Wedden dat ik tien geidovervallen in de week kan plegen? zaterdagbijlage van de stem/6 februari 1971 hans veldhuis Flauwe kul Interesse Nazi's Kruisj es Bouwsteentjes bert bakker OUD-FOLITIEMAN A. VAN LIESHOUT: Per toeval N Psnnx 5r:;a K O amiliewapen steeds populairder door Bent u ook al de trotse be zitter van een lamiliewa- Pen? Voor uw briefpapier bv. Of bent u er nog ijverig naar op zoek in oude, stof fige en vergeelde archie ven in de hoop u te kun nen scharen onder de ge lukkigen, die hierdoor me nen meer aanzien te heb ben gekregen? Zo'n klein schildje met een bepaalde Vorstelling, waaruit dan moet blijken uit wat voor oud en groots geslacht u komt? 5?n bent u een van de velen, "momenteel voeren al Nederlanders een j J1® en ziet het ernaar uit 71,11 er n°S ve'e duizenden driftn Vólgen. Ook al hebben navorsingen geen re- ei,,,a? bij gebrek aan een ls een nieuw wapen snel ontworpen. Niemand die u d=t °,udt en geen wet die WA.yerbiedt. Sterker nog: er ht zelfs geleurd met fa- «uuewi lijk vertoon. Een grapje. Een luxe, zoals vroeger een tv, auto of caravan werd ge zien. En van de mensen, die het alleen daarom doen, is het feitelijk één grote non sens. Maar laten we eerlijk zijn: iedereen vindt het prachtig belangrijke figuren tot zijn voorouders te mogen rekenen en dan komt de ver dere interesse voor de ge nealogie, de kennis van de geslachten (met name dus van de eigen familie) van zelf." Woorden van de heer J. T. van der Ham (52), ijve rig staflid ,,ik houd niet van een functie" van de 2500 leden tellende Neder landse Genealogische Ver eniging. °nbenulli filiew, „Het 'ge stencils: het fa- 'apen is 'in'. 's een duidelijk uiter In de vroegere burgemees terswoning (later weeshuis) binnen de vestingwallen van Naarden, waar de straks 25 jaar bestaande vereniging sinds enige tijd haar domici lie heeft, zegt v.d. Ham, ter wijl de stambomen van al of niet beroemde families van alle kanten op mij neerkij ken en knipsels, leggers, na men en nog eens namen, een grote hoeveelheid boeken (zelfs telefoonboeken uit bin nen- en buitenland, die ook informatie kunnen geven) en bidprentjes van de grote ijver van de zoekende 'ge nealogen' verhalen: „Som mige leden spenderen er al hun vrije tijd aan. Door avond aan avond in de boe ken te zitten, of in Rijks-, ge rechtelijke of notariële ar chieven te duiken. In de hoop op 'n zoveelste aanknopings punt. En als het niet lukt: met z'n 2500-en weten we wel weer meer." En dan is er de mogelijkheid zich een wapen te laten aan meten. De vereniging pleit dan wel voor het opnemen van een symboliek, iets ei gens van de naam, in het wa pen, waarbij men dan kan kiezen uit stijlen als de Griekse, Romaanse, Romein se, Gotische, Renaissance, Venetiaanse, Toskaanse of de tournooi-schildstijl. Maar er zijn ook mensen, die zo maar iets (laten) fabriceren. De gang naar een tekenaar is eenvoudig. En tenslotte kan men ook nog naar een van de vele bureautjes gaan, die adverteren voor zo'n 5 uw wapen te zoeken. ,,Maar dat is gewoon flauwe kul. Want er zijn legio oude wapens bekend voor één fa milie. En dat kunnen best mensen zijn, die van eikaars bestaan niet weten, sterker nog, in de verte geen familie in strikte zin zijn. Als ik uw stamboom zou moeten uitzoe ken, zou dat maanden du ren," zegt v.d. Ham. De vereniging zelf doet even wel niets. Alle leden doen hun onderzoeken zelf. De vereniging helpt ze alleen bij het zoeken naar bronnen. In de archieven moeten ze zelf duiken. En als ze dan antwoord op hun vraag over afkomst hebben, dan volgt daaruit weer de interesse naar de levensomstandighe den. Heraldiek (wapenleer) en genealogie gaan daarom hand in hand. In vroeger dagen, in of ei genlijk nog voor de middel eeuwen, had het wapen nut. Het was een onderscheiding, een herkenningsteken bij de riddertournooien. Dat is over gegaan toen de gewoonte kwam allerlei actes op te stellen of brieven met als on dertekening een zegel. De gegoede of adellijke families lieten daarvoor een wapen ontwerpen, voorzover ze die nog niet hadden. Direct ge volgd door de oude patri ciërs, die tegen de adel aan hingen. Pas in de 19e eeuw ging het gebruik verloren. De belangstelling voor de voorouders ontstond weer in het begin van deze eeuw. Het Koninklijk Genootschap voor Genealogie en Wapen kunde buiten beschouwing la tend. Dit genootschap bestaat weliswaar al 80 jaar maar is een besloten vereniging voor de „betere klasse" met plus minus 900 geselecteerde le den. De gewone man kreeg die belangstelling voor de voorouders eigenlijk onder invloed van de Nazi's. Deze stichtten in Nederland het Verbond voor Sibbekunde, nauw verband houdend met de „Blut und Boden"-theo- rie. Doel was de Germaanse afkomst te bewijzen. Maar het grootste deel van de 4000 leden bleek na de oorlog 'goed' te zijn. En toen bleek dat door de wekelijkse radiopraatjes van dit ver bond een grote belangstelling voor de genealogie was ge wekt, heeft v.d. Ham zelf geen lid van het verbond met enkele anderen de ver eniging opgericht. Maar groei zat er aanvanke lijk nauwelijks in. Vooral de eerste jaren stuitte menige onderzoeker op reacties die met de gehate bloed en bo dem-theorie verband hielden de Sibbegedachte zat er nog diep in. De genealogie had nog een verkeerde klank. Pas later kwam de in teresse weer boven en mis schien dat de hang naar het oude, de antiekrage zelfs wel meespeelde. De vereniging, die in april haar 25-jarig bestaan viert met een grootse tentoonstel ling im Utrecht, heeft mo menteel afdelingen door vrij wel heel Nederland. Ze zijn te vinden in Amsterdam, Haar lem, Alkmaar, Den Helder, Hilversum, Utrecht, Arnhem, Groningen, Winschoten, Den Haag, Rotterdam, Zeeland, Breda, Den Bosch, Eindho ven en Nijmegen. Friesland en Limburg ontbreken, om dat hier reeds een historisch genootschap bestaat met een onderafdeling genealogie, hoewel ook daar talrijke le den van de vereniging wo nen. Van der Ham: „Feitelijk is het wel logisch, die belang stelling voor onze voorou ders. Per slot van rekening vertelden onze ouders of grootouders ons ook van al- les. Maar niemand schreef dat op en het wordt snel ver geten. Daarom is het leuk om op deze manier weer iets terug te kunnen vinden." Zejf kon hij tot zijn spijt geen familiewapen ontdek ken. „Ik heb er toen maar een ontworpen. De v.d. Hams waren eenvoudige mensen, die niet konden schrijven en kruisjes moesten zetten die gedachte heb ik daarom ook verwerkt in mijn wapen (het resultaat toont inder daad een wapenschild met erin verwerkt kruisidee - H. V.). Het is echter jammer dat er nog zoveel onzinnige wa pens worden ontworpen, die nergens op slaan." Toch schat v.d. Ham dat aantal niet groot: van de 80.000 wapendragers hebben er 70.000 hun eigen wapen, ouder dan de 18e eeuw terug gevonden. Onder die tiendui zend zijn er dan die er 'n naar zijn mening onjuist wapen op na houden. Steeds komt hij terug op de symboliek in het wapen, hoewel dat dikwijls moeilijk te herkennen is voor een buitenstaander. Maar vast staat wel dat ook de voorouders met hun wapen iets wilden uitdrukken ,En dat moeten wij niet om zeep gaan helpen En steeds ook hamert v.d. Ham op het vin den van de wapenvoerder „Pas als je die weet is na te gaan of een wapen bij de familietak behoort." Jongste activiteit van de ver eniging: een groots onder zoek naar de familie van (Van) Brederode, Bredero of Brero. Ook Breed, Langen- dijk en Glas behoren hiertoe. Enkele leden van de vereni ging hebben dit soort onder zoekingen als hobby en heb ben besloten nu verder te werken aan de verzameling van de benodigde gegevens om een zo compleet mogelij ke genealogie van alle niet- adellijke Brer)°r»r|pc op pa pier te krijgen. En daarbij doet de vereniging een be roep op iedereen om oude afstammingsgegevens. En de vereniging kan feite lijk van alles gebruiken, ook als het niet de Brederodes betreft. Bouwsteentjes noemt v.d. Ham dat. En hij bedoelt daarmee naast de ge wone archieven bijv. ook de familieberichten in de kran ten over geboorten, huwelijk en overlijden. De vereniging knipt ze uit en bewaart ze. Misschien ook van u. Miljoe nen zijn er al op de donkere zolders opgeslagen. Voor het geval van een ontbrekende schakel. Maar ook de bid prentjes dienen hiervoor. Ook hiervan zijn er zeer vele in zware ladenkasten opge borgen en komen er nog da gelijks bij. Want van veel kanten komen er zendingen binnen. Uit na latenschappen, van gemeen te. van uitgeverijen, van geestelijken. Grote wens is ook de uitkomst van de aan staande volkstelling, „Van de resultaten van de vorige plukken we zelfs nu nog de ruchten," zegt van der Ham, „maar ditmaal zullen we wel achter het net vissen. De re sultaten zullen geheim zijn, hoewel ik uiteraard blijf ho pen." Maar die hoop zal wel ijdel blijken. Hoor De heer Van Lieshout met zijn verzameling van (gedeeltelijk) valse bankbiljetten Mensen die met veel geld omgaan kennen de listen en lagen niet. 'Ik heb alle geluk gehad, dat een mens beschoren kan zijn. Ook in mijn car rière bij de politie. Na een jaar al was ik uit het uni form. Ja, niet dat ik daar iets op wil afdingen, hoor. De man in uniform heeft het dikwijls veel moeilijker terwijl de rechercheur meestal pas komt als de kruitdamp is opgetrokken. Na de oorlog kwam ik bij de centrale recherche. Dan ga je die politie pas eigen lijk proeven, hè. De zoge naamde vrije ploeg was dat. In die tijd bestond de recherche in Rotterdam uit een aantal grootmees ters. En als je daar kwam, dan bleef je'. Antonius Johannes Jozefus van Lieshout, nu 56 jaar, bleef dertig jaar bij de poli tie. Tot hij twee jaar terug besloot 'het bureau' te ver wisselen voor het Raadge vend Bureau A.J.J. van Lieshout, gevestigd in 't Rot terdamse Kralingen. Ik was ervan overtuigd te kunnen gaan. werken in de precriminaliteit. Dus als 't feit nog niet is gepleegd. De zaak, waar de veiligheids voorschriften met voeten wor den getreden. En verschrik kelijk veel doen aan de men selijke begeleiding, waaraan je bij de politie nauwelijks toe komt." Zijn voornaamste troef bij de aanvang der pri- vé-werkzaamheden was een uitgebreide bestudering in binnen- en buitenland van de beveiliging van geld. In ban ken en tijdens transporten. Van Lieshout bood zijn dien sten aan bij een vijftigtal met geld werkende instellingen. Maar dat werd een desillusie. Het antwoord was "nul", on geacht de zich bijna in rijen I van vier opstellende bankro- I vers en aanverwanten gedu- I rende de afgelopen jaren. I Van Lieshout: "Ik heb jaren I te maken gehad met het be- I grip veiligheid. Het is typisch t dat het zo slecht begrepen I wordt. Het is toch komisch, tragi-komisch dat de goege- meente zelfs de gratis gege ven tips van de politie niet uitvoert. Volgens mij gemak zucht. Want wat bij een ander gebeurt, dat overkomt mij toch niét? En dat terwijl het met betrekkelijk weinig kos ten allemaal tientallen keren veiliger zou kunnen." Hij schets de situatie nu: Ik pak er drie op een dag als het o® dcJ" co ffl.® is N S CC c -O <D ®- (O CO <1) O 92 iSl c -hls niet de beste. En ik wil in mijn werk primair helpen, maar ik moet er helaas voor worden betaald." Particuliere recherchebureaus staan niet altijd zo denderend aangeschreven. Van L."Ik weet het. Uit er varing. De politie heeft er vaak een wat nare smaak in de mond van. Ik weet nu dat dat beeld niet helemaal juist is. Wei is het mij een raad sel dat iemand, die in groene kool wil gaan doen drie ver gunningen nodig heeft en dat wie een recherchebureau wil beginnen helemaal zonder kan. Ik zou ervoor zijn wan neer het vak gebonden werd aan een erkenning. Ik wil mijn werk wel voor de zwij nen gooien en ik heb nog al tijd een warm onthaal bij mijn ex-coUega's." Van Lieshout - in Tilburg ge boren - kwam eigenlijk per toeval bij de politie terecht. Hij had een opleiding voor bouwkundig tekenaar, maar kon daarmee in de crisistijd nergens terecht. Omdat hij verkering had in een gezin met nog drie meisjes, die al met een politieman waren ge trouwd, wilde hij dat wel eens proberen. Hij vertelt: "Ik kwam op de modelpolitievakschool in Hil versum, die toen onder lei ding stond van 'n mr, Frima. Een indrukwekkende man. En één der eersten die de corrigerende taak van de po litie primair stelde. Moet je je voorstellen, in 1937, toen de periode dat je bij de politie kwam als je hard kon slaan e<n grote handen had, -nog maar een paar jaar terug lag." "Ik heb van alles gedaan. Vals geld, verdovende midde len. Maar altijd een zaak be handeld alsof hij van mijzelf was. Je moet kunnen waarne men. Een filmisch geheugen hebben. Rechtlijnig logisch denken en toch zoveel fanta sie hebben dat je kunt denken zoals die inbreker, Ik heb ook verschrikkelijk graag alleen gewerkt." Die individualiteit zit ook ach ter het bureau van Lieshout f Van L."Jawel. Ik wilde me zelf bewijzen, misschien. Kan niet - dat, komt niet in mijn woordenboek voor. Ik kan 'n zaak niét altijd oplossen, maar als ik klaar ben, kan ik wel zeggen: er zijn geen vragen meer. Nee, een won derdoener ben je niet. Eri hiermee kun je meer voor kómen, je zit er vaak dich terbij. Mijn credo is, en daar start ik van: die z'n recht zoekt, doet iemand onrecht." hij iedere week in zijn loon zakje trof." Voor 'n geldtransport wordt te weinig gebruik gemaakt van de mensen, die er wel zijn. Een grote moeilijkheid is de beveiliging van kleine kantoren, dat is bekend. Ik zou het helemaal niet zo gek vinden als bij die kleine bank jes repetities werden gedaan. Een overval is toch een soort toneelstuk? Waar men het ook altijd moeilijk mee heeft is de controle van de eigen mensen. Waarom? De groot ste sufferd moet doorhebben dat die controle in handen van deskundigen komt te lig gen. En niet controleren om te pakken, maar om te bege leiden." Dat het niet zo vlot met de geldbescherming in van Lies- houts bureau wil overigens niet zeggen, dat er werk te weinig is. Zijn zoon van 26 is ook in de zaak. Het leeu- wedeel van de werkzaamhe den gaat op aan lezingen ("Deed ik vroeger bij de po litie ook. Je leert er ontzet tend veel van, vooral van de vragen"), de opleiding van bedrijfsrecherches, werk voor en het 'checken' van perso nen, bijvoorbeeld bij sollici taties naar veeleisende func ties. Over dit laatste: "In te genstelling tot velen ben ik van mening, dat zo'n man of vrouw dan ook mag weten, dat het gebeurt. Dat zeg ik er altijd uitdrukkelijk bij. Iets anders is het natuurlijk bij bedrijfsspionage of oneer lijke concurrentie." Echtscheidingen Van L."Nee, niet. Hooguit als ik er wat in zie. Ja, ik be doel als je met iemand kan gaan praten. Dat je kan zeg gen: man, wat ben je nou aan het ondernemen? Is het bij benadering waard wat je doet? Maar financieel zijn ze moet. Ik wil met iedereen wedden, dat ik tien overval len in de week pleeg en dat niemand me ooit pakt." Wie zegt of u dat niet allang doet Van L.: "Haha. 't Bewijs zou zijn dat het er nog geen tien per week zijn. Maar het is toch een fluitje van een cent? Nog steeds brengen honder den mensen hun dagopbreng sten in een safe bij een bank. Evenzovele kansen. En als we er één grijpen, dan is het een gelukstreffer. Wanneer die jongens het geld even goed uitgeven als ze het jat ten, dan losten we nog geen vijf percent op." "Er zijn artiesten bij, die een ridderorde willen hebben om dat ze het hebben gedaan. Ze kunnen er hun mond niet over houden. Geen mens, die een misdaad van dit soort doet als hij denkt: lk ga voo' de bijl. Je ziet het wel eens bij recidive, dan nekt de on zorgvuldige afwerking ze. Je hebt knakkers, die dan goe der gewoonte wel handschoe nen aantrekken, maar niet in de gaten hebben dat die stuk zijn." Hij heeft met genoegen gecon stateerd, dat althans de verze. keringsmaatschappijen iets heb ben gedaan, dat de betrokke nen kan wakkerschitdden en aanmanen tot meer preventie maatregelen. Het eigen risico is verhoogd naar 20.000 gulden. Van L.:"Je moet werken met de kennis van de figuren, die dit soort dingen doen. Want wil het lukken, dan is de grote voorbereiding nodig. Het is een specifiek misdrijf. En de kracht ligt dan niet in het al of niet gewapend zijn van de verdedigende partij. Bij 'n goeie, geordende over val met stenguns en al heb je geen schijn van kans. Dan vallen er dooien en dat is, ge loof ik, het hele geld niet waard." Wat dan? Van L."Het gaat om de aanwezigheid van mensen, die de mogelijkheden van die misdadiger, om dat woord maar te gebruiken, kennen. Als je met zo'n geldauto weg rijdt, dan zitten er vier wie len onder met banden en dan moet je je realiseren dat er lieden zijn die zo'n band kun nen doorsteken. Ik heb tien tallen transporten geobser veerd. En geeneen dat goed was." "Een voorbeeld. Een auto met drie man erin, die een koffer met geld gingen halen. Dan moet je dat eens goed bekijken. Alles gaat keurig, tot ze weer terug zijn bij hun firma en wat doen ze dan? De man met de koffer gaat vooruit terwijl de anderen 'n plaatsje zoeken voor de auto. Mijnheer, ik had die koffer daar en op dat moment ge pakt." En de mensen, die nu veelal met geld omgaan Van L."Die zijn niet op de hoogte met de listen en la gen. Als regel zijn ze te oud. En geld zegt ze niets meer. Als ik nou zo'n kassier neem. Dertig jaar lang heeft die in een beschutte sfeer gezeten. Met miljoenen omgegaan. Voor die man is dat geen geld meer, maar materie. Ik heb 's in een drukkerij staan kijken. Per vel van 44 kwamen de duizendjes uit de machine. De man, die er bij stond, bekeek die vellen en als hij ze dan niet mooi ge noeg vond, dan verfrommelde hij ze en gooide ze in een bak. Zijn geld, dat was wat

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 19