Cocco leert de huisvrouw striptease Oaybau PARIS DOELEINDEN HOGER ONDERWIJS OP DE HELLING INFLATIE- BRUIDEN Zo mooi als de maan BENDER c'est Utrechter lag maand dood in huis vrouw mode Teruggetrokken Maand vooruit In de sfeer Trombosegev aar bij pilgebruiksters met bloedgroep a DOET 'T OOK ALS ER NIEMAND OP SPEELT. Vragen in raad Toets Urgente taken AMSTERDAM. De 31-jarige Amsterdamse strip tease-danseres Cocco de Maruu wordt dooi haar collega's uit het nachtleven uit gelachen. Ze heeft het namelijk in haar nogal eigenzinnige hoofd gekregen om stripteaseles te gaan geven voor huisvrouwen. In na volging van voorbeelden in Engeland en Duitsland toont Cocco nu haar geoefende benen en draaiende heupen aan vrouwen, die wel eens iets anders willen dan de vaat. Voor vxijf gulden per uur pro beert Cocco via haar stripuurtjes op de zaterdagmiddag het huwe lijksleven in ons land erotisch aantrekkelijker te maken Borsten, die tot nu toe slechts werden getoond in de warme be slotenheid van de slaapkamer, ver liezen hun verpakking vlot in de rood verlichte, piepkleine studio van La Locanda op het Rem- brandtplein. Ja, dat is weer eens wat anders dan de zwabber uit slaan op het balcon van je flat in het burgermansbuurtje. Toen Coc co na haar eerste prille initiatieven werd geïnterviewd door de VARA- studio barstten de aanvragen los. Striptease voor huisvrouwen. Dat was sensatie. Cocoo werd bestormd met aan vragen uit het gehele land. Eigen lijk waren er maar weinig Amster damsen bij. Mannen, die infor meerden bij Coeco naar lesgeld, tijden etc. en haar het liefst onder vier ogen nog even zouden spre ken, wimpelde ze resoluut af. „Ik ben ontzettend moeilijk", moet je weten, weerlegt ze, „onbereikbaar en artistiek. Een echte steenbok hè". Cocco danst met haar 1.78 m. nu al twee jaar in de Moulin Rouge aan het Amsterdamse Thor- beckeplein. Daarvoor trad ze in tal van exotische landen op als „strip vedette". „En vedette word je pas door de publiciteit", constateerde ze. Gocco is een Friezin. Ze werd in Leeuwarden geboren en kreeg de namen Geeske Kop. Haar moe der was een verwoed volksdanse res; haar vader speelde in een van Nederlands eerste Dixieland-bands. Cocco is gescheiden. Ze heeft uit haar huwelijk een zoontje overge houden. „Als ik ooit een dochter krijg, heb ik liever dat ze niets met artiesten van doen krijgt. Je hebt er geen idee van hoeveel jaloezie er onderling is". Terwijl Cocco rustig doorgaat met aanwijzingen aan twee „be roeps" vertelt ze, dat publiciteit haar zo nerveus maakt. „Ik ben een erg teruggetrokken mens, want ik geloof er zelf zo in, zie je. Op dit gebied ben ik absoluut de enigste". Het aantal huisvrouwelij- ke leerlingen, dat de eerste keer haar lessen volgde, bedroeg tien. Dit vermeerdert echter met de dag. Cocco is van mening, dat er minstens zes of zeven lessen nodig zijn, voordat de huisvrouw het strippen een beetje in haar lede maten heeft. „De cursisten varië ren in leeftijd van 22 tot 37 jaar, maar schrijf alstjeblieft in je krant, dat ik dolgraag oudere da mes zou opleiden, die voor mijn part een hangstuk hebben of slap pe borsten. Juist die vrouwen moeten hun echtgenoot ondanks hun gebreken, proberen te behagen en bij hun accentueer ik dan ook vooral de sterke kanten. De een heeft mooie ogen, de ander een mooie rug. Die moet je dan zoveel mogelijk laten zien. Er bestaat niet één ideaal figuur; het is alleen de kunst de zwakke punten te ver doezelen. Heel belangrijk is de lin gerie. Je kunt nog zo'n pikante striptease geven, maar als je een witte katoenen broek-met elastiek aan hebt, is het effect nihil. Ik raad mijn cursisten allemaal aan leuke lingerie op te duiken in de Lange Niezel (steegje in de „war me buurt" red). Er is daar een beeldig zaakje met slips en be- haatjes te kust en te keur Welk type vrouw volgt Cocco's striptease-cursus. Zijn dat nu schoolvoorbeelden van de Neder landse huisvrouw? Nee, dat gelooft Cocco ook niet zo een twee, drie. Ze veronder stelt, dat de meesten het toch wel voor verloofde of echtgenoot wil len leren, maar ontkent niet, dat een aantal van hen zich ook inzet, om in besloten sex-clubs een „goe de, sexy indruk te maken". Cocco's zaak is dit echter niet, vindt ze. Ze leert die dames spier- oefeningen, hup, hup, hup, heup kronkelingen, huppe, huppe, huppe en wulpse bewegingen, huppelde pup. Het liefst heeft ze, dat er een maand vooruit wordt betaald. „Dan ben je tenminste zeker van je zaak", redeneert ze zakelijk. Wat verstaat Cocco met haar elf jaar buitenlandse ervaring eigenlijk on der striptease? „Veel nachtclubbezoekei-s den ken misschien, dat een striptease- danseres voor geld gemakkelijk te versieren is, maar dan zijn het de goede niet. Ben je geslaagd als danseres dan verdien je genoeg. Je komt natuurlijk wel eens een man tegen, waarvan je zegt; ja. Dat is m'n tiep. Hij moet er natuurlijk wel aantrekkelijk uitzien, maar een behoorlijke discussie stel ik toch voorop". Ziet Cocco in de toekomst ook striptease voor de man? „O nee, een man hoeft nou eenmaa niet koket uit zijn broek te stappen". den? „Neenee. Ik heb een gezicht, dat iedereen afschrikt". Speels verdraait ze haar hoofd in de rich ting van een nogal serieuze, baar dige verslaggever. Afgeschrikt? Vergeet het maar! eindredactie mnelies van den tol Nee, herhalen we, wat versta je onder het woord striptease? „Ja, gewoon. Het een na het ander uitdoen. In de volksmond heet dat geloof ik kleren uittrek ken op de maat van de muziek". En over haar „studio" in oogver blindend rose-rood licht; „Het lijkt hier wel een bordeeltje hè. Maar dat heb ik alleen gedaan, omdat de vrouwen zich direct in de sfeer thuisvoelen. Ze hoeven hier niet opgemaakt binnen te komen, want met dit licht is iedereen mooi". En intussen knippen de fotografen Cocco in verleidelijke houdingen. Niet naakt. Nee, gewoon met dat sexy, vooruitgestoken mondje. Met dat verleidelijke schouderrukje, met dat ene knoopje los. Te verlei- LONDEN (A.P.) Vrouwen met bloedgroep „A" die orale contra ceptieven innemen lopen meer risi co op het krijgen van trombose dan zij die bloedgroep „o" hebben, zo heeft een Engels medisch research team gemeld. Zij verklaarden, dat mensen in de „a" groep gemiddeld meer „an- ti-baemophilisch globuline" in hun bloed hebben dan mensen in de „o" groep en daarom meer blootstaan aan het gevaar voor klontervorming in het bloed. Tot nu toe zijn er in Engeland 186 jo-nge vrouwen in Engeland aan trombose, voornamelijk in de lon gen, overleden. Dit werd toe-ge schreven aan de „pil". Het huwelijk is een woe lige zee, waarvoor men nog geen deugdelijk kompas heeft uitgevonden. Heinrich Heine ANKARA (A.P.) De inflatie, die de Turkse volkshuishouding thans teistert, heeft de prijs van de meeste goederen omhoog gejaagd - ook van de bruiden. De „bruidsprijs", een traditionele vergoeding, die door de familie van de bruidegom wordt betaald aan die van de bruid, vliegt de hoogte in. De 45-jarige Hoeseyin Ko-c, bur gemeester van een dorp in de buurt van Ankara, zegt d-at de normale prijs van een bruid dit jaar met 20 pet omhoog is gegaan. Het vragen en betalen van een „bruidsprijs" is in strijd met de wet en strafbaar met zes maanden ge vangenisstraf, maar als alle Turkse families die een bruidsprijs hebben betaald of ontvangen achter de tra lies werden gezet, zou een groot percentage van de 36 miljoen Tur ken bestaan uit gevangenisboeven. A Is een verliefde man in het Midden-Oosten de vrouw van zijn dromen het hoff wil maken, fluistert hij haar toe: „Je bent zo mooi als de maan". Deze aandoen lijke liefdesbetekenis overigens slechts gericht op het uiterlijk mag naar wij menen binnen de kortste keren wel veranderd wor den. Zou iemand mij zo mooi als de maan vinden, dan ben ik een bon kige meid, met putten in mijn bo ven bene, met een kale kop, open plekken en overdekt met een dikke laag stof. Wij weten dan nu tenminste en r aar we hopen de Arabieren inmiddels ook dat dit schoon heidsideaal niet zo moeilijk te be reikenis. Misschien gaan ze nu zeggen: „Je bent zo mooi als Venus" Dan ben je er in elk geval van verzekerd, dat je de allerhelderste betn, dat je wegens een ontstellend gebrek aan zuurstof aan een chro nische bronchitis lijdt, maar niette min een knalvrouw bent over vloed op Venus aan koolzuur). Met welke planeet onze eventuele schoonheid in de toekomst ook moge worden verleken: het zou jammer en beledigend zijn, als de astronau ten Shepard, Roosa en Mitchell bij hun terugkeer naar de aarde tegen hun echtgenotes zouden zeggen: „Schat je bent zo mooi als de maan". Ze weten nu beter. (ADVERTENTIE) Is dat niet wat onrustig? Nee, helemaal niet. Als de Gaveau namelijk niet bezig is het oor te strelen met haar bijzonder heldere en welluidende toon, dan... staat zij stilletjes het oog te behagen met haar elegante voorkomen. Ze is dan ook van binnen envan buitenvan Franse afkomst. Kom eens kijken en luisteren naar de piano, die het altijd doet. deskundig in klank Breda, van Coothplein 12 - tel. 30164 Amsterdam - Arnhem - Leiden - Rotterdam (Van onze correspondent) PARIJS Een haast niet te gelo ven geval van kindermishandeling heeft zich voorgedaan in de stad Nancy. Alvorens een vader en moe der te veroordelen, is de gehele rechtbank, juryleden inbegrepen, naar het ziekenhuis gegaan om met eigen ogen te constateren, hoe een meisje van 5 jaar, Nicole, er aan toe was. Er lag weliswaar een rapport van een medicus, waarin stond dat Nicole haar verdere leven een schijnbestaan zon moeten leiden, maar de rechters stonden er op dat de leden van de jury het met eigen ogen zouden zien. Voor deze bijzon dere gelegenheid namen de gendar men net echtpaar mee naar het zie kenhuis, de boeien aan de polsen. Nicole lag op een rieten stoel, het hoofd achterover, de mond open en met ogen die doelloos in de ruimte keken. Zij begreep in het geheel niet wat het gezelschap bij haar bed kwam doen. Een verpleegster kleedde het meisje voorzichtig uit en liet het lichaam zien, dat o verdekt was met littekens van brandwonden. De han den en voeten, waar vingers en tenen aan ontbraken, waren onher kenbaar- Hersens en onderlichaam waren aangetast door de slagen die Nicole had gekregen. „Kunt u het kind ook laten staan?" vroeg de voorzitter van de rechtbank aan de moeder-overste van het ziekenhuis. Zij schudde het hoofd, want Nicole kon nauwelijks zitten. Er is geen enkele hoop op beterschap. Onder de juryleden wa ren mannen en vrouwen die hun tranen nauwelijks konden bedwin gen. Het was zelfs een gendarme, die in zijn gewone leven toch wel aan het een en ander gewend is, te veel. De man huilde dikke tranen. Daarentegen bleef het ouderpaar on bewogen alsof alles buiten hen om ging. Het gehele gezelschap keerde te rug naar de rechtszaal. „Wat u ge zien heeft", zei de advocaat-generaal in zijn requisitoir tot de jury, „ver geet dat nooit". Hij eiste voor de vader levenslang. De rechtbank maakte er twintig jaar van en gaf de moeder een jaar gevangenisstraf voorwaardelijk. Zij beriep er zich op, dat zij onder terreur van haar man had gestaan en geen hulp had durven inroepen. (Van onze redactie binnenland) UTRECHT Het Utrechtse ge meenteraadslid mej. M. W. Th. van der Heijden (KVP), heeft b. en w. van Utrecht gevraagd hoe het moge lijk is dat het overlijden van een personeelslid van de Utrechtse plant soenendienst pas na een maand is ontdekt. De man, een vrijgezel, werd maan dag 25 januari dood op zijn bed ge vonden. Volgens de politie was hij toen al ongeveer een maand dood. Mej. Van der Heijden vraagt b. en w. hoe het mogelijk is dat dit kon gebeuren met iemand in gemeente dienst: „Heeft men de betreffende medewerker niet gemist op het werk?", zo vraagt zij. En daarbij aan sluitend de vraag: „Wordt bij langdu rige afwezigheid door ziekte van per soneelsleden door de maatschappelijk werkster geen bezoek gebracht of be keken of hulpverlening in de een of andere vorm weliswaar noodzakelijk is". lVan onze onderwiisredacteur) TILBURG Onze samenle ving eist, ook ai door de snelle ontwikkeling op maatschappelijk, wetenschappelijk en technisch ge- Wed, dat het tertiaire onderwijs (hoger wetenschappelijk - en ho ger beroepsonderwijs) aanzienlijk veelzjjdiger gaat worden dan het nu is. Als men dat inziet, en dat doet men steeds meer, gaat men ^eh natuurlijk afvragen, welke doeleinden men met dit onder wijs wil nastreven. „Voor mij staat vast dat we alleen door ons gehele tertiaire onderwijs te her- structueren de ontwikkeling er ven kunnen veilig stellen." hat zegt de Tilburgse hoogleraar Professor dr. R. A. de Moor, voorzxt- wr van de staatscommissie Ontwik keling Wetenschappelijk Onderwijs, gunster Veringa van Onderwijs en wetenschappen installeerde de com missie - vier leden en 1 adviseur - november van vorig jaar. Er zijn, if is voor haar voorzitter duidelijk, Senlijk 3 brandende problemen armeemen z'ch onmiddellijk °et bezighouden. Het gesprek over liii ^'derwijsdoeleinden, zo meent J' 5an ook van grote betekenis d00r ons inzicht in het onder w>]s als totaliteit. nep?!; op heden is er steeds gerede- ODhm,vanuit een soort piramidale uw van de onderwijsstructuur. Were daarb9 dat het altijd een soort voorportaal moet zijn van het hogere. Het eind diploma van een lagere vorm van onderwijs geeft automatisch recht tot toelating tot een hogere vorm. En dat hangt weer samen met het inzicht dat men heeft over de op bouw van de onderwijspiramide. Hoe ziet men de verschillende onder- wijstypen ten opzichte van elkaar"? Professor De Moor stelt dat de commissie die zijn naamt draagt zich zal gaan verdiepen in het vraagstuk op welke wijze er een onderwijssysteem kan ontstaan dat enerzijds voorziet in een zo groot mogelijke differentiatie (verschei denheid) en waarbij dan toch iedere tak van onderwijs een eigen doel heeft en eigen rechten. Niet minder belangwekkend is het antwoord dat de commissie mis schien gaat vinden op het diploma probleem. Is het wel juist dat het bezit van bepaald diploma automa tisch recht geeft aan de bezitter tot toelating tot een volgende onder- wijsfase „Wij hebben er echt wel begrip voor dat iemand een bepaald onderwijsfase goed moet hebben doorlopen om verder te kunnen. Maar wij vragen ons toch wel af - en vooral ons medelid professor dr. A. D. de Groot uit Amsterdam heeft daarover zinvolle dingen gezegd en geschreven - of toelating tot „hoge re" vorm van onderwijs niet moet geschieden op grond van andere sp- lectienormen dan uitsluitend het be zit van een bepaald diploma". Het is duidelijk dat daarbij ook de opvatting speelt dat ons huidige selectiesysteem bijna onmenselijk is geworden. „Bezit van bepaald diplo ma, propaedeuse (proeftijd), tenta mens. Wij denken aan een stevige selectie bij de toelating en dan moet het afgelopen zijn. Trouwens de hele diploma-proble matiek zou best eens op de helling kunnen". Onderwijskundig gezien is de toekenning van een diploma he lemaal niet nodig. Examens hebben, dat is mijn overtuiging - en niet van- mij alleen -, tot doel de student een beeld te geven van zijn eigen ken nis, zijn prestaties op het vakterrein dat hij heeft gekozen. In die ge dachte is een examen voor de stu dent een toets. Maar in het huidige systeem is een diploma een certifi caat dat iemand in de maatschappij het recht geeft bepaalde beroepen uit te oefenen. Kijk, ik vind dat voor artsen en advocaten wel rede lijk. Maar voor de meeste studie richtingen lijkt het me overbodig, dat papiertje. Als men eens nagaat waar vele academisch gediplomeer den terecht komen in de maatschap pij, ontdek je dat ze heel vaak in functies komen die geen enkele di recte relatie hebben met het behaal de diploma. Dat is een beetje irrite rend". rroressor De Moor vindt die dwingende druk van het universitai re diploma gevaarlijk worden. „Het heeft tot gevolg dat er steeds meer jongen mensen „gaan studeren" om dat papier te halen en maatschappe lijk carrière te maken. Bij hen ont breekt elke motivering. Voorzover het de studie betreft, in ieder ge val". Wij zoeken naar allerlei aangepas te onderwijsvormen, op alle niveaus, voor alle begaafdheden. De vraag is echter of men een onderwijssysteem dat studie eist van 4 tot 26-jarigen kan verlangen dat het aan alle men sen die er gebruik van maken kan worden aangepast. „Een onderwijssysteem moet voor zien in maatschappelijke behoeften. Het moet dus een bijdrage leveren aan de samenleving en het moet mensen de kans geven tot volle ontplooiing te komen. Maar het moet beslist niet in stand worden gehou den om zijn rol te vervullen in het irrationele proces van de arbeids markt". Professor De Moor wijst erop dat dit hele vraagstuk in de Verenigde Staten, waar 55 procent van de 18 tot 20-jarigen een of andere vorm van tertiair onderwijs volgt, op het ogenblik de volle aandacht heeft. Als wij blijven voortbouwen op de huidige onderwijsstructuur, zo meent professor De Moor, zullen wij niet in staat zijn rationele maatrege len te nemen om te komen tot een structuur die past in deze tijd. Dat geldt, bijvoorbeeld, voor het scheppen van gelijke onderwijskan sen, voor de problematiek van de werkende jongeren en het onder wijs. Wij kunnen niet alles wat wij willen. Ook niet op het brede ter rein van het onderwijs. Men krijgt wel eens het huiverige gevoel dat er wordt gevraagd om veranderingen om de veranderingen zelf. Ook wel dat men geen enkele vernieuwing, op welk onderwijsniveau ook, de kans wil geven zich in alle rust te ontwikkelen. „Het wordt tijd dat wij prioriteiten gaan vaststellen en dat we ons onderwijs op rationele basis gaan aanpakken". Het bureau McKinsey and Compa ny heeft voor de organisatie van ons gehele tertiaire onderwijs een plan- ningsstructuor ontworpen. Een om vangrijk rapport dat gebaseerd is op veel studie en gesprekken met aller lei deskundigen. De opvattingen van McKinsey zijn, in het kort, dat er voor het gehele tertiarie onderwijs een stuurgroep moet komen die ad viezen geeft aan de minister. Ook zal er, als de opvattingen van McKinsey worden aanvaard, een centraal nationaal onderwijs-planbu- reau komen en een staforgaan voor allerlei administratieve zaken. Bo vendien zal de top van het orgaan voor dit onderwijs moeten worden gevormd door een kleine groep des kundigen die zich volledig aan dit werk kunnen geven. Die groep zal zich, naar behoeven, kunnen laten bijstaan door adviesgroepen uit de verschillende disciplines. Die groe pen kunnen opvattingen, gedachten, wensen, doorspelen naar het topor gaan. Het lijkt een aantrekkelijke nieu we opzet. Maar men zal er rekening mee moeten mouden, dat er, zeker in het onderwijs, steeds nieuwe grote problemen ontstaan. Ook al omdat de ontwikkeling van de wetenschap en de techniek niet stilstaan. McKinsey gaat er van uit dat juist om die in het soepele nieuwe sys teem in te passen speciale studie commissies moeten komen. „Maar dat houdt zich allemaal bezig, nood zakelijk, met de structuur van het tertiaire onderwijs. Daaraan vooraf, zo meen ik, zullen we het eens moeten worden over de doelstellin gen van dat onderwijs en zuilen we het wetenschappelijk onderwijs en het hoger beroepsonderwijs op elk aar moeten afstemmen". De grond gedachte van het rapport McKinsey is dat het tertiair onderwijs dient te bestaan uit een reeks zelfhandelende instituten die in een gezamenlijk ka der werken voor de planning op lange en middellange termijn en met jaarlijkse begrotingen. „Het is duidelijk dat dit strakke planning vereist, waarbij ieder insti tuut wordt opgenomen in een cen traal plan. Een tertiair onderwijs dus dat vanuit een nationaal stand punt wordt gestructureerd, maar waarbij iedere instelling eigen ver antwoordelijkheden draagt. Bij hen ligt dan het zwaartepunt van de organisatorische opzet. De insitituten zullen geen zelfbesturende bedrijven moeten zijn, want dan dreigt het gevaar dat zij in zich allerlei groe pen krijgen die groepsbelangen na streven. Zaak is dat we ervoor zor gen dat binnen de structuur de de len de grootst mogelijke beweeglijk heid krijgen, dat ze initiatieven kun nen nemen en dat de besluitvor ming gespreid plaatsvindt". Profes sor De Moor ontveinst zich niet dat zulk een structuur slechts kans van slagen heeft als er een mentaliteit kan worden gekweekt die erop is ingesteld lang vooruit te denken en als er bereidheid komt te aanvaar den dat het algemeen belang gaat boven het belang van het eigen instituut. „Mijn commissie werkt nu, onder andere, aan adviezen over nogal wat urgente zaken in het tertiair onder wijs. Daar ligt, bijvoorbeeld, het hele vraagstuk van de opvattingen van de nota Posthumus. Over enige maanden komt dienst eindnota over de struc tuur van het wetenschappelijk onder wijs. Dan moet er iets gebeuren met betrekking tot de nieuwe subfaculteit der psychologie aan de Katholieke Hogeschool Tilburg. De sociale facul teiten zijn vastgelopen. In afwach ting van de tot standkoming van de structuur volgens het McKinsey rap port is de commissie met die spoe deisende zaken begonnen. Hoe zich de commissie dan verder ontwik kelt, wachten we maar af. Ze zou zich kunnen ontwikkelen tot topor gaan zoals voorgesteld door McKin sey, ze kan ook commissie ad hoe worden. Als de opvattingen van McKinsey worden aanvaard, zal er een nieuwe structuur moten worden gebouwd en zullen dé organen die zulk een structuur schragen en laten werken moeten worden uitgerust. Ook geen eenvoudige zaak". JACQUES LEVIJ

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 19