Juventus trainer Grosso geeft FC Twente niet veel kans Het gaat nooit volgens het boekje... vrij uit 24 vrachtwagens I in ruil voor Cucceredda I Reddende vliegers van Marine: Gemakkelijk 24 vrachtwagens Steeds meer ongevallen „Kassian-acties" Invloed Trekpleister Geen huzarenstuk j es W «S» 2^.^BIJLAGE VAN DE STEM/23 JANUARI 1971 door Jack Arentsen Armano Pitcchi trekt zich van alle publiciteit niets aan. Terwijl hulptrainer Grosso druk met de jonge voetbalploeg van Ju ventus woensdag tegen stander van FC Twenthe in ie strijd van het Runners Up Cup toernooi bezig is, doet picchi de ene na de andere harde uitspraak. „FC Twen te moet goed xunnen voetbal len, maar ze missen mensen als Haller en Salvadore. l'wee spelers van 31 jaar, maar ze zijn zo hard als een bikkel en zo slim als een vos". Of deze: „Over twee jaar staat Juventus weer aan Je kop van de Italiaanse competitie". En wat te den- hen van deze uitlating: „On ze 22-jarige Pietro Anastasi wordt de grootste voetballer iie men in Italië ooit heeft gekend. 4ij zal nog dit jaar "2 keizerskroon van Gianni Rivera en Luigi Riva over- aemen. Anastasi kan name lijk alles. Hij maakt doelpun ten en hij kan verrukkelijke spelsitua 3S opbouwen. \nastasi is Rivera en Riva in sen persoon". Armano Picchi, met zijn 35 jaren de jongste trainer in de hoogste afdeling van het Ita liaanse voet' xl, heeft een iuidelijke verklaring voor al zijn uitlatingen. „Ik ben nu ruim een half jaar met deze jonge ploeg aan het werk en het ziet »r naar uit dat ik de tomende tijd met dit elftal in ie hemel zal komen. Niet dat iet allemaal zulke lieverdjes zijn, maar we zitten wel barstens vol talent, gees- irift en werklust. En derge lijke zaken werken alleen maar positief op de instelling van de spelers. De periode Cagliari, AC Milan, Inter en Fiorentina zal spoedig afge sloten zijn. Na de magere ja ren breekt voor ,uventus een aieuw bloeiend tijdperk xan". Bij Juventus kan men in dat opzicht vrij gemakkelijk hoog van de toren blazen. Ju ventus, in 1887 door studen ten en gymnasiasten opge richt, behoort namelijk tot de zeer beperkte groep van Ita liaanse voetbalclubs die niet met geweldige schulden wer ken. En toch heeft men in de loop der jaren miljoenen gul dens uitgegeven voor spelers. Kon trainer Heriberto Herre- ra jarenlang zo'n 3 miljoen gulden na 12 maanden wer ken, op zijn bank-rekening tegemoet zien en wordt aan spelers als Helmut Haller en Pietro Anastasi nog altijd jaarlijks een handgeld van ruim 200.000,- gegeven. Maar deze bedragen staan nog in scherp contrast met de as'ronomische sommen waar voor Juventus alleen de laat ste 3 jaar enkele spelers heeft gekocht. En trainer Armano Picchi ("Wat ik verdien? daar heeft niemand iets mee te ma ken), noemt zonder blikken en blozen enkele voorbeelden bij Juventus: Helmut Haller, Pietro Anastasi en de van Cagliari overgenomen Anto- nello Cucceredda. Helmut Haller: de West- duitser werd in 1968 van Bo logna overgenomen voor een bedrag van bijna 3 miljoen gulden. Daarnaast zou Juven tus ervoor zorgen dat in het Westduitse Augsburg metter tijd voor Haller een schitte rend huis met zwembad werd gebouwd. Terwijl Haller er tijdens zijn hele leven verder verzekerd van kan zijn, dat hij elk half jaar een nieuwe auto van Juventus krijgt aan geboden. Van de 21-jarige Antonello Cucceredda, voor de aanvang van de thans lopende compe titie van de Italiaanse kam- pioensploeg Cagliari overge nomen, is de transferprijs moeilijk te benaderen. In ruil voor de komst van Cucceredda vertrokken wel 24 gloednieuwe Fiat-vracht wagens naar het eiland Sar dinië. En dan Pietro Anastasi, een van de grooste talenten in het Italiaanse voetbal die zich echter het wereldkampioen schap voetbal in Mexico zag ontgaan, omdat hij kort voor het vertrek van de Italiaanse ploeg naar het eindtoernooi, voor een buik operatie in het ziekenhuis moest worden op genomen, Anastasi zag zijn transferwaarde in enkele ja ren stijgen van 240.000 tot bijna 4 miljoen gulden. Toen Anastasi in 1968 door Varese cp Sicilië werd ontdekt, be taalde de club van koelkasten miljonair Giovanni Borghi 40 miljoen lires 240.000) voor deze speler. Enkele jaren la ter gingen Inter en Juventus op de transfermarkt de strijd aan om deze speler. Het ge volg: twee jaar na de transfer van 240.000 werd de ver koopsom van Anastasi van Varese naar Juventus door de Italiaanse voetbalbond vastge steld op 660 milj. lires (zo'n 4 miljoen gulden). De Italiaanse voetbalbond moest wel tot deze uitspraak komen omdat bij de transfer tussen Varese en Juventus veel werd gescharreld met ge bruiksartikelen. Juventus bood een groot aantal vracht wagens, terwijl Varese-presi- dent Givanni Borghi wel wat van zijn koelkasten via deze transfer op de markt wilde brengen. Men kwam tot een akkoord. Er werd over en weer geruild en Juventus be taalde uiteindelijk 1,5 miljoen gulden bij. Maai daarmee was de zaak door Wim Koek DE vis wordi nog al tijd duur betaald. De lonen van de vissers zijn goed, maar de gevaren waaraan zij worden blootgesteld zijn ook groot. In het ka naal, 's werelds drukste zeestraat, verging de Bres- kens-16. Bijna zonder een spoor achter te laten. Veel te laat werd de Marine Luchtvaart Dienst inge schakeld. Waarom zo vraagt men zich bij de op- sporings- en reddings dienst van de marine af. Laat men de vissers zich niet elke dag melden met opgave van hun positie, dan kan het nooit voorko men dat er drie dagen ge wacht wordt met het zoe ken en dan weet men ook beter waar gezocht moet worden. Maar goede vis gronden zijn „bedrijfsge heim" en vis is duur te duur? „Die Breskens-16 was weer zo'n overtijd-melding. In de vroege ochtend van de twaalfde had een collega-vis ser het laatste contact met het schip. Pas in de ochtend van de 15e werden wij te hulp geroepen. Er was na tuurlijk niet veel hoop meer, maar je kunt geen enkel ri sico nemen. We hebben er tot en met maandag de 18e ruim 21 vlieguren met 4 vliegtuigen aan besteed. Zo een overtijd-melding dat be tekent frustrerend werk voor ons". Aan het woord is lui tenant ter zee vlieger eerste klas E. J. Dijkstra, officier operaties van het marine vliegkamp Valkenburg, de basis van de vaak redding brengende Neptunes, Track ers en helikopters van de marine. Hij laat me een gra fiek zien waarop uitgetekend staat hoe lang een mens het kan uithouden in het water bij verschillende temperatu ren. „Op het ogenblik is het zeewater een graad of zes. Dat betekent dat een mens na twee-en-een-half uur ze ker dood is maar na drie kwartier is bij dat waar schijnlijk ook al. Dat hangt ervan af of hij speciale kle ding en hulpmiddelen bij zich heeft, zoals militaire vliegers of dat klinkt mis schien gek dat hij al of niet een beschermende vet laag heeft". Het is een som ber grafiekje. Het betekent dat 's winters te water ra ken een riskante zaak is, ook al staan op Valkenburg vier entwintig uur per dag red dingsbemanningen klaar om binnen twintig minuten op te stijgen. „Toch is zo'n grafiekje nooit van invloed op onze beslis sing of we vliegen of niet", zegt l.t.z. Dijkstra. „We vlie gen altijd als we gealar- wel wat geweind. Toch zijn de mannen van de PSRD telkens weer verbijsterd door de zorgeloosheid waarmee bijvoorbeeld de zeegaande watersporters het ruime sop kiezen. Luitenant ter zee eer ste klas W. F. de Koning, officier-vliegdienst, heeft zo 'n voorbeeld: „Een jacht vertrekt met bestemming Oostende. De Belgische ha ven krijgt daarvan bericht. Maar het komt niet aan. Oostende slaat alarm. Wij zoeken, dagenlang. We vin den niets. En wat blijkt? De bemanning van het jacht viert feest in Ramsgate in Engeland. Commentaar: het was zo'n mooi weer dat we maar overgestoken zijn. Daar is natuurlijk niets op tegen, maar dan zouden ze wel Oostende even hebben moeten verwittigen, 't Komt wel voor dat wij aan 't zoe ken zijn op verzoek van een angstige familie en dat een prentbriefkaart uit een vol komen onverwacht haven plaatsje een einde maakt aan onze zoektocht en aan de onrust van de familiele den. Dat is toch te gek?" Het aantal scheepvaartonge vallen waarbij de marine te hulp wordt geroepen neemt onrustbarend snel toe. De desbetreffende curve op de grafiek van de O S R D loopt steil omhoog in tegen stelling tot die van de lucht vaartongevallen, die trou wens nooit zo erg hoog is gekomen. De „boekhouding" van de operaties-officier ver toont in de vakantiemaan den een duidelijke piek die de onverantwoordelijkheden van menige watersporter duidelijk onderstreept. Maar ook de visserij vaart met vol gens het devies „veiligheid voorop". De mannen van de O S R D voelen zich niet ge roepen de visserij op de vin gers te tokken. („Daar zijn wij niet voor".) Maar ze hebben er wel een idee over: „Laat men elke visser ver plichten minstens eenmaal daags, liefst op een vast uur, zijn reder in kennis te stel len van zijn positie. We we ten dat ze om zakelijke re denen hun visgronden niet aan de openbaarheid willen prijsgeven. Maar laten ze 't dan desnoods in code doen. Er moet iemand zijn, die weet waar ze ongeveer zit ten. Visserij-ongevallen zijn dikwijls overtijd-meldingen. De tijdsfactor hebben ze dan dus al tegen. Nou, om ie mand te redden móet je pri mair weten waar je hem zoe ken moet, als je dat ook nog niet weet... dan is de kans groot dat je de slachtoffers bij voorbaat al af kunt schrij ven.Dat neemt niet weg, dat de zeegroene Trackers of de donkergeschilderde Neptunes altijd weer opstij gen en gaan zoeken. Je kunt immers niet weten. Het gaat nu eenmaal nooit volgens het boekje... Anastasi is Riva en llllllllllllllllllllllllllllllllllllimillllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIMI iïiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiïi Rivera in een persoon Er kunnen mensenlevens op het spel staan. „Snelle ac tie" is de stelregel. Het ve rifiëren komt later wel. De internationale organisatie van het reddingswezen is ge baseerd op een I C A O-ver drag van 1944. Aanvankelijk was het alleen bedoeld voor reddingsacties ten behoeve van ongevallen met vliegtui gen, maar na verloop van tijd kwamen daar ook (en men mag nu wel zeggen: vooral) de scheepvaartonge vallen bij en de zogenaamde „kassian-acties", de term die gebruikt wordt voor ac ties als het overvliegen van nieren, bloedplasma enz., en het van schepen halen van ernstig zieken of zelfs het zoeken naar een verdwaald kind in de duinen van Zand- voort. (Kassian is Maleis voor mededogen of meele ven). De wereld werd door de I C A O verdeeld in re gio's, de zogenaamde Flight Information Regions (F I R's). Nederland heeft ook zo éeen FIR toegewezen gekre gen en de commandant zee macht werd belast met de organisatie en de leiding van alle reddingsoperaties in deze F 1 R. „Amsterdam-F 1 R", zoals het Nederlandse deel heet, bestrijkt behalve het land. ook een indrukwek kende lap Noordzee, be grensd door o.m. de F I R's van Kopenhagen, Hannover, Brussel, Londen, Preston en Edinburgh. Het vliegkamp Valkenburg is het zenuwcen trum van Amsterdam-F 1 R. nog niet af. Anastasi had recht op een handgeld van 10% van de transferwaarde. De oplossing werd uiteinde lijk toch gevonden: het hand geld werd verzilverd in voor namelijk aandelen van de Fiat-automobielfabrieken. Uit dit alles blijkt wel dat Fiat altijd een belangrijke in vloed bij Juventus heeft ge had. Toen in 1925 de Fiat-pre sident Giovanni Agnelli zich voor de club ging interesseren kwamen de grote successen. Giovanni kocht voor een groot vermogen de Argentijn se Orsi en Motti en zag Ju ventus van 1930 tot en met Na de periode Giovanni Ag nelli, kwam de nieuwe pre sident van de automobielfa briek Gianni Agnelli. Ook hij stopte miljoenen lires in de club en de Denen Jorg Han sen en Praest werden de nieuwe kopstukken in de ploeg. De Agnelli-lijn was niet meer bij Juventus weg te denken. Umberto Agnelli voelde zich later tot de club aangetrokken en stimuleerde bij de aankopen van de Ar gentijn Omar Sivori en de Engelsman Johon Charles. Dr. Catella (nauw verbonden met de familie Agnelli) heeft nu de touwtjes in handen bij de NV Juventus (95% van de aandelen is in het bezit van Fiat). Dr. Catella was het die na de komst van de Braziliaan Cinesinho en de Spanjaard Dei Sol het aandurfde om be langrijke overeenkomsten met Haller, Anastasi en de inmid dels weer vertrokken Zweed Roger Magnussen af te slui ten. Maai'", zegt trainer Armano Picchi nu: "Bij Juventus was men vergeten om de zaak op tijd te verjongen. Er kwam te weinig vers bloed. Een ge middelde leeftijd van ruim 27 jaar vind ik in het tempo voetbal van heden te hoog. Daarom werd aan het eind van vorig seizoen het grootste deel van de geroutineerde krachten afgevoerd. Alleen Haller en Sandro Salvador (de enige speler die nog is overgebleven van de ploeg die in 1968 in de halve finales van het Europa-Cup toernooi voor landskampioenen door Benfica werd uitgeschakeld )- zijn gebleven. Zij vormen de ruggegraat van mijn tepe- ramentvolle ploeg. Een elftal dat nu al heel voetballend Italië op stelten kan zetten, maar over enkele jaren ook in geheel Europa zal heersen". Armano Picchi wil zijn eigen spel, zijn eigen wilskracht, zijn levenslust in het elftal van Juventus terugvinden. "Door de verjongingskuur heb ik sterke troeven in handen gekregen. De gemiddelde leef tijd is nu 24 jaar en dat maakt van mijn squadro een vurig, snel op tempo komend elftal. En het komende duel met FC Twente. Ook al een jonge ploeg. Ze hebben me zelf ver teld gemiddeld nog jonger dan Juventus. Maar.... Twente heeft geen Haller en ook geen Anastasi. En daarom gaan we winnen'. De training van Juventus, vlak bij het Stadio Comunale accommodatie voor 71.800 toeschouwers) is dagelijks een trekpleister voor jong en oud. Armano Picchi tenslotte: 'Ju ventus is niet alleen de fi nancieel machtigste, maar ook de populairste club in Italië'. Iedereen leeft met ons mee En zeker de fabrieksarbeiders bij Fiat. Mensen die stuk voor stuk de kans lopen om eens in hun leven gratis met hun elftal mee te reizen. Voor ie dere uitwedstrijd worden na melijk zo'n 30 reizen onder de supporters verloot. Pietro Anastasi (hier op archieffoto links in duel met Wolfgang Overath) zag in een paar jaar tijds zijn markt waarde stijgen van 200.000 gulden tot 4 miljoen. Hij is de man van wie trainer Grosso zegt„Hij is beter dan Gianni Rivera en Luigi Riva. Sterker nog. Hij is Riva en Rivera in één persoon!" meerd worden. We nemen geen enkel risico. We hebben tenslotte een keer een boots man levend uiit zee gevist, die volgens datzelfde gra fiekje al vele uren dood had moeten zijn. Het gaat nooit volgens het boekje...". Die zelfde woorden had een uur eerder ook kapitein-luitenant ter zee (vlieger) jhr. A. W. v. d. Brandeler al gebezigd toen hij het had over vreem de complicaties die telkens bij elke operatie opduiken. Op papier zo toont hij aan ligt de hele zaak prachtig vast. Het alarme ringssysteem is tot in details vastgelegd in waterdichte procedures. Technisch en or ganisatorisch gesproken zijn ook de verbindingsprocedu res puntgaat. Regelmatige oefeningen houden de be manningen en zenuwcentra van de opsporings- en red dingsdienst OSRD op peil en schaven de toch al voor beeldig uitgewerkte interna tionale samenwerking bij. Daar komt nog bij dat aan juist deze taak met volle overgave wordt gewerkt, ook al gaat het er nogal eens ruig toe. „Ik hoor over dit soort werk nooit iemand kan keren en dat wil wel wat zeggen", zegt overste Van de Brandeler die als hoofd vliegdienst de dagelijkse lei ding over de OSRD heeft. „Het is een plezierige, dank bare, positieve vredestaak. Wel zwaar dikwijls of frus trerend indien blijkt dat we opgestegen zijn omdat de een of andere lolbroek het lexxk vond vuurpijlen af te steken". Maar: „Het gaat nooit volgens het boekje", 't Reddingsapparaat mag nog zo gesmeerd lopen, in eerste instantie is men meestal af hankelijk van menselijke waarnemingen, die zijn bij na altijd uiterst vaag, ver warrend of elkaar tegenspre kend, veel tijd voor het ve rifiëren van dergelijke mel dingen gunt men zich niet. Als een spin jn zijn web van draadloze verbindingen ze telt de officier-operaties van de marinebasis in zijn gla zen operations-room". Hij onderhoudt directe verbindin gen met Scheveningen-Radio. de (particuliere) reddings- maatschappijen, de civiele en militaire luehtverkeers- centra, de luchtmacht, K L M-Noordzee, helikopters, booreilanden, de Rijkspolitie, de kustwacht, enz., enz. Het zijn tegelijkertijd zijn infor manten en indien nodig zijn assistenten. Binnen 20 minuten na alarm kan het parate toestel opstijgen. Al leen 's nachts kaïn het een minuut of tien langer duren. Maar in de praktijk zijn zo wel overdag als 's nachts wel snellere tijden gemaakt. Waarom altijd vleugelvlieg tuigen eerste de lucht in? Waarom niet meteen de veel „handiger" helikopters er op uitgestuurd? Overste Van de Brandeler: „Helikopters zijn niet onder alle omstandighe den even „handig". Onze Neptunes en Trackers zijn vliegende radiostations. Ik wil bij zo'n operatie beschik ken over een stabiele waar neming, beoordelings- en co- ordinatieplatform. Een Nep tune kan vliegtuigen „ho- men". Dat wil zeggen dat eventuele helikopters him na- vigatieapparatuur kunnen afstemmen op de boven de plaats des onheils cirkelende Neptune. De Neptune kan bo vendien ook schepen oproe pen en dirigeren en verder met alle mogelijke betrokken organisaties en diensten rechtstreeks praten. Tenslot te kunnen Neptunes en Trackers ook nog daadwer kelijk aan reddingswerk deelnemen door rubber boten uit te werpen". Toch zijn 't de helikopters die vaak voor het spektakel zorgen. Zoals in die barre avond enkele maanden geleden, toen twee hengelaars van een strekdam in het Botlekgebied werden gehaald. In het donker en bij slecht weer. Luitenant ter zeer eerste klas J. Bezemer, commandant van de no. 7 helikopter-squadron: „Eigen lijk zijn de helikopters hele maal niet bedoeld voor nach telijke operaties in slecht weer. Maar soms is er geen andere oplossing en dan doen we het maar". De bemanning houdt zich dan vast aan een paar instru menten en de schijnwerpers aan de onderzijde van de romp. Dat wil overigens niet zeggen dat men er op uit is roekeloze huzarenstukjes uit te halen ten behoeve van de publieke sensatiezucht. Toen op vrijdag 15 januari 't eer ste vliegtuig opsteeg, op zoek naar de Breskens-16, was het mistig in het Kanaal. Zo'n vliegtuig vliegt in het zoekgebied op zeer geringe hoogte. Al na een half uur werd het teruggeroepen. Niet alleen omdat de piloot meldde dat hij geen hand voor de ogen zag en het ge vaar liep tegen 'n scheeps mast te botsen, maar ook omdat inmiddels het vlieg kamp Valkenburg zelf in 'n steeds dichtere mist kwam te zitten. Het xverd tenslotte 'n hele toer het toestel weer veilig op het beton te krij gen. Men kan zich voorstel len hoe deze marine-vliegers zich voelen als ze zijn beet genomen door lieden die in dolle feestvreugde of gewoon omdat ze niet goed snik schijnen te zijn, vuurpijlen hebben afgestoken. Zoiets gebeurde nog in de nacht van 22 op 23 december. Maar een vuurpijl betekent officieel althans gevaar en dus stijgt de Neptune op. Geen risico... Men is op het vliegkamp Valkenburg al dikwijls genoeg voor niets in actie gekomen en men is er Herman Heijerman's verwijt 'de vis wordt duur betaald' doet nog steeds opgeld, leder jaar opnieuw keren vissersschepen niet terug in hun thuishaven. De laatste in deze nooit eindigende rij is tot nu toe de Breskens-16, die met man en muis is vergaan. De opsporing kwam te laat op gang. Te laat voor de altijd paraat zijnde Neptune-opsporingsvliegtuigen, die desondanks altijd vliegen. 'We nemen geen enkel risico' zeggen ze dan, hoewel de praktijk heeft uitgewezen, dat zeker in de wintermaanden een verblijf in het ijskoude zeewater niet langer dan zo'n drie kwartier tot 2,5 uur kan duren. Het zoeken was dan ook te vergeefs. Maar ondertussen gaat het leven door. Ook in de thuishaven van het ongeluksschip waar collega-vissers al weer bezig zijn met de netten voor de uolgende uisuanyst.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 31