SCHENK: „SERIEUS DE
Karstens: ik heb me nog
nooit zo goed voorbereid
RECORDS VERDEDIGEN"
De Vlaeminck wint
rit in Andalusië
Erhard Keiler: „Er
zijn
veel
in Inzeil
kanshebbers"
Teamgeest
kweken in
trainings
kamp
„■Juvenilis
had het
moeilijk"
TWAALF MAN
Jan Charisius
hoofd-
scheidsrechter
FEI.JEN00RD-MW 1-0
sport
WAT TRIEST
VRIJDAG 19 FEBRUARI 1971
DE PEL" PARADEERT WEER
Ploeg wordt
nog iets
uitgebreid
(Van onze sportredacteur)
RIJEN Nederland heeft officieel weer een internationaal georiënteerde
grote wielerploeg en „De Pel" is (al even officieel) terug in het peloton.
Allemaal sinds gisteren, de dag die een drukke periode van voorbereiding
afsloot voor de nieuwe sponsor Goudsmit-Hoff, een behangselpapier-firma
zoals men op de rennerslijven kan lezen. Met jongensachtige uitbundigheid
paradeerde „De Pel" na zoveel jaren weer midden in het métier, trots en
niet ten onrechte op wat hij verzamelde aan renners, materiaal en kleding
waarbij hij zelf opviel door een blazer met reclame. „Zo'n ding heb ik nog
nooit van mijn leven aangedaan", zei Pellenaars. „Ik snap zelf eigenlijk nog
niet hoe ze me nou zo gek kregen".
Te midden van fel oranje en diep
zwart - de bijzonder opvallende
kleuren die de ploeg gaat voeren -
werden de officiële introductie een
prettige kennismaking met een op
vallend eerlijke toespraak van
KNWU-vertegeniwoordilger (sport-
'-iran's'ip-Hd J- Fokster. „Wij ziim
soms" gaf hiij royaal toe. „geen ge
makkelijke bond. Maar Kees Pelle
naars is ook wel eens moeilijk door
rijn explosief karakter. Ik hoef niet
te .verfoeien, dat er daardoor in het
verleden wrijvingen tussen ons zijn
geweest. Met bet uitgangspunt dat
•ij do nrofwielersport zeer be
langrijk vinden en dat Kees Pelle
naars in onze ogen een uitstekende
vakman is, geloof ik heus wel dat
we in de toekomst prettig kunnen
samenwerken. Als hij zich tenmin
ste aan de reglementen houdt. Maar
ja. hij zegt altijd: die ken ik niet".
Pellenaars schuddebuikte. Dat was
het nou helemaal....
Hij glorieerde tussen de mannen
die hij naar overwinnin) gen zal pro
beren te stuwen en met wie hij een
geslaagde come hack hoopt te ma
kelij Voorlopig doet Pellenaars dat
mj/ eein ploeg vain 12: Jos van
Beers, Henk Benjamins, Leo Duyn-
tlam, Oer Harings, Daan Holst, Ger-
ben Karstens, Jain van Katwijk, Jan
Krekels, Wim Prinsen, Cees Rent
meester, Wim Schepers en Harrie
Steevens.
„In de loop van het seizoen", kon
digde Pellenaars aan, „Neem ik er
nog 2 of 3 bij" Volgende week
donderdag gaat hij met zijn équipe
(op Karstens en Duyndam na, die
rijden de zesdaagse van Antwerpen
en Groningen) in trainingskamp.
„Niet naar hiet verre zuiden, want
dat vind ik maar onzin", legde Pel
uit. „We blijven gewoon in Breda,
zoals ik het altijd heb gedaan. In
die zogenaamde zonnige streken,
kun je net zo goed beroerd weer
treffen en is bet er schitterend dan
krijgen de renners een weerslag als
ze terugkomen en hiier in de kou
moeten fietsen. Een trainingskamp
zie ik in eerste instantie als een
gelegenheid om teamgeest, kame
raadschap, te kweken". Maar na
tuurlijk gaat de Goubsmit-iHoff
ploeg ook trainen. „We beginnen"
zegt Kees Pellenaars over dat pro
gramma, „met een rot nar Limburg.
We overnachten in Valkenburg en
u® volgende dag komen we terug.
Verder zie ik het wel. Wat korte en
De Goudsmit-Hoff wielerploeg voor dit seizoen. V.l.n.r. assistent-ploegleider Huub Harings, Jan van Katwijk, Wim Prinsen, Jos van Beers, Cees Rent
meester, Jan Krekels, Henk Benjamins, Daan Holst, Ger Harings, Gerben Karstens, Wim Schepers, Harrie Stevens, Leo Duyndam en ploegleider
Kees Pellenaars.
lange ritjes door elkaar. Ik zoek
alleen in de buurt nog een wieler
club die zondags 23 februari
een trainimgsnit houdt. Daar zou ik
imet de hele ploeg wel aan mee
willen doen. „Aansluitend op het
Bredase oefenkamp, sta.it de ploeg
'in de Omloop van het Voilk, daarna
in de ronde van Limburg en vervol
gens in de eerste grote meerdaagse:
Parijs-Nlice. „Wie ik daar mee naar
toe neem, weet ik nog niet. Dat
hangt gewoon af van de indruk die
rhanigt gewoon af van de indruk die
jongens op dit moment onvoldoende
om daarover rau al te kunnen beslis
sen". Een ding staat voor Pellenaars
•echter wel vast: „Wim Prinsen doet
Parijs-Niice niet. Ik wil hem hele
maal voorbereiden o.p de ronde van
Spanje, want het schijnt dat hij
goed kan klimmen. Omdat hij net
van de amateurs komt, ben ik van
plan hem voorzichtig te laten begin
nen. Daarom geen Parijs-Nioe en
mag hij wat mij betreft in de eerste
klassiekers na 100 kilometer al af
stappen. Als hiij maar lekker warm
gedraaid naar Spanje gaat, dat is het
voornaamste. Misschien zit er wel
een tweede Ceesje Haast in. Wie
weet".
PETER HEERKENS
Kees Pellenaars en zijn „streekrenners", (v.l.n.r.) Wim Prinsen, Cees
Rentmeester en Gerben Karstens.
(Van onze sportredacreur)
RIJEN Kees Pellenaars heeft
m zijn Goudsmit-Hoff wielerploeg
une ..streek renners" opgenomen:
berken Karstens (Prinsenbeek)
tees Rentmeester (Ovezande) en
Rrinsen (Hank). Bovendien
'rok hij als chauffeur de Prinsenbe
ker Jan Leys aan.
Meest bekende van het trio is
«nder enige twijfel Gerben Kar
stens, de man ook van wie in eerste
'nstantie het grootste succes ver
ijl1™ kan worden. Wat dat betreft
waakt Karstens van optimisme. „Ik
neb nog nooit zo'n goede, actieve
Winter gehad en dat vind ik zelf
«en belangrijk punt ik ben se-
euzer geworden. Dat jongensachti-
rl van _vr°oger is eraf". Kortom,
erben Karstens voelt zich sterk,
kt!! i Senoeg". zegt hij, „om een
K«ssieker te kunnen winnen. In dit
terseizoen reet* 'k iheer dan ooit
a)I°h'eb 4 zesdaagsen gedaan
tm, „tfls-Nioe begint en dat is na-
ima •een enorm voordeel. Vooral,
maat ik die zesdaagsen niet als
auiingen opvatte, maar echt koer-
ikn,.™ttel1dajn en Grenoble ben
tegenaan gegaan. Alleen
u dat ik last kreeg van een
t, "blessure, waardoor ik dn Gre.no-
moest uitvallen, maar die is
h genezen. Ik voel me door
«fi«aP1jte"vlfer'c van deze w'nter zo
«u. dat ik gerust durf te zeggen
dat ik dit jaar successen kan halen.
Het is te hopen ook, na al dat
gesukkel de laatste tijd. Eerst die
slechte start bij Peugeot toen ik
achteraf bekeken het jaar daarvoor
al op mijn reserves reed en daarna
een complete inzinking kreeg. Toen,
vorig jaar midden in het seizoen
kwam ik in bed met geelzucht.
Dat waren flinke klappen, maar ik
heb m'n moraal gehouden. Dat is er
altijd geweest, in mijn hele carrière
en het zal er ook nou weer zijn. In
Parijs-Nioe ga ik me stdekun voor
bereiden op de klassiekers, want
daar moet ik het immers van heb
ben. Ik zal me koest houden voor
zover het belang van de firma dat
natuurlijk toelaat. Luister, kom ik
in Parijs-Nioe eens goed te zitten
dan zal ik vanzelfsprekend alles ge
ven. Logisch. Maar als het even kan,
wil ik me gedekt houden. Niet te
veel opvallen. Dat kan gunstig zijn
voor de klassiekers, die zijn mijn
hoofddoel. En, ik ga er een winnen.
Dat geloof ik vast en zeker"
Terughoudender in zijn verwach
tingen is Wim Prinsen. „Ik kan
alleen maar hopen dat ik miin eer
ste prof-jaar goed doorkom". Wim
Prinsen heeft van Kees Pellenaars
een kalm programma voor de eerste
maanden gekregen én hij is daar
bijzonder mee ingenomen. „Het zal
me zeker goed doen. Bij de ama
teurs moet je in het begin van het
seizoen zoveel rijden, dat je op 'n
gegeven moment uitgeblust bent. Ik
knapte meestal in juni af. Daarom
ben ik blij dat Pellenaars me rustig
laat beginnen". Van Winn Prinsen
wordt wa.t verwacht in de Ronde
van Spanje. Hij kan immers klim
men. „Nou ja", zegt hij bescheiden,
„dat gaat n'iet onaardig. Ik kan lek
ker mee naar boven, maar ik ben
geen specifieke klimmer. Toch denk
ik dat ik bij de profs wel behoorlijk
bij kan blijven. In miin amateurtijd
bijvoorbeeld klom ik beter dan Joop
Zoetemelk en dat geeft me vertrou
wen".
Vertrouwen heeft zeker ook de
Zeeuw Cees Rentmeester, die na
een ongelukkige start bij de profs
(eerste seizoen verloren door een
beenbreuk) vorig jiaar verdienstelijk
debuteerde in d-e Caballero-ploeg.
„Nou komt het erop aan", stelt
Rentmeester voor zichzelf vast. Ver
trouwen in de toekomst? „Ja, waar
om niet. Ik trainde meer dan andere
jaren. Ongeveer 3500 kilometer. En
ik ben pas in januari begonnen. Tot
die tijd werkte ik als bankwerker
bij de kerncentrale die ze bij ons
aan het bouwen zijn. Tja, ik wist
niet of ik een merk zou krijgen. Het
zag er zo beroerd uit toen Willemll
en Caball-ero stopten. Wat ik gedaan
zou hebben als Pellenaars me niet
genomen had, weet ik niet. Mis
schien toch wel doorgegaan, ja.
Maar die zorg over zo'n beslissing
heb ik gelukkig niet gehad".
P.H.
(Van onze speciale verslaggever)
INZELL De Noor Ivar Eriksen, de man met de verschrikkelijk
snelle 1000 meter in de benen, wordt door de meeste toprijders getipt
als de favoriet voor de ISU-sprinttitel. Het is een enigszins verras
sende keuze, omdat de Noren Boerjes en König dit seizoen het meeste
vuurwerk lieten zien op de 500 meter en daarbij bewezen ook een
snelle kilometer te kunnen rijden. Ook de Nederlandse favoriet Ard
Schenk toonde tijdens de wereldkampioenschappen in Gotenburg een
schitterende vorm. Maar ook Ard Schenk, net aangekomen in Inzeil,
tipt Eriksen als de grote kanshebber. „Daarna komt onmiddellijk
Boerjes en mezelf geef ik alleen een kans als ik op de sprint zo
om en nabij de 39 sec. rijd en de anderen dan onder de 39 gaan.
Zjj zijn tenslotte allemaal sterker geworden op de 1000 meter, dus
daar kan ik niet teveel op terugpakken".
Ard Schenk, zegt heit wat nona-
chalanit. „Och, het is natuurlijk na
Gotenburg erg moeilijk om je weer
voor de volle 100 procent te concen
treren. Ik beschouw dit kampioen
schap wed erg serieus. Veel meer
dan vorig jaar bijvoorbeeld. Toen
stapte ik in hat vliegveld met de
gedachte: ziezo, mijn twee weken
vakantie zijn begonnen. Dit seizoen
heb ik een heel andere instelling.
Juist omdat ik in Gotenburg wat
wereldrecords heb gepakt, wil ik
dae serieus verdedigen en als het
mogelijk is er nog een bij zien te
krijgen. Nee, ik wil gewoon dit
seizoen goed afmaken, en daar hoort
ook Inzeil bij. Een ontspannen Ard
Schenk, die op de training een ge
weldige komische act opvoerde met
Jan Bazen, wijst dus ook een duide
lijke favorietenrol af. Volgens de
andere Nederlandse rijders is hij
wel degelijk een van de grote kans
hebbers. Jan Bazen, die samen met
Maarten Hoekstra al enige weken in
Inzeil vertoeft, zegt het nog het
duidelijkst: als hij eruit flapt: „Te
gen Ard Schenk is in deze vorm
toch niet te rijden". Voor zichzelf
ziet Bazen de schaatstoekomst min
der rooskleurig. Ik hoop op een
plaatsje bój de laatste 15. Dat is in
elk geval beter dan vorig jaar. Toen
ik zestiende werd, zegt hij lakoniek.
Ook Maarten Hoekstra, de Friese
sprinter, die onder leiding van Leen
Pfrommer zoveel vooruitgang boek
te* is niet erg optimistisch. Ik was
goed in vorm, maar doordat ik twee
weken geleden erg ziek werd, moet
ik maar zien hoe ik dit weekend
rijd", zei hij bedenkelijk kijkend.
De vierde sprinter Jan Bols is
evenmin optimistisch. Mijn enige
doel is me bij de eerste 16 te
klasseren. Om te zorgen dat Neder
land volgend seizoen met een opti
maal aantal sprinters in de ISTJ-
kampioenschappen kan verschijnen,
zegt de door veel pech geplaagde
Bols. De Nederlandse Ccoach Leen
Pfrommer liet de Nederlandse
sprintploeg, waarvan alleen Ard
Schenk prestatieverlof kreeg, nog
een trainingswedstrijdje rijden. Zon
der zich al te veel in te spannen,
klopte Jan Bazen Jan Bols op de
500 m. Bazen liet een tijd noteren
van 40.8 tegen Bols 41.3.
Maarten Hoekstra, die daarna te
gen Ronnie Nooitgedacbt reed, liet
de klokken stilstaan op 41.0 tegen
Nooitgedacht 41.3. Het zijn echter
tijden, die weinig zeggen omdat en
de rijders zich niet helemaal gaven
en de ijsomstandigheden verre van
ideaal waren. De Nederlandse da-
messprintploeg met Atje Keulen-
Deelstra, Trijrtie Rep, Stien Kaiser,
deden het onder leiding van Kees
Broekman wat rustiger aan. De da
mes gleden rustig hun trainings
rondjes in het besef dat zij nauwe
lijks tot de favorieten gerekend mo
gen worden. Die favorieten zijn.
naast de onverwoestbare Russin Ti-
tova, vooral het 15-jarige Ameri
kaanse meisje Anne Henning, die
volgens haar trainer Rudolph het in
zich heeft om binnen enkele jaren
de absolute wereldtop te hebben be
reikt. „Ik tip haar nu al als de
sprintkampioene", zei ex-wereld
kampioene Atje Keulen-Deelstra
over het jonge Amerikaanse talent.
Maar pas dit week-end zal op het
snelle ijs van Inzeil uitkomen, welke
prognose het dichtst bij de waarheid
komt. Of om het met Ard Schenk te
zeggen: „Of je op de sprint een titel
haalt, hangt van zoveel kleinigheden
af, dat je er van tevoren eigenlijk
weinig zinnings over kunt zeggen".
(Van onze speciale verslaggever)
INZELL De Nederlander Jan
Charisius is door de ISU als hoofd-
scheidsrechter voor Inzeil aangewe
zen. Het is een naam die in Inzeil
nog steeds met ontzag wordt uitge
sproken, want men herinnert zich
Jan Charisius nog als de man die
twee jaar geleden bij de Europese
kampioenschappen het bevel gaf om
de wedstrijden drie uur te staken
omdat het ijs te zacht werd. Ook de
na Gotenburg fel bekritiseerde Sven
Laftman is in Inzeil weer van de
partij. De 83-jarige grijsaard moet
samen met de hoofdscheidsrechter
Charisius en de ijsmeester waken
over de toestand van het ijs.
MILAAN (AP)
aanse bladen zijn
De Itali-
het erover
eens dat Juventos slechts op het
nippertje de halve finales van
het Jaarbeurssteden-toernooi
heeft gehaald. „Na een ver
schrikkelijk gevecht van 120
minuten slaagde Juventus er in
zich te plaatsen", zo schreef het
Turijnse dagblad La Stampa. „De
wedstrijd was dramatisch tij
dens de normale speeltijd speelde
Juventus erg angstig en het werd
door de verwoede aanvallen van
Twente in de verdediging ge
drongen De Italianen werden
herhaaldelijk door bun tegen
standers, die zeer snel speelden
en twee doelpunten maakten,
overdonderd..."
„la de extra speeltijd was
Juventus tenslotte in staat zijn
klasse te laten slem, ook al om
dat Twente zeer vermoeid
scheen.... Het is zeker dat Ju
ventus voor een zeer zware
taak in Enschede heeft ge
staan", aldus La Stampa. „Ju
ventus heeft zich voor de halve
eindstrijd geplaatst na een eer
lijke, maar zeer harde wed
strijd. Amastasi, die in de eerste
80 minuten zwak had gespeeld,
kwam in de verlenging wakker
en maakte twee prachtige doel
punten", aldus het Milaanse
sportblad Gazzetta dello Sport.
„Twente heeft het grootste ge
deelte van de wedstrijd Juven
tus belegerd en verdiende de
twee doelpunten die het maak
te.... De Italiaanse ploeg heeft
het risico van uitschakeling ge
lopen", aldus het blad. Alle bla
den légden de nadruk op de
woede en haat welke de Neder
landse toeschouwers tegenover
de Italiaanse spelers hebhen ge
toond.
«JSjjij
RONDA (ANP) De Belgische
wielrenner Roger de Vlaeminck
heeft donderdag de vierde etappe
gewonnen van de ronde van Anda
lusië. Hij legde de 120 kilometer
van Jerez de la Frontera naar Ronda
af in 3.40.37. Tweede werd de
Spanjaard Domingo Perurena met
drie seconden achterstand en derde
diens landgenoot Pedro Torres, die
acht seconden achter lag. Jos ven
der Vleuten werd vijfde in dezelfde
tijd als Torres. De Belgische we
reldkampioen op de weg Jean Pier
re Monseré bleef leider in het alge
meen klassement.
De eerste ontsnapping i-n deze
(Van onze sportredactie)
ROTTERDAM Feijenoord heeft
gisteravond de vervroegde competi
tiewedstrijd tegen MVV met 10 ge
wonnen. Wim van Hanegem scoorde
na 19 minuten het beslissende doel
punt.
korte rit over erbarmelijk slechte
wegen kwam pas na 95 kilimeter bij
de beklimming van de Monte Carto,
De Spanjaard Pedro Torres sprong
weg. Monseré, de Vlaeminck en Van
der Vleuten voegden zich echter
snel bij de vluchteling. Al spoedig
ontstond een kopgroep van twaalf
renners. De leiders hadden 25 secon
de voorsprong op een tweede groep
je bestaande uit zes renners, waarbij
Joop Zoetemelk. Later overbrugde
de Nederlander dat verschil. Het
leidende peloton groeide tot zeven
tien coureurs. Vergeefs poogde Ro
ger de Vlaemink in de slotfase
tweemaal weg te lopen. Kort voor
de finish demarreerde de Belg op
nieuw. Nu met succes-
Algemeen klassement na vier rit
ten: 1. Monseré 16.38.50, 2. Perurena
op 25 seconden, 3. van der Vleuten
op 60 seconden, 4. Casa (Spa) op 71
seconden, 5. Galera (Spa) op 72 sec.,
6. Roger de Vlaeminck op 76 sec., 12
Zoetemelk (Ned) op 2 min 25 sec.,
18 Gerrits (Ned) op 3 min 50 sec.,
22 van Midden (Ned) op 5 min 12
sec., 23 Tabak (Ned) op 5 min 12
(Van onze speciale verslaggever).
INZELL „Wie wordt de we
reldkampioen op de sprint". Dat is
de vraag, die momenteel heel Inzeil
beheerst. De bewoners van het Zuid-
duitse dorpje, dat zoveel kerstkaar-
tenromantiek in zijn landschap doet,
dragen vol vuur hun Erhard Keiler
voor. De 26-jarige tandtechnicus uit
München heeft immers zelf een wo
ning in het sprookjesachtig door be
sneeuwde bergtoppen omlijste In
zeil. Erhard Keiler wimpelt lachend
het chauvinisme van de dorpelingen
af. „Ach, als ik reëel ben, geef ik
mezelf niet meer dan een vijfde,
zesde plaats. Natuurlijk hoop ik ho
ger te eindigen, maar dat zal bijzon
der moeilijk zijn. Er zijn immers
zoveel kanshebbers.
Neem alleen die Zweden Boerjes
en König maar eens. Dan heb je nog
de Noor Ivar Eriksen, die ik vanwe
ge zijn goede 1000 m nog de meeste
kansen op de ISU-sprinttitel geef.
Verder heb je dan nog mannen als
jullie Ard Schenk, die ik ook hoog
zie eindigen. Al heeft hij na Goten
borg natuurlijk geen topconcen-tratie
meer. Moeratov en Thomassen zijn
verder nog namen, die je niet uit
kunt' vlakken", en Erhard Keiler
lacht breed. Het is de lach van een
outsider, die deze hoop blijft houden
ondanks het niet geringe voordeel
van het rijden op eigen baan. „Na
tuurlijk is heit een groot voordeel
om op je eigen baan te rijden. Je
kent het ijs en verder kun je je ook
in je eigen woning voorbereiden.
Dat zijn pluspunten ten opzichte van
andere deelnemers. Maar dat neemt
niet weg dat ik gewoon te langzaam
ben op de 1000 meter. To-t 800 m ga
ik nog goed vooruit, maar daarna is
het mis. Die afstand is gewoon te
lang voor me. Verder heb ik nog het
technische nadeel dat ik teveel op
de spitsen van mijn schaatsen door
de bochten glij. Dat is misschien
wel gekomen omdat ik me een ho
ger bewegingsritme heb aan moeten
leren. Van 73 slagen op de 500 m
ben ik overgeschakeld naar een rui
me 95 slagen. Daardoor is iets van
mijn techniek verloren gegaan".
Keiler zegt het wat triest. Hij, die
enkele jaren samen met de Japanner
Suzuki de 500 m beheerste, sag,
terwijl hij door een beenbreuk was
uitgeschakeld, de concurrenten voor
bij flitsen. Keiler: „Toen ik zo in
het gips zat en ik hoorde steeds
maar van snellere tijden door steeds
snellere mensen, heb ik erover ge
dacht om helemaal maar te stoppen.
Vrienden hebben lang toen met me
gepraat. En ik ben weer begonnen.
Het ging goed. Ik heb nu weer 38,7
en 1.20.9 als persoonlijke records
achter mijn naam staat.
De absolute top kan ik echter niet
meer bereiken. Anderen zijn veel
sneller geworden. Ik wil nu alleen
nog volgend jaar een laatste poging
wagen om bój de Olympische Spelen
in Sapporro nog een medaille te
halen. Daarna stop ik onherroepe
lijk". Omdat ook de allroundrijder
Zimmermann, in Gotenburg nog al
tijd goed voor een tiende plaats, de
schaatsen voor goed in het vet zet,
is Duitsland in één klap van zijn
hele top beroofd. „Want er zijn voor
ons geen opvolgers", zegt Erhard
Keiler. „Ik voorzie het zelrs zo dat
onze Duitse records de eerste vijf,
zes jaar niet worden gebroken Op
de sprint bijvoorbeeld zajn er wel
jongens, die 40,5 rijden, maar dege
nen daarvan, die een goede techniek
hebben, zijn physiek niet sterk ge
noeg om ooit hoger te komen en
degenen, die lichamelijk wel sterk
genoeg zijn, zijn weer technisch be
neden de maat. Deze situatie ia
trouwens wel logisch ook. Omdat we
in heel Duitsland maar één kunstijs
baan hebben. Pas als de geplande
kunstijsbanen in Berlijn en
München klaar zijn, kan Duitsland
aan een nieuwe generatie van
schaatsenrijders beginnen te bou
wen. Dan hebben we tenminste
weer een heel arsenaal van jeugdrij-
ders, waaruit we kunnen kiezen.
Tenslotte, uit 1000 aardige schaat-
senrijdertjes houd je er maar 10
over en misschien is er maar één
daarvan van wereldklasse". Erhard
Keller was die ene die het predikaat
wereldklasse verdiende. Hij wil dat
dolgraag op zijn eigen baan voor
zijn eigen publiek nog eens bewij
zen. Wat al te nadrukkelijk beweert
hij dat de weg naar het erepodium
voor hem is afgesloten. Pas bij na
dere bestudering van zijnconcurren-
ten geeft hij toe dat er ook voor
hem kansen zijn. Misschien, herhaalt
hij veelbetekenend.