KLOOS' OPYO] DRS H. TER HEIDE Nederlandse werkgever is vrij onbeweeglijk V OPEL MANTA w- 99 99 GM RANGER: °pe!, met een Fel en snel, maar geen gezinswagen Engelse naam Beetje boos Nare zaak Vraagtekens Uitsmijter EEKEND ZATERDAGBIJLAGE VAN DE STEM/21 NOVEMBER 1970 door HANS KOENEN oor drs. H. ter Hei de (41), gekretaris-re- dakteur van het Neder lands Verbond van Vak verenigingen, belast met de algemene ekonomi- sehe politiek en proble men van de Europese Economische Gemeen schap, verandert er de komende 9 januari niet zo heel erg veel. Naar al ler verwachting zal hij die dag, wanneer het NW toch in buitenge woon congres bijeen is, tot voorzitter worden ge kozen als opvolger van André Kloos, die zich, wellicht in afwachting van een politieke car rière, enige tijd gaat schuilhouden als voor zitter van de VARA. „Alleen de vorm van die nieuwe functie is nieuw" vindt Ter Heide, „want als NW-voorzitter moet je na tuurlijk als woordvoerder op treden." Kloos opvolger, een titel die hij nog wel even zal moeten meedragen, is lid van de Sociaal Economische raad, lid van het dagelijks bestuur van de Stichting van de Arbeid en lid van het Eco nomisch en Sociaal Comité van de EEG en Euratom. „Aan alle economische ad viezen van de SER heb ik meegewerkt". Wat vindt hij van de invloed van de SER? „Ik ben niet ontevreden, ze ker niet wanneer je de SER vergelijkt met het Economi sche Sociaal Comité en met vergelijkbare organen in an dere landen. Dat betekent niet dat ik niks te wensen zou over hebben. Wat mij be treft zou de SER veel snel ler kunnen werken, de advie zen worden zo gedegen voor bereid dat je er zeer lange tijd mee bezig bent. Een ern stiger bezwaar vind ik dat de SER nooit adviezen over be lastingvoorstellen worden ge vraagd. Hier wordt de SER veel te weinig ingeschakeld, hoewel de belastingen in het kader van het sociaal econo misch beleid van essentieel belang zijn. Bij de wiebeltax zijn we voor het eerst inge schakeld, misschien is de re gering dan toch iets van in zicht veranderd, maar voor alsnog proef ik toch nog te rughoudendheid". Het heet dat de vakbon den op het ogenblik een moei lijke tijd doormaken. Onver wacht optreden van wilde stakingen zou de centrales al veel leden hebben gekost. En van werkgeverskant wordt wel beweerd dat <?-■ vakbon den met 400,- per persoon de aanhankelijkheid van hun leden hebben gekocht. Ter Heide maak' er zich een beet je boos over. „Alsof wij in een hoekje zijn gaan zitten, zo van: laat ons eens aan ak- tie beginnen. Die 400,- is uitgegaan van individuele werkgevers. De oorsprong lag bij de koppelbazen. Na tuurlijk zeiden de normale werknemers: als je die an deren meer kunt betalen kun je het ook aan ons. Dat is volstrekt begrijpelijk. En via andere bedrijven in het Wa terweggebied en filialen over heel Nederland breidde die 400,- zich over het gehele land uit. We hadden twee dingen kunnen doen: de hele zaak op zijn beloop laten, waarbij we niet weten hoe een en ander in de prijzen uitpakt met name voor die genen die die 400,- niet krijgen, of zien dat we de zaak in de hand krijgen. En dat laatste is een normale taak van de vakbeweging die in ieders belang is. We kun nen niet anders en we willen niet anders. En de volgende keer zullen we dat weer doen". Opvallend is dat het NVV gedurende de hete septem bermaand een spectaculaire ledenwinst boekte. Van 1 sep tember groeide het aantal le den van 569.735 naar 572.566. „Een meer dan normale groei" oordeelt Ter Heide. „Blijkbaar is de conjunctuur gunstig voor ons. Natuurlijk zouden we veel meer leden moeten hebben, maar in ver gelijking met de anderen doen we het toch niet zo slecht. Daarnaast bestaat er bij de catagorale bonden een duidelijke tendens zich bij de centrales aan te sluiten. Kijk eens naar de onderwijzers, die komen met 30.000 man over. Het getal van de bij ons gekomen beroepsvoetballers is niet zo interessant. Maar wel opvallend is dat men daar geen onderscheid meer wenst te maken tussen katho liek en protestant. En daar naast gaat een catagorale or ganisatie van beroepskunste naars een fusie aan met een bij ons aangesloten bond. Die komen dus ook bij ons". „Maar", zegt ook Ter Hei de, „wilde akties zijn voor H. ter Heide is op 10 maart 1928 te Almelo geboren. Hij heeft de 5- jarige H.B.S. doorlo pen. waarvan hij in 1946 het diploma be haalde. Tot 1957 was ter Heide aangesteld bij de Nederlandse Spoorwegen in de rang van commies. In zijn vrije tijd studeerde hij economie. Op 1 maart 1957 is hij als econo misch adviseur in dienst getreden van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen. In 1961 slaagde hij voor zijn doctoraal examen in de econo mie aan de Vrije Uni versiteit te Amster dam. Vanaf 1960 was hij speciaal belast met problemen van de Eu ropese Economische Gemeenschap en werd lid van het Econo misch en Sociaal Comi té van de EEG en Eu ratom. Hij is tevens lid van de Sociaal - Economi sche Raad en van het dagelijks bestuur van de Stichting van de Ar beid .Verder is hij lid van verschillende na tionale economische en sociale commissies. Ter Heide heeft vele artikelen gepubliceerd over sociaal - economi sche problemen in het bijzonder over de pro blemen aangaande de EEG. Op 23 december 1965 werd ter Heide geko zen tot secretaris-re dacteur van het NVV. Op 9 januari 1971 zal hij, zeer waarschijnlijk tot voorzitter van het NVV gekozen worden. de centrales een nare zaak. Dat er mensen inspringen met bepaalde politieke aspi raties, is natuurlijk niet zo vreemd. Daar heb ik geen geheime inlichtingen voor no dig. Maar dat is niet essen tieel. Blijkbaar ontbreekt het ons nog steeds aan voldoende communicatie. Wat dat be treft is ons apparaat nog on derbezet. Dat zich nu van die akties voordoen is begrijpe lijk want bij een sterk over spannen arbeidsmarkt is de weerstand van de werkge vers zwak. Het is onze taak die akties in te bedden in de vakbeweging. Binnen die vak beweging moeten we voor die problemen een uitweg zoe ken." Vooral in de mijnstreek wordt hoog opgegeven over de PBO. Landelijk ontbreekt daar veel aan. Is Limburg nu een voorbeeld voor het land? Ter Heide:- „in de SER heeft de PBO altijd goed ge functioneerd. In de landbouw was het redelijk, hoewel de besluitvorming door Brussel is uitgehold. Landelijk ge zien heeft de PBO in de in dustrie slecht of helemaal niet gefunctioneerd. Op dat niveau zijn de werkgevers niet bereid met de werkne mers diepgaand overleg t plegen." In Limburg dan wel? „Vergeet niet dat de grootste werkgever daar de overheid is. Daar ligt het heel anders". Moet de PBO dan voortgezet worden? „In de huidige vorm op een zicht pitje. Er moeten wel instellingen komen waar de werkgevers en werknemers zich bezighouden met de eco nomische planning op mid denlange termijn. Want op 't ogenblik is het zo dat we voortdurend worden gecon fronteerd met de sociale ge volgen van die planning, maar geen aandeel in die planning hebben gehad. In sektoren waar de overheid meespeelt is dat overleg al tijd beter geweest, juist door de politieke pressie. Ik vind politieke pressie een grote taak van de vakbeweging." En wanneer het over poli tieke pressie gaat wil Ter Heide wel wat klachten kwijt over het huidige regeringsbe leid. „Waarom moest worden gewacht voordat de mini mumloontrekkers helemaal mochten meedoen met de ver hogingen op basis van de in dex. Na twee jaar ging de regering toch door de knieën. En met het indivi duele ingrijpen in afzonder lijke CAO's ging het precies hetzelfde. De mogelijkheid daartoe werd onder dreiging van een kabinetscrisis be vochten. Maar die mogelijk heid wordt toch niet toege past. Met zo'n beleid strijk je toch iedereen tegen de ha ren in". Bij de KVP is wat aan het veranderen. Het programma Steenkamp wijst in een ande re richting. Ter Heide: „op vele punten loopt het paral lel met ons aktieprogrs.nma. Maar toch zet ik er vraagte kens bij. Want het program ma Steenkamp is een heel ander dan het programma dat als basis tot onderhandelen dient tussen de drie christe lijke partijen. En wordt ook dat programma uitgevoerd? Ook het huidige KVP- programma is niet zo slecht, maar in de praktijk komt er maar weinig van terecht. De woningbouw is een groter fiasco dan ooit gewor den. En ook dat woningbouw beleid is gebaseerd op een programma dat niet zo slecht is". In de grensstreken, vooral in Limburg, maakt men zich zeer grote zorgen over de omvang van de pendel. Toe komstig NVV-voorzitter Ter Heide tilt er niet overmatig zwaar aan. Wel ziet hij een Europees of liever een inter nationaal probleem. „De har monisatie van de lonen is geen utopie. Een formele ge meenschappelijke regeling is een uiterst moeizame zaak, het is veel gemakkelijker de werkelijke loonkosten dich ter bij elkaar te brengen. Met uitzondering van Italië ir hier een fenomenale vooruitgang geboekt. De verschillen zijn nog maar zeer gering. On der druk van de krappe ar beidsmarkt en omdat enkele bouwwerker, van grotere om vang (Olympische Spelen) in Duitsland klaar moeten komen, is die pendel toe genomen. Normaal genomen zijn de toonverschillen niet zo groot. De laatste EEG statistieken tonen zelfs aan dat de Nederlandse bouwvak- lonen de hoogste zijn in de hele EEG. Wanneer je de tijdelijke pendelproblemen wilt oplossen dan moet dat onafhankelijk van de lands grenzen gebeuren. Onze be- sluitvormingsstruktuur is niet aangepast. De beslissin gen voor Limburg worden nog steeds in Maastricht en in Den Haag genomen. En dat zou eigenlijk in Brussel moeten gebeuren. De pro blemen moeten per regio, on afhankelijk van de lands grenzen, bekeken wor den. Hier is wel enige verbe tering te constateren, maar dit werk komt maar heel moeizaam op gang. Er be staat in de hele besluit- vormingsstruktuur een enor me achterstand op de econo mische realiteit. En dat geldt ook voor de vakbeweging". Nederland wordt een voor beeld genoemd op het terrein van de sociale voorzieningen. Wordt er vaak misbruik ge maakt van de mogelijkheid uitkeringen uit de sociale verzekeringskassen te krij gen zonder daar strikt geno men voor in aanmerking te komen?. Ter Heide: „Verreweg de grootste posten van de socia le verzekeringen zijn uitke ringen aan diegenen die daarop geen invloed hebben: AOW, AWW, invaliditeit. Wat ziekte en werkeloosheid be treft, misschien zijn er wel bij die hun best niet doen om aan het werk te komen of aan het werk te blijven. Het bewust zich onttrekken aan werk komt maar zelden voor. Kwantitatief speelt hier hele maal geen probleem. Bij een groot ziekteverzuim speelt 'n psychologische moeilijk heid. Een groot verzuim is vaak toe te schrijven aan 't bedrijfsklimaat. Trouwens, de hele controle hierop roept weerstanden op. Dat is al tijd schadelijk. Maar ik ben niet tegen redelijke maatre gelen om misbruik te voor komen. Maar betekenis voor het drukken van de kosten hebben ze niet." En tenslotte geeft Ter Hei de als uitsmijter nog even 'n algemene kwalificatie van de Nederlandse werkgever: „In zijn kontakten met de vakbeweging lijkt hij wel vooruitstrevend. Ook in zijn uitlatingen is hij niet slecht, maar wanneer het op de uit voering aankomt is hij vrij onbeweeglijk. Hij neemt heel weinig initiatieven. Hij zegt: zoals het is, is het goed." De recent door General Mo tors Continental in de Bene lux geïntroduceerde nieuwe wagen die als Ranger door het leven zal gaan, is in fei te een Opel met een Engel se naam. De wagen is niet nieuw ontworpen maar ge bouwd uit een aantal compo nenten van verschillende GM-produkten, voornamelijk van Opel. De naam stamt uit Zuid-Afrika, de automati sche transmissie uit Frank rijk, de elektrische installa tie van Vauxhall en de Ran ger wordt gebouwd in Ant werpen. Zoals reeds gemeld zijn er 9 modellen met 1700, 1900, 1900 en 2500 cc motoren, twee- en vierdeurs, met stuur- en pookversnelling, vier en zescilinders, sedans en coupés en versies met een automatische transmis sie. De Rangers worden in de Benelux geleverd en ge- serviced door de Vauxhall- dealers. Met de Ranger neemt General Motors Conti nental een concept over dat het concern buiten Europa al eerder heeft toegepast, nl. de onderlinge uitwissel baarheid van componenten van verschillende wagens. Voorbeelden daarvan zijn de GM Holden Torana en Pre mier die in Australië ge bouwd worden, de GM Ran ger uit Zuid-Afrika en de GM Opala die in Brazilië wordt geproduceerd. Ook in Amerika wordt deze politiek al langer gevolgd. De filoso fie die erachter zit is twee ledig: enerzijds worden de enorme ontwikkelingskosten die met het ontwerpen van een nieuwe auto gepaard gaan bespaard door gebruik te maken van bestaande componenten, anderzijds wordt men op deze wijze wat de toelevering betreft niet afhankelijk van een en kel land, waar stakingen op een kwaad moment roet in de produktie kunnen gooien. In de naaste toekomst zal dan ook in Europa een aan tal GM-fabrieken verrijzen, waar componenten voor een grote range GM-wagens ge maakt gaan worden De Ranger die al eerder in Zwitserland werd geïntrodu ceerd (vanuit de Zui-'afri- kaanse fabriek) wordt voor lopig alleen in de Benelux- landen uitgebracht, maar 't is niet ondenkbaar dat GM de wagen ook in Scandina vië en andere Europese lan den zal gaan invoeren. Autorubriek onder redactie van Hen Bollen De Manta van Opel, duide- ''Jk bedoel.1, als Opeis ant woord op de Capri van Ford, 's gebouwd volgens de 2+2 'orrnule die voor coupés "ordt gehanteerd. Maar zo- Hls zo vaak het geval is zou ook voor de Manta de twee oe 2 een klein tweetje moe- ,en zijn, omdat op de achter- Dank 2 volwassenen nauwe- 'Uks comfortabel kunnen zit- leij> gezien de krappe been- humte. Zeker op grotere af standen is er op die achter bank slechts plaats voor twee kinderen en dat moeten dan geen wat uit de kluiten ge wassen tieners zijn. Wil dat nu zeggen dat de Manta der- Halve een minder geslaagde oonceptie is? Ik geloof niet dat w- we zover kunnen gaan. want de Capri heeft bewe en dat er wel degelijk een ®arkt voor sportief gelijnde, snelle wagens is, zelfs als O'e sportieve lijn ten koste gaat van de binnenruimte achterin. Evenals Ford met '-epri heeft gedaan, brengt ook Opel de Manta in ver schillende versies en uitvoe ringen. De wagen die van daag onderwerp van de test is, de Manta 1600S semi-luxe kan gekarakteriseerd wor den als oen snelle en behoor lijk felle auto, met een mo tor die mooi stil is en waar bij tot een snelheid van 130 km per uur het windgeruis geen hinderlijke omvang aanneemt. Daarboven treedt echter zoveel lawaai op dat het geen puur genoegen is de Manta op zijn top (160 km per uur) te rijden. De ideale kruissnelheid vind ik dan ook 130 km. De Manta laat zich fijn en soepel schakelen met korte slagen, waarbij al le versnellingen goed binnen handbereik leggen. De rem men zijn uitstekend, volledig voor hun taak berekend wat vooral toe te schrijven is aan de rembekrachtiger. De wegligging is goed ook in bochten, maar wel is de Manta enigszins windgevoe lig. De vering is wat stug maar vangt de wegoneffen- heden goed op. Over de stoe len van de Manta is al veel te doen geweest. Voor een wagen van deze klasse zitten ze slecht, maar de fabriek geeft de verzekering dat de huidige zetels door betere exemplaren vervangen zul len worden, waarbij het dan maar te hopen is dat dege nen die inmiddels een Manta gekocht hebben zonder bijbe taling die betere stoelen zul len krijgen. De afwerking van de Manta is keurig, de bediening zeer gemakkelijk, verwarming en ventilatie werken best, de verlichting laat niets te wensen over, het uitzicht naar voren en op zij is goed, naar achteren beduidend minder als gevolg van „de hoge rug". De Man ta is voorzien van achter ruitverwarming, van een knipperlichtinstallatie bij pech, alsmede van twee ach- teruitrijlampen. De onbekle de kofferruimte is enorm groot. De testwagen had wat last van nadieselen en de pook pruttelde als een vieze pijp, maar dat kunnen exem plarische verschijnselen zijn. Het verbruik tijdens de test periode schommelde tussen 1 liter op 9,5 - 10 km. het geen gezien de hoge snelhe den waarmede gereden werd zeker verrassend mag wor den genoemd. Zet men de Manta naast de Capri, en dat ligt voor de hand, dan hebben beide wa gens plus en minpunten. De Capri heeft krachtiger moto ren en wat meer binnenruim te, de Manta een betere weg ligging en vering. Over smaak valt natuurlijk niet te twisten maar persoonlijk vind ik de lijn van de Capri fraaier. In prijs geven de twee elkaar niet veel toe, zo dat het van andere factoren smaak, inruilwaarde e. d. afhangt naar welk van de twee wagens iemands voor keur zal uitgaan.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 31