DE CIJFERS WIJZEN HET UIT: MALI WORDT BEDREIGD V andaag worden kangoeroes gedood door TIN DIDIN Volkstelling, research, enquête, statistiek, computer, In deze tijd zijn er tal van methodes om cijfers een onfeilbare betekenis te ge ven, die ons leven beheerst De cijfers bepalen ons mi lieu, onze activiteiten, on ze liefdes, ons leven, lijden en sterven Ik ben bang van cijfers. Misschien omdat ik niet van cijfers houd, mis schien omdat ik ontoegan kelijk ben voor hun taal of omdat ze misschien door hun onfeilbaarheid mij als mens onzeker ma ken. Helaas moet ik ze nou er kennen. Bij het licht van de zon, de maan en de sterren zag ik, dat de cij fers waarheid spreken. De woestijn- slorpt ons land op. De cijfers wezen het uit. Volg de weg van Sounfat naar Fessalet in zuidelijke richting langs Aquel Hoe naar Bourem of volg de ou de route van de grens van Mali langs Kidal of van Tao- demi langs Araouna naar Tomboctou, de Sahara groeit in zuidelijke richting. Ieder jaar één meter. De cijfers hebben het uitgewezen. Ik accepteer die cijfers, maar ik kan nog steeds niet gelo ven, dat de strenge schoon heid van ons land in cijfers kan worden gevangen. De stoerheid van de rotsen, de wijdheid van de vlakte, de fijnheid van 'n lichte mist- sluier in het diepst van een maanbeschenen nacht. Ons land rukt u weg van compu ters, cijfers, milieuveront- reinigers en van lawaai, tele visie, regen en modder. Ik jeloofde, dat cijfers voor mij nooit iets zouden betekenen. Maar nu! Ieder jaar neemt de Sahara een meter van mijn land. De woestijn doet dat niet alleen bij ons, maar ook in onze nabuurlan den vanaf in het westen Mau- retanië tot aan de oostkant van de Lybisehe woestijn, over een lengte van 4000 kilo meter. Vooral de landbouwtechm- cus van de Unesco, de Tsje- cho-Slowaak J. Parkan maakte uitgebreide studies van het verschijnsel. Hij waarschuwde voor het ge vaar van de opdringende Sahara. Als het nog vijfen twintig jaar duurt, wordt 'n punt bereikt, dat de boeren in het noorden van ons land naar het zuiden moeten vluchten. De sted n daar zul- en worden overbevolkt en er zullen onoverkomelijke moeilijkheden ontstaan. Wij hebben de woestijn altijd aanvaard als iets onvermij delijks en ons verheugd over haar ivoeste schoonheid. De cijfers wezen nu uit, dat zij een dreiging is gewor den. De cijfers wezen uit. dat ons moeilijkheden staan te wachten. De zon blijft schijnen, maar er zal niets meer groeien. De cijfers krijgen gelijk. Zij straffen de mens met de woestijn, die de mens zelf veroorzaakte. De Sahara was eens een streek van dui zenden vierkante kilometers met bomen en bossen, rivie ren, beken en meren. 3(100 tot 6000 jaren geleden begonnen de mensen meer en meer alles in cijfers en getallen uit te drukken. M ht moest be wezen worden met grote aan tallen schepen, kastelen en met houten wallen um steden en nederzettingen. De bomen werden gekapt voor deze doeleinden. Het land werd systematisch ontbost en prijs gegeve- -an erosie. 'Varen het de voorlopers van de Grieken of de Romeinen, die eens de noordelijke delen van Afrika bezetten of waren het de eigen inwoners? Het land was begroeid zo als het nu honderden mijlen naar het zuiden nog is. Er waren bomen, er werd ge zwommen. De rotstekenin gen, in het hart van de woes tijn gevonden, bewijzen het Ze stellen mensen voor, die zwemmen en jagen. De Fran se professor van de Sorbon- ne in Parijs, Cyr Descamps, ontdekte onlangs nog in het noorden van ons land een be nen vishaak, zon' heden ten dage de vissers nog gebrui ken, alsmede het skelet van een reusachtige vis. Deze vondsten wijzen er nog meer op, dat de woestijn eeuwen geleden bewoond, bebost en voorzien was van water. Het poly-technisch instituut van Mali voert een strijd te gen de klok en tracht zoveel mogelijk studenten op te lei den, die moderne methodes kunnen ontwikkelen en toe passen tot behoud van de vruchtbare gronden in het noorden van ons land. Het is een internationaal docentenkorps, dat de stu denten opleidt. Men vindt er Franse, Italiaanse, Belgi- iche, Russische en Joegosla vische docenten alsmede een lamaïcaanse en Oosten rijkse leraar. Zestig gediplo meerden van het instituut zijn reeds ingezet om de gro te strijd tegen de woestijn voor te be. ciden. Van een van mijn tochten herinner ik mij de dageraad toen wij vertrokken om op onze rust plaats in de late avond aan te komen. Onderweg werd 't land paars en goudkleurig om in de middaguren ver blindend wit te worden. De zon brandde, dan plotseling achter ^en heuvel was alles groen, er was water, er wa- rei. me an, er was vee. Het was er mooi, goed en rustig. Het zal er niet meer zijn als onze studenten de woestijn geen halt kunnen toeroepen. Mali wordt dan het slachtof fer van de woesten zoals het tand rond de Kreeftskeer kring van west tot oost. Nog ben ik bang voor cijfers, maar toch hoop ik, dat de deskundigen met hun cijfers en computers zullen zegevie ren in de strijd tegen ae Sa hara en de erosie Vandaag worden 5500 kangoeroer doodgeschoten. Gisteren ook, morgen weer. Elke dag sterven er vijf en een half duizend: ruim 2 miljoen per jaar. Een derde daarvan wordt verwerkt door één Queensland firma, die het vlees en de huiden verkoopt. Het vlees als voedsel voor huisdieren, zowel voor binnenlands verbruik als voor export; de huiden voornamelijk voor export. 5500 Hoeveel kangeroes er in Australië zijn is bij geen benadering te schatten. En, vreemd genoeg, evenmin of de kangeroe of sommige soorten kangeroes daar door dreigen uit te sterven De uitvoerige rapporten die door de Federale- en Staatsregeringen, door zoölogische departementen van de universiteiten, door de C.S.I.R.O. (zoveel als T.N.O. in Nederland), door de Australian Conserva tion Foundation spreken elkaar allemaal tegen: re sultaat van gebrek aan mankracht en geld voor een werkelijk diepgaand onderzoek. .,Het is gemakkelijk er emo tioneel over te spreken. De kangoeroe is een lief dier, het is dociel, het brengt zijn jon gen met zorg groot in zijn bui del. Het is het populaire sym bool van Australië, het is niet vechtlustig. Waarom wordt er dan op gejaagd? In 1958 werd de kangoeroe big business, en dat is het jaar dat de strijd ontbrandde op alle fronten. Is de kangoeroe een bedreiging, of wordt hij bedreigd? Is de kangoeroe schadelijk wild dat uitgedund dient te worden, of moet hij beschermd worden? De situatie is verschillend voor de verschillende staten. Het lijkt wel vast te staan dat in Queensland en in West Aus tralië het die* inderdaad ais schadelijk wild beschouwd moet worden. In le veeteelt- gebieden waar de boeren per jaar miljoenen uitgeven aan verbetering van de grond door kunstmest en uitvoerige irriga tie-projecten voedt de kangoe roe zich ten nadele van de schapen, de koeien, het slacht vee en de beurs van de boer; in Nieuw Zuid Wales en Zuid- Australië is de toestand niet duidelijk, in Victoria is de kan goeroe beschermd. In de laat ste staat komen 8 soorten al niet meer voor, en mèt de kan goeroe zijn 50 soorten buidel dieren daar al zeldzaam ge worden. Volgens het onderzoek van de C S I R O komen er ge middeld over heel Australië 8 kangoeroes voor per vierkante mijl, tegen 200 schapen. Nau welijks een bedreiging, zou men zo zeggen. Ze eten wel dezelfde planten, ze gebruiken ongeveer dezelfde hoeveelheid water, wat in een land dat veel droogte kent belangrijk is. Maar toch: 8 op de 200. Juist in de streken waar de kangoeroe als schadelijk wild beschouwd wordt, is het water schaars. En juist daar maken de boeren een erg moeilijke tijd door: er zijn streken die al jaren lijden onder droogte en waar de schapen met miljoe nen de hongerdood gestorven zijn. Er zijn ook veel vee boeren die een uiterst klein be drijf hebben en die vrijwel per manent op de rand van bank roet leven, omdat het nóch me de wol, noch met de -uive goed gaat. De prijzen zijn ge kelderd en er is een overschot de export is een fractie van wat ze eerst was. Is het een wonder dat die .boeren de be roepsjagers maar al te graag hun gang laten gaan? Als eco nomisch produkt is de kangoe roe per jaar 25 miljoen dollar waard, maar daarvan wordt slechts ongeveer 3 miljoen dol lar geëxporteerd. Voorname lijk in huiden, al dan niet be werkt als bont of leer. Kan goeroe-vlees is hoofdzakelijk voor binnenlandse consumptie bestemd; niet voor de mens. maar voor de miljoenen huis dieren. Want geen gezin in Australië is compleet zonder 'n „pet", een hond of een kal en het woord „pet" heeft eeu andere gevoelswaarde dan hei Nederlandse woord „huisdier" „Pet" heeft een liefkozende betekenis, en de huis „pet" wordt bijna beschouwd als een eigen kind, dat vooral goed ge voed, zo niet verwend moet Op televisie ziet men meer ad vertenties voor pet-food dan voor welk ander produkt ook, en sedert enkele jaren geleden de pers het publiek attent maakte op de slachting clai men bepaalde merken dat zij geen kangoeroe-vlees meer in hun blikken doen. Maar wat dan wel? Rundvlees is te duur, schapevlees te vet, en iedereen kan begrijpen dat waar pondsblikken voor gemid deld 15 dollarcent (60 cent) verkocht worden er kangoeroe vlees in moet zitten. Kangoe roe-vlees wordt niet gekeurd; het is wel vers te koop op de markten en in de zogenaamde petshops. De Australiër grie zelt ervan, maar veel immi granten nemen graag het risi co en kopen voor 20 cent per pond de malse kangoeroe steaks, zoals in Nederland mensen ook wel paardevlees eten. De kangoeroe-jagers-in-'t- groot, die per nacht zo'n hon derd beesten schieten en die ter plaatse de karkassen ont doen van kop en ingewanden, zijn niet de brute, wrede indivi- duën zoals ze dikwijls afge schilderd worden. Ze werken met speciaal ingerichte wagens met sterke spotlights en tele scopen op hun geweren. Ze martelen de dieren niet, en wat is het verschil tussen het afslachten op deze manier en die op de abattoirs van jonge lammeren en ander slachtvee?. Neen, ik wil het ongebreideld jagen op kangoeroes niet goed praten, maar elke munt heeft twee kanten. In Europa wer den toen het wild zich te sterk vermeerderde en e<=*n bedrei ging ging vormen voor land bouw en bossen op grote schaal drijfjachten gehouden; Austra lië, dun bevolkt, droog, on vruchtbaar, waar veel in de grond gestopt moet worden eer er iets uitkomt, moet zijn wild- bestand (en dat zijn voorna melijk de kangoeroes en zijn kleinere broer, de wallaby) on der controle houden. Voordat de beroepsjagers de bush in gingen vergiftigden de hoeren de drinkplaatsen waar de kan goeroes in de vroege ochtend kwamen drinken, en nog vindt men drinkplaatsen waar hon derden kangoeroe-skeletten in het struikgewas liggen. Wat wel moet gebeuren is dat de federale regering de zaak m de hand neemt en een effec tieve controle gaat uitoefenen na een uitgebreid onderzoek over waar de kangoeroe uit gedund en waar nij beschermd noet worden. Maar in septem ber van dit jaar werden voor dellen daartoe in een vakje gelegd in de kast „van later torg". Voorlopig zitten, on danks het aatuurbeschermings- jaar, de inblikkers en huiden exporteurs oog op rozen. worden. Niets is te goed voor de hond of de poes en veel eigenaars voeren ze liever met biefstuk dan met afval of kan goeroe-vlees. Maar wat niet weet, wat niet deert, en de enorme „pet-food" industrie maakt daar dankbaar gebruik van door in de blikken kan goeroe-vlees te doen. Per jaar wordt 201)0 ton kaagoeroe-vlees ingeblikt, en in de handel ge bracht door firma's die elkaar met moordlust beconcurreren. I

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 13