De laatste kuiper
van Nederland
„Ieder jaar 'n miljoen
om het publiek
tot vleeseten
aan te sporen"
Staal
i%f*
78-JARIGE LAU VAN VEEN:
F. ABMA, VOORZITTER STICHTING VOORLICHTINGS
BUREAU VLEES, VLEESWAREN EN VLEESCONSERVEN:
Wannes
[$1
ROB TOUB
MAAKT
AMUSEME?
MAAR
ONVOLLED
OVERZICIT
Persoon
IfTI EERSTI
f
binnenland
buitenland
Rivaliteit
Visitekaartje
Hoofdschotel
Zoetsappig
Permanent
3 jJ3 gfrirr* -
DINSDAG 5 JANUARI 19
(Van een onzer verslaggevers)
AARLANDERVEEN „Zilveren houtzaagmolen in Rotterdam
wezen halen", zo stond er onlangs op het werkstaatje van de heer Lau
van Veen te lezen. Deze simpele notitie betekende vermoedelijk de
indrukwekkendste dag in het leven van de 78-jarige Nieuwvener, die
reeds vanaf zijn dertiende jaar bij de firma A. Blom te Aarlanderveen
het kuipersvak beoefent. Door het houtvoorlichtingsinstituut werd
hem in de Rotterdamse Doelen tijdens de „Houtdag 1970" de jaarlijkse
ereprijs uitgereikt „wegens veeljarig persoonlijk vakmanschap in
houtambacht en machine-houtbewerking".
Het instituut heeft deze onder
scheiding tevens bedoeld als blijk
van hulde aan het grote aantal oude
re vaklieden, dat in het verleden
onder vaak primitieve omstandighe
den veel heeft bijgedragen aan de
technische vooruitgang van de hout
handel en -industrie.
Lau van Veen is zo'n „ouder
wetse" vakman. Hij is de laatste
van het oude slag kuipers, dat aan
het begin van deze eeuw handen vol
werk had, toen veel boeren nog hun
eigen kaas en boter maakten. Met
Lau van Veen houdt dit unieke am
bacht op te bestaan.
Wanneer hij eerstdaags zijn ge
reedschap opbergt, is een ovalen
houten kuip niet meer te krijgen.
De chemische en zuivelfabrieken
vaste afnemers zullen dan genoe
gen moeten nemen met de ronde
standaardmaten, die alleen nog
maar machinaal worden vervaar
digd.
Toen we hem op de fabriek op
zochten, waren zijn handen juist be
zig zo'n keurige kwaliteitskuip te
fabriceren. Volmondig gaf hij toe
dat hij deze onderscheiding nooit
had verwacht. Sterker nog: hij wist
niet eens van het bestaan ervan. De
heer Van Veen: „Ik dacht eerst, dat
het allemaal maar flauwekul was.
's Maandags tevoren was hier ie
mand geweest om er over te praten,
maar toen geloofde ik er nog niet in.
Vooral niet toen ik hoorde, dat die
prijs in voorgaande jaren alleen
maar aan professoren, architecten en
doctoren was toegekend".
Eenmaal in De Doelen moest Lau
het toch maar geloven. Onder het
oog van 1500 genodigden moest hij
met zijn werkgever, de heer A.
Blom, het podium beklimmen. „Al
voelde ik me helemaal niet op mijn
gemak", aldus de heer Van Veen.
Toch was houtdag 1970 de grootste
dag van zijn leven. „Ik had weieens
een bronzen eremedaille gekregen,
toen ik hier veertig jaar werkte,
maar dit—.... zoiets maak je natuur-
lijk nooit meer mee. Hoeveel foto's
er op die dag wel niet gemaakt
zijn.... ik denk van minstens honderd
duizend".
Er is alle reden te twijfelen aan
de juistheid van deze ruwe schat
ting, maar het aantal kuipen, dat de
heer Van Veen in zijn 65-jarige
ambtscarrière vervaardigde, is in ie
der geval niet mis. Dit aantal is
gewoonweg niet te schatten. Hij
heeft ze in alle soorten en maten
gemaakt. Onverslijtbaar vakwerk,
dat varieerde van kaasvorm tot was
tobbe. In de crisisjaren, toen de
handel een dieptepunt kende, werd
hij meerdere malen aan andere fa
brieken „uitgeleend" om mee te
werken aan de frabicage van ton
nen. En in de tweede wereldoorlog
moet hij in opdracht van de Duit
sers een aantal ovalen houten bad
kuipen maken. Niet stiekum een
gaatje erin geprikt, meneer Van
Veen? De kuiper lacht alleen maar.
Zijn zilveren onderscheiding heeft
veel reacties teweeggebracht. „Ik
kreeg gelukwensen van mensen, die
ik helemaal niet ken. Er kwamen
brieven van een 83-jarige collega uit
Amsterdam, van een architect uit
Alphen, van een professor uit Rot
terdam en zelfs van een 84-jarige
oud-collega, die ik me na heel lang
nadenken weer voor de geest kon
halen.
„Niks doen kan ik niet", zegt hij.
En zijn handen pakken de schaaf
weer op.
De echtelieden zitten gezamenlijk aan de warme maaltijd. De vader des huizes steekt zijn
vork in de mond en informeert uiterst terloops, terwijl hij de doperwtjes tussen de kiezen
fijnmaalt, wat zijn echtgenote in de loop van de ochtend, buiten zijn aanwezigheid, aan huis
houdelijke werkzaamheden heeft verricht. Als uit haar antwoord blijkt, dat zij zich niet
uitsluitend heeft gewijd aan het opmaken van het bed en het reinigen van de vaat, doch ook
een deel van haar tijd heeft besteed aan het doen van inkopen, ontsteekt de heer in gepaste
woede. Waarom heeft zij wel een nieuwe lipstick, een lapje stof voor een jurk en een bus
haarlak aangeschaft, zonder even bij de slager langs te wippen om zich te voorzien van een
paar ons biefstuk of kalfslapjes. Want doperwten en aardappelen kauwen zonder een sma
kelijk stukje vlees vindt haar echtgenoot toch maar een kale bezigheid. De echtelijke ruzie
spitst zich toe en resulteert uiteindelijk in een overwinning voor de man. Zijn vrouw belooft
haar leven te beteren, zich niet meer te buiten te gaan aan het kopen van futiliteiten, doch
ook zorg te dragen voor een dagelijkse dosis extra vitaminen.
Van bovenstaand huiselijk tafereel zal men binnenkort enkele
malen per week zelf getuige kunnen zijn via de beeldbuis. De
Stichting Voorlichtingsbureau Vlees, Vleeswaren en Vleesconserven
heeft de kleine tweespalt verwerkt in een televisie-reclamespot, die
er toe dient bij te dragen, dat het Ster-kijkend publiek zich bewust
wordt van de waarde van een regelmatig terugkerende portie vlees
op tafel. Het is een van de verschillende methoden, die de stichting
kortweg de Vier V's geheten toepast, om het Nederlandse volk
vlees-minded te maken.
het gebruik van vlees, dua wij pro
pageren niet een bepaalde soort. In
deze sector moeten wij namelijk al
tijd rekening houden met de fabri
kanten. In wezen voeren zij een
andere business dan een gewone sla
ger. Noem bijvoorbeeld maar het
ingeblikte vlees. Nu hebben wij in
de zomer, zoals in de afgelopen
maanden, in samenwerking met de
blikfabrikanten, een aparte t.v.-actie
gevoerd, onder het motto „blij met
blik".
Het buitenland verwijt ons Neder
landers soms, en waarschijnlijk niet
gebeel ten onrechte, dat wij alleen
willen eten, wat het laagste in prijs
ligt".
WAT Bob Rooyens v
Duitse teevee doet, doet R
ber voor de Nederlandse,
is in de Nederlandse omi
reld de meest gevraagde
seur. Voor alle omroepen
zonderd de NCRV tot nog
hij aan de regietafel. Behc
gisseur is hij van de
shows die hij presenteert
mensteller en producer,
techniek toont veel overet
sten met die van Bob R<
Hij maakt namelijk optim
bruik van de technische
lijkheden van het mediun
Touber geniet door zijn va
schap en populairiteit het
recht free-lance te kunnei
ken. Hij hoeft geen reken
houden met vaak grillige
pes van programmacommi
sen, maar kan, voordat 1
aanbod van een bepaalde o
aanvaardt, zijn eigen eises
len. En de aanbiedingen voc
dukties zijn zo talrijk teger
dig, dat Rob Touber inmidd
ver is dat hij een keuze ka
ken.
Wij spreken in een der établisse
menten aan de rand van de Purme-
render veemarkt met de heer J.F.
Abma uit Monnikendam, voorzitter
van de stichting. Terwijl het vee
loeiend en blatend een stemmings
volle symfonie op de achtergrond
laat klinken, zet de bijna zeventig
jaar oude ex-veehouder uiteen, op
welke manieren de stichting een
toenemend vleesverbruik propa
geert.
„De stichting leeft van de subsi
dies, die voortkomen uit de drie
groeperingen, die erin vertegen
woordigd zijn. Dat is allereerst het
Landbouwschap, ten tweede de sla
gerswereld en iin de derde plaats de
grote exportbedrijven. Ook de gros
siers maakten er aanvankelijk deel
van uit, doch zij hebben zich inder
tijd teruggetrokken, aangezien zij
voor hun branche geen direct belang
zagen in de propaganda voor vlees.
De drie deelnemers hebben ieder
drie personen in het bestuur. Voor
heen was de zaak zo geregeld, dat
de grootbedrijven vanuit hun ex
ploitatie de subsidie verleenden.
Ook het slagersbedrijfschap kende
een heffing bij haar leden ten be
hoeve van de propagaindiasector.
Maar deze afdeling is onderhand zo
ontzaglijk gegroeid, dat de veehou
derij deze heffing is gaan krijgen
van het produkfechap Vee en Vlees,
waarbij sprake is van een kleine
heffing op de koe en het varken. Dit
leidt ertoe, dat we op het ogenblik
een subsidie ontvangen van driehon
derdduizend gulden per jaar. Het
slagersbedrijf krijgt eigenlijk ook
een subsidie uit de geslachte dieren
en uiteraard de grote fabrikanten
ook. Uit slagers- en grootbedrijven
komt ieder een ton.
Dit betekent, dat wij in principe
kunnen beschikken over een bedrag
van een half miljoen. Daar bovenop
geeft het produktschap van Vee en
Vlees een vaste bijdrage en inciden
teel een gerichte bijdrage. Hierdoor
aanvankelijk misschien ontzaglijk
veel, maar als je in deze sfeer van
propagandavoeren verkeert, is dat
zelfs nog betrekkelijk gering".
fect sorteert, maar naar mij tot nog
toe is gebleken, kunnen we zeker
spreken van bijna uitsluitend gun
stige resultaten. Het feit, dat de
prijsvorming in het buitenland zoda
nig is dat de hoogste prijs voor de
Hollandse produfcten wordt betaald,
spreekt eigenlijk voor zich. Het is
wel bekend, wat deze totale export
voor de hele Nederlandse economie
betekent. De agrariërs vormen nog
slechts acht procent van de beroeps
bevolking in Nederland, maar met
elkaar dragen zij wel voor een der
de deel bij tot vorming van de
handelsbalans. Dat komt natuurlijk
zeker niet alleen van het vlees.
Een zeer belangrijke zaak in dat
verband is ook de zuivel en de
tuinbouw.
Lau van Veen, Neerlands laatste kuiper. Wanneer hij de schaaf definitief neerlegt, ziet zijn baas er geen gat meer in
Wat gebeurt er met dat miljoen?
„Dat besteden wij in grote lijnen
aan buitenlandse en binnenlandse
reclame. Ik zeg vanuit mijn eigen
veehouderij-verleden eerst „buiten
landse", omdat dit punt mij eigen
lijk soms een beetje strijd geeft. Je
zou kunnen begrijpen, dat ik als
veehouder er absoluut op sta, dat
wij een goed visitekaartje in het
buitenland afgeven, gezien de mil
jardenopbrengst van orns vlees. En
dan wijs ik dus op rundvlees, var
kensvlees en ook voor wat Noord-
Holland betreft, op het schapevlees.
Wij zijn er erg op gesteld dat dit
geld in het buitenland goed wordt
besteed. Ik ga ook ieder jaar naar
Parijs, om met eigen ogen te contro
leren welke indruk de kwaliteit van
ons vlees en de door ons gevoerde
propaganda maakt op de grossiers in
Frankrijk. Tevens probeer ik te ach
terhalen, welke betekenis en invloed
een warententoonstellinig in zo'n
land voor ons heeft. Het is natuur
lijk ontzaglijk moeilijk, om na te
gaan, op welke wijze een show ef-
In de tweede plaats hebben wij de
zorg voor het geven van informatie
aan en maken van reclame voor het
binnenlandse publiek, waarbij van
zelfsprekend de slagerij het meest
geïnteresseerd is. De omzet is hun
eerste levenskans. En nu bestaat er
eigenlijk een klein beetje rivaliteit
over de .verdeling van het ons ter
beschikking staande kapitaal tussen
het binnen-' en het buitenland. Deze
affaire is inmiddels verleden tijd.
want er valt met mij absoluut niet
te praten over een inkrimping van
de buitenlandse activiteiten. Daar
hoeft men met mij beslist niet over
te spreken.
Ik onderschat de binnenlandse ac
tiviteit natuurlijk niet, maar als men
het vanuit de veehouderij benadert,
is de hoogte van de opbrengst van
onze vleesproduktie bepalend voor
de hoeveelheid die het buitenland
bij ons vandaan trekt".
Hoe benadert de stichting het pu
bliek? „Er is een algemene voorlich
ting via advertenties in dagbladen,
verder via de radio en televisie en
door middel van tentoonstellingen.
Dat gebeurt in hoofdzaak, maar niet
uitsluitend op de buitenlandse
markt. Wij hebben een intensief
contact met het public-relationsbu-
reau Boucher in Den Haag. Voor
een gedeelte treedt dit bureau op als
onze reclamedeskundige. Zijn ad
viezen verwerken wij in de door
ons op te stellen campagnes. Bou-
chier fungeert als orgaan tussen de
stichting en de reclamebureaus. Dit
hebben wij bewust gedaan, omdat
de reclamemensen soms wat eenzij
dig gericht zijn, zodat wij de nood
zaak voelden, om zo'n deskundige
als onpartijdige persoon aan te stel
len. Bouchier wordt ook geraad
pleegd bij de beoordeling van de
uitwerking van de verschillende ac
ties.
Wij hebben principieel besloten
aan regionale en provinciale mani
festaties (tentoonstellingen, beurzen)
niet deel te nemen. Ons budget is
daartoe ontoereikend. Voor de expo
sitie, die momenteel in Arnhem
wordt gehouden ter gelegenheid van
het 125-jarige bestaan van de Gel-
dersche Maatschappij van Landbouw
hebben wij echter een uitzondering
gemaakt.
In de dagbladen plaatsen wij re
gelmatig de annonces met de slagzin
„Hoofdschotel vlees". De kreet „Een
goed stuk vlees hoort erbij" hebben
we er sinds kort aan toegevoegd.
Rond Kerstmis voeren wij speciale
campagnes.
Dat is de tijd van het jaar, waarin
relatief gezien het meeste vlees
wordt afgenomen. Aan de kerstad
vertenties hebben wij vorig jaar een
wedstrijd verbonden. Of zo'n specia
le actie aanslaat, kun je uiteraard
opmaken aan de hoeveelheid reac
ties, die je naar aanleiding van de
wedstrijd ontvangt. Verleden jaar
kregen we vijftigduizend kaartjes
met daarop een slagzin betrekking
hebbend op het vleesverbruik. Dat
noem ik nog eens een aardig resul
taat. De beste slagzin, waarmee de
inzender een prijs van vijfhonderd
gulden verdiende luidde: „Met vlees
is het helemaal af". Da's leuk ge
vonden hè? We hadden er nog één,
die door de inzender op muziek was
gezet: „In ons gezin, in ons gezin is
vlees al vele jaren „in", het is
gezond en houdt je fit, het maakt je
sterk en geeft je pit..".
Verder zijn er nog activiteiten in
het bedrijfsleven, die stuk voor stuk
gecoördineerd worden in onze stich
ting. Daarmee voorkomt men ver
spilling van energie en geld en het
heeft tevens tot gevolg dat er een
samenspel ontstaat in de verschil
lende bezigheden, die worden bedre
ven.
Een ander hoofdstuk is de radio
en televisie. De reacties op onze
Sterspots zijn nogal verschillend.
Wij hadden een filmpje, met daarin
een hele keurige slager, die een
dame van vlees voorziet. Het was
naar mijn idee allemaal een tikkeltje
te zoetsappig, te steriel.
Maar volgende week start onze
nieuwe serie, die geopend wordt
met die echtelijke ruzie. Zij slaan
elkaar om de oren, maar de man
sleept er tenslotte toch een groot
stuk vlees uit.. In deze act richten
wij de aandacht zuiver en alleen op
Heeft de vlees-reclame succes?
„Inderdaad doet zich een verande
ring voor in de eetgewoonten van de
consumenten. Hoewel de algemene
vleesconsumptie iets terugloopt
door het toenemend op de markt
brengen van gevogelte. Kippen kun
nen sneller een produktieverhoging
ondergaan dan onze vrij permanente|
runderstapel. Daarentegen is er
praktisch geen nuchter kalfsvlees,,
want de kalveren worden vrijwel
altijd voor de mesterij benut. Tocli|
ben ik ervan overtuigd, dat er een
duidelijke behoefte bestond aan del
oprichting van onze stichting. Onige-,
veer veertien jaar geleden heeft ziet
de „Vier V's" gevormd, die vooral|
coördinerend is gaan optreden.
En ik mag geloven, dat we ertoel
hebben bijgedragen, vooral de huis)
vrouwen wat meer vlees-bewust tel.
maken. Want de mineralen, diti
vlees bezit, spreken toch wel vele|
mensen aan...".
F.J. Abma, voorzitter van dtl
Stichting Voorlichtingsbureau Vleesl
Vleeswaren en Vleesconserven; pre-l
sident-commissaris van de zuivelco-l
operatie C.M.C., lid vain de Amster|
damse Pachtkamer enz. enz. heef»
zijn betoog met deze stelling afgel
rond. Hij laat onze verslaggever d|
koffie afrekenen, en vertrekt onmidl
dellij k naar de hoofdstad om talrij|
ke gewichtige veehoudersaffaires
te wikkelen.
De 69-jarige stichtingsvoorzittel
werpt op de Koemarkt in Puil
merend nog een korte blik op dl
zwartbonte trots van het Noord#
hollands veehoudersbedrijf. Rijf
voor de slacht. Tussen kop ef'
staart liggen honderden kilo'f
„hoofdschotels vlees".
voor
U IJ LEVENSVERZ
Keizersgracht 17:'
Bijkantoor: Breda,
■BK''ÏSSjW—iPUM—w11 1.nn'ir
Liafei .afa.
HET gehele KRO-pt
derde maal bijeen om zi
stige bestuurs- en bedri
eniging.
Tijdens het vorige beraad d
augustus van 't vorig jaar te Ui
plaatsvond, kwam de meerde
van de medewerkers tot de conc
dat de doelstellingen van de
feitelijk in een programmapo
moeten worden verwoord. Dit
eerste taak zijn van een daart
te stellen democratisch discussii
form, (lees bestuur, red.)
Het punt hoe het discussie
form van de KRO er in principe
tut gaan zien wordt ditmaal i:
Utrechtse jaarbeurs besproken
de hand van een door de vo
reidmgscommissie geformuleerd
stel.
De commissie zegt daarin, d>
dit discussieplatform beschouw
de aanzet tot een volledige dem<
tisering van het KRO-bedrijf.
bi
WANNES VAN DER VEI
is beslist geen nieuweling in
zangwezen. Bij onze zuiderbi
is hij zoiets als een instituut
stevige, blonde Brabander ge
daar een dusdanige populari
dat hij zelfs in Nederland een
'M
gijjerBrë
hoort'
O, SM»™»0 met
ÏiiÉIüIlllliili-...Ulr. M* JljrJturr.jfilllSj