remy hield Vianen zijn voorsprong, al was die bij aankomst onder de druk van de groep gereduceerd tot enkele tien tallen meters op Leo Duyndam, tweede in het dagblassement. Voor de 27-jarige Gerard Vianen uit Koeken- gen, was deze overwinning een onge kend goed begin van het seizoen na de eerste plaats in Genua-Nice, zon dag een week geleden. „Dat ik zo sterk rijd ligt echt niet aan het feit dat ik weg ben bij Caballero. Ze zul len dat misschien wel zeggen, maar dat is onzin. Ik denk dat het komt omdat ik dit seizoen meer wedstrijd- kilometers gemaakt heb voor de eer ste grote koersen begonnen". Het werk in Franse dienst bevalt Vianen zeker nu uitstekend. „Aardige mensen bij Mercier. Vooral Poulidor. Daar sta ik steeds weer van te kijken, wat voor een geweldige vent dat is. Het enige wat ik hier las tig vind, is de taal. Ik spreek en ver sta wel Frans, maar als ze het rap praten kan ik er niks van volgen. Enfin, dat zal wel wennen". „Met een tweede plaats van Leo Duyndam pakte de Goudsmit-Hoff- ploeg voor de tweede achtereenvol gende keer net naast het eerste grote succes", zei Kees Pellenaars. „Nou rij den we al een paar dagen lekker mee van voren en steeds komt er iets tus sen". Pellenaars gaat voor vandaag, dinsdag, zijn plannen afstemmen op Wim Schepers. „Die rijdt formidabel. Hij moet er morgen invliegen. Zelf voelt hij zich nog niet helemaal goed, maar ik heb gezegd: jij kunt me nog meer vertellen. Jij bent er sterk ge noeg voor". Vijfde etappe: 1. Gerard Vianen (Ned), 136 km in 3 uur 1 min. 41 sec., (met bonificatie 3,21.36); 2. Leo Duyndam (Ned), 3.21.44 (met bonifi catie 3.21.40); 3. Daniel vain Rijcke- ghem (België) 3.21.45 (met bonifica tie 3.21.43); 4. Mourioux (Fr) 3.21.45; 5. Mortensen (Den) zt.; 6. Peelman (Belg) zt.; 7. Delepine (Fr) zt.; 8. Franco Bitossi (It) zt. Vervolgens het peloton in dezelfde tijd. Na de vijfde etappe ziet het alge meen klassement er als volgt uit: 1. Merckx (Belg) 22.31.35 2. Ocana (Sp) op 18 sec.; 3. G. Petterson (Zw) 23; 4. Letort (Fr) 27; 5. Zoetemelk (Ned) 29; 6. Janssen (Ned) 30; 7. E. Petterson (Zw) en Aimar (Fr) 36; 9. Rouxel (Fr) 42; 10. Leman (Belg) 1,09; 11. Mouroux (Fr) 1,26; 12. Go- defroot (Belg) 1,30; 13. De Schoen- maecker (Belg) 1,56; 14. Mintjes (Belg) 2,04: 15. Ballind (It) 2,31: 16. Krekels (Ned) 2,37; 17. In 't Ven (Belg) 2,42; 18. Mortensen (Den) 8,02; 19. Perm (Fr) 8,28; 20. Van Ryckeghem (Belg) en Huysmans (Belg) 8,43; 23. Tabak (Ned) 11,18: 30. Vianen (Ned) 12,13; 31. Jansen (Ned) 12,14; 35. Duyndam (Ned) 12,30; 48. Karstens (Ned) 13,10; 64. Pijnen (Ned) 13,36; 78. Rentmeester (Ned) 36,23; 80. Schepers (Ned) 36,58; 81. Stevens 39,00; 82. Benjamins 39,09; 83. Van Katwijk 40,48. I

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 13