eling
raph
LAND N.V.
EURS
Zaterdagbijlage van 21 november 1970
Een Nederlandse priester hield bifna een jaar lang
precies bij waaruit zijn werk bestond. Daarna wist hij
dat zijn ruim 6(buriae werkweek eigenlijk weinig
vrucht afwierp. En dat deed hem verzuchten: Jk ben
beng dat veel priesters weggaan, omdat ze niet meer zien dat
ze functioneren. Ze stuiten op een vaag wantrouwen".
Hij is een priester als zovele andere; rond de veertig en kapelaan
in een nieuwbouwwijk. Hij is eert priester die hard zoekt naar
een nieuwe image, een nieuw stuk vertrouwen. „Want als
de mensen voor wie je werkt, niet in jou geloven, hoe kun je
dan nog in jezelf geloven?" Zijn verhaal staat op deze pagina.
Op zoek
Werkweek
Zielzor»
Verschuiven
Hoelang
Het wonder
Directeur g. f. j.
Spoedcheqne
Zakcentje
Aardie
nfabriek aan da
ist:
Eerste stuurman
ervaring in ver-
ustrie.
se en Franse taal
i zijn op korte
ollicitaties, voor-
ander vermelding
1, worden inge-
Personeelszaken.
V., Postbus 49,
r onze maatschappij,
n met:
eland.
van Geel. Leypark-
melding van leeftijd,
"handeld.
\ken en hij is een door zijn
technisch-commerciële
Iele vooraanstaande
ikopiëren met
J in eigen beheer,
menigvuldigmg en vele
meer op basis
Dper te kunnen solliciteren
districtskantoor te Eindhoven
Zuid-Nederland,
esseren.
bedrijf zien
praak maken voor
■EFOOW 040-64328
JESS
vrij.
uit
lïen priester zoekt vertrouwen
door JAN LANDMAN
E
EN priester.
Rond de veertig en kape
laan of modern: pastor
in een van de nieuw
bouwwijken waaraan ons
land zo rijk is. Een pries
ter als honderden van
daag. Een man, die dag in
dag uit al zijn energie
kwijtraakt aan de ijsberg
van religieuze en geeste
lijke nood van „zijn" men
sen. Een ijsberg waarvan
bij weet hoeveel er onder
de oppervlakte blijft.
;,,pen uitgesproken Septua-
-jat-man, al gelooft hij ook
liet meer aan het wonder
jannen alleen maar de al-
fenzaligmakende kerkmu
ren. Hij wil in ieder geval
(vd grote bressen slaan in die
Jrilren Als hii ergens aan
'jdt, is het niet op de eerste
alaats aan zijn celibataire
aai. maar aa i de ''loof tus-
ren de kerk. dus zijn werk,
"1 dp mensen voor wie hij
'■rent iets te kunnen beteke
nen.
feze priester is op zoek naar
"en nieuwe image, een nieuw
'tnk vertrouwen, waarmee
hjn hele functie staat of
alt. Want als de mensen
®aarvoor je werkt, niet in
geloven, hoe kun je op
love "r C'an n°® 'eze^
at doet deze priester? Hij
de godganselijke dag,
at het ene na het andere ex
periment op touw, koopt van
bescheiden sala-
"s boeken en tijdschriften
i'armee hij hardnekkig pro-
JWMJ te blijven op theo-
rmj1 Pastoraal, liturgisch,
i-nagogiseh, sociologisch,
psychologisch enz. enz.-ter-
rein, preekt en praat om pro
gressieven moed te geven en
tegelijk conservatieven niet
teleur te stellen.
Maar waart het spook
van de mi 'king niet
reeds door de vaak hyper
moderne, maar leeglopende
kerkgebouwen? De voorheen
beminde gelovigen verstaan
hem (cq. de kerk) niet of
verkeerd, ze komen niet
meer naar hem (cq. de kerk)
toe, terwijl deze priester de
mensen om zich heen kapot
ziet gaan van eenzaamheid
en geestelijke verwaarlozing
en armoede. Je zou ze zo
verdomd graag helpen, maar
als ze wegblijven?
„De mensen hebben (nog)
geen zicht op de priester van
nu; ze zijn wantrouwend. De
vele ambtsverlatingen doen
daar zel-er geen goed aan.
,Zou hij ook En daar
om komen ze niet meer zo
vanzelfsprekend naar hem
toe."
De priester, die dit zegt,
woont in een mooie, moderne
pastorie samen met een jon
gere collega en een oudere
pastoor, die veel moeite doet
om het allemaal bij te hou
den en in ieder geval „zijn
„jongens" hun gang laat
gaan.
Do eigenlijke aanleiding tot
ons gesprek was het curieu
ze feit dat deze priester bij
na een jaar lang, nl. van 24
juli 1969 tot en met 17 jüni
1970. precips hppft nagehou
den waaruit zijn werk be
stond en hoeveel tijd hij aan
zijn verschillende activiteiten
besteedde.
Hij kwam, om maar ergens
mee t.e beginnen, jp n ,.erk-
week van gemiddeld 60 tot
62 uur. „Dat is niet zo erg
veel", bekent hij, „in ons
priesterteam maken sommi
gen 80 uur per week" Laten
we het er maar op houden
dat zijn ruim 60 uur per week
een goed gemiddelde vormt
voor deze grote categorie
priesters in Nederland.
Dat betekent, in een vijf
daagse werkweek omgere
kend, werkdagen van ruim
elf uur. Maar omdat
juist het weekeinde voor pa
rochiepriesters bijzonder ar
beidsintensief is, komt het
in feite neer op werkdagen
van ruim 8 uur, maar zonder
vrij weekeinde. Zeer veel
tijd gaat bij deze priester zit
ten in het huisbezoek: 14 pro
cent, ofwel meer dan 340 uur
(gerekend dus over bijna 11
maanden). Daarna komt zijn
aandachtsgebied (speciali
teit) binnen het priesterteam
dat de vijf parochies verzorgt
waaruit deze nieuwbouwwijk
bestaat. (In dit groter sa
menwerkingsverband zijn
verschillende specifieke aan
dachtsvelden toegewezen aan
telkens een priester). Zo
trekt „onze" priester zich
speciaal het jongerenpasto
raat aan. Hij besteedt hieraan
12 procent van zijn tijd, die
vooral opgaat aan plannen,
organiseren, opbouw van een
kader e.d.
Meer dan de helft van zijn
werkzaamheden kan deze
pastor rekenen tot de „ech
te", of beter: directe ziel
zorg: aan de voorbereiding
van eucharistievieringen,
preek èn teksten (samen
stelling van de dienst) is hij
20 procent van zijn tijd kwijt,
aan huisbezoek en persoonlij
ke gesprekken eveneens 20
procent en aan de jongeren,
zoals gezegd, 12 procent. Bij
elkaar 52 procent van zijn
werktijd. Over de eucharis
tievieringen zegt hij: „We
zijn steeds met twee pries
ters bij alle vijf vieringen in
het weekeinde. (Je it je
trouwens afvragen of vijf vie
ringen niet te veel is). Maar
is het preken al veel moei
lijker dan vroeger je kunt
niet meer kletsen het
voorgaan in de eucharistie
eist ook veel van je. Dat eist
je op, dat is vermoeiend
Vergeet niet dat je niet met
steeds dezelfde formules
kunt aankomen. Je moet de
hele dienst zelf opbouwen.
Het is wel jammer, dat je
alles zelf moet doen, het is
teveel een one-man-show van
de priester. De geladenheid
en het gevoel voor medever
antwoordelijkheid ontbreken
nog te vaak bij de mensen"
Hoe de persoonlijke zielzorg
aan het verschuiven is, blijkt
scherp uit de tijd die deze
priest'er in 11 maanden be
steedde aan privé - biechtho
ren: welgeteld 3 uurtjes.
„Aan tijd stelt dat niets
meer voor. Je moet daar
echter tegenover stellen de
overigens nog altijd wei
nige persoonlijke gesprek
ken, waarin je echt tot een
pastorale begeleiding komt
(135 uur) en ook bijv. de ge
sprekken ter voorbereiding
van het huwelijk (natuurlijk
niet veel in zo'n jonge wijk:
17 uur). Hierbij moet je uit
gaan van het principe: als
u wilt. Je staat als pastor,
als kerk dus ook, ten dienste
van de mensen, maar zij
moeten wei van dat aanbod
gebruik willen maken. En de
drempel is nog zo hoog. Men
is bang, ook de jongeren.
Men heeft het idee: die man
hoort mij uit, die vist naar
iets. Af en toe komt er eens
iemand praten, echt uit be
hoefte. Daar moet het naar
toe. De mensen begrijpen
niet, dat ik daar altijd, ook
midden in de nacht, met
voorrang alle tijd aan wil
geven."
Wat doet deze priester ver
der zoal? Onder de werk
zaamheden in en rond de
parochie noemt hij onder
meer: dopen (20 uur), hu
welijken, uitvaarten, bedie
ningen (44 uur), paroi hicle
administratie en correspon-
lentie (94 uur) ziekenbezoek
(26 uur), vergaderingen
.net het parochieberaad
(56 uur), met de werk
groep liturgie, pas gestart
(3,5 uur), met het collectan-
tencoliege '4 uur) met het
kerkbestuur (13 uur), met
de parochiële charitasinstel-
lingen (10,5 uur), met het
parochieel missiecomité (8
uur), liturgische zangles op
een basisschool (16 uur), re
petities zangkoor, samenstel
ling zangbundel (die tenslot
te nog te duur bleek om te
laten drukken ook!) (147
uur). „Ik ben zelf dirigent
van een koor. De echte tech
niek ontbreekt me, maar
ik heb er wel plezier in. Ie
der koorlid erbij is een steen
tje voor een beter vrzorgc'a
eucharistieviering. Mis
schien hield ik er mee op
voor wezenlijker zaken, als
er een plaatsvervanger ge
vonden werd". Wat betreft
de wijkzielzorg (de vijf paro
chies samen): vergaderingen
met en werk voor het gehele
wijkberaad van priesters en
leken (154 uur), priester- en
teamgesprekken („Erg be
langrijk, je corrigeert eikaar
en je vangt elkaar op") (69
uur), een oecumenische ge
spreksgroep (49 uur). Aan
wijkwerk, dat nauw samen
hangt met zijn „specialiteit",
het jongerenpastoraat
(groepswerk, sociaal cen-
rum e.d.) besteedde hij onge
veer 100 uur.
Voor studie, bezinning en
persoonlijk gebed blijft naar
zijn eigen gevoelen „veel te
weinig" tijd over. (Lezing
en gebed 17,5 uur, studie 132
uur: „Niet meer dan wat
vakliteratuur").
Waar je ontzettend veel tijd
aan kwijt bent, vertelt hij, is
het zoeken naar mensen in
parochie of wijk. die iets wil
len „doen". Met andere
woorden: de kadervorming.
Zo zoekt h-" zich een c -geluk
naar mensen die deskundig
èn bereid zijn een stuk vrije
tijd beschikbaar te stellen
voor de begeleiding van jon
geren. „Vaak voel ik me zo'n
Belse knol, die niets anders
doet dan een wagen vooruit
zeulen. Maar doet-ie dat niet,
dan staat de hele wagen stil"
Hoe lang hou je zo'n leven
in deze tijd vol? Voor deze
pastor is in ieder geval dui
delijk dat je er niet bent als
je zelf maar in je taak als
priester gelooft. „Het pries
terambt is er nl. voor de an
der; vraagt daarom om res
pons en weerklank. Je kunt
het alleen maar uitoefenen
met en tussen de anderen.
Ik ben bang dat veel pries
ters weggaan, omdat ze niet
meer zien dat ze functione
ren. Ze stuiten op een vaag
wantrouwen. Er moet een
nieuw vertrouwen groeien.
Maar daarvoor is een geloof
nodig in nog steeds dezelfde
taak en boodschap van de
kerk voor heel de samenle
ving. Als gelovige en niet-
gelovige dezelfde inspiratie
durven vermoeden, ook in
de priester-nieuwe-stijl, dan
uilen ze hem gaan honoreren
als gelovige, als mens en als
werker. En dan maakt het
niet uit of die priester ge
trouwd is of niet. De kerk is
op een ontstellende manier
bezig de gewone man te ver
liezen. We zijn, incluis alle
vernieuwingen, bezig aan
een élitekerk, met allemaal
academici en doctorandus
sen. De meeste mensen snap
pen er niets van. We moeten
leren „vertalen". We kennen
het vak public relations niet.
Ook binnen de kerk moet er
veel gedemocratiseerd wor
den. Dat versta ik onder een
volkskerk en daar hou ik
van. De bekoring van
eel priesters is nu: overstap
pen naar een maatschappe-
'ijke functie, die reële inhoud
heeft liever dan te blijven
werken in een pastora
le functie, die al'»en nog
maar op papier bestaat".
Ontboezemingen van zomaar
en priester. Een beginnende'
veertiger, die in de hoop dat
het wonder gebeurt, er in ie
der geval hard voor werkt.
„De mensen denken nogal
eens dat mijnheer kapelaan
een serie feestjes, recepties
en trouwpartijen afsjouwt en
zo best aan zijn natje en zijn
droogje komt. Tot mijn groot
verdriet heb ik er dit hele
jaar maar 10 uur voor kun
nen uittrekken. Maar ik hoop
op betere tijden, want ook
bij een borrel kun je waar
devolle menselijke contacten
leggen".
door
HENNY GROOTVELD
A. Groen van de
Postcheque en Gi
rodienst heeft een
teleurstellende boodschap
voor Nederlanders die ho
pen rijk te worden door
een ambtelijk foutje. Geld
dat loor een vergissing op
hun girorekening komt, is
niet van hen en kan daar
om ogenblikkelijk worden
teruggeëist. En wie de cen
ten vliegensvlug in eigen
zak heeft gestoken, moet
op vervolging rekenen.
„Want", zegt de directeur,
„hij maakt 'zich volgens de
wet schuldig aan verduis
tering".
l.'ensen met miljoenen-aspi
raties geefr hij zelfs da raad
niet te wachten op een mis
ser van i girodienst. Waar
schijnlijk zullen ze nooit in
hun leven de kans krijgen om
hiervan te profiteren om de
doodeenvoudige reden dat dit
soort fouten alleen spora
disch voorkomt.
„Je kunt beter via de giro een
lot in de staat_'oterij kopen,
want dan heb je meer kans
op succes. Of een blikje sar
dines openmaken, omdat je
dan zeker weet dat je wat
hebt".
Toch bezorgen fouten van re
keninghouders de Postche
que- en girodienst een berg
werk. Elke dag zijn in de
vestigingen in Den Haag en
Arnhem ongeveer 250 ambte-
r. rren in touw om deze fou
ten op te sporen en te verbe
teren. Van de ongeveer één
miljoen opdrachten die de gi
rodienst per dag noet ver
werken, zijn er 7000 verkeerd
ingevuld. En dat ligt a-.n ons
Nederlanders. We blijken de
prstrekeningnummers en ook
de bedragen vaak niet goed
en duidelijk op te -chrijven.
Over het algemeen is dat
niet zo heel erg. Want prak
tisch alle fouten worden er
bij de diverse controles uit
gehaaid. Er> een enkele
die toch door alles heen slipt,
wordt bijna altijd gemeld
door de betrokkenen. „De
meeste Nederlanders zijn na
melijk eerlijk", weet direc
teur Groen.
Natuur 'jk kunnen er wei
eens moeilijkhed-n zijn. Als
iemand er bijvoorbeeld in
zou slagen een spoedcheque
uit te schrijven ei een for
midabel bedrag te innen, nog
voordat de verkeerde boeking
is ontdel'. „Maar dat is the
orie", zegt de directeur. „En
bovendien hebben we de wet
als stok achter de deur".
De ervaring heeft geleerd dat
er jaarlijks maar vijf a tien
gevallen zijn, waarin Neder
landers via een girofout geld
van een ander krijgen en op
nemen. Als dat problemen
oplevert, probeert de giro
dienst alles soepel op te los
sen. Directeur Groen: „Wij
zijn bijzonder sportief, als de
fout werkelijk bij ons ligt.
Formeel hoeven we er niets
aan te doen, maar moreel
voelen we ons verplicht in te
grijpen in dergelijke geval
len. Dat kost ons overigens
wel geld. Enkele duizenden
guldens per jaar".
Maar er is ook ec juridische
afdeling bij de g-' dienst, die
zich ider andere bezighoudt
met de gevallen, waarin het
geld na die fouten niet terug
kwam. „Via de PTT-opspo-
ringsdienst komt zo'n zaak
voor de rechter, die rr ;estal
een afbetalingsregeling
treft". Alles is volgens direc
teur Groen wa'.c-dicht gere
geld.
Trouwens, de giro zit hele
maal op fluwe Vorig jaar
werd ei een slordige dertig
miljoen gulder winst ge
maakt. Dit „aardige zakcent
je" vloeide in de staatskas.
moeite voor om een vriende
lijk image te grondvesten bij
hri publiek. Een voorbeeld:
Wie zijn kascheques en giro
kaarten heeft uitgegeven en
zich gedurende de dagen dat
hij op nieuwe wacht een soort
„giro-armoede" op de hals
heeft gehaaid, hoeft niet met
zijn handen in het haar t«
zitten.
Directeur Groen merkt al
leen op: „Het moet wel gek
lopen, als je alles ineens
kwijt bent. Dat is bij elkaar
drieduizend gulder en dat
geef je niet zomaar uit. En
het duurt doo- ans maar
een dag of vier voor je nieu
we kascheques ontvangt.
Tenzij je in 'n periode van
feestdagen leeft. Dan kan 't
in h3t uitzonderhjkste gr al
oplopen tot acht dagen"
En ook dit jaar zal er wel
weer wat overblijven. De
rente van 2,3 procent, 'ie i i
aan de giroklanten wordt uit
betaald, heeft de girodrinst
niet arm gemaakt. „We had
den nog wel meer rente kun
nen geven. Maar daar waren
de monetaire autorite;. -n
niet enthousiast over Die 2,3
procent rente is dus een be-
leidsbeslis :--g geweest, die
is genomen, nadat de giro en
de banken op initiat'ef van de
monetaire autoriteiten bij el
kaar waren geweest".
Volgens de heer Groen lig
gen de goede resul aten van
de girodienst aan de hoge ef
ficiency binnen dit in twee
kantoren "eïnstal' eerde be
drijf. Er is veel geautomati
seerd, een lijn die in de toe
komst wordt doorgetrokken.
Bestudeerd wordt of de hand
tekening! antrole, het nazien
van namen en nummers en
het lezen van 1 giro-op
drachten aan automatische
breinen kan worden overge
laten. Dat zou op zichzelf in
de huidige situatie misschien
wel duizend mensen bespa
ren. Binnen een termijn van
vijf a tien jaar hoopt de giro
dienst dit toch wel voor een
deel te kunnen realiseren.
Overigens hoeft daarbij geen
enkel ontslag te vallen, om
rit het werk zich uitbreidt
en het personeel jaar
lijks met tien procent moet
toenemen. Er werken mo
menteel ongeveer '600 men
sen bij de girodienst.
Bij deze groei doet de leiding
van de girodienst er veel
„Voor die bijzondere geval
len kunnen we via een tele
grafische spoedbehandeling
een cheque afgeven o;- een
postkantoor in binnen- en
buitenland. De man die in
nood zit, stuurt ons dan een
telegram. En men kan ons
ook opbellen. Eigenlijk kun
fe dan op een po"" an'oor als
het nu helemaal nodig is, a-
la-minute over geld beschik-
'-en. Het kan natu lijk even
duren, omdat we graag het
saldo willen controriren. Vol
gens mij hoeft girt-armoede
er niet te zijn, als je ons
dienstbetoon maar kent. Een
rekeninghouder m nood hel
pen we ook "uiten de regels
om, als dal kan".
De bazen bij de Postcheque
en girodienst zijn aardige
jongens, die liever niet met
bankdirecteuren vergeleken
willen werden. W t een
gro:.'. verschil is dat de winst
bij de giro niet op de voor
grond, maar ook niet op de
achtergrond staat.
Soms mag de klant in zijn af
rekening zelfs voor korte tijd
voor e :n bescheiden bedrag
in de rode cijfers staan. „We
staan dat in een aantal geval
len toe, omdat er een stuk
dienstbetoon achter zit".
Natuurlijk moeten er dan wel
onkosten betaald worden.
Want helemaal „gek" zijn
die aardige jongens van
giro toch ook weer niet.
de