ME-poll met verrassingen Hoe run ik een Big Band? NOG EVEN EN JE HEBT WEER VAKANTIE jargon (II) PAUSSCHAP EN MACHT kerk[ wij nul I7TT9 Christendom meer dan engagement Moraliseren jongeren pagina Soorten dr. corn, verhoeven eindredactie hans maas ZATERDAG 23 JANUARI 1971 degene die van dansen houdt graag dancings bezoekt en ook drinkt, iemand die zich wil uitleven zal van beatfeesten houden en zo ontstaat een complex van voorkeuren die bij de erotisch- a-vontuurlijk ingestelde toerist past. De cultuurmens houdt van kastelen, toto's maken, wandelingen, volks dansen, goede boeken en tochtjes maken. Meisjes tonen iets meer interesse voor natuur en cultuur. Schoolgaande jongeren houden meer van concerten en internationale werkkampen dan werkende jongeren. Er bestaat nauwelijks samen hang tussen de twee vakantiestijlen en de houding tegenover jeugdherbergen. Het erotisch- avontuurlijke type is duidelijk in de meerderheid tegenover het culturele type. De ideale vakantie voor de jongeren ligt, volgens de enquête van de Nederlandse Jeugdherberg Centrale, in buiten landse reizen, aan het strand of de zee, meit de auto of op de brommer. HET wordt tijd om aan de vakantie te gaan denken, tenminste als je van plan bent afspraken te gaan maken en niet gewoon te doen waar je zin in hebt. Want als je iets wilt bespreken moet je het nu langzamerhand doen wil je het gevaar dat anderen je te ving af zijn ontlopen. Er zijn verschillende mogelijkheden want het reizen naar het buitenland is zo gek duur niet meer, tenminste met jeugdreizen. Er zijn verschillende grote organisatie bureaus die extra jeugdgidsen uit geven en gespecialiseerd in jeugdreizen ROY (bekend uit de schoolagenda's). Het voordeel van dit bureau is dat je altijd onder jongeren bent. Jeugdgidsen van andere bureaus kun je in elk boekingskantoor gratis krijgen. Voor een kleine 400 gulden kun je tiaar Spanje dat ondanks oproepen van anti-Franco bewegingen nog org in trek blijkt), naar de Italiaanse Rivièra, naar IN ROOSENDAAL zijn achttien jongens met een uniek experiment bezig. Al een paar maanden proberen ze nu een echte Big Band van de grond te tillen. Ondanks het feit dat het zeer moeilijk is om optredens te versieren (zaaleigenaren zien er weinig in of willen althans haast niets betalen) blijven ze enthousiast. Het intiatief werd genomen door de bekende jazzmusicus Jack van Poll. „Ach, het is gewoon een ontzettend toffe boel, als we repeteren. Het is alleen zo jammer dat we weinig meer doen dan repeteren". Vorig weekend trad Poli's Big Band bij wijze van proef op in het Hijgend Hert te Breda. Het succes was echter groot genoeg om herhaald te worden. Jack van Poll pro beert nu te regelen om in ieder geval één keer in de Joegoslavië en naar Oostenrijk. Per vliegtuig. Je kunt ook per toeringcar of trein. Vorig jaar is Christoffel reizen met een avontuurtje begonnen dat zij dit jaar handhaven. Het zijn de zogenaamde Geluksreizen. Je geeft op welke weekend je af wil reizen Twee weken voor je vertrek krijg je dan bericht waar de reis naar toe gaat. (Dat is in elk geval of Spanje Italië of Joegoslavië). Het reisbureau heeft hierdoor ■speling in de boeking en kan wat korting geven. Voor binnem- tanders heeft het Nationaal Bureau voor Toerisme een aantal trippertjes en vergeet ook de tienertrips van de spoorwegen niet. Wil je jeugdherbergen langs informeer of sluit jezeH aan bij de Nederlandse jeugdherberg Centrale (N.J.H.C. En dan bestaat er ook nog de mogelijkheid om aan diverse kampen deel te nemen. De meeste mogelijkheden op dit gebied bestaan in eigen land. Het goedkoopst ben je uit als je gebruik maakt van de maand in het Hert op te treden. ,Dat zou een mooi begin zijn. Het komt de inspiratie ten goede als je met een publiek speelt." De sound van het orkest klinkt erg professioneel. Er zitten dan ook nogal wat jongens in die hun sporen reeds in kleiner verband in de jazz verdient hebben (Jopie Hendriks, Charles Green, Alfred Smid). Opvallend is de grote vrijheid die de musici genieten tijdens het spelen. Minder als bij de andere Big Bands er is er in Nederland trouwens maar ééri, die dan nog bestaat uit mensen die heel af en toe als ze toevallig even tijd hebben tussen hun schnabbels door bij elkaar komen, we bedoelen inderdaad de mannen van Boy Edgar), minder als bij andere Big Bands dus, worden er strakke lijnen gelegd. Het service die de Stichting Kampen en Reizen VJCJ geeft. Het schommelt allemaal zo'n beetje rond de honderd gulden per week. De keus is groot: Tenten woudlopers werk sport, film ruiter, zeil kano en enkele buitenlandkampen, Nu we het toch over vakantie hebben is het interessant even een onderzoek te vermelden, dat drs. S. van den Berg voor de N.J.H.C. heeft ingesteld naar jeugdherbergen en haar bezoekers. De conclusie hieruit luidt dat er twee soorten jeugdige vakantiegangers zijn. Je kunt spreken van de erotisch avontuur lijke en van de culturele vakantieganger. In het eerst geval ligt het accent op activiteiten als dansen en jezelf uitleven, in het tweede geval domineert de belangstelling voor cultuur en natuur. In dte praktijk betekent dit, dat geheel komt bijzonder fris' en vrolijk over het voetlicht. Jack van Poll: „De moeilijkheid is alleen dat er niet aan geld te komen is voor zo iets. CRM laat je barsten, sponsors blijven voorlopig nog op de vlakte en optredens zijn haast niet te regelen, omdat met de gage niet eens de reiskosten betaald kunnen worden". Het is voor ons zelfs niet mogelijk om aan het Loosdrecfot Jazeconcouis mee te doen, omdat ze daar maar een vergoeding geven voor formaties van acht en minder personen. Maar goed, we blijven natuurlijk nog wel eventjes proberen". De gemiddelde leeftijd van het orkest is ongeveer 24 jaar. Iedereen heeft een muzikale opleiding. De leden komen uit Roosendaal en verre omstreken. DE uitslagen van de Muziek Expres Poll 1970 geven enkele verrassende resultaten en verschui vingen te zien, die in tegenstelling tot de verkiezingen in de voor gaande jaren. De rubricering was aanmerkelijk uitgebreider dan in andere jaren, zodat ook een juister beeld van de populariteitsgraad van de verschillende artiesten kon worden verkregen. De ME Poll '70 wordt gepubliceerd in het februari-nummer van dit maand blad, dat momenteel in een oplage van 365.000 exemplaren verschijnt. De Haagse popgroep Golden Earring is duidelijk favoriet van de ME-lezers. De groep eindigde nummer één in de afdeling popgroepen en livegroepen; hun nummer „Back home" werd uitge roepen tot beste single; hun lp „Golden Earring" tot beste lp; terwijl solo-zanger Barry Hay tot favoriete zanger werd gekozen, waarmee hij Boudewijn de Groot van de eerste plaats verdreef. Hij werd nu derde, Ben Cramer werd tweede. Bonny St. Claire verdreef Bojoura, nu zesde, van de eerste plaats in het rijtje van favoriete zangeressen. Liesbefih List werd tweede, Mariska Veres (van Shocking Blue) derde. Haar groep eindigde na Golden Earring als tweede in de afdeling pop groepen, The Cats werden derde, Ekseption vierde. Brainbox eindigde overtuigend als eerste in de afdeling underground groep. Cuby en The Blizzards is de favoriete bluesgroep. Radio Veronica is nog steeds favoriet bij de ME-lezers. Met 88,3% van de stemmen slaat de piraat Hilversum 3, dat 10,5 baalde. Veronica's Top 40 eindigde één in die categorie radio programma's, terwjjl Veronica's disc Jockey Lex Harding eveneens als eerste eindigde. Troost voor de Hilversumse omroepen is dat het „slechtste radioprogramma" ook van Veronica afkomstig is. De gelukkige werd Frans Ndenhuys met z'n „Men vraagt en wij draaien". Wat televisieprogramma's be treft, werd de AVRO's Toppop nummer een en daarna respec tievelijk Piknik (VPRO), Eddy Ready Go (NCRV), Hadimassa (VARA), Tot de dood ons scheidt (KRO) en Een avond aan zee (AVRO). Het rijtje van de slechtste tv-programma's ziet er als volgt uit: Gert Hermien Show (AVRO), Eddy Ready Go (NCRV), Toppop (AVRO), MIK (KRO), Voor de vuist weg (AVRO), Jam (TROS) en De Woefs en de Lamaars (NOS). Willem Duys is opnieuw de tv-persoonlij'k'heid die het meeste indruk heeft gemaakt. Daarna volgen Mies Bouman, Henk Terlingen, Eddy Becker, Willem Nijholt en Ad Visser. De favoriete buitenlandse ar tiesten zijn Melanie (Zangeres), Joe Cocker (zanger), The Who (popgroep), Iron Butterfly (under ground groep), John Mayall (bluesgroep), Jimi Hendrix (musicus van het jaar), Lennon/Mc Cartney (componist van het jaar), David Frost (tv-persoonlijkheid). Brigitte Bardot (filmster) en Robert Wagner (filmster). Woodstok wordt beschouwd als de beste lp van het jaar, „In the summertime" als beste single. ALS er één kring is waar een afwijkend jargon gebruikt wordt dan is het wel de kring van dienstplichtige militairen. Woorden en uitdrukkingen die in dienst gebruikt worden zijn niet alleen vaak sappig, plastisch, zelfgemaakt en typerend voor het milieu (dus bij uitstek geschikt voor ons al ternatieve woordenlijstje), maar helaas ook vaak niet voor reproductie in een krant te gebruiken. Ondanks dat laatste kunnen we toch al vast een poging wagcr eer paar woorden en uitdrukkingen te inventariseren. (Er zijn er nog honderden meer, en er zullen er ook wel een stelletje verloren gegaan zijn,; dus, fillers, ouwe stompen en burgers stuur die hele sjitboel maar op). HAP betekent zoveel als LICHTING LICHTING betekent zoveel als jongens die op dezelfde dag zijn opgekomen. HAP is iets ruimer van betekenis dan LICHTING, wordt vaak gebruikt in de samenstelling SLAPPE HAP. F1-.LER betekent zoveel als MOOIE NIEUWE, MOOIE NIEUWE betekend zoveel als pas opgekomen dienstplichtige, (ook FILLIE, een FILLER stinkt altijd naar de fourier). OUWE STOMP of gewoon OUWE is na de burger de hoogste rang. (Artikel één: DE OUWE heeft altijd gelijk. Artikel twee: Als de OUWE niet gelijk heeft wordt verwezen naar artikel één). Het is in dienst gebruikelijk dat wanneer een FILLER voor de eerste keer een OUWE ziet hij dit aan zijn moeder schrijft. (wordt vervolgd') (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG „Velen in de rooms-katholieke kerk worden er zich van bewust dat het pausschap, dat oorspronkelijk, het dienstwerk van Petrus is geweest, zich is gaan ontwikkelen tot een macht en dan heeft dat woord een wereldse klank en is het gekleurd naar de rechts kundige zijde. Men heeft de attribu ten van een vorst naar wereldlijk model aangebracht.'Dit zei prof. dr. J.F, Lecrauwaet, hoogleraar te Tilburg, deze week tijdens een open discussiebijeenkomst die in de Haagse Grote Kerk in het kader van de „week der gebeden" voor de eenheid van de christenen is gehou den met als thema „Pausschap en oecumene". Het gesprek was georganiseerd door de Haagse gemeenschap van kerken. Prof. Lecrauwaet, die hoog leraar in de dogmatische theologie w. bracht bezwaren van het paus schap naar voren. Hij noemde het het grote struikelblok voor de oecu mene. In de geschiedenis van de rooms-katholieke kerk is de serene gestalte van die paus als herder voor de eenheid vertroebeld. Niet alleen werd de paus een meer wereldlijke figuur, iets wat ook gestalte kreeg in de houding tegenover de paus, maar bovendien vond er door de intensivering van de macht van de paus een centralisa tie van die macht plaats, die geleid heeft tot schade aan de eigen ver antwoordelijkheid van de bisschop pen. Het evenwicht in de kerk werd erdoor vermindered, aldus prof. Le crauwaet. Hij betoogde dat deze situatie voor een groot deel begrijpelijk was, gezien de invloed van Rome, die stad van de paus, in Europa als centrum gehad heeft en gezien de reformatie in de 16e eeuw. Als reac tie op de verdeeldheid die er toen was, koos de rooms-katholieke kerk voor een bevordering van de centra lisatie. „Na de noodtoestand is men echter vergeten die centralisatie weer op te heffen". Prof. Lescrauwaet verklaarde on danks deze bezwaren toch vast te blijven houden aan het pausschap: De rk-kerk is een pauselijke kerk. Hij merkte daarbij op, dat -er wel andere verwachtingen groeien over het pauselijk ambt: dat de paus een dienstdrager is met handelingsbe- voegheid, en dat er een conciliaire samenspraak moet zijn. Prof. dr. A. J. Bronkhorst, hoogle raar in de theologie aan de rijksuni versiteit in Utrecht en voorheen predikant bij de Haagse hervormde gemeente, ging in op de voordelen van het pausschap. Het pausschap heeft beter dan de reformatorische structuren kunnen bijdragen tot een eenheid in de r'k-kerik. Het paus schap heeft de vrijheid van de rk- kerk in stand weten te houden. Bo vendien heeft het pausdom veel be tekend voor het apostolaat. Veel pausen hebben de rk-godsdienst ge bracht aan mensen die het nog niet kenden: de rk-missiearbeid is eeu wen ouder dan deprotestantse zen ding. Als laatste voordeel van het paus schap noemde prof. Bronkhorst het feit, dat door de centrale plaats, die het pausschap heeft, er vele moge lijkheden geboden werden voor een vernieuwing van de kerk. Hij noem-' de in dit opzicht o.a. het werk van paus Johannes de 23ste. Hierna zette de hoogleraar uiteen, dat hij toch niet overtuigd kon zijn van het pausschap. Hij zag niet in dat de functie van de paus zo groot en belangrijk was, dat daardoor de geestelijke vrijheid van een ander kon worden aangetast. „Laten wij de positieve punten van het paus schap aanvaarden en de negatieve verwerpen. Dan zou er te praten zijn. Maar dat mag ik niet. Ik weet zeker, dat ik toch geroepen wordt tot onderwerping". WAT HEEFT DIETRICH BON HOEFFER bedoeld toen hij in zijn gevangeniscel piekerde over de toekomst van het christendom en al tastende een aantal gedachten, ontwikkelde die erop neerkomen, dat het christendom niet langer een godsdienst kan zijn? De tek sten, 'n aantal brieven, zijn zo fragmentarisch dat ze zelf geen afdoend antwoord geven. Ze zijn dan ook op vele wijzen uitgelegd, van strikt rechtzinnig tot in de geest van de God-is-dood-theolo- gie. De kernvraag is: wordt het christendom hier herleid tot een maatschappelijk engagement of heeft het toch nog alles van doen met een persoonlijke God?. Bon- hoeffer zelf was tot op het laatst een man van gebed voor wie de bijbel onverkort het woord van God bleef. Anderzijds is het over duidelijk dat hij zijn publiek en ondergronds verzet tegen het Hit- Ierregime, dat hij met de dood moest bekopen, als geloofszaak be schouwde. Al in 1936 schreef hij dat men niet tegelijk vóór het evangelie en vóór Hitier kan kie zen. Het boeiende in hem is, dat geloof en werkelijkheidszin elkaar niet uitsluiten, integendeel juist zeer nauw verweven blijken. En daar gaat het hem ook om als hij droomt van een niet-godsdienstig christendom. Hij zet zich af tegen een wijze van gelovig-zijn die aan de concrete werkelijkheid voorhij doet leven. Voor hem houdt gelo ven een hartstochtelijke liefde voor de aarde en de mensen in. In een helder geschreven boek poogt Speraa Weiland tot een samenhangende verklaring van de in de brieven verspreide uit spraken te komen. Volgens hem heeft Bonhoeffer onder religie een vvereldontwerp verstaan, waarin naast of achter de werkelijkheid wordt gedacht, waarop de mens betrokken is al zijn eigenlijke be stemming. De vooronderstelling van de reli gie is, dat de mens, boven zich zelf uit, vraagt om een bestaansvervul- ling die hij niet in zijn macht heeft en waarvoor hij op een Ho gere Macht is aangewezen. Bon hoeffer zou die andere werkelijk heid en die niet-aardse vervulling van het mens-zijn doorzien hebben als wensdromen van lieden die niet met de aarde tevreden zijn en een uitweg zoeken om te ontko men aan hun historische verant woordelijkheid. Het christendom heeft zich van deze gedachten niet vrij kunnen houden, maar moet nu pogen zich ervan te ontdoen. Wat dan nog aver God, Christus, de Kerk en de toekomst te zeggen valt, heeft Bonhoeffer niet kunnen uitwerken. Hij had 'er geen taal voor tot zijn beschikking, omdat alle gebruike lijke geloofswoorden onmiddellijk de twee werkelijkheden oproepen. Spema Weiland probeert hier Bon hoeffer aan te vullen, en ontwerpt een schets van het geloof als het doen van de waarheid: er-zijn- voor-anderen, een door het voor beeld van Christus geïnspireerde wijze van handelen midden in de wereld. Er zit zeer veel gedachtengoed van Bonhoeffer in, maar is het zijn hele gedachte? Spema Weiland interpreteert Bonhoeffer sterk vanuit een filoso- fie die zich geheel binnen de hori zon van de wereld beweegt. Die filosofie is op het ogenblik in Onze cultuur overheersend. Bonhoeffer fundeert echter de verantwoorde lijkheid voor de wereld niet op een filosofie maar op het evange lie. In Christus heeft God zich met de wereld vereenzelvigd. Daarom wordt de gelovige naar de wereld verwezen en kan hij alleen daar God vinden. Maar dit wil niet zeggen dat men niet meer tot een persoonlijke God bidden kan. Bonhoeffer wijst ieder gering schatten van de aarde af, maar hij is biddend gestorven. Zijn laatste woorden waren dat dit einde voor- hem een nieuw begin betekende.- Misschien geeft een zin uit de brief van 5 dec. 1943 nog het best zijn gedachte weer: „Alleen wan neer men het leven en de aarde zo liefheeft, dat met haar alles verlo ren en ten einde schijnt te zijn, mag men geloven aan een opstan ding van de doden en een nieuwe wereld".DRS. R. V.D. HEUVEL OSB Dr. J. Spema Weiland, Het einde van de religie. Verder op het spoor van Bonhoeffer. Het Wereld venster, Baam 1970. Moraliseren is een hachelijke zaak. Een van de redenen daarvan is dat degene die moraliseert de schijn wekt wat al te naief om te sprin gen met feiten b.v. door te doen alsof die weinig te betekenen zon den hebben of gemakkelijk te ver anderen zouden zijn. Hij praat dan in een luchtledig, terwijl daarbuiten alles zijn gewone gang blijft gaan. Of: hi] plaatst zich in een centrum vanwaaruit hij richtlijnen geeft aan anderen, terwijl hij zich zelf daar aan schijnt te onttrekken. Al morali serende ondergraaft hij de moraal die hij spreekt. Het licht dat hij bij zichzelf aanwezig acht, veronder stelt hij afwezig bij de ander- Ik geloof daarom dat het in veel opzichten interessanter en vrucht baarder is de manier te bestuderen waarop gemoraliseerd wordt dan zich te verdiepen in de inhoud van de boodschap. Als de verkondiging van die boodschap leidt tot een ge drag dat daarmee in strijd is, kan de fout liggen in de boodschap zelf of in de verkondiging ervan. Ligt ze in de boodschap zelf dan is die immo reel. Ik laat deze mogelijkheid hier buiten beschouwing en beperk me tot de verkondiging of de interpre tatie. Er is een grondregel waartegen degene die nadrukkelijk moraliseert, zelf zondigt. En het interessante van- deze regel is, dat hij dit ook tot uitdrukking brengt. Hij is dus een grondregel omdat hij zowel over het handelen als over het verkondigen spreekt. Hij luidt „wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet". Deze spreuk heeft een betrekkelijk geringe inhoud en in spireert waarschijnlijk niet tot grote daden. Consequent doorgedacht zou de ene helft de andere kunnen op heffen of een evenwicht te zien geven, dat met elk willekeurig ge wicht, inclusief nul, te bereiken is. In haar negatieve gedaante sluit zij alleen maar allerlei zaken uit en geeft daarvoor een simpel criterium. Hei „egoïsme" bepaalt de maat van het „altruïsme"De beslissing een ander iets te bespraen wordt geno- men vanuit een ik dat als criterium beschouwd wordt. Zij wordt dus niet aan de ander overgelaten. Ik denk dat dit een goede regel is en dat een altruisme zonder deze beperking iets heel vervelends is. Wanneer namelijk 2de ander beoor deeld wordt aan criteria die voor het ik zelf niet gelden, is de gronds lag gelegd voor allerlei willekeur, waarin het ik zich gedraagt als een uitzondering op de regel. De aange haald spreuk wordt namelijk niet goed verstaan marineer zij alleen maar opgevat wordt als een verbod de ander rechtstreeks kwaad te doen. Hij kan ook wel zo verstaan worden: beschouw een ander niet als een minder zelfstandigminder bewust of minder gevoelig wezen dan uzelf. Of: mensen moeten be schouwd worden als gelijken. Mora liseren betekent meestal: de positie van de meerdere, de wetende inne men. De graad van nobelheid die hierbij aan de dag gelegd wordt, heeft eigenlijk alleen maar een on gunstige invloed op het resultaat. Omdat we zelf niet graag in een positie gebracht worden, waarin we ons tot eeuwige dankbaarheid ver plicht zien, moeten we een ander ook nooit zo'n grote en superieure gunst bewijzen, dat hij in die positie komt. Juist omdat het ik een criteri um is, moet het altruïsme als per soonlijke beslissing afgeremd wor den b.v. tot anonimiteit Een ander voorbeeld is het vol gende. Er wordt tegenwoordig tel kens weer gezegd, dat de vrije tijd toeneemt en een probleem gaat wor den. Persoonlijk ervaar ik bij vrij wel al mijn kennissen dat ze steeds minder vrije tijd hebben; ik vraag mij dus af, voor wie die vrije tijd toeneemt in plaats van in beslag genomen te worden door vergade ringen. Zeker niet voor de sociologen en futurologen die zich dag en nacht met dit probleem bezig houden. Voor wie dan? Ik denk, dat zij denken: voor de massa, voor de mensen die zij niet als gelijken beschouwen. Dat is geen altruïsme. maar een bevoogding. En precies zi> gaat het met studenten die vanuit hun rijke gezin in een fabriek gaan werken, om de arbeiders „bewust" te maken. Zij willen met hun al truïsme niet de gelijken van de arbeiders zijn, maar hun leiders. Zij cijferen zich zelf weg en daarmee het criterium van hun handelingen. Niemand is gebaat bij een weg cij fering waardoor plaats gemankt wordt voor allerlei valse motieven. Wij willen niet dat een ander zich voor ons wegcijfert en we moeten dat dus ook niet doen voor een ander. Aan een nul heeft niemand iets. Hieruit zou geconcludeerd kunnen worden, dat het aangehaalde criteri um niet geldt voor zeldzame en grote daden, maar eerder voor de gewone omgang tussen mensen, voor daden die rechtstreeks bepaald wor den vanuit hun onderlinge relatie. Het criterium minimaliseert sommi ge van onze daden en aspiraties door ze in te passen in de beschikbare communicatie-mogelijkheden tussen het ik en de ander. Mensen leggen elkaar beperkingen op en het is immoreel die te verwaarlozen. Maar tegenover de dingen zijn we weer vrij en belangeloos; zij geven ons meer ruimte voor een beslissende daad. Ik geloof dat dit de geweldige morele betekenis van de zakelijk heid is. Want zij verplaatst de kwesties naar een terrein waar de beslissingen losgekoppeld kunnen worden van willekeur, gunst en ja loezie. Zij maakt verantwoording mogelijk. En het moraliseren mer- bo dig. t CJ

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 21