Cocco leert de
huisvrouw
striptease
Oaybau
PARIS
DOELEINDEN HOGER ONDERWIJS OP DE HELLING
INFLATIE-
BRUIDEN
Zo mooi als
de maan
BENDER
c'est
Utrechter lag
maand
dood in huis
vrouw
mode
Teruggetrokken
Maand vooruit
In de sfeer
Trombosegev aar bij
pilgebruiksters
met bloedgroep a
DOET 'T OOK
ALS ER NIEMAND
OP SPEELT.
Vragen in raad
Toets
Urgente taken
AMSTERDAM. De 31-jarige Amsterdamse strip tease-danseres
Cocco de Maruu wordt dooi haar collega's uit het nachtleven uit
gelachen. Ze heeft het namelijk in haar nogal eigenzinnige hoofd
gekregen om stripteaseles te gaan geven voor huisvrouwen. In na
volging van voorbeelden in Engeland en Duitsland toont Cocco nu
haar geoefende benen en draaiende heupen aan vrouwen, die wel
eens iets anders willen dan de vaat. Voor vxijf gulden per uur pro
beert Cocco via haar stripuurtjes op de zaterdagmiddag het huwe
lijksleven in ons land erotisch aantrekkelijker te maken
Borsten, die tot nu toe slechts
werden getoond in de warme be
slotenheid van de slaapkamer, ver
liezen hun verpakking vlot in de
rood verlichte, piepkleine studio
van La Locanda op het Rem-
brandtplein. Ja, dat is weer eens
wat anders dan de zwabber uit
slaan op het balcon van je flat in
het burgermansbuurtje. Toen Coc
co na haar eerste prille initiatieven
werd geïnterviewd door de VARA-
studio barstten de aanvragen los.
Striptease voor huisvrouwen. Dat
was sensatie.
Cocoo werd bestormd met aan
vragen uit het gehele land. Eigen
lijk waren er maar weinig Amster
damsen bij. Mannen, die infor
meerden bij Coeco naar lesgeld,
tijden etc. en haar het liefst onder
vier ogen nog even zouden spre
ken, wimpelde ze resoluut af. „Ik
ben ontzettend moeilijk", moet je
weten, weerlegt ze, „onbereikbaar
en artistiek. Een echte steenbok
hè". Cocco danst met haar 1.78 m.
nu al twee jaar in de Moulin
Rouge aan het Amsterdamse Thor-
beckeplein. Daarvoor trad ze in tal
van exotische landen op als „strip
vedette". „En vedette word je pas
door de publiciteit", constateerde
ze. Gocco is een Friezin. Ze werd
in Leeuwarden geboren en kreeg
de namen Geeske Kop. Haar moe
der was een verwoed volksdanse
res; haar vader speelde in een van
Nederlands eerste Dixieland-bands.
Cocco is gescheiden. Ze heeft uit
haar huwelijk een zoontje overge
houden. „Als ik ooit een dochter
krijg, heb ik liever dat ze niets
met artiesten van doen krijgt. Je
hebt er geen idee van hoeveel
jaloezie er onderling is".
Terwijl Cocco rustig doorgaat
met aanwijzingen aan twee „be
roeps" vertelt ze, dat publiciteit
haar zo nerveus maakt. „Ik ben
een erg teruggetrokken mens,
want ik geloof er zelf zo in, zie je.
Op dit gebied ben ik absoluut de
enigste". Het aantal huisvrouwelij-
ke leerlingen, dat de eerste keer
haar lessen volgde, bedroeg tien.
Dit vermeerdert echter met de
dag. Cocco is van mening, dat er
minstens zes of zeven lessen nodig
zijn, voordat de huisvrouw het
strippen een beetje in haar lede
maten heeft. „De cursisten varië
ren in leeftijd van 22 tot 37 jaar,
maar schrijf alstjeblieft in je
krant, dat ik dolgraag oudere da
mes zou opleiden, die voor mijn
part een hangstuk hebben of slap
pe borsten. Juist die vrouwen
moeten hun echtgenoot ondanks
hun gebreken, proberen te behagen
en bij hun accentueer ik dan ook
vooral de sterke kanten. De een
heeft mooie ogen, de ander een
mooie rug. Die moet je dan zoveel
mogelijk laten zien. Er bestaat niet
één ideaal figuur; het is alleen de
kunst de zwakke punten te ver
doezelen. Heel belangrijk is de lin
gerie. Je kunt nog zo'n pikante
striptease geven, maar als je een
witte katoenen broek-met elastiek
aan hebt, is het effect nihil. Ik
raad mijn cursisten allemaal aan
leuke lingerie op te duiken in de
Lange Niezel (steegje in de „war
me buurt" red). Er is daar een
beeldig zaakje met slips en be-
haatjes te kust en te keur
Welk type vrouw volgt Cocco's
striptease-cursus. Zijn dat nu
schoolvoorbeelden van de Neder
landse huisvrouw?
Nee, dat gelooft Cocco ook niet
zo een twee, drie. Ze veronder
stelt, dat de meesten het toch wel
voor verloofde of echtgenoot wil
len leren, maar ontkent niet, dat
een aantal van hen zich ook inzet,
om in besloten sex-clubs een „goe
de, sexy indruk te maken".
Cocco's zaak is dit echter niet,
vindt ze. Ze leert die dames spier-
oefeningen, hup, hup, hup, heup
kronkelingen, huppe, huppe, huppe
en wulpse bewegingen, huppelde
pup. Het liefst heeft ze, dat er een
maand vooruit wordt betaald. „Dan
ben je tenminste zeker van je
zaak", redeneert ze zakelijk. Wat
verstaat Cocco met haar elf jaar
buitenlandse ervaring eigenlijk on
der striptease?
„Veel nachtclubbezoekei-s den
ken misschien, dat een striptease-
danseres voor geld gemakkelijk te
versieren is, maar dan zijn het de
goede niet. Ben je geslaagd als
danseres dan verdien je genoeg. Je
komt natuurlijk wel eens een man
tegen, waarvan je zegt; ja. Dat is
m'n tiep. Hij moet er natuurlijk
wel aantrekkelijk uitzien, maar
een behoorlijke discussie stel ik
toch voorop".
Ziet Cocco in de toekomst ook
striptease voor de man? „O nee, een
man hoeft nou eenmaa niet koket
uit zijn broek te stappen".
den? „Neenee. Ik heb een gezicht,
dat iedereen afschrikt". Speels
verdraait ze haar hoofd in de rich
ting van een nogal serieuze, baar
dige verslaggever. Afgeschrikt?
Vergeet het maar!
eindredactie
mnelies van den tol
Nee, herhalen we, wat versta je
onder het woord striptease?
„Ja, gewoon. Het een na het
ander uitdoen. In de volksmond
heet dat geloof ik kleren uittrek
ken op de maat van de muziek".
En over haar „studio" in oogver
blindend rose-rood licht; „Het lijkt
hier wel een bordeeltje hè. Maar
dat heb ik alleen gedaan, omdat de
vrouwen zich direct in de sfeer
thuisvoelen. Ze hoeven hier niet
opgemaakt binnen te komen, want
met dit licht is iedereen mooi". En
intussen knippen de fotografen
Cocco in verleidelijke houdingen.
Niet naakt. Nee, gewoon met dat
sexy, vooruitgestoken mondje. Met
dat verleidelijke schouderrukje,
met dat ene knoopje los. Te verlei-
LONDEN (A.P.) Vrouwen met
bloedgroep „A" die orale contra
ceptieven innemen lopen meer risi
co op het krijgen van trombose dan
zij die bloedgroep „o" hebben, zo
heeft een Engels medisch research
team gemeld.
Zij verklaarden, dat mensen in
de „a" groep gemiddeld meer „an-
ti-baemophilisch globuline" in hun
bloed hebben dan mensen in de „o"
groep en daarom meer blootstaan
aan het gevaar voor klontervorming
in het bloed.
Tot nu toe zijn er in Engeland 186
jo-nge vrouwen in Engeland aan
trombose, voornamelijk in de lon
gen, overleden. Dit werd toe-ge
schreven aan de „pil".
Het huwelijk is een woe
lige zee, waarvoor men nog
geen deugdelijk kompas
heeft uitgevonden.
Heinrich Heine
ANKARA (A.P.) De inflatie,
die de Turkse volkshuishouding
thans teistert, heeft de prijs van de
meeste goederen omhoog gejaagd -
ook van de bruiden.
De „bruidsprijs", een traditionele
vergoeding, die door de familie van
de bruidegom wordt betaald aan die
van de bruid, vliegt de hoogte in.
De 45-jarige Hoeseyin Ko-c, bur
gemeester van een dorp in de buurt
van Ankara, zegt d-at de normale
prijs van een bruid dit jaar met
20 pet omhoog is gegaan.
Het vragen en betalen van een
„bruidsprijs" is in strijd met de wet
en strafbaar met zes maanden ge
vangenisstraf, maar als alle Turkse
families die een bruidsprijs hebben
betaald of ontvangen achter de tra
lies werden gezet, zou een groot
percentage van de 36 miljoen Tur
ken bestaan uit gevangenisboeven.
A Is een verliefde man in het
Midden-Oosten de vrouw van
zijn dromen het hoff wil maken,
fluistert hij haar toe: „Je bent zo
mooi als de maan". Deze aandoen
lijke liefdesbetekenis overigens
slechts gericht op het uiterlijk
mag naar wij menen binnen de
kortste keren wel veranderd wor
den. Zou iemand mij zo mooi als de
maan vinden, dan ben ik een bon
kige meid, met putten in mijn bo
ven bene, met een kale kop, open
plekken en overdekt met een dikke
laag stof.
Wij weten dan nu tenminste en
r aar we hopen de Arabieren
inmiddels ook dat dit schoon
heidsideaal niet zo moeilijk te be
reikenis. Misschien gaan ze nu
zeggen: „Je bent zo mooi als Venus"
Dan ben je er in elk geval van
verzekerd, dat je de allerhelderste
betn, dat je wegens een ontstellend
gebrek aan zuurstof aan een chro
nische bronchitis lijdt, maar niette
min een knalvrouw bent over
vloed op Venus aan koolzuur).
Met welke planeet onze eventuele
schoonheid in de toekomst ook moge
worden verleken: het zou jammer
en beledigend zijn, als de astronau
ten Shepard, Roosa en Mitchell bij
hun terugkeer naar de aarde tegen
hun echtgenotes zouden zeggen:
„Schat je bent zo mooi als de maan".
Ze weten nu beter.
(ADVERTENTIE)
Is dat niet wat onrustig? Nee, helemaal
niet. Als de Gaveau namelijk niet bezig
is het oor te strelen met haar bijzonder
heldere en welluidende toon, dan... staat
zij stilletjes het oog te behagen met haar
elegante voorkomen. Ze is dan ook van
binnen envan buitenvan Franse afkomst.
Kom eens kijken en luisteren naar de
piano, die het altijd doet.
deskundig in klank
Breda, van Coothplein 12 - tel. 30164
Amsterdam - Arnhem - Leiden - Rotterdam
(Van onze correspondent)
PARIJS Een haast niet te gelo
ven geval van kindermishandeling
heeft zich voorgedaan in de stad
Nancy. Alvorens een vader en moe
der te veroordelen, is de gehele
rechtbank, juryleden inbegrepen,
naar het ziekenhuis gegaan om met
eigen ogen te constateren, hoe een
meisje van 5 jaar, Nicole, er aan toe
was. Er lag weliswaar een rapport
van een medicus, waarin stond dat
Nicole haar verdere leven een
schijnbestaan zon moeten leiden,
maar de rechters stonden er op dat
de leden van de jury het met eigen
ogen zouden zien. Voor deze bijzon
dere gelegenheid namen de gendar
men net echtpaar mee naar het zie
kenhuis, de boeien aan de polsen.
Nicole lag op een rieten stoel, het
hoofd achterover, de mond open en
met ogen die doelloos in de ruimte
keken. Zij begreep in het geheel
niet wat het gezelschap bij haar bed
kwam doen.
Een verpleegster kleedde het
meisje voorzichtig uit en liet het
lichaam zien, dat o verdekt was met
littekens van brandwonden. De han
den en voeten, waar vingers en
tenen aan ontbraken, waren onher
kenbaar- Hersens en onderlichaam
waren aangetast door de slagen die
Nicole had gekregen.
„Kunt u het kind ook laten
staan?" vroeg de voorzitter van de
rechtbank aan de moeder-overste
van het ziekenhuis. Zij schudde het
hoofd, want Nicole kon nauwelijks
zitten. Er is geen enkele hoop op
beterschap. Onder de juryleden wa
ren mannen en vrouwen die hun
tranen nauwelijks konden bedwin
gen. Het was zelfs een gendarme,
die in zijn gewone leven toch wel
aan het een en ander gewend is, te
veel. De man huilde dikke tranen.
Daarentegen bleef het ouderpaar on
bewogen alsof alles buiten hen om
ging.
Het gehele gezelschap keerde te
rug naar de rechtszaal. „Wat u ge
zien heeft", zei de advocaat-generaal
in zijn requisitoir tot de jury, „ver
geet dat nooit".
Hij eiste voor de vader levenslang.
De rechtbank maakte er twintig jaar
van en gaf de moeder een jaar
gevangenisstraf voorwaardelijk. Zij
beriep er zich op, dat zij onder
terreur van haar man had gestaan
en geen hulp had durven inroepen.
(Van onze redactie binnenland)
UTRECHT Het Utrechtse ge
meenteraadslid mej. M. W. Th. van
der Heijden (KVP), heeft b. en w.
van Utrecht gevraagd hoe het moge
lijk is dat het overlijden van een
personeelslid van de Utrechtse plant
soenendienst pas na een maand is
ontdekt.
De man, een vrijgezel, werd maan
dag 25 januari dood op zijn bed ge
vonden. Volgens de politie was hij
toen al ongeveer een maand dood.
Mej. Van der Heijden vraagt b. en
w. hoe het mogelijk is dat dit kon
gebeuren met iemand in gemeente
dienst: „Heeft men de betreffende
medewerker niet gemist op het
werk?", zo vraagt zij. En daarbij aan
sluitend de vraag: „Wordt bij langdu
rige afwezigheid door ziekte van per
soneelsleden door de maatschappelijk
werkster geen bezoek gebracht of be
keken of hulpverlening in de een of
andere vorm weliswaar noodzakelijk
is".
lVan onze onderwiisredacteur)
TILBURG Onze samenle
ving eist, ook ai door de snelle
ontwikkeling op maatschappelijk,
wetenschappelijk en technisch ge-
Wed, dat het tertiaire onderwijs
(hoger wetenschappelijk - en ho
ger beroepsonderwijs) aanzienlijk
veelzjjdiger gaat worden dan het
nu is. Als men dat inziet, en dat
doet men steeds meer, gaat men
^eh natuurlijk afvragen, welke
doeleinden men met dit onder
wijs wil nastreven. „Voor mij
staat vast dat we alleen door ons
gehele tertiaire onderwijs te her-
structueren de ontwikkeling er
ven kunnen veilig stellen."
hat zegt de Tilburgse hoogleraar
Professor dr. R. A. de Moor, voorzxt-
wr van de staatscommissie Ontwik
keling Wetenschappelijk Onderwijs,
gunster Veringa van Onderwijs en
wetenschappen installeerde de com
missie - vier leden en 1 adviseur -
november van vorig jaar. Er zijn,
if is voor haar voorzitter duidelijk,
Senlijk 3 brandende problemen
armeemen z'ch onmiddellijk
°et bezighouden. Het gesprek over
liii ^'derwijsdoeleinden, zo meent
J' 5an ook van grote betekenis
d00r ons inzicht in het onder
w>]s als totaliteit.
nep?!; op heden is er steeds gerede-
ODhm,vanuit een soort piramidale
uw van de onderwijsstructuur.
Were daarb9 dat het
altijd een soort voorportaal
moet zijn van het hogere. Het eind
diploma van een lagere vorm van
onderwijs geeft automatisch recht
tot toelating tot een hogere vorm.
En dat hangt weer samen met het
inzicht dat men heeft over de op
bouw van de onderwijspiramide.
Hoe ziet men de verschillende onder-
wijstypen ten opzichte van elkaar"?
Professor De Moor stelt dat de
commissie die zijn naamt draagt
zich zal gaan verdiepen in het
vraagstuk op welke wijze er een
onderwijssysteem kan ontstaan dat
enerzijds voorziet in een zo groot
mogelijke differentiatie (verschei
denheid) en waarbij dan toch iedere
tak van onderwijs een eigen doel
heeft en eigen rechten.
Niet minder belangwekkend is het
antwoord dat de commissie mis
schien gaat vinden op het diploma
probleem. Is het wel juist dat het
bezit van bepaald diploma automa
tisch recht geeft aan de bezitter tot
toelating tot een volgende onder-
wijsfase „Wij hebben er echt wel
begrip voor dat iemand een bepaald
onderwijsfase goed moet hebben
doorlopen om verder te kunnen.
Maar wij vragen ons toch wel af -
en vooral ons medelid professor dr.
A. D. de Groot uit Amsterdam heeft
daarover zinvolle dingen gezegd en
geschreven - of toelating tot „hoge
re" vorm van onderwijs niet moet
geschieden op grond van andere sp-
lectienormen dan uitsluitend het be
zit van een bepaald diploma".
Het is duidelijk dat daarbij ook
de opvatting speelt dat ons huidige
selectiesysteem bijna onmenselijk is
geworden. „Bezit van bepaald diplo
ma, propaedeuse (proeftijd), tenta
mens. Wij denken aan een stevige
selectie bij de toelating en dan moet
het afgelopen zijn.
Trouwens de hele diploma-proble
matiek zou best eens op de helling
kunnen". Onderwijskundig gezien is
de toekenning van een diploma he
lemaal niet nodig. Examens hebben,
dat is mijn overtuiging - en niet van-
mij alleen -, tot doel de student een
beeld te geven van zijn eigen ken
nis, zijn prestaties op het vakterrein
dat hij heeft gekozen. In die ge
dachte is een examen voor de stu
dent een toets. Maar in het huidige
systeem is een diploma een certifi
caat dat iemand in de maatschappij
het recht geeft bepaalde beroepen
uit te oefenen. Kijk, ik vind dat
voor artsen en advocaten wel rede
lijk. Maar voor de meeste studie
richtingen lijkt het me overbodig,
dat papiertje. Als men eens nagaat
waar vele academisch gediplomeer
den terecht komen in de maatschap
pij, ontdek je dat ze heel vaak in
functies komen die geen enkele di
recte relatie hebben met het behaal
de diploma. Dat is een beetje irrite
rend".
rroressor De Moor vindt die
dwingende druk van het universitai
re diploma gevaarlijk worden. „Het
heeft tot gevolg dat er steeds meer
jongen mensen „gaan studeren" om
dat papier te halen en maatschappe
lijk carrière te maken. Bij hen ont
breekt elke motivering. Voorzover
het de studie betreft, in ieder ge
val".
Wij zoeken naar allerlei aangepas
te onderwijsvormen, op alle niveaus,
voor alle begaafdheden. De vraag is
echter of men een onderwijssysteem
dat studie eist van 4 tot 26-jarigen
kan verlangen dat het aan alle men
sen die er gebruik van maken kan
worden aangepast.
„Een onderwijssysteem moet voor
zien in maatschappelijke behoeften.
Het moet dus een bijdrage leveren
aan de samenleving en het moet
mensen de kans geven tot volle
ontplooiing te komen. Maar het moet
beslist niet in stand worden gehou
den om zijn rol te vervullen in het
irrationele proces van de arbeids
markt".
Professor De Moor wijst erop dat
dit hele vraagstuk in de Verenigde
Staten, waar 55 procent van de 18
tot 20-jarigen een of andere vorm
van tertiair onderwijs volgt, op het
ogenblik de volle aandacht heeft.
Als wij blijven voortbouwen op de
huidige onderwijsstructuur, zo
meent professor De Moor, zullen wij
niet in staat zijn rationele maatrege
len te nemen om te komen tot
een structuur die past in deze tijd.
Dat geldt, bijvoorbeeld, voor het
scheppen van gelijke onderwijskan
sen, voor de problematiek van de
werkende jongeren en het onder
wijs.
Wij kunnen niet alles wat wij
willen. Ook niet op het brede ter
rein van het onderwijs. Men krijgt
wel eens het huiverige gevoel dat er
wordt gevraagd om veranderingen
om de veranderingen zelf. Ook wel
dat men geen enkele vernieuwing,
op welk onderwijsniveau ook, de
kans wil geven zich in alle rust te
ontwikkelen. „Het wordt tijd dat
wij prioriteiten gaan vaststellen en
dat we ons onderwijs op rationele
basis gaan aanpakken".
Het bureau McKinsey and Compa
ny heeft voor de organisatie van ons
gehele tertiaire onderwijs een plan-
ningsstructuor ontworpen. Een om
vangrijk rapport dat gebaseerd is op
veel studie en gesprekken met aller
lei deskundigen. De opvattingen van
McKinsey zijn, in het kort, dat er
voor het gehele tertiarie onderwijs
een stuurgroep moet komen die ad
viezen geeft aan de minister. Ook
zal er, als de opvattingen van
McKinsey worden aanvaard, een
centraal nationaal onderwijs-planbu-
reau komen en een staforgaan voor
allerlei administratieve zaken. Bo
vendien zal de top van het orgaan
voor dit onderwijs moeten worden
gevormd door een kleine groep des
kundigen die zich volledig aan dit
werk kunnen geven. Die groep zal
zich, naar behoeven, kunnen laten
bijstaan door adviesgroepen uit de
verschillende disciplines. Die groe
pen kunnen opvattingen, gedachten,
wensen, doorspelen naar het topor
gaan.
Het lijkt een aantrekkelijke nieu
we opzet. Maar men zal er rekening
mee moeten mouden, dat er, zeker in
het onderwijs, steeds nieuwe grote
problemen ontstaan. Ook al omdat
de ontwikkeling van de wetenschap
en de techniek niet stilstaan.
McKinsey gaat er van uit dat juist
om die in het soepele nieuwe sys
teem in te passen speciale studie
commissies moeten komen. „Maar
dat houdt zich allemaal bezig, nood
zakelijk, met de structuur van het
tertiaire onderwijs. Daaraan vooraf,
zo meen ik, zullen we het eens
moeten worden over de doelstellin
gen van dat onderwijs en zuilen we
het wetenschappelijk onderwijs en
het hoger beroepsonderwijs op elk
aar moeten afstemmen". De grond
gedachte van het rapport McKinsey
is dat het tertiair onderwijs dient te
bestaan uit een reeks zelfhandelende
instituten die in een gezamenlijk ka
der werken voor de planning op
lange en middellange termijn en
met jaarlijkse begrotingen.
„Het is duidelijk dat dit strakke
planning vereist, waarbij ieder insti
tuut wordt opgenomen in een cen
traal plan. Een tertiair onderwijs
dus dat vanuit een nationaal stand
punt wordt gestructureerd, maar
waarbij iedere instelling eigen ver
antwoordelijkheden draagt. Bij hen
ligt dan het zwaartepunt van de
organisatorische opzet. De insitituten
zullen geen zelfbesturende bedrijven
moeten zijn, want dan dreigt het
gevaar dat zij in zich allerlei groe
pen krijgen die groepsbelangen na
streven. Zaak is dat we ervoor zor
gen dat binnen de structuur de de
len de grootst mogelijke beweeglijk
heid krijgen, dat ze initiatieven kun
nen nemen en dat de besluitvor
ming gespreid plaatsvindt". Profes
sor De Moor ontveinst zich niet dat
zulk een structuur slechts kans van
slagen heeft als er een mentaliteit
kan worden gekweekt die erop is
ingesteld lang vooruit te denken en
als er bereidheid komt te aanvaar
den dat het algemeen belang gaat
boven het belang van het eigen
instituut.
„Mijn commissie werkt nu, onder
andere, aan adviezen over nogal wat
urgente zaken in het tertiair onder
wijs. Daar ligt, bijvoorbeeld, het hele
vraagstuk van de opvattingen van de
nota Posthumus. Over enige maanden
komt dienst eindnota over de struc
tuur van het wetenschappelijk onder
wijs. Dan moet er iets gebeuren met
betrekking tot de nieuwe subfaculteit
der psychologie aan de Katholieke
Hogeschool Tilburg. De sociale facul
teiten zijn vastgelopen. In afwach
ting van de tot standkoming van de
structuur volgens het McKinsey rap
port is de commissie met die spoe
deisende zaken begonnen. Hoe zich
de commissie dan verder ontwik
kelt, wachten we maar af. Ze zou
zich kunnen ontwikkelen tot topor
gaan zoals voorgesteld door McKin
sey, ze kan ook commissie ad hoe
worden. Als de opvattingen van
McKinsey worden aanvaard, zal er
een nieuwe structuur moten worden
gebouwd en zullen dé organen die
zulk een structuur schragen en laten
werken moeten worden uitgerust.
Ook geen eenvoudige zaak".
JACQUES LEVIJ