Zaterdagbij lage van 6 februari 1971 Enquete van „Muziek Express' wees het uit Boudewijn de Groot is ondanks twee jaar niets doen nog steeds een van de populairste Nederlandse zangers. Maar voor hem hoeft het niet meer ES® cSMMI .vrij. uit door WIM WENNEKES D e telefoniste- receptioniste van platen maatschappij Phonogram's programmaburo in Hil versum vraagt verwon derd: „Komt U voor Bou dewijn de Groot? Dat lijkt me sterk. Hij is er niet. Volgens mij zit-ie in Amsterdam. Thuis of zo. Heeft U een afspraak ge maakt? Ja? Voor twee uur vanmiddag? Daar snap ik niks van. Bo heeft een keu rige Phonogram-agenda, warin hij netjes al zijn af spraken noteert. Ik kan me niet voorstellen, dat hij U is vergeten. Moment. Ik klim even in de telefoon. Gaat U intussen hier maar even zitten, dan zullen we zorgen voor een lekker kopje thee". Boudewijn blijkt inderdaad thuis te zitten. Heeft de week tevoren een hele middag op de heren zitten wachten en toen is er niemand komen opdagen, verdomme. De te lefoniste gooit het op een communicatie-stoornis en zegt: „Kom nou maar. Ik hou de heren hier wel even bezig". Dik drie kwartier wachten. Bij telefoniste Christine meldt zich in die tijd half zingend en spelend Neder land. De resterende helft wordt door haar bazen aan gevraagd. Seth Gaaikema, Conny Vink, de Jacksons, etc Alleen met Gerard Cox wil maar geen telefonisch con tact tot stand komen Nul-nul-acht wordt om dui delijkheid gevraagd: „Juf frouw, de heer Cox, cee-oo- iks, in Rotterdam doet tahie- wauwau. Heeft-ie zijn reke ning niet betaald of zo? Kunt dat even uitzoeken en te rug bellen?" Gerard Cox blijkt midden in een verhuizing te zitten. Hoe dan ook. Boudewijn komt op dagen. Glimlacht verlegen en zegt: „Kom, we gaan bo ven zitten. Sorry hoor, dat net zo lullig gegaan is, maar K had begrepen dat jullie onge week al gekomen zou- aa&K-is eigeniijk de P® uitlegDe lezers van het grootste Nederlandse tiener- Wad, Muziek Expres, heb- en hem, Boudewijn de Groot, gekozen tot nummer hw1" rijtje van popu- p'ïe Nederlandse zangers. dat', terwijl het bijna 2 whl ®ele£en is dat Boude- ,'i Groot op muzikaal geoierf iets opvallends deed. egenwoordig is hij keurig in loondienst van platenmaat- dw Prv honogram als Pr°- Pnnm u'®- hüge PIaats °P de KllaritftsIijst moet hem •lebben?2 ndnst verw°nderd Boudewijn: „Verrek, zeg. vanmirfa dat ik dat pas sinds van-mo .Weet? Een vrietld derd^ N81 J' Maar verwon- Sen ne' dat kan is niet of koud W0rd er niet warm ik UM. Van- Ik gel00f. dat rSfajs.'*" Boudewijn de Groot: „Ja, herinner'' misschler> zijn de moet ?"?gen nog sterk- Je een vergeten, dat bij groen grote nog steeds nl tndSe j°ngeren kalt i »Van mij aan a staan. En ik neem en Ld dle gr°eP mij zo af n.„M ,n°g eens onder de ï'f °at is vrij logisch, ik. D r is ook veel FOTO WIL NILWIK vraag naar een nieuwe lang speelplaat van me. Ik weet niet hoe het komt, maar de vertegenwoordigers van de maatschappij hebben al meer dan eens van platenhandela- ren te horen gekregen, dat er voor een nieuwe LP veel be langstelling bestaat. Zoiets als „Voor de overlevenden", de succesvolste plaat die ik ge maakt heb. D'r zijn al plan nen. Waarschijnlijk ga ik weer iets doen met Léhnaert Nijgh. Maar optreden? Nee, dat zie ik niet meer." Waarom eigenlijk niet? Boudewijn: „Ik heb het zo best naar mijn zin. Het werd gewoon shit. In je eentje met je gitaar onder je arm via al lerlei modderige paadjes naar dorpjes rijden waar je nog nooit van gehoord hebt. Dat interesseert me niet meer. Verschrikkelijk was die peri ode. Op het laatst kreeg ik er gewoon obsessies van. Mid den in de nacht schreeuwend wakker worden. Die toer, weet je wel. Dat is niet vol te houden. Zingen in stoffige, soffige keldertjes. Ik moet er niet meer aan denken. Daar kwam nog bij, dat ik in die tijd nogal wat rottigheid heb gehad in de privé-sfeer. Ik zag het niet meer. En dan op een gegeven moment kom je zo ver, dat je denktdat ze allemaal maar dood vallen. Ik kap ermee. Dat heb ik toen gedaan. Ik ben naar Drente gegaan. Op een boerderij. Niks doen. Nadenken. Met het geld dat ik nog over had, heb ik m'n belasting betaald. Op die manier heb ik gewoon een einde gemaakt aan een periode". Een periode waar over hij maar liever niet praat „Ja. Nou nee. Ach, weet je. Wat heeft het voor zin Voor mij betekent die tijd niets meer. Ik heb me er van los gemaakt. Maar ergens blijft het je toch achtervolgen. In gesprekken met journalisten bijvoorbeeld. Zoals nu. Of als ze je weer eens nawijzen op straat en om een handteke ning vragen. Ik doe het. Ik praat erover, omdat er naar gevraagd wordt. Maar het is echt niet zo, dat ik na zo'n gesprek 's avonds niet in slaap kan komen. Het is net wat ik zeg het doet me niks meer. Ik heb geen zoete herinneringen. Ook geen uit gesproken slechte. Het is voorbij. Af. Uit. Amen". Hoe vult hij nu zijn dagen? Boudewijn de Groot„Wat ik doe Tja, werken of zo. (lacht). Ik ben dus producer bij Phonogram. Dat houdt in het organiseren, voorbereiden van platenopnamen. Erg tijd rovend werk. Je moet nu zelf achter het talent aan. Audi ties bijwonen en zo". Dat is een hele omschake- lin Boudewijn „Nou nee, dat valt wel mee. Toen ik nog aan de lopende band platen maakte, begon het produce ren van een plaat steeds meer m'n aandacht te krijgen. Een beetje rommelen met de knoppen. Nou ja, rommelen. Het is wel meer eigenlijk. (Op hoge, dramatische toon, ironisch lachend). Ik ben producer en dat is in zoverre een vak, dat het voor een groot deel op ervaring aan komt. Ervaring. Ervaring. Er- vaaaaaring. Ha, ha, ha". Je hebt als producer niet alleen de taak te zorgen voor pop-produkties. Je hebt ook al een carnavals plaat opgenomen. Dat is in sommige kringen met hoonge lach ontvangen. Er werd ge zegd en geschreven: Nou, nou, die Boudewijn heeft ook met zich laten sollen. Die laat zich nu voor' alles en nog wat ge bruiken bij een super-kapita listisch bedrijf als een platen firma. Boudewijn: (Langzaam maar zèèr verontwaardigd)' "Baaaaaah. Wat idioot, zeg Wat een larie. Wat een onzin. Dat is lullig, weet je dat? Dal is lullig... Waar heeft dat nou wat mee te maken. Ja, ik maak carnavalsmuziek. Nou en? Ik ben producer uit eigen vrije wil. Ik heb gevraagd om ,Het is voorbi i af uit amen' bij Phono'gram in dienst te mogen komen en dan weet je dat je van alles te wachten staat. Ook carnavalsmuziek Maar wat geeft dat? Het gaa' er toch maar om, dat je een nummer op de plaat zet. (Weer ironisch). Dat je een artiest opzweept tot grote prestaties. Elke muzieksoort vraagt om andere technieken En dat is het enige waar ik wat mee te maken heb. Voor de rest zal het een grote rot- zorg zijn wat 'ze' zeggen. Als het aan 'ze' ligt, doe je he1 toch nooit goed. Maar met 'ze heb ik nou toevallig eens he lemaal niets te maken. Ik dos wat ik wil. Net zo goed als IK op een gegeven moment be sloot dat ik met optreden moest stoppen, zo neem IK nu nog de besluiten, die me zelf aangaan. Mag ik alsje blieft?" Tijd om nog wat meer foto's te ^chieten. Tijdens het ge sprek is de fotograaf al druk bezig geweest vanuit allerlei hoeken (Wanneer de fotograat op een kwaad moment al doende bij de verslaggever op schoot dreigt neer te val len laat Boudewijn weten: "Hoei, leuk zeg. Ga gerust je gang. Ik mag dat graag zien.") Een verzoek: Boudewijn ach ter zijn buro. En dan knip, ik heb je: Boudewijn: "Achter m'n buro. Hè, nee. Moet dat nou? Je hebt zo toch wel ge noeg. Het idee. Achter m'n buro op de foto. Nee, sorry hoor, maar dat zie ik niet. Maar als het per se moet Nee, vergeet het maar. Dat is niks".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 25