was me
te sloom
vr
Joost de draayer:
Hij is een roman
tische ziel, de
70-jarige Cees
Quick uit Bergen
op Zoom. Hij
houdt van spekta
kel, kleuren,
van kleureffecten.
Van folklore bo
vendien. Dat ver
klaart een beetje
dat hij nu al twin
tig jaar secretaris
penningmeester
van de vijftigjarige
Nederlandse
Kermisbond is.
Een beetje maar
want in feite slooft
hij zich om heel
andere redenen
uit voor de 350
"kermismensen"
die in de bond
zijn verenigd.
©TebjsÉEJM
Baanveg
Familieruzie
Statisch
er
Boeren
Onhoudbaar
Kostschool
Melkkoeien
7ATERDAGB1JLAGE VAN DE STEM/6 MAART 1971
De kermis schaaft aan z'n imago
^Y(y7%>m
door WILLEM WOLTERS
foto DICK DE BOER
If**********-*************'**************'.****************
door HANS MAAS
MET een wel
willende
glimlach heb
ik me twee
jaar over
de Gooise
Matras be
wogen. Maar ik geloof
joon dat ze in Hilversum
jo sloom voor me zijn".
'nnf vanmiddag twaalf
uur is Joost de Draayer
Weer vanuit volle zee als
eedjzee te horen. Het pi
eten bloed kruipt waar
net niet gaan kan. De Ne-
erlandse helft van Radio
ortlsee International be
drie, is het een erg statische
beweging. Zoals ik al zei heb
ik alleen maar vrienden hier.
aan hen ligt het dan ook niet
dat ik weer „de illegaliteit"
in ga. De reden is gewoon
dat je als d.j. niet echt kan
werken in Hilversum. De or
ganisatie is te log, loopt over
teveel schijven. De d.j. moet
minstens twee vaste uren
per dag hebben wil hij een
behoorlijk programma kun
nen maken. Op zee kan dat
wel. Daar heb ik spanning,
sensatie en vaste werktijden.
Dat wil niet zeggen dat ik
veel steekhoudende bezwaren
tegen het omroepbestel heb.
Met pijn in hart, zoals dat
heet, verlaat ik de VPRO en
de NOS. Ik weet dat door ons
omroepsysteem ook de min
derheden aan het woord kun
nen komen. Een piratenzen
der is er duidelijk voor een
meerderheid. Daarom moe
ten beide systemen naast el
kaar blijven bestaan. Alleen
wat betreft Hilversum drie
zouden er enkele vraagte
kens gezet kunnen worden.
Alle omroepen die daar op
zitten brengen geeen specifie
ke programma's voor hun le
den, maar popmuziek. Door
de versnippering lopen er te
veel d.j.-belangen door elkaar
is er te weinig coördinatie en
dus geen mogelijkeheid om
een bepaald image aan een
station te geven. Ondanks dat
op deze zender af en toe goe
de programma's te horen zijn
is het eigenlijk geen popsta
tion".
Niettemin is Hilversum 3
Veronica in populariteit nu
voorbij gestreeft.
"Dat komt omdat er veel
mensen op zondag naar
Langs de Lijn luisteren en
omdat ik meewerk (ha ha).
gint vandaag onder de
naam Radio Nordsee
uit te zenden op Ne
derland en België (voor
lopig van 09.00 tot 16.00
uur op 222 mtr), Joost zal
dagelijks van twaalf tot
twee als schijvendrjjver
optreden.
In zijn Hilversumse Red
Bulet bunker vertelt hij tus
sen zeer veel telefoontjes
door dat hij in Hilversum
geen en op zee wel vijanden
heeft. „Er zijn mensen die
beweren dat ik met Noord
zee in zee ben gegaan om
mijn oude haatgevoelens te
gen Veronica te kunnen om
zetten in daadwerkelijke
strijd. Als ze in termen van
concurrentie praten kan ik ze
gelijk geven, als ze met woor
den als haat aankomen heb
ben ze te weinig gevoel voor
relativiteit. De disc jockeys
van Veronica zijn bijna alle
maal goede vrienden van me
(per slot van rekening heb
ik de meeste zelf opgeleid),
alleen met de gebroeders
Verwey, de directeuren,
praat ik niet meer. Die zijn
lucht voor mij geworden".
Ook voor ex-Veronica-pro-
grammaleider Jan van Veen
hebben de gebroeders Ver
wey afgedaan. Ook hij werd
na een ordinaire familieruzie
op straat gezet. Samen met
Joost de Draayer heeft hij de
programmaleiding voor de
nieuwe Veronica-concurrent
op zich genomen. En omdat
Jan van Veen en Joost de
Draayer voor een belangrijk,
zo niet het belangrijkste deel,
het image van Veronica heb
ben opgebouwd en bepaald is
het begrijpelijk dat de ge
broeders Verwey zich de
laatste tijd een beetje bang
hebben getoond en RN voor
de rechter en in de publici
teit hebben gesleept.
De heer W, van Kooten
(Joost de Draayer) zegt:
„Die jongens van Verwey
hebben erg grote fouten ge
maakt. Niet alleen tegenover
mij en Jan van Veen, maar
ook nu weer. Ze denken dat
ze de alleenheerschappij op
zee met het volste recht kun
nen handhaven. Omdat zij
begonnen zijn denken ze dat
er niemand anders meer mag
beginnen. Ik bekijk het enigs
zins anders. Monopolies zijn
altijd fout. En juist omdat
piratenzenders bijzonder
commerciële instellingen zijn
is er concurrentie nodig in
die branche".
Welk beeld heeft Joost de
Draayer gedurende zijn kor
te omzwerving door Neer-
lands Zuilensysteem gekre
gen van het legale omroep
bestel?
„Voor zover ik het heb
kunnen bekijken, en dat is
niet verder dan Hilversum
Joost de Draayer (30 jaar,
twee zoontjes, één vrouw,
twee vogels, twee vissen en
een hond, die hem allen bijna
nooit zien omdat hij ook nog
een full time job als promo
ter heeft) is ondanks zijn
soms fanatieke plaatgepraat
geen d.j. in hart en nieren.
„Ik heb een baan zoals (bij.
na) iedereen. Die baan is
heel wat minder romantisch
en heel wat meer commer
cieel dan de meeste mensen
denken. Ik ben dan ook echt
geen d.j. omdat ik vind dat
er niets anders dan het ge
luid van popmuziek mag klin
ken. Ik hoop gewoon binnen
een paar jaar zoveel geld
verdiend te hebbendatikweer
iets anders kan gaan doen.
Moet wel weer iets span
nends zijn. Bijvoorbeeld een
klein wereldreisje met mijn
gezin. Of baanveger op een
kunstijsbaan lijkt me ook
prachtig".
Natuurlijk trekt de
romantiek van het
kermisbedrijf me
aan. Maar eigen
lijk ben ik helemaal
niet zo'n driftig kermis-
vierder. Dat ik die baan
20 jaar geleden heb
aangenomen was ge
woon een kwestie van,
het is misschien een
groot woord, sociale
bewogenheid.
Dat zat zo. Toen ik nog kind
was had mijn moeder een
café aan het Cathaxinaplein
in Bergen op Zoom. Dat is
het kermisterrein daar. We
kregen nogal wat kermis
mensen over de vloer. Die
vertelden dikwijls, dat ze ei
genlijk maar een rotvak had
den. Naarmate ik ouder werd
kreeg ik beter in de gaten,
dat ze het inderdaad niet zo
goed hadden. Nou, daar wil
de ik iets aan doen. Eerst
was het mijn hobby, 20 jaar
geleden werd het mijn baan,
want je kunt wel zeggen, dat
ik aan de kermisbond een
dagtaak heb. D'r valt een
heleboel te doen.
Want ik vertel je geen nieuws
als ik zeg, dat de 1000 ker
misexploitanten, die Neder
land telt, één van die groe
pen vormen, die niet zo'n
hoog aanzien hebben in onze
maatschappij. Hun positie is
zo ongeveer te vergelijken
met die van de boeren enke
le tientallen jaren geleden.
Boer was eigenlijk een
scheldnaam. Maar de boe
ren ploegden stiekum voort
en deden tegelijk het een en
ander aan de verbetering
van hun imago. Nou zijn ze
een belangrijke en gerespec
teerde groep. Op het ogen
blik, maar eigenlijk is het al
jaren zo, is kermisexploitant
een belaste naam. 'Kermis-
vieren is allemaal goed en
aardig en we willen de kinde
ren dat ritje in de draaimo
len echt niet ontzeggen. Maar
onze kinderen mogen niet in
de buurt van die woonwagens
komen. Want daar zit zo'n
raar volk in. Om kort te
gaan: net als de boeren des
tijds moeten de kermisex
ploitanten omhoog getrokken
worden. 'N beter imago krij
gen.
Ik trek al heel wat jaren met
kermismensen op. Ik kan je
verzekeren, dat het fijn volk
is. Tuurlijk, ze zijn een beet
je anders dan anders. Ze
kunnen niet stilzitten; ze wil
len trekken. Daarom wonen
ze in 't seizoen ook in woon
wagens. En ze zijn niet alle
maal even ontwikkeld. Toch
zitten er veel knappe koppen
bij. Maar daar zijn ze zich
zelf nog niet voldoende van
bewust.
Dat willen we veranderen.
We willen, dat ze worden ge
accepteerd als gewone
mensen. Als gewone midden
standers, met 'n vestigings-
besluit en een middenstands
diploma en al. Als midden
standers, die op een gezonde
financiële basis werken.
Want, laten we wel wezen,
de meesten_ zitten er finan
cieel niet zó best voor. Hun
vermogenspositie is veel
minder gestegen dan die van
andere middenstandsgroepen.
Er zijn er nogal wat, die het
niet breder hebben dan een
redelijk betaalde werkne
mer. En dat is bij zo'n ris
kant bedrijf als het kermis
bedrijf natuurlijk een on
houdbare zaak.
We hebben nu tienduizend
gulden beschikbaar gesteld
voor vormings-, ontwikke-
lings- en trainingswerk voor
jongeren, die straks het ka
der moeten gaan vormen en
in staat moeten zijn het ker
misbedrijf op een nieuwe
leest te schoeien. Maar daar
zijn we er nog niet mee. Het
onderwijs voor de kinderen
moet ook aangepakt worden.
Op het ogenblik is dat onder
wijs verre van optimaal, on
danks de rijdende scholen. De
kinderen moeten van de ene
naar de andere school en tij
dens de kermisdagen lopen ze
na de schooluren met hun
ziel onder de arm. Want wat
moeten ze in Godsnaam doen.
Er is nu een stichting bezig
met plannen voor een inter
naat voor kinderen van ker
misexploitanten. Als het alle
maal doorgaat komt dat
ding in Nistelrode te staan.
Het is de bedoeling, dat de
kinderen vanuit dat inter
naat naar school gaan. Niet
alleen naar de lagere school,
ook naar scholen voor voort
gezet onderwijs. In zo'n in
ternaat kunnen ze beter wor
den opgevangen.
Vroeger was het zo, dat el
ke kermisexploitant, die zich
zelf respecteerde, zijn kinde
ren naar kostschool stuurde.
Niet, omdat ie ze kwijt wou,
maar gewoon omdat het be
ter was voor de kinderen.
Dat kan hij nu niet meer be
talen, zeker niet als hij
meerdere kinderen heeft.
Zo raken we dat andere pro
bleem: de financiële positie
van de kermismensen. Ze
moeten op 't ogenblik formi
dabele pachtprijzen neertel
len voor hun standplaatsen.
Dat heeft de zaak een beet
je verziekt. Als een exploi
tant van botsautootjes voor
een plaats op de Tilburgse
kermis veertien mille moet
neertellen kun je wel onge
veer natellen hoeveel klan
ten hij tijdens die kermis
moet hebben om een beetje
geld uit de onderneming te
slepen. Een ontzettende hoop
in ieder geval. Nou zijn de
kermismensen zelf wel een
beetje schuldig. Ze huilen al
le duizend, als er één dood
gaat en die tranen komen
spontaan. Aan de andere
kant zijn kermisexploitanten
individualisten tot en met.
Enenorme concurrenten
van elkaar. Als de een ziet,
dat de ander zoveel wil be
talen voor die en die stand
plaats, wil hij er best met
een paar honderdjes of zo
overheen. Zo drijven ze el-
kaars bod op.
Maar dé grote schuldigen
zijn de gemeenten met hun
openbare verpachtingen van
standplaatsen. De pachtop-
brengsten vormen vandaag
de dag belangrijke posten op
de begrotingen. De kermis
exploitanten zijn melkkoeien
geworden, die elk jaar sa
men zo'n dertig miljoen aan
de,., gemeenten kwijt raken.
Daarvan betalen die ge
meenten subsidies voor an
dere vormen van ontspan
ning van de bevolking. Da's
natuurlijk niet juist. Ik zeg
altijd: kermissen zijn er niet
voor de gemeentekas, maar
voor het volk. De gemeenten
moeten allemaal maar eens
overgaan tot het systeem
van de besloten verpachtin
gen. Ze moeten niet kijken
naar de hoogste bieders,
maar naar de mooiste at
tracties. Daar verdienen ze
minder geld aan, allicht,
maar dan weten ze tenmin
ste zeker, dat ze een goeie
kermis krijgen. De kermis
mensen kunnen dan boven
dien met lagere prijzen gaan
werken. Dat houdt weer in,
dat ze minder risico's lopen
en hun bedrijven een gezon
dere basis krijgen.
Dat is belangrijk, want de
kermis moet blijven. Zal
trouwens altijd blijven. De
kermis mag dan misschien
niet meer Het Volksvermaak
Van Het Jaar zijn, maar
tenminste een keer per jaar
willen veel mensen kermis
vieren. Dat spektakel willen
ze niet missen. En zeg nou
zelf: wat is, ook nu nog, een
volksfeest zonder kermisat
tracties? Niks toch zeker.