SCHENK: „SERIEUS DE Karstens: ik heb me nog nooit zo goed voorbereid RECORDS VERDEDIGEN" De Vlaeminck wint rit in Andalusië Erhard Keiler: „Er zijn veel in Inzeil kanshebbers" Teamgeest kweken in trainings kamp „■Juvenilis had het moeilijk" TWAALF MAN Jan Charisius hoofd- scheidsrechter FEI.JEN00RD-MW 1-0 sport WAT TRIEST VRIJDAG 19 FEBRUARI 1971 DE PEL" PARADEERT WEER Ploeg wordt nog iets uitgebreid (Van onze sportredacteur) RIJEN Nederland heeft officieel weer een internationaal georiënteerde grote wielerploeg en „De Pel" is (al even officieel) terug in het peloton. Allemaal sinds gisteren, de dag die een drukke periode van voorbereiding afsloot voor de nieuwe sponsor Goudsmit-Hoff, een behangselpapier-firma zoals men op de rennerslijven kan lezen. Met jongensachtige uitbundigheid paradeerde „De Pel" na zoveel jaren weer midden in het métier, trots en niet ten onrechte op wat hij verzamelde aan renners, materiaal en kleding waarbij hij zelf opviel door een blazer met reclame. „Zo'n ding heb ik nog nooit van mijn leven aangedaan", zei Pellenaars. „Ik snap zelf eigenlijk nog niet hoe ze me nou zo gek kregen". Te midden van fel oranje en diep zwart - de bijzonder opvallende kleuren die de ploeg gaat voeren - werden de officiële introductie een prettige kennismaking met een op vallend eerlijke toespraak van KNWU-vertegeniwoordilger (sport- '-iran's'ip-Hd J- Fokster. „Wij ziim soms" gaf hiij royaal toe. „geen ge makkelijke bond. Maar Kees Pelle naars is ook wel eens moeilijk door rijn explosief karakter. Ik hoef niet te .verfoeien, dat er daardoor in het verleden wrijvingen tussen ons zijn geweest. Met bet uitgangspunt dat •ij do nrofwielersport zeer be langrijk vinden en dat Kees Pelle naars in onze ogen een uitstekende vakman is, geloof ik heus wel dat we in de toekomst prettig kunnen samenwerken. Als hij zich tenmin ste aan de reglementen houdt. Maar ja. hij zegt altijd: die ken ik niet". Pellenaars schuddebuikte. Dat was het nou helemaal.... Hij glorieerde tussen de mannen die hij naar overwinnin) gen zal pro beren te stuwen en met wie hij een geslaagde come hack hoopt te ma kelij Voorlopig doet Pellenaars dat mj/ eein ploeg vain 12: Jos van Beers, Henk Benjamins, Leo Duyn- tlam, Oer Harings, Daan Holst, Ger- ben Karstens, Jain van Katwijk, Jan Krekels, Wim Prinsen, Cees Rent meester, Wim Schepers en Harrie Steevens. „In de loop van het seizoen", kon digde Pellenaars aan, „Neem ik er nog 2 of 3 bij" Volgende week donderdag gaat hij met zijn équipe (op Karstens en Duyndam na, die rijden de zesdaagse van Antwerpen en Groningen) in trainingskamp. „Niet naar hiet verre zuiden, want dat vind ik maar onzin", legde Pel uit. „We blijven gewoon in Breda, zoals ik het altijd heb gedaan. In die zogenaamde zonnige streken, kun je net zo goed beroerd weer treffen en is bet er schitterend dan krijgen de renners een weerslag als ze terugkomen en hiier in de kou moeten fietsen. Een trainingskamp zie ik in eerste instantie als een gelegenheid om teamgeest, kame raadschap, te kweken". Maar na tuurlijk gaat de Goubsmit-iHoff ploeg ook trainen. „We beginnen" zegt Kees Pellenaars over dat pro gramma, „met een rot nar Limburg. We overnachten in Valkenburg en u® volgende dag komen we terug. Verder zie ik het wel. Wat korte en De Goudsmit-Hoff wielerploeg voor dit seizoen. V.l.n.r. assistent-ploegleider Huub Harings, Jan van Katwijk, Wim Prinsen, Jos van Beers, Cees Rent meester, Jan Krekels, Henk Benjamins, Daan Holst, Ger Harings, Gerben Karstens, Wim Schepers, Harrie Stevens, Leo Duyndam en ploegleider Kees Pellenaars. lange ritjes door elkaar. Ik zoek alleen in de buurt nog een wieler club die zondags 23 februari een trainimgsnit houdt. Daar zou ik imet de hele ploeg wel aan mee willen doen. „Aansluitend op het Bredase oefenkamp, sta.it de ploeg 'in de Omloop van het Voilk, daarna in de ronde van Limburg en vervol gens in de eerste grote meerdaagse: Parijs-Nlice. „Wie ik daar mee naar toe neem, weet ik nog niet. Dat hangt gewoon af van de indruk die rhanigt gewoon af van de indruk die jongens op dit moment onvoldoende om daarover rau al te kunnen beslis sen". Een ding staat voor Pellenaars •echter wel vast: „Wim Prinsen doet Parijs-Niice niet. Ik wil hem hele maal voorbereiden o.p de ronde van Spanje, want het schijnt dat hij goed kan klimmen. Omdat hij net van de amateurs komt, ben ik van plan hem voorzichtig te laten begin nen. Daarom geen Parijs-Nioe en mag hij wat mij betreft in de eerste klassiekers na 100 kilometer al af stappen. Als hiij maar lekker warm gedraaid naar Spanje gaat, dat is het voornaamste. Misschien zit er wel een tweede Ceesje Haast in. Wie weet". PETER HEERKENS Kees Pellenaars en zijn „streekrenners", (v.l.n.r.) Wim Prinsen, Cees Rentmeester en Gerben Karstens. (Van onze sportredacreur) RIJEN Kees Pellenaars heeft m zijn Goudsmit-Hoff wielerploeg une ..streek renners" opgenomen: berken Karstens (Prinsenbeek) tees Rentmeester (Ovezande) en Rrinsen (Hank). Bovendien 'rok hij als chauffeur de Prinsenbe ker Jan Leys aan. Meest bekende van het trio is «nder enige twijfel Gerben Kar stens, de man ook van wie in eerste 'nstantie het grootste succes ver ijl1™ kan worden. Wat dat betreft waakt Karstens van optimisme. „Ik neb nog nooit zo'n goede, actieve Winter gehad en dat vind ik zelf «en belangrijk punt ik ben se- euzer geworden. Dat jongensachti- rl van _vr°oger is eraf". Kortom, erben Karstens voelt zich sterk, kt!! i Senoeg". zegt hij, „om een K«ssieker te kunnen winnen. In dit terseizoen reet* 'k iheer dan ooit a)I°h'eb 4 zesdaagsen gedaan tm, „tfls-Nioe begint en dat is na- ima •een enorm voordeel. Vooral, maat ik die zesdaagsen niet als auiingen opvatte, maar echt koer- ikn,.™ttel1dajn en Grenoble ben tegenaan gegaan. Alleen u dat ik last kreeg van een t, "blessure, waardoor ik dn Gre.no- moest uitvallen, maar die is h genezen. Ik voel me door «fi«aP1jte"vlfer'c van deze w'nter zo «u. dat ik gerust durf te zeggen dat ik dit jaar successen kan halen. Het is te hopen ook, na al dat gesukkel de laatste tijd. Eerst die slechte start bij Peugeot toen ik achteraf bekeken het jaar daarvoor al op mijn reserves reed en daarna een complete inzinking kreeg. Toen, vorig jaar midden in het seizoen kwam ik in bed met geelzucht. Dat waren flinke klappen, maar ik heb m'n moraal gehouden. Dat is er altijd geweest, in mijn hele carrière en het zal er ook nou weer zijn. In Parijs-Nioe ga ik me stdekun voor bereiden op de klassiekers, want daar moet ik het immers van heb ben. Ik zal me koest houden voor zover het belang van de firma dat natuurlijk toelaat. Luister, kom ik in Parijs-Nioe eens goed te zitten dan zal ik vanzelfsprekend alles ge ven. Logisch. Maar als het even kan, wil ik me gedekt houden. Niet te veel opvallen. Dat kan gunstig zijn voor de klassiekers, die zijn mijn hoofddoel. En, ik ga er een winnen. Dat geloof ik vast en zeker" Terughoudender in zijn verwach tingen is Wim Prinsen. „Ik kan alleen maar hopen dat ik miin eer ste prof-jaar goed doorkom". Wim Prinsen heeft van Kees Pellenaars een kalm programma voor de eerste maanden gekregen én hij is daar bijzonder mee ingenomen. „Het zal me zeker goed doen. Bij de ama teurs moet je in het begin van het seizoen zoveel rijden, dat je op 'n gegeven moment uitgeblust bent. Ik knapte meestal in juni af. Daarom ben ik blij dat Pellenaars me rustig laat beginnen". Van Winn Prinsen wordt wa.t verwacht in de Ronde van Spanje. Hij kan immers klim men. „Nou ja", zegt hij bescheiden, „dat gaat n'iet onaardig. Ik kan lek ker mee naar boven, maar ik ben geen specifieke klimmer. Toch denk ik dat ik bij de profs wel behoorlijk bij kan blijven. In miin amateurtijd bijvoorbeeld klom ik beter dan Joop Zoetemelk en dat geeft me vertrou wen". Vertrouwen heeft zeker ook de Zeeuw Cees Rentmeester, die na een ongelukkige start bij de profs (eerste seizoen verloren door een beenbreuk) vorig jiaar verdienstelijk debuteerde in d-e Caballero-ploeg. „Nou komt het erop aan", stelt Rentmeester voor zichzelf vast. Ver trouwen in de toekomst? „Ja, waar om niet. Ik trainde meer dan andere jaren. Ongeveer 3500 kilometer. En ik ben pas in januari begonnen. Tot die tijd werkte ik als bankwerker bij de kerncentrale die ze bij ons aan het bouwen zijn. Tja, ik wist niet of ik een merk zou krijgen. Het zag er zo beroerd uit toen Willemll en Caball-ero stopten. Wat ik gedaan zou hebben als Pellenaars me niet genomen had, weet ik niet. Mis schien toch wel doorgegaan, ja. Maar die zorg over zo'n beslissing heb ik gelukkig niet gehad". P.H. (Van onze speciale verslaggever) INZELL De Noor Ivar Eriksen, de man met de verschrikkelijk snelle 1000 meter in de benen, wordt door de meeste toprijders getipt als de favoriet voor de ISU-sprinttitel. Het is een enigszins verras sende keuze, omdat de Noren Boerjes en König dit seizoen het meeste vuurwerk lieten zien op de 500 meter en daarbij bewezen ook een snelle kilometer te kunnen rijden. Ook de Nederlandse favoriet Ard Schenk toonde tijdens de wereldkampioenschappen in Gotenburg een schitterende vorm. Maar ook Ard Schenk, net aangekomen in Inzeil, tipt Eriksen als de grote kanshebber. „Daarna komt onmiddellijk Boerjes en mezelf geef ik alleen een kans als ik op de sprint zo om en nabij de 39 sec. rijd en de anderen dan onder de 39 gaan. Zjj zijn tenslotte allemaal sterker geworden op de 1000 meter, dus daar kan ik niet teveel op terugpakken". Ard Schenk, zegt heit wat nona- chalanit. „Och, het is natuurlijk na Gotenburg erg moeilijk om je weer voor de volle 100 procent te concen treren. Ik beschouw dit kampioen schap wed erg serieus. Veel meer dan vorig jaar bijvoorbeeld. Toen stapte ik in hat vliegveld met de gedachte: ziezo, mijn twee weken vakantie zijn begonnen. Dit seizoen heb ik een heel andere instelling. Juist omdat ik in Gotenburg wat wereldrecords heb gepakt, wil ik dae serieus verdedigen en als het mogelijk is er nog een bij zien te krijgen. Nee, ik wil gewoon dit seizoen goed afmaken, en daar hoort ook Inzeil bij. Een ontspannen Ard Schenk, die op de training een ge weldige komische act opvoerde met Jan Bazen, wijst dus ook een duide lijke favorietenrol af. Volgens de andere Nederlandse rijders is hij wel degelijk een van de grote kans hebbers. Jan Bazen, die samen met Maarten Hoekstra al enige weken in Inzeil vertoeft, zegt het nog het duidelijkst: als hij eruit flapt: „Te gen Ard Schenk is in deze vorm toch niet te rijden". Voor zichzelf ziet Bazen de schaatstoekomst min der rooskleurig. Ik hoop op een plaatsje bój de laatste 15. Dat is in elk geval beter dan vorig jaar. Toen ik zestiende werd, zegt hij lakoniek. Ook Maarten Hoekstra, de Friese sprinter, die onder leiding van Leen Pfrommer zoveel vooruitgang boek te* is niet erg optimistisch. Ik was goed in vorm, maar doordat ik twee weken geleden erg ziek werd, moet ik maar zien hoe ik dit weekend rijd", zei hij bedenkelijk kijkend. De vierde sprinter Jan Bols is evenmin optimistisch. Mijn enige doel is me bij de eerste 16 te klasseren. Om te zorgen dat Neder land volgend seizoen met een opti maal aantal sprinters in de ISTJ- kampioenschappen kan verschijnen, zegt de door veel pech geplaagde Bols. De Nederlandse Ccoach Leen Pfrommer liet de Nederlandse sprintploeg, waarvan alleen Ard Schenk prestatieverlof kreeg, nog een trainingswedstrijdje rijden. Zon der zich al te veel in te spannen, klopte Jan Bazen Jan Bols op de 500 m. Bazen liet een tijd noteren van 40.8 tegen Bols 41.3. Maarten Hoekstra, die daarna te gen Ronnie Nooitgedacbt reed, liet de klokken stilstaan op 41.0 tegen Nooitgedacht 41.3. Het zijn echter tijden, die weinig zeggen omdat en de rijders zich niet helemaal gaven en de ijsomstandigheden verre van ideaal waren. De Nederlandse da- messprintploeg met Atje Keulen- Deelstra, Trijrtie Rep, Stien Kaiser, deden het onder leiding van Kees Broekman wat rustiger aan. De da mes gleden rustig hun trainings rondjes in het besef dat zij nauwe lijks tot de favorieten gerekend mo gen worden. Die favorieten zijn. naast de onverwoestbare Russin Ti- tova, vooral het 15-jarige Ameri kaanse meisje Anne Henning, die volgens haar trainer Rudolph het in zich heeft om binnen enkele jaren de absolute wereldtop te hebben be reikt. „Ik tip haar nu al als de sprintkampioene", zei ex-wereld kampioene Atje Keulen-Deelstra over het jonge Amerikaanse talent. Maar pas dit week-end zal op het snelle ijs van Inzeil uitkomen, welke prognose het dichtst bij de waarheid komt. Of om het met Ard Schenk te zeggen: „Of je op de sprint een titel haalt, hangt van zoveel kleinigheden af, dat je er van tevoren eigenlijk weinig zinnings over kunt zeggen". (Van onze speciale verslaggever) INZELL De Nederlander Jan Charisius is door de ISU als hoofd- scheidsrechter voor Inzeil aangewe zen. Het is een naam die in Inzeil nog steeds met ontzag wordt uitge sproken, want men herinnert zich Jan Charisius nog als de man die twee jaar geleden bij de Europese kampioenschappen het bevel gaf om de wedstrijden drie uur te staken omdat het ijs te zacht werd. Ook de na Gotenburg fel bekritiseerde Sven Laftman is in Inzeil weer van de partij. De 83-jarige grijsaard moet samen met de hoofdscheidsrechter Charisius en de ijsmeester waken over de toestand van het ijs. MILAAN (AP) aanse bladen zijn De Itali- het erover eens dat Juventos slechts op het nippertje de halve finales van het Jaarbeurssteden-toernooi heeft gehaald. „Na een ver schrikkelijk gevecht van 120 minuten slaagde Juventus er in zich te plaatsen", zo schreef het Turijnse dagblad La Stampa. „De wedstrijd was dramatisch tij dens de normale speeltijd speelde Juventus erg angstig en het werd door de verwoede aanvallen van Twente in de verdediging ge drongen De Italianen werden herhaaldelijk door bun tegen standers, die zeer snel speelden en twee doelpunten maakten, overdonderd..." „la de extra speeltijd was Juventus tenslotte in staat zijn klasse te laten slem, ook al om dat Twente zeer vermoeid scheen.... Het is zeker dat Ju ventus voor een zeer zware taak in Enschede heeft ge staan", aldus La Stampa. „Ju ventus heeft zich voor de halve eindstrijd geplaatst na een eer lijke, maar zeer harde wed strijd. Amastasi, die in de eerste 80 minuten zwak had gespeeld, kwam in de verlenging wakker en maakte twee prachtige doel punten", aldus het Milaanse sportblad Gazzetta dello Sport. „Twente heeft het grootste ge deelte van de wedstrijd Juven tus belegerd en verdiende de twee doelpunten die het maak te.... De Italiaanse ploeg heeft het risico van uitschakeling ge lopen", aldus het blad. Alle bla den légden de nadruk op de woede en haat welke de Neder landse toeschouwers tegenover de Italiaanse spelers hebhen ge toond. «JSjjij RONDA (ANP) De Belgische wielrenner Roger de Vlaeminck heeft donderdag de vierde etappe gewonnen van de ronde van Anda lusië. Hij legde de 120 kilometer van Jerez de la Frontera naar Ronda af in 3.40.37. Tweede werd de Spanjaard Domingo Perurena met drie seconden achterstand en derde diens landgenoot Pedro Torres, die acht seconden achter lag. Jos ven der Vleuten werd vijfde in dezelfde tijd als Torres. De Belgische we reldkampioen op de weg Jean Pier re Monseré bleef leider in het alge meen klassement. De eerste ontsnapping i-n deze (Van onze sportredactie) ROTTERDAM Feijenoord heeft gisteravond de vervroegde competi tiewedstrijd tegen MVV met 10 ge wonnen. Wim van Hanegem scoorde na 19 minuten het beslissende doel punt. korte rit over erbarmelijk slechte wegen kwam pas na 95 kilimeter bij de beklimming van de Monte Carto, De Spanjaard Pedro Torres sprong weg. Monseré, de Vlaeminck en Van der Vleuten voegden zich echter snel bij de vluchteling. Al spoedig ontstond een kopgroep van twaalf renners. De leiders hadden 25 secon de voorsprong op een tweede groep je bestaande uit zes renners, waarbij Joop Zoetemelk. Later overbrugde de Nederlander dat verschil. Het leidende peloton groeide tot zeven tien coureurs. Vergeefs poogde Ro ger de Vlaemink in de slotfase tweemaal weg te lopen. Kort voor de finish demarreerde de Belg op nieuw. Nu met succes- Algemeen klassement na vier rit ten: 1. Monseré 16.38.50, 2. Perurena op 25 seconden, 3. van der Vleuten op 60 seconden, 4. Casa (Spa) op 71 seconden, 5. Galera (Spa) op 72 sec., 6. Roger de Vlaeminck op 76 sec., 12 Zoetemelk (Ned) op 2 min 25 sec., 18 Gerrits (Ned) op 3 min 50 sec., 22 van Midden (Ned) op 5 min 12 sec., 23 Tabak (Ned) op 5 min 12 (Van onze speciale verslaggever). INZELL „Wie wordt de we reldkampioen op de sprint". Dat is de vraag, die momenteel heel Inzeil beheerst. De bewoners van het Zuid- duitse dorpje, dat zoveel kerstkaar- tenromantiek in zijn landschap doet, dragen vol vuur hun Erhard Keiler voor. De 26-jarige tandtechnicus uit München heeft immers zelf een wo ning in het sprookjesachtig door be sneeuwde bergtoppen omlijste In zeil. Erhard Keiler wimpelt lachend het chauvinisme van de dorpelingen af. „Ach, als ik reëel ben, geef ik mezelf niet meer dan een vijfde, zesde plaats. Natuurlijk hoop ik ho ger te eindigen, maar dat zal bijzon der moeilijk zijn. Er zijn immers zoveel kanshebbers. Neem alleen die Zweden Boerjes en König maar eens. Dan heb je nog de Noor Ivar Eriksen, die ik vanwe ge zijn goede 1000 m nog de meeste kansen op de ISU-sprinttitel geef. Verder heb je dan nog mannen als jullie Ard Schenk, die ik ook hoog zie eindigen. Al heeft hij na Goten borg natuurlijk geen topconcen-tratie meer. Moeratov en Thomassen zijn verder nog namen, die je niet uit kunt' vlakken", en Erhard Keiler lacht breed. Het is de lach van een outsider, die deze hoop blijft houden ondanks het niet geringe voordeel van het rijden op eigen baan. „Na tuurlijk is heit een groot voordeel om op je eigen baan te rijden. Je kent het ijs en verder kun je je ook in je eigen woning voorbereiden. Dat zijn pluspunten ten opzichte van andere deelnemers. Maar dat neemt niet weg dat ik gewoon te langzaam ben op de 1000 meter. To-t 800 m ga ik nog goed vooruit, maar daarna is het mis. Die afstand is gewoon te lang voor me. Verder heb ik nog het technische nadeel dat ik teveel op de spitsen van mijn schaatsen door de bochten glij. Dat is misschien wel gekomen omdat ik me een ho ger bewegingsritme heb aan moeten leren. Van 73 slagen op de 500 m ben ik overgeschakeld naar een rui me 95 slagen. Daardoor is iets van mijn techniek verloren gegaan". Keiler zegt het wat triest. Hij, die enkele jaren samen met de Japanner Suzuki de 500 m beheerste, sag, terwijl hij door een beenbreuk was uitgeschakeld, de concurrenten voor bij flitsen. Keiler: „Toen ik zo in het gips zat en ik hoorde steeds maar van snellere tijden door steeds snellere mensen, heb ik erover ge dacht om helemaal maar te stoppen. Vrienden hebben lang toen met me gepraat. En ik ben weer begonnen. Het ging goed. Ik heb nu weer 38,7 en 1.20.9 als persoonlijke records achter mijn naam staat. De absolute top kan ik echter niet meer bereiken. Anderen zijn veel sneller geworden. Ik wil nu alleen nog volgend jaar een laatste poging wagen om bój de Olympische Spelen in Sapporro nog een medaille te halen. Daarna stop ik onherroepe lijk". Omdat ook de allroundrijder Zimmermann, in Gotenburg nog al tijd goed voor een tiende plaats, de schaatsen voor goed in het vet zet, is Duitsland in één klap van zijn hele top beroofd. „Want er zijn voor ons geen opvolgers", zegt Erhard Keiler. „Ik voorzie het zelrs zo dat onze Duitse records de eerste vijf, zes jaar niet worden gebroken Op de sprint bijvoorbeeld zajn er wel jongens, die 40,5 rijden, maar dege nen daarvan, die een goede techniek hebben, zijn physiek niet sterk ge noeg om ooit hoger te komen en degenen, die lichamelijk wel sterk genoeg zijn, zijn weer technisch be neden de maat. Deze situatie ia trouwens wel logisch ook. Omdat we in heel Duitsland maar één kunstijs baan hebben. Pas als de geplande kunstijsbanen in Berlijn en München klaar zijn, kan Duitsland aan een nieuwe generatie van schaatsenrijders beginnen te bou wen. Dan hebben we tenminste weer een heel arsenaal van jeugdrij- ders, waaruit we kunnen kiezen. Tenslotte, uit 1000 aardige schaat- senrijdertjes houd je er maar 10 over en misschien is er maar één daarvan van wereldklasse". Erhard Keller was die ene die het predikaat wereldklasse verdiende. Hij wil dat dolgraag op zijn eigen baan voor zijn eigen publiek nog eens bewij zen. Wat al te nadrukkelijk beweert hij dat de weg naar het erepodium voor hem is afgesloten. Pas bij na dere bestudering van zijnconcurren- ten geeft hij toe dat er ook voor hem kansen zijn. Misschien, herhaalt hij veelbetekenend.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 17