GOUDSMIT-HOFFBALAMUNDI SPONSOR I ReorS'
Uitgangspunt: Hül—^Bl
ploeg puur
Nederlands
Janssen: Pel gaat
in onze richting
PEL: VOOR MIJ BESTAAT
W BW EIGENLIJK NIET
Ik verdiende nogal
eens aan winnaars
WIM
VAN
K.N.W.U.-voorzitter
„Op 't juiste moment"
F useren
wordt
nood/aal'
Cx XH) x WÊk\ Jl Kl Jfl
PEL EN KNWU
VERBROEDERD
II
nooit afgeven
door
Peter Heerkens
WOENSDAG 2 DECEMBER 1970
(Van onze sporttredactie)
BREDA KNWU's sportcom-
missievoorzitter Willem van Steen
bergen, heeft zich bij de introduc
tie vam Pellenaars' nieuwe ploeg
niet laten verleiden tot uitspra
ken over de verhouding met de
WBW. „Ik kan daar niets offici
eel van zeggen, want ik zit niet in
de omderbamdelingscommissie".
Wat de heer Van Steenbergen
wél kwijt kon: „Deze ploeg komt
op het juiste moment. Wij juichen
dit initiatief van harte toe. Er zijn
tussen ons en Pellenaars noigal
eens meningsverschillen geweest,
maar bij deze gelegenheid wil ik
hem graag een schouderklopje ge
ven. Pellenaars is een groot vak
man. De ploeg is bij hem in goede
handen".
(Van onze sportredacteur)
BREDA Kees Pellenaars kan de
beroepsrenners, die hij gaat aantrek
ken namens de gisteren geïntrodu
ceerde nieuwe sponsor Goudsmit-
Hoff/Balamundi (behangselpapier
industrie in Rijen) een compleet pak
ket van sociale voorzieningen bieden.
Daarmee hield Pellenaars bij het be
loven van een stunt aardig woord,
want juist de werkgevers-werkne
mersverhouding was eind dit seizoen
de voornaamste oorzaak van een im
passe en vormt een flinke pilaar in
het bouwplan, dat de WBW wil uit
voeren.
Maai-, Pellenaars heeft het niet zo
erg begrepen op die theorie van de
beroepsrennersbond, evenmin als de
KNWU, en zo kon het gebeuren
tweede stunt bij de voorstelling van
de sponsor dat er gisteren een on
verwachte verzoening plaats vond
tussen de wielerbond en de Pel.
Sportcommissievoorzitter Willem van
Steenbergen was bij de presentatie
aanwezig, roemde Pellenaars en deed
de regelmatige meningsverschillen
van de laatste jaren af met: „Ach,
van mij mag zoiets wel. Als het maar
binnen de perken blijft". Pellenaars
van zijn kant benadrukte het goede
contact dat er momenteel met de
KNWU is. Een historisch moment,
die verbroedering. Voor Goudsmit-
Hoff/Balamundi vormen de sociale
lasten dus geen probleem. „Wij zul
len", aldus algemeen directeur J.
Heere (die met de heren J. Naip en
D. van Diffeien de directie vertegen
woordigde), voldoen aan alle ver
plichtingen, die de wet ons stelit". De
nieuwe sponsor, zo bleek, heeft diaar
mee rekening gehouden bij het op
stellen van het budget waarvan de
grootte niet bekend werd gemaakt.
In ieder geval zijn de middelen zo
ruim, dat Pellenaars alle grote koer
sen, inclusief de Tour, kan doen. „Ik
heb gisteravond alle buitenlandse
organisaties aangeschreven", meldde
Pellenaars, die zich nu intensief gaat
bezighouden met het opzetten van de
ploeg. „Ik heb contacten met renners
zoals Duyndiam, Steevens, Krekels,
Benjamins. Verder is ook Karstens
bij me geweestt en als ik met hem
akkoord kan komen, dan neem ik
hem zeker".
Uitgangspunt is voorlopig een puur
Nederlandse ploeg van 12 tot 1'5 ren
ners. „Maar" zei directeur Heere, „het
is niet onmogelijk dat er enkele bui
tenlanders bijkomen. We hebben veel
vestigingen in het buitenland en met
name in Spanje zijn we nogal ge
ïnteresseerd. Misschien dat er daar
om enkele Spanjaarden bijkomen,
maar alleen als Pellenaars goede Ne
derlanders tekort komt. We laten dat
helemaal aan hem over". In dat kader
vertelde Pellenaars nog weinig con
creets te kunnen zeggen „Ik ga ge
woon een lijst maken van beschikbare
renners en dan zie ik wel. Bij de con
tracten wordt uitgegaan van een re
delijk maandsalaris en een zwaar ac
cent op het premiestelsel. Als ik
daarmee klaar ben zoek ik m'n per
soneel en natuurlijk moet er ook een
rjjwielfabriek zijn die meedoet. Maar
ach, dat komt allemaal wel goed. Ik
weet nu wat ik kan doen met deze
firma en dat is het belangrijkste".
Het enthousiasme van Pellenaars
vonkte in zijn betogen en leidde tot
kernachtige uitspraken waar hij zo
sterk in kan zijn. Trots, en terecht,
betrad de wielergeneraal voor de zo
veelste keer in een moeilijke tijd het
slagveld om het hoofd te gaan bieden
aan een dreigende situatie. Laaiend
van geestdrift, knetterend in zijn
beeldspraak. Hij is er weer helemaal,
d'e Pel.
Historisch moment: verbroede
ring tussen KNWU (sportcommissie-
voorzitter Willem van Steenbergen,
rechts) en Kees Pellenaars. Op de
foto links, Kees Pellenaars en zijn
nieuwe directeur J. Heere.
(Van onze sportredactie)
BREDA Van de WBW moet
Kees Pellenaars weinig hebben. En
dat verbloemde hij gisteren aller
minst. Van samenwerking wilde hij
voorlopig niet horen. „Hoe kan ik
nou deelnemen aan de plannen van
de WBW. Ze hebben er geen jota
verstand yan hoe alles moet. Wat zij
willen realiseren is godsonmogelijk.
Van mij krijgen ze niet één cent. De
heroepsrennersbond is trouwens niet
eens officieel erkend. Voor mij is de
KNWU de enige officiële instantie.
De WBW bestaat voor mij eigen
lijk niet".
Deze harde woorden met fonke
lende ogen uitgesproken, misten hun
uitwerking niet. En Pellenaars mag
dan van zijn sponsor de vrije hand
hebben gekregen in technische aan
gelegenheden, dat houdt nog niet in
dat de sponsor zich zonder meer
achter de uitspraken van Pellenaars
schaart. Dat bleek wel uit de inter
ruptie van algemeen directeur
Heere. „Mijnheer Pellenaars, we
moeten alles wel langs de weg van
de geleidelijkheid en gemoedelijk
heid aanpakken. Wij willen geen
conflicten. Die willen we vermijden.
Met ons kan altijd gepraat worden",
corrigeerde hij zijn nieuwe werkne
mer. De Pel bond in. „Dat heb ik
toch gezegd", zei hij heel wat be
deesder dan zijn giftige woorden
daarvoor.
(Van onze sportredactie)
BREDA Karei Janssen, de advi
seur van de WBW, is van mening-
dat de sponsor van Kees Pellenaars'
te vormen ploeg met het betalen
van de sociale lasten van de renners
niet de plannen van de WBW door
kruist, die een orgaan in het leven
wil roepen, dat als werkgever van
de renners moet gaan fungeren.
Karei Janssen: „Als oris plain door
gaat hebben de renners, die bij de
nieuwe sponsor onder contract staan
een extra mogelijkheid. Ze hebben
dan twee werkgevers. Dat kan. In
feite is dat nu ook al zo. De renners
hebben nu te maken met een spon
sor en managers. Wij willen die
tweede bron van inkomsten centrali
seren. Natuurlijk ben ik blij met de
nieuwe sponsor, maar het is slechts
een tijdelijke oplossing voor een x-
aantal mensen. En wat wij willen is
een permanente oplossing!" Jan
Janssen, voorzitter van de WBW:
„Het is zonder meer een aanwinst.
Ér komen nu weer een dikke twaalf
man onder dak. Er zijn acht a negen
renners in buitenlandse dienst. Voor
die andere ongeveer twintig renners
zorgen wij wel. Volgend jaar zijn er
zeker 35 tot 40 koersen. Die komen
er zonder meer. Dus er is emplooi
genoeg. Bovendien kunnen ze in het
sportpaleis in Rotterdam aan de
slag. Charles Ruys heeft mij al toe
gezegd dat er in ieder geval elke
week een wielerwedstrijd in het
sportpaleis wordt gehouden!" Over
ondermijnen van de WBW-plannen
wil Jan Janssen ook niet horen: „f
vind juist dat Pellenaars onze rich
ting uitgaat. Hij zal wel te biechten
moeten komen, wat wij van plan
zijn. Binnenkort zullen we eens pra
ten met Pellenaars. Ik wist dat de
ploeg er kwam, maar ik wilde
even wachten tot het officieel was".
Ton Vissers, ploegleider van de
opgeheven combinatie Willem II-
Gazelle: „Het is een stap in de
goede richting. Misschien komt er
nog een tweede sponsor bij. Dan
zitten we op het goede spoor. Als de
een begint ziin de anderen er mis
schien niet zó huiverig meer voor.
Nee, ik vind het prachtig. Het
alleen jammer dat ik het niet zelf
ben. Zo eerlijk ben ik wel. Ik -was
liever zelf de eerste geweest. Maar
ik ben blij dat er „überhaupt" een
ploeg is. Als ik morgen alles gelezen
heb, zal ik Pellenaars een telegram
sturen om hem succes te wensen,
Het geeft me niet wie het is". Hoe
het nu met Vissers' plannen voor
een ploeg staat? „Ik maak me niet
zo druk. Maar als er een firma
bereid is, doe ik natuurlijk mee. Er
is namelijk plaats voor een tweede
ploeg, wel niet om met succes aan
de Tour de France deel te nemen.
Die ploeg kan echter in alle klassie
kers uitkomen".
Als ik 'n goeie sprint
A gehad had, zou ik
verschrikkelijk veel
gewonnen hebben. Dat zeg
gen ze allemaal. Maar ja, iik
had 'm niet. Daarom ver
kocht ik me nogal 's. Als
ik zag dat ik toch geen
kans had. Tja, dan ging ik
in de slag. Da's zeker. Aan
mij hadden ze altijd een
goede. Ik werkte voor de
centen en ik belazerde ze
niet. 'n Woord was bij mij
'n woord. Dat wisten ze.
Achter iemands rug om
nog 's 'n akkoordje maken
deed ik nooit. Kijk, dat gaf
vertrouwen. Zodoende
kwamen ze steed3 uit zich
zelf. Ik hoefde er gene ene
keer om te vragen. Altijd
kwam er wel iemand naar
me toe. Toen ie in z'n grote
tijd was, vooral Rik van
Steenbergen. Wilde veur
me werken dikke, zee ie
dan. In de criteriums hield
ik dikwijls de zaak voor 'm
bijelkaar. Dat gaf steeds
een paar duuzend franks
ites. In de wereldkam
pioenschappen verdiende
ik 't meest aan hem. Ko
penhagen 1949, ik vergeet
't nooit meer. Daar moet ik
nou nog om lachen. Komt
ie langs me en ik versta:
dertienduuzend franks.
Dertienduuzend. Willem,
dacht ik, ge bent hier in
ieder geval nie veur niks.
Op dat moment was er 'n
kopgroep met Kübler, Cop-
pi en Schutte 'n minuut
vooruit. Gaan en omkijken,
riep Rik. Dus ik weg. Krak
en douwen. Ik kwam tot
op 'n halve minuut. Toen
vloog Rik uit het peloton.
Als 'n raket. Hij vatte m'n
wiel, kroop achter m'ne
breeje rug en begon ver
schrikkelijk hard te roe
pen. Vooruit, vooruit, riep
ie steeds. Harder Willem.
Harder Willem. Pakte gij
eens over, zee ik. Pak over,
want ik kan nie meer. Ik
kon natuurlijk wél, maar
WKitiMP' jyiK«ft 'f F» ik dacht als ik zó bij de
kopgroep kom is er mis-
fm^élÊUÊKJÊKKtKÊÊÊmmmm Ww I ««J schien nog meer te verdie
nt nen- Maar niks hoor. Hij
Jö. «li, B bleef brullen. Vooruit.
flPi'!! 1 vooruit. We komen op hon-
WEffSf 'mm derd meter. Bang. Ineens
Wiwmm 'IntlMi" y» knals ie me voorbij en pikt
W&WJM',IHHmDPIiT? *TS 3 aan bij de kopgroep. Ik
Wj&LÊr' 'V pN hardstikke dood. Als 'ne
JKE JVjUK JHy zwabber. Ik fladderde als
ihuiumhliium„j -ne dweil terug het pe.
Onvergetelijk drama in de carrière van Wim loton. Toen heb ik echt zit-
van Est: zijn val als gele trui-drager in de diepte ten bidden op m'n fiets,
van de Anbisque. Tour 1951, 12de etappe. Met Lieve Heer, asjeblieft laat
fietsbanden werd hij (zie pijl) naar boven ge- den Rik kampioen worden,
hesen. Dat was 't enige waar ik
Wij koersten eerst bij
het leven. Dat knok
ken is eir nou uit in de
wielersport. Ze willen
wel van alles versie
ren, maar ervoor wer
ken ho maar.
aan kon denken. Toen ik over de
streep kwam, stond Rik ai op het po
dium. Ik naar 'm toe. Merci Willem,
zee ie, 't komt allemaal voor mekaar.
Maar ja, ik hoorde ,ne tijd niks, dus
i'k langs 'm thuis in Mechelen.
Steeds weg. Na een hele tijd kom ik
'm tegen in een Brussels café. Ik
was met de Pel 'n contract gaan
tekenen voor de zesdaagse. Stapt ie
ineens die kroeg binnen. Amai Wil
lem, ge zijt nogal eens aan de deur
geweest. Ik zeg, da klopt Rik.
Wacht, roept ie, ik haal 't seffens.
Komt ie terug, gaat naast me zitten
en begint de lappen van duuzend
weg te leggen. Een, twee, drie, vier,
vijf, zes, zeven, acht, negen, tien,
Wim van Est in tranen. Valken
burg 1949. De jury bij het Neder
landse kampioenschap deklasseerde
hem als winnaar, wegens hinderen
van Sjefke Jansen.
elf, twaalf, dertien, veertien, vijf
tien, zestien, zeventienIk dacht:
wat krijgen we nou. En hij maar
door. Achttien, negentien, twintig,
eenentwintig, tweeëntwintig. Ik
keek de Pel eens aan, want die wist
dat ik op dertien rekende. Zo te
zien had ik Rik in Kopenhagen ver
keerd verstaan, maar dat hoefde de
Pel natuurlijk niet te verraaije.
Drieëntwintig, ging Rik verder, vie
rentwintig, vijfentwintig. Pas bij
dertig stopte ie. Dertigduuzend
franks. Dat was 't nog niet. Ik kreeg
gelijk drie contracten van 'm in
Italië waar hij ook moest rijden.
Vijfhonderd gulden per wedstrijd.
Maar ik moet er wel twee winnen,
zee Rik. Arrangeren Willem. Twee
,wil ik er winnen. Hij won ze al-le
drie. Rilk was 'n geweldige vent om
voor te werken. In Moorslede, toen
ie voor de tweede keer wereldkam
pioen werd, verdiende ik vijftig-
duuzen-d franlks aan 'm. En de derde
keer, weer in Kopenhagen, vijfen-
twinügduuzend. Normaal had het
toen ook vijftigduuzend moeten zijn,
maar ik reed 2 kilometer voor de
meet lek. Toen kreeg ik de helft,
want Rik zei dat ie in mijn plaats
anderen in de slag had moeten ne
men. Fredrje de Bruyne onder ande
ren. Ik vond 't eigenlijk niet hele
maal eerlijk, maar achteraf begrijp
ik 't wel: Nou kun-de zeggen: dat
was combine, dat was verkopen,
maar ge moet niet vergeten dat we
éérst koersten bij het leven. Tot
a-Hes an flarden lag. Zidoende za
gen de mensen het niet en leed de
sport er niet onder. Maar nou rege
len ze het dikwijls al tevoren. Dan
maken ze de slag etfkes en in de koers
gebeurt er niks. Neem nou zo'n
ronde van Ulvenhout dit jaar. Is die
slecht verkocht of niet. Een wed
strijd zonder actie. En omdat de
mannen 't zo leuk vonden, mocht de
rooie lantaarn van de Tour 't eerst
over de streep. Ik heb niks tegen
Fritske Hoogerheide. dat zal best 'n
brave jongen zijn. Maar 't klopt toch
zeker niet. Bij mij was zoiets nooit
waar geweest. Tot in m'n leste jaar
heb ik daarvoor gewaakt. Ze moch
ten van mij niet kunnen zeggen dat
ik de zaak openlijk verlinkte. Ik weet
nog van 1964. Oldenzaal. Arie den
Hartog wilde winnen. Oké zeg ik,
maar het geld samen delen. Ik ver
sierde het zo, dat Arie won. Alles
hield ik in bedwang. Alles. Na af
loop zegt Pellenaars, die daar debu
teerde met z'n Televizierploeg en
natuurlijk als vakman goed in de
gaten had hoe ik zijn mannen lam
legde, tegen Arie: d'r heeft er maar
ene achter jou zitten vlammen, de
knoest. Willem. Den Hartog geloofde
't en betaalde me niet uit. Ik had
driehonderd gulden van 'm moeten
krijgen. Vier weken later is er 'n
wedstrijd in zijn dorp. Zuidland.
Komt ie weer naar me toe. Ik wil
graag winnen, zee ie. Winnen, zeg
ik. Betalen van Oldenzaal. Nou ja,
uiteindelijk kom ik met 'm akkoord.
Nog een moment uit de Tour 1951. Wim van Est op kop, in zijn wiel Bauvin.
Ik zou 'm steunen. Goed luisteren,
zeg ik, dan is 't gebakken. Ik jaag
'm op 'n gegeven moment weg en ze
hebben 'm niet meer gezien. Komt
Cees van Espen op me af. Wim, mag
ik tweede worden. Da's goed, zeg ik,
maar voor de helft van jouw prijs.
En denk erom. Den Hartog moet
winnen. Geen kunstjes als ge bij 'm
komt. Cees weg. Komt Jo de Haan.
Wim, ik zou graag derde rijden.
Enfin, die laat ik ook gaan. En ja
hoor, ze werden een, twee en drie.
Na de koers zegt Jo de Haan: Wil
lem, ik snap niet hoe gij dat alle
maal voor mekaar krijgt. Morgen is
't koers in Eede. Kun-de mij daar
laten winnen. Natuurlijk, zeg iik. Gij'
wint morgen. Maar denk erom: ik
jouw prijs en goed naar me luiste
ren. Wie won er in Eede? Jo de
Haan. Met 2 minuten vooruit. Later
stond ie bekant te janken dat ie z'n
centen kwijt raakte. Moet ik jouw
dat allemaal geven, Willem. Ja, zeg
ik, afgesproken is afgesproken. Maar
ik kreeg zo'n medelijden met 'm dat
ik 't voor minder heb gedaan. Twee
honderdvijftig gulden. Kijk, zo ver
diende ik nogal 's aan een winnaar.
Hugo Serayen was wat dat bete"
'n hele goeie. Daar beurde ik '»s
keer of tien per jaar van. Stee»s
drie-, vierduuzend frank. Die betaal
de z'n kostbaas voor 'm. Als Huë°
maar won was ie gelukkig. Nou, va»
mij mocht ie. En toch pakte lk
steeds zelf ook nog m'n prijs. On
danks die combines. In 1964 reed J»
37 keer bij de eerste 10. 't Zat er du»
nog steeds in hè, dat knokken. Da'
is er nou uit in de -wielersport.##
Ze willen wel van alles versie-
ren. maar ervoor werken, ho
maar
(Va
ROTTERDAM Toen
van de Nederlandse Tafelt
ming wilde storten op de
zijn verrassing dat er al t\
een van de heer H. van
commissaris buitenlandse
directeur van liet bondsbui
detail van elkaar afwekenj
dat een half jaar na de
(voorzitter Sjoerd de Vrie
oogt een aantal ingrijpend)
Van Dilst niet zullen word)
Het voornaamste punt in ht
port vormt de opheffing vi
afdelingen, die een doorn zijn
ogen van het hoofdbestuur.
in de plaats moeten dan vijf
ten komen, ingedeeld met coj
provincies: Zuid-Holland.
Holland, Limburg-Noord Br
Zeeland, Utrecht-Gelderland er;
ningen - Friesland - Drente - Of
sel. Het werken met afdeling
ergens de kwetsbaarheid i
NTTB, zegt de heer Van Dilst
hebben 21 afdelingen, dus ol
begrotingen, competities en eö,
voudige bedrijfsvoering, die di|
verschillend is. Als nu een
lingsbestuur wegloopt, ligt de-
afdeling op z'n gat. Dat is pa'
in Rotterdam gebeurt. Er is
wens nog een merkwaardige sil
in de NTTB. Het hoofdbestuq
de contributie van de verenig
Daarvan gaat een deel terug n:
afdelingen. Wat de afdelingen
dat geld doen, daar hebben wij
geen oog meeir op. Dit systeem
hoogt de autonomie van de af
gen. Persoonlijk ben ik da-a
zo'n tegenstander van, maar de
tussen de afdelingen en het
bestuur is eigenlijk zoek".
Het instellen van districten
de werkwijze binnen de bond
eenvoudigen. „Op het moment'
dus de heer Van Dilst, „is er t(
geen uniformiteit. Er gaat v
kracht verloren. Gebundeld ka
veel efficiënter gewerkt wori
Dat zal dan zeker niet in de
plaats moeten gebeuren door
aantrekken van een betaalde a
nistrateur voor elk district. De
Van Dilst: „Ja, wij willen in
district een beroepskracht, die
administratie verzorgt. In elk
trict moet er een bureau koi
ben.
„Treedt in het district een
stuurslid af, dan ligt het district
op z'n gat, want de beroepsnaam
de zaken gewoon verder. Hij zal
de competitie moeten vermalen,
dat er niet meteen sprake is van
noodsituatie. Met deze regeling i
dus een waarborg voor een gro
continuïteit". Het is de bedoeling
districten alle met ongeveer
flelijk ledental (momenteel zijn
afdelingen met 400 en afdelin
met 2200 leden) ond-er te ver
len in een groot aantal kringen,
ieder een eigen bestuur. Zijn
-kringen dan niet net zo kwetsb
als de afdelingen? „Nee", zegt
heer van Dilst. En hij legt het wa
om uit. „Een kringbestuu-r zal
niet meer dan drie man bestaan,
een eenvoudige functie zullen k-i
gen, de competitie leiden en de p
motie- en degradatieregeling vj
stellen. J-e moet de kring eigen]
alleen als een competitie-eenb
voor de lagere teams zien. De uits
gen van d-e kring moeten ook v-
werkt worden door de beroepsm
van het district". Het is duidel
dat de betaalde administrateur c
belangrijke schakel is in het reorf
msatieplan. Beschikt de NTTB ec
ter over voldoende financiën
dergelijke mensen aan te trekke
De heer Van Dilst: „Er wordt o\
Sproken dat de provincies m(
geld beschikbaar zullen stellen a
de sportbonden. Dat komt nu ook
v°or. Daarmee hebben wij bij
indeling van de districten co
Piste provincies al rekening
houden. Het is echter allemaal n
een beetje onduidelijk en daarom
onze eerste stap in ieder geval CB
om ons licht eens op te steken. A
de and-ere kant werk je met distr
n natuurlijk kostbesparer
omdat er een heel andere fimanci)
pzet komt. Het is trouwens nu
zo, dat de grote afdelingen al ov
en bondsbureau met administrate
eschikken. In Rotterdam weet
i]voorbeeld dat dat het geval
at is dan wel geen officiële kraci
ma®r het gebeurt al. En in hoever
Pt aantrekken van beroepsmens*
„„??e?U6T1,ties za' hebben voor
aftasten"163 ZUllen We n0g m0ett