7/7/v Bouwmeester: „Soepgroente, dat ben ik" Niemand weet wat 'talent' is Kunstenaars en pedagogen sien weinig meer in kunstscholen iel zijn Niet onderdanig Dolle jaien Edel trio" Krankzinnig Geen selectie Iedereen kunstenaar Geen vakopleiding lauties ncenhage ïhek DRANTE 5ISCH NTE talent: mystiek door Henk Egbers V ADER had ook in Móeder „iets moois" gezien en was bezweken voor haar prachti ge blauwe ogen. Gevolg: mijn komst in dr wereld, breuk in de familie en moeder weggestopt in een of ander stil straatje mei haar kleine, lastige doch ter". De vader: de grote Louis Bouwmeester (on willekeurig moet ik denken aan andere grootmeesters in het liefhebben. Aan Hen drik VIII bijv."); de moe der: de zuster van „tante Nen" (de 4e vrouw van Louis); de lastige dochter: Tilly Bouwmeester die na de dood van haar echtgenoot Pierre Périn in '61 onopge merkt het toneel heeft verla ten. Als één der laatste Bouwmeesters heeft ze ge zellig babbelend in haar Amsterdamse huis aan de Emmastraat, haar levensge schiedenis verteld aan Mimi Rijpstra - Verbeek. Het werd „ingeblikt" in het boek „Soepgroente" (uitg. Nijgh Van Ditmar - f9,90). De titel van het boek is van Tilly zelf: „Mijn zusje Wies- je (Bouwmeester) gebruikte die uitdrukking als iemand haar vroeg hoeveel vrouwen vader had gehad. Dan zei ze: „Vier wettige en een hele boel soepgroente. Niet-wettig is soepgroente. Dat was mijn lieve moeder en dat ben ik." Greetje Pop Tilly („die naam heb ik later, toen ik het sacrament van het Vormsel kreeg zelf gekozen) vertelt openhartig over haar jeugd. Haar „oom" Louis had een nieuwe vriendin, toen Til 12 jaar was. Moeder zenuwziek en zij naar het pensionaat St.-Clara in Sil- volde waar ze als „slecht voorbeeld" door de nonnetjes werd weggestuurd. De kweekschool van Heythuizen leverde haar tenslotte op 18-jarige leeftijd als onder wijzeres aan de maatschap pij af. Op 16-jarige leeftijd ontdekt ze dat „oom" „va der" moet zijn. Ze is dolge lukkig. In Apeldoorn, waar haar moeder hotel Neuf run de, werd ze voor korte tijd, onderwijzeres Maar in 1916 laat ze die baan in de steek om voor 40 per maand bij Royaards te gaan figureren. „Ik was nooit op een toneel school geweest, had ook nooit les gehad, maar Roy aards zei: „Je bent een Bouwmeester. Je hebt ta lent." Treffend zijn de anek dotes, die ze vertelt over de hulp die ze daarbij zowel van haar vader als moeder kreeg. Tilly Bouwmeester nu: fit en nog steeds meebabbelend in het Amsterdamse Schiller-milieu. ze weg. Even later komt ze terug: „Minta ampon, Njon- ja, ik vraag vergeving, me vrouw, maar ik heb even een kind gekregen O Dolle iaren vol een Het grootste deel van haar leven speelt zich verder af in Indië (Indonesië). Ze trouw de met Leo Tholen, die ze met aangeplakte snor als pia nist 15 per avond) bij Pi- suisse had ontmoet. Hij werd procuratiehouder in Soera- baja-. Het huwelijk liep spaak want: „Ik was geen lief, onderdanig vrouwtje". Terug in Nederland (1922) ontmoet ze Wiesje (dochter van Louis en Marie Braaken- siek), die haar op haar 13e verjaardag vraagt: „Geef mij maar een boekje met 100 schuine moppen." Uit die tijd stamt ook het verhaal, van de struise volksvrouw, die bij Louis komt met: „Ja, meneer Bouwmeester, ik wilde wel es effe met u over me dochter spreke. Toen zij bij u in dienst was, was het een fesoenlijk meissie, maar nou is 't een geknakte lelie." Uit de serie sterke verhalen over Louis-en-de-vrouwen. Terug in Indië trekt ze met een toneelgroep rond; samen met Henri Brondgeest, Caro line van Dommelen, Martha Walden, Gerard Vrolijk en Karei Stoete. Ze speelden Mrs. Warren's bedrijf, Va der (Strindberg). De Vrij buiter (Fabricius) en Het laatste stadium Er werd goed geboerd: ƒ38.000 op de bank. Ze maakt daarom een reis naar China en Ja pan. Haar reisvriend is een van de knapste chirurgen van Londen, die in de le we reldoorlog een shell-shock kreeg. Van hem krijgt ze 'n broche, die bij de inheem sen een grijnslach ver oorzaakt. Het Chinese karak ter erop ontdekt ze veeJ later betekende; „Ik ben een hoerEen andere aardige anekdote van de reis: „Baboe Ram sliep steeds op het matje voor mijn bed. Op een morgen was Dolle jaren volgen er Ze trouwt met Piet Périn (voor 32 jaar). Samen met o.a. Atie Crock, Willy Kiehl, Jo- han Elsensohn, Eric van In- ghen, Johan Abendanon, Ge rard Vrolijk trekt ze toneel spelend door heel Indië, waar bij de sterke verhalen niet ontbreken. Het was Tilly Bouwmeester die bij de aan komst van het eerste KLM- toestel met Parmentier en Koppen m Indië (De Pelikaan 1928) de bemanning welkom moest heten en toespre ken op vliegveld Kemajoran In Soerabaja had Piet Périn een bioscoop en de Holly wood Dancing, waar ze hun eigen programma's met lied jes brachten. Terug in Nederland woonden ze tot 1945 in Westzaan. Piet had het Flora- en Apollo-the- ater in Zaandam. In '45 ves tigden ze zich in Amsterdam. Til werkte mee aan de mu sical „Achttien jaar" maai Wim Kan overtuigde haar „Je kunt niet zingen, maar wel „zing-zeggen" Het Groot Nederlands Toneel (Frits v Dijk, Ben Aerden. Johan de Meester) bracht haar een periode van veel succes en goede rollen („Malle Molen" „Kleine Man" „Wat nu"). Daarna was ze gast bij Het Masker (met Gimberg en Ank v.d. Moer) en in '46 zat ze in het cabaret van Cor Ruys. „Daar ontmoette ik Wim Kan en Corry Vonk en niet lang daarna werd het ABC cabaret geboren. Wij begonnen met zo goed als niets. Wim Kan maakte lied- les voor mij. Wat Wim Kar voor mij op het gebied van le kleinkunst is geweest, dat was daarna Cor v. d. Lugt Melsert voor het toneel „Eens speelden we in Zwolle Er komt een jongen binnen die heel beleefd zegt: Goeden avond dames, zou ik mis- i schien van u een handteke ning mogen. Het bleek (schooljongen) Henk van Ul- sen te zijn, die zei: „Ik wil zelf óók graag bij het toneel, maar mijn vader wil het niet." Een belangrijk punt is nog de koop van „ruïne" Salva- tori in Amsterdam Met Piet maakte zij er "De Kleine Comedie" van. In 1960 toen Piet stierf - had het maar weinig gescheeld of De Kleine Comedie was bios coop geworden." Het was Jo- pie Defournie die het ge bouw redde. M- Van 1948 tot 1960 maakte Til ly Bouwmeester deel uit van het gezelschap Johan Kaart. Met hem en Johan Boskamp vormde zij een "edel trio", waarvan haar rol als Rosie in Potasch en Perlemoer ve len in den lande bekend moet zijn. "Ik ben blij en dank baar een Bouwmeester te zijn", zegt ze nu. Ik ben nooit een "top - star" ge weest. Toch geloof ik dat ik een goede bruikbare actrice oen geweest". Haar tegenzin over de huidige ontwikkelin gen in de toneelwereld steekt ze tenslotte niet onder stoe len en banken. Leerlingen heeft ze nog steeds. In de oorlogsjaren gaf ze toneel lessen (o.a. aan Ageeth Scherphuis) nu nog Franse lessen en spraaklessen. Ver der schrijft ze "liedjes zon der pretenties". Zij besluit met o.a "Mijn memoires werden op schrift gesteld. Ik vind dat goed, omdat ik een Bouwmeester oen; een van de laatsten. Er zou nog een boekdeel te vul- ien zijn met mijn liefdesa vonturen, want die heb ik ge- oad. Ik zou geen Bouwmees ter zijr als het anders was. Je moet schipperen met je natuurlijke en aangeboren verworvenheden. Je kunt er alle kanten mee uit en het even is het waard dat je er alles uithaalt wat er uit te ha- en is. Dan pas..., heb je ■cht geléérd." ..U erk mee maak liet stuk opwekking bij kunstschool. visie iets met maatschappij kritiek te maken moet heb ben. Ik wil een beeld maken, mezelf uitdrukken". Anita Jesse (20) zat even op de Arnhemse kunstacade mie. „Je werd er letterlijk „gekunsteld". Ik kreeg ook lessen in integratieve vak ken met betrekking tot de architectuur en zo, van Struycken. Het was krank zinnig wat ie bij hem moes: doen. Het ging bovendien ook helemaal tegen mijn wil in. Een jaar lang vierkante papiertjes een toonwaarde geven en ze dan rangschik ken, twee ochtenden per week. Ik ben er gelukkig net op tijd van af gegaan, na een jaar. We kregen geen maatschappijleer, geen psy chologie, op dat gebied wer den we gewoon achterlijk ge houden". George Lampe (50) directeur van de Vrije Aca demie, die tegenwoordig al weer Psychopolis heet, over !e moderniseringen bij de mdere kunstscholen: „Het somt er alleen maar op neer dat ze de leerlingen nu plas tic in handen geven inplaats van klei. De normen van de maatschappij blijven weer spiegeld in het huidige kunst onderwijs. Maar wij keren ons tegen de maatschappe lijke orde. Creativiteit is 'n noodzakelijk maatschapppe- lijk gegeven omdat het tot een meer bewuste stellingna- me leidt. Wat wij willen is dat de mensen inzien dat bij na alles in de huidige samen leving abnormaal is. Ze moe ten daarom snel leren iets anders te doen. We staan voor de deur van een maat schappelijke revolutie". (Over zijn docenten: „Wij ei sen dat de docenten geen be- roepsdocenten zijn. Ze moe ten niet afhankelijk zijn van dat baantje, ze moeten op de eerste plaats weten dat ze hier geen enkele zekerheid hebben". En tenslotte: „We zitten hier om de abnorma liteit van de normen aan te tonen, en niet anders". Bonies (33) Amsterdams cunstenaar en voorzitter van :1e BBK, „Op de academies zou volledige openheid moe ten zijn. Geen artistieke se lectie, geen artistiek beleid dat allerlei directeuren nog pretentieus menen te voe ren. De academieleerling kan zelf wel uitmaken wat hij van school mee wil nemen" Peter Struycken (31) o.a. leraar aan de Arnhemse academie, met als hobby „de betekenis van de ver houdingen", zegt: „Mijn be zwaar tegen de academies is o.a. het niveau van de leerlingen. Ik geef ze kritiek op de manier zoals ze dal later ook in de praktijk kun- ïen verwachten. Maar het geeft vaak onzettende ruzies en spanningen. Voor mij be tekent dat de ideale werksi tuatie." Drs. J. Hammes en drs S.jeng Poell, schoolpsycholo gen, zeggen, als uit één mond: „Onderwijsvernieu wing is niet los te zien van Je hele maatschappijveran dering. Als de mensen er 'liet in massa kwaad over worden, bereik je niets". Jan Juffermans, de samen 'teller van het boekje, pleii enslotte voor een central! tatie van de bestaande aca lemies met allemaal vakken die rechtstreeks in de maat schappij bruikbaar zijn. Daarnaast verlangt hij crea tieve werkplaatsen overal in ligt land voor iedereen. het hele culturele-leven moet een bewegingsproces zijn. maar de samenleving legt die beweging voortdurend aan banden, men kijkt uit sluitend naar het produkt. De samenleving tracht zichzelf altijd houvast te geven en be- oaalt zo valse waarden. Ta lent is zo'n valse norm. Hel ijn altijd wel zware woorden, naar „persoonlijke integri teit" is veel belangrijker dan zoiets vaags als „talent Beeldhouwer, objectenma ker en race-automonteur Shinkichi Tajiri (47) zegt: „Alleen al het feit dat docen ten daar jaren zitten. Dat zegt voor mij al veel van hun eigen intenties ten aan- 'ien van het kunstenaarschap. Technieken leren kan belang rijk zijn maar wie hard werkt kan in een half jaar vrese lijk bekwaam worden, daar zijn heus geen vijf jaar voor nodig". Hij wijst op de ser vice die de kunstscholen zou den kunnen geven. „Iemand moet je leren hoe je geld moet investeren, wat een le vensverzekering is, en hoe het met het ziekenfonds en de be lasting zit. Veel kunstenaars hebben geen notie van de so ciale voorzieningen". Wat de toelatingseisen be treft, meent Tajiri: „Ieder een die zo'n opleiding wil vol gen moet de kans krijgen. Om te eisen dat een leerling talent heeft, is onrechtvaar dig omdat niemand weet wat dat is. Je kunt aan de drang waarmee iemand werkt wel zien of hij iets wi' en dat kunnen hangt daai nauw mee samen" En ten slotte: „Het is ook duidelijk te zien dat er steeds meer kunstenaars komen, het is misschien zelfs zo dat ieder een kunstenaar wordt". Toon Verhoef (23) deelnemer aan de Ateliers '63 in Haarlem: „Je moet iedereen toelaten. Ik denk dat in de toekomst geen gezonde samenleving kan bestaan zonder creativi teit. Volgens mij zal deze ei genschap die bij alle mensen potentieel aanwezig is, zelfs de belangrijkste factor wor den in ons leefklimaat". Prof. A. D. de Groot (56) noogleraar in de psycholo gie aan de Amsterdamse Uni versiteit: „Ik voel voor open instellingen waar iedereen terecht kan, van zondags schilders tot de „meesters", >m die term nog maar eens te gebruiken. Ik geloof dat we bij de taakomschrijving voor een deel moeten afstap oen -'an het idee dat kunst onderwijs een vakopleiding is. Er zijn grote groepet: kunstenaars die niet zozeer een vak uitoefenen, als we met een bepaalde levensop vatting of mentaliteit bezig zijn". Joop Hardy (52) di recteur van de Enschedesche Academie voor Kunst en In dustrie: „Ik geloof dat mer >p de academies vooral moet zoeken naar de ideale maat- ;chappijvorm. Misschier moeten wij er juist op ge spitst zijn om de samenle ving te veranderen. Wij moe en ons voortdurend afvra gen of je in dit opzicht wat net kunst uit kunt richten" Een heel ander geluid kom' er van de beeldhouwster In geborg Hobbelman (30), die zes jaar op de traditioneel georiënteerde Rijksacade mie studeerde. „Ik zoek naar het menselijke, ik houd me bezig met wat binnen me zelf leeft. Ik zie niet dat mijn Un onze kunstredalctie maakt hele goeie zoor iedereen. latspanty voor 1.75. hinnp. Enkasheer minder óphaal- Cxtravoor2.-. loorschijnende 2.50. ilige panty 6-48-50 De creatieve kunste naar is ontdekt als een probleem. Er is voor hem weinig plaats in onze maat- chappij- HU past niet in de iude structuren en ook niet l bijgeschaafde structuren, ommigen zeggen dat hij an maar moet verdwijnen, ommigen zeggen dat uit tl gebrek aan plaats voor i«m blijkt dat de maat- ohappij hoognodig moet ver nderen. Velen zeggen hele taal niets, omdat kunst hui' iets zegt. Omdat er in hui iven nooit of nauwelijks laats is geweest voor per xmlijke creativiteit. Het ranstonderwijs wordt, niel trtvonderlijk bij dit alles, nder de loep genomen. De laad voor de Kunst had nog (oor hij de zwaai naar gro- tr openheid maakte de be- loeling in een aantal ge- ehriften bij te dragen tot be- ;rip voor de hedendaagse mestproblemen. De kunst- lUrnalist Jan Juffermans eeg toen de opdracht een :kje samen te stellen over |de problemen bij het beel- Hende kunst-onderwijs. Hij ted dat met een inleiding, ia reeks interviews en met at nabeschouwing. Het kje „Kunstonderwijs op se schroeven" is net uit, lij de Staatsuitgeverij. REK VOOR 1EINEN enz. 60/80/100/120 cm ang- en sluitwerk. ;s en wij bezorgen i en de prijs valt Tel. 39880 - Tel. (01608) 4647 3 432 DEN HAAG ignostiek is vakant ervaren röntgen- let hoofd van de aan de dagelijkse roeP- ang van Röntgen- ploma laborante- rzocht hun sollici- iar welke funktie enden aan de af- het ziekenhuis (De uitlatingen van deze 'I de kunst of het kunston rijs betrokkenen laten Jet veel heel van het huidi- ^systeem, waarbij ruim studenten op vijftien |academies" bezig zijn amstenaar" te worden dan lel er hevig gefrustreerd af f lopen. Uit de interviews lijkt zonneklaar het directe pband tussen het onderwijs T. de cultuur, waarbij de jdtaur in onze tijd tot een 'wnditioneerde civilisatie peigt te verstarren. De fep: „Hef die kunstscholen paar gauw op" is dan ook pel te beluisteren. Als eeu- fenoude maatstaven in de- üjd gaan wankelen is het wonder dat men in de en op de kunstscholen [duit weigert om nog langer - die maatstaven te wer- |°als de maatstaf „talent" R. Gras (35), hoofd van 1 afdeling Onderzoek We jjtschappelijk Onderwijs vars utrechtse Universiteit, !S': „Je kunt nooit zeggen ie gaan onderzoeken of een 7®kng talent heeft. Want Jent bestaat niet. Talent is P reinste mystiek". En: Jet enige dat je zou kun- ^?oen is iedereen die die hting op wj]; eeD maand [one laten werken, in een TO atelier". En tenslotte: rr js misschien maar één ijselijkheidde opleiding f "jeldend kunstenaar kur k ■este splitsen m vak- die in werkplaatsen moe- "gebeuren (maar er moet keuzemogelijkheid PI en een aantal theorie- en misschien is het fraiaal zo gek nog niet om P dan te combinieren met 1 diversiteiten in ons land" F 'riese kunstenaar Gerril Filler (73) heeft alles zelf iht, Hii ze§t: -De moed m oen om je te vertonen: btuï>maar een kras durven lï ®j, zelfs dat ontbreekt de mensen". Die hang "integriteit" inplaats til" vra8en naar „talent" 'j Vee' aanwezig. Rei- r.yddasseti (31) schildei [Amsterdam, zegt: „Er is Lr e?n artistieke lijn: dat »Z1C{ v°ortdurend af- o£ men uit integriteit Paul Schotel (ook rs T»ïe<rt€ur van de Ate l; °3 m Haarlem, merkt 's ondenkbaar dat uditóL reSelrecht van eer S' i re school hierheer •Aansluiting op het on I, Js Jjmrdt hier niet ge ien 'i, ateliers beoger KUnstonderwijs. Kunst Gerrit Bertner: Moed om je te vertonen".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 11