Stoppen met roken:
een gevecht met jezelf
Zaterdagbijlage van 23 januari 1971
Wanneer Uw klachten wat minder
ernstig zijn maar wanneer U toch
een pakje sigaretten per dag rookt,
probeer dit verhaal dan toch maar uit te lezen.
Hoesten en het gevoel hebben dat de
Iongen naar buiten willen.
Opstaan met een hoofd vol speldeprikken.
Weten dat het allemaal van het
roken komt, waaraan je hopeloos
verslaafd bent.
Ademhalen en horen dat de lucht
met een piepje naar binnenkomt.
/-.v.-
6 Stop ermee op het
luiste moment.
Het juiste moment moet
zorgvuldig gekozen worden.
Velen verklaarden me voor
gek toen ik aankondigde dat
ik met roken zou stoppen op
mijn eerste vakantiedag.
„Je verpest je vakantie,
man", zeiden ze. Dat viiel
best mee. Vakantie haalt je
uit de sleur van alledag. Je
hebt veel afleiding. Je ont
komt aan de loerende houdt-
ie-het-vol-blikken van colle
ga's op je werk. Het was
een veertiendaagse vakantie
aan zee. In Zoutelande. Met
mijn vrouw, m'n broer en
m'n schoonzusje. Een fijne
vakantie ondanks dat voort
durend knagende gevoel van
binnen, dat enorme verlan
gen naar een sigaret.
7 Zorg voor een alter
natief in de eerste
weken.
Er is iets nodig om dat ver
schrikkelijk lege gevoel van
binnen te compenseren.
Soms ga je tegen het plafond
van ellende. Mijn alternatief
was een klein, fris, plat
snoepje, verpakt in papier.
Ik heb er die eerste weken
kilo's van naar binnen ge
werkt. Na verloop van tijd
moet je wel minderen an
ders hou je van de hele af
faire nog een flinke snoeplust
over ook.
Tijdens die vakantie in Zou
telande heb ik een keer,
op de derde of vierde dag
voor een beslissende crisis
gestaan. In het holst van de
nacht stapte ik uit bed, pik
te een sigaret en lucifers
van het nachtkastje van mijn
broer en sloop naar het toi
let. De snoepjes, die ik in
mijn pyamazak had zitten,
hebben me in dat kleine hok
je toen gered. Ik heb de siga
ret doorgespoeld.
8 Hou vol, hou vol 1
Je moet er wel een beetje
wilskracht en doorzettings
vermogen tegenaan gooien
om de eindstreep te halen.
Van het roken afraken is
niet een kwestie van een
paar maanden. Het koet je
minimaal een jaar. Het gaart
ongeveer als volgt;
de eerste twee weken zijn
zonder meer ellendig. Je
komt voortdurend in verlei
ding. Je hebt de neiging oom
in een slecht humeur te ra
ken. Je hebt mensen nodig
die je daarover heen helpen.
Je verdient extra aandacht.
Zodra die aandacht of aflei
ding wegvalt spookt er maar
een gedachte door je
hoofd: „Ik wil een sigaret,
ik wil een sigaret"
dan volgen twee uiterma
te moeilijke weken. De
grootste crisis is voorbij
maar je hele wezen vraagt
voortdurend om een sigaret.
Dit zijn weken, waarin je
nog volop morele steun no
dig hebt van huisgenoten en
vrienden;
de tweede en derde maand
zijn nog erg moeilijk. Je
büjft aan jezelf twijfelen. Je
lichaam hunkert nog steeds
naar een sigaret. Er is geen
intrigerender gebaar denk
baar dan het opsteken van
een sigaret. Geen heerlijker
geur dan siganettegeur;
hierna komen drie verve
lende maaraden. Je hebt nog
steeds trek in een sigaretje.
Dit is de periode dat veel
collega's of kennissen je
pootje proberen te lappen.
„Och joh, steek er toch een
tje op. Het iis zo gezellig".
Laat je niet verleiden. De
strijd is zo goed als gestre
den. Het is nu alleen nog
maar een kwestie van vol
houden;
vervolgens zes maanden,
waarin aanvankelijk heim
wee naar de sigaret de bo
ventoon voert maar waarin
de verslaving toch duidelijk
overwonnen is en waarin je
voor het eerst iets begint te
merken van een betere licha
melijke conditie;
na een jaar is er geen
centje pijn meer;
o na anderhalf jaar ben je
zover dat je een hekel be
gint te krijgen aan sigarette-
lucht. Dan is roken voor je
geworden wat het in werke
lijkheid ook is; een vieze,
dure, ongezonde, stinkende
aangelegenheid.
Vraagt u wat voor nut het
allemaal heeft gehad?
Heel eenvoudig. Ik piep niet
meer als ik ademhaal. Er
zijn geen prikken meer in
m'n hoofd als ik opsta. Ik ga
met een stevig ontbijt achter
de kiezen naar de krant.
Door niet meer te roken heb
ik mezelf een aardige opslag
gegeven. Ik heb het gevoel
dat ik met m'n 36 jaar in
een uitstekende lichamelijke
conditie verkeer.
door F. De Ligt
Keer op keer proberen
van het roken af te komen.
Elke nieuwe dag de eerste
sigaret een half uurtje la
ter. Je komt een eind,
maar gaat tenslotte onver
biddelijk door de knieën.
Dan de geweldige kracht
toer om er radikaal mee te
stoppen: een dag, een
week, een maand mis
schien. En dan toch weer
hopeloos door de knieën.
Een hekel aan jezelf
krijgen omdat je zo'n slap
peling bent, die niet eens
de baas over zichzelf kan
zijn. Het hopeloze gevoel
hebben dat het je nooit zal
lukken van het roken af te
komen. Je troosten met de
gedachte dat miljoenen
mensen óók niet van de ta
bak kunnen afblijven. Zeg
gen dat het toch eigenlijk
niet zo verschrikkelijk erg
is wanneer je een paar jaar
eerder dood gaat. Weten
dat je jezelf aan het bedu
velen bent wanneer je dit
zegt.
Herkent u het nog steeds
Bravo. Dan bent u nu waar-
schijnlijk even verslaafd aan
hef roken als ik dertien jaar
geleden was. Dan kunnen we
met elkaar praten. Dan moet
u dit verhaal toch maar uit-
jezen. Want ik ga u vertel
len dat het me destijds
toch gelukt is. Dat ik de
ze week niet wakker heb ge
legen van het bericht dat elk
jaar ongeveer 10.000 Neder
landers doodgaan aan de ge
volgen van het roken. Want
ik heb dart cylindervormige,
sfeer scheppende, zenuw-
stillende, aromatische, lek
kere, onmisbare ding uitein
delijk toch klein gekregen.
Ik kan hem al lang niet meer
zien, word er in de letterlij
ke zin van het woord onpas
selijk van. En ik ben onbe
scheiden genoeg om op dite
grote overwinning op dat
kleine ding tot op de dag
van vandaag trots te zijn.
Ik herinner me niet dait ie
mand mij ernstig gewaar
schuwd heeft tegen het ro
ken toen dat eigenlijk wel
had moeten gebeuren. Dat
was in de tweede klas van
de h.b.s. Ik was dertien. Je
zag oudere jongens roken en
je wilde de grote bink uit
hangen. Van mijn eerste si
garet heb ik, zoals het klas
sieke verhaal voorschrijft,
geen bruine broek overge
houden. Ik was wel nieuws
gierig genoeg om van meet
af aan, zij het in eerste in
stantie erg voorzichtig, over
de tere, nog volop in ontwik
keling zijnde tongetjes te ro
ken.
Wij rookten niet stiekem.
Dat was niet nodig. Op
straat zei niemand er wat
van. We rookten wel effici
ent. In 1947 hadden de mees
te jongelui nog niet zoveel
zakgeld. De een schooide een
vloeitje. De ander stal wat
tabak van z'n vader. Dan
had je weer een sjekkie. Je
rookte hem samen op. Ik
herinner me dat we vaak
met z'n drieën, vrienden on
der elkaar, aan een en het
zelfde sigaretje trokken. Om
beurten een trekje. Als we
hem niet meer vast konden
houden werd de peuk op een
speld geprikt. Er werd net zo
lang aan die peuk gezogen
tot er helemaal geen peuk
meer was. Je brandde alle
drie je lippen. Dat gaf niet.
Een prettig gevoel van ver
bondenheid overheerste de
situatie.
U weet hoe het verder gaat.
Eerst een of twee sigaretjes
per week. Dan een siga
retje per dag. Vijf per dag.
Tien per dag. Elk uur een si
garetje. Elk half uur. Een si
garet vlak voor het slapen.
Een sigairet als ontbijt. Zon
der sigaretten kun je niet
goed werken. Geen gesprek
zonder sigaretten. Geen
sfeer zonder sigarettenrook.
Geen leven zonder siga
ret. De sigaret beheerst je
doen en laten. De nicotine
vreet zich naar binnen, zet
zich vast, neemt bezit van
je-
Toen ik tien jaar had ge
rookt was ik totaal ver
slaafd. Op mijn 23e zat er al
een fluitje in mijn luchtpij
pen als ik diep inhaleerde.
Op het hockey-veld hijgde ik
als een paard, kon in de
tweede helft van een wed
strijd nauwelijks meekomen.
Ik werd wakker met 'n zwa
re tinteling in het hoofd. Een
soort rokerskater. Als ik een
sigaret opstak voelde ik me
weer beter. Nicotine als me
dicijn.
Er was dus alle reden om er
mee te stoppen.
Ik had al van alles gepro
beerd, van een onthoudings
programma in fasen tot een
gorgeldrankje toe. Niets
hielp. Dat het tenslotte toch
gelukt is met het roken te
stoppen, is, achteraf analyse
rend, aan een groot aantal
factoren te danken geweest.
Ik ga proberen die factoren
in een soort handleiding sa
men té vatten. Misschien
hebt u er wat aan.
1 Maak je zelf niets
wijs
Roken is echt slecht voor de
gezondheid. Ook zonder siga
ret kun je normaal leven. Je
kunt je zenuwen ook zonder
sigaret de baas. Als je een
maal van de sigaret af bent
weet je nog best een natuur
lijke houding voor je handen
te vinden. Toen ik nog rookte
dacht ik dat ik zander de
inspiratie' van een sigaret
geen goed verslag kon
schrijven. Lariekoek. Ik
schrijf niet slechter dan toen
ik 22 was.
2 Zoek een geweldige
stimulans om van 't
roken af te komen.
Die stimulans mag gezonde
eigenliefde zijn. Niemand zal
u voor egoïst uitmaken om
dat u langer wilt leven.
Die stimulans kan een an
der zijn. Je verloofde. Je
man. Je vrouw. Je kinderen.
Ik was destijds verloofd.
Mijn vrouw rookte niet. Hoe
wel ze me nooit verwijten
maakte, wist ik dat ze het
afschuwelijk vond dat ik
kettingrokend door het leven
ging. Een keer zei ze:
„Wat jammer dat je rookt.
Het is zo verschrikkelijk
slecht voor je". Die avond
besloot ik hoe dan ook met
roken te stoppen. Ik deed het
voor haar. Zij was mijn sti
mulans.
3 Denk, als je er ge
voelig voor bent,
aan de financiële
voordelen.
Wanneer man en vrouw ie
der een pakje per dag ro
ken kost het ze per jaar een
kleine 1300. Die kunnen
niet van de belastingen wor
den afgetrokken.
Wat op den duur ook aardig
aan de portemonnee gaat
knagen is het veelvuldig
wassen van vitrage en gor
dijnen en het regelmatig op
nieuw witten en behangen.
4 Probeer ,dc weg
terug' bij voorbaat
af te snijden.
Dat is mij gelukt door aan
iedereen die ik kende te ver
tellen dat ik met roken zou
ophouden. Ik zei erbij dat
het mij niet de minste moei
te zou kosten. Ik zei het zelf
verzekerd en zelfbewust. Ik
schiep een situatie waarin 't
onmogelijk was terug te
krabbelen zonder aanzienlijk
gezichtsverlies. Het was
mijn trots, die mij op menig
kritiek moment op de been
hield.
5 Stop ermee van het
ene moment op het
andere.
Zachte heelmeesters maken
stinkende wonden. Gebruik
een paardemiddel. Al die
langzaam-aan-acties zijn
niks gedaan. Rook je laatste
sigaret alleen. Geniet
ervan. Maak er een ritueel
van. Schiet je laatste peuk
de bonkere avondlucht in. En
wanneer hij vonken-spattend
de aarde raakt, zeg dan:
„Ziezo, dat was dat".