t
:aut
Eeuw toneel in Nederland
VAN KERMISGAST
TOT NIEMANDSLAND
Wie is nu eigenlijk WIMPY?
d
ken voor
heren,
ebben wij
inbieding
IRANDEN
Bureaucratie
Manipulatie
iORDIJNEN
40-3258
j.kdoeken, baddoeken
as-aanbieding
Nü f 75r
NU 95,-
KORTING!!!
Shylock
ra voordeel
Theaters
Van Dalsum
UKE
UCKY
taltons
>p vrije
'oeten
pc
de toornige
tjiftjaf
DONDERDAG 19 NOVEMBER 1970
kwaliteit als prijs
bij
jstraat bij
;en
I
Lelijke, blijvende
JDERNE TRUIEN,
l, LUXE LINGERIE
STROPDASSEN e.d.
ETS APARTS NAAR
»on 2164
IlNG EN TAPIJTEN
lAPIJTEN
:IKANT
93
JOSEPHINE
O JOSEPHINE
EEN gehaaste zakenman in To
ronto, een hongerig winkelmeis
je in Londen, een doodvermoei
de huisvrouw in Hongkong en
een luie vrijgezel in Madrid
allemaal hebben ze wel eens een
keer een wimpy gegeten bij
Wimpy. Sinds J. Lyons Co.
Ltd. te Londen ruim tien jaar
geleden met het inrichten van
de eerste Wimpy-bars begon, is
Wimpy een wereldverschijnsel
geworden. Over de gehele aard
bol verspreid bevinden zich
thans 600 van deze snel-restau-
rants, hoofdzakelijk in drukke
winkelstraten van grote steden.
Sinds kort is ook Breda een
Wimpy-bar rijk. In de Eindstraat
trekt daar een kolossale vuurro
de lichtreclame de aandacht.
De organisatie berust in Neder
land bij Wimpy Service N.V., een
lochteronderneming van Lyons, een
I wereldconcern op horeca-gebied met
ongeveer 36.000 werknemers. De 600
bars worden op basis van het zoge
naamde franchise-systeem geëxploi
teerd, een systeem, dat in Nederland
nog nauwelijks bekend is. In de Ver
enigde Staten is het echter een ge
bruikelijke vorm van samenwer
king tussen zelfstandige onderne
mers (licentienemers) en een grote
organisatie (licentiegever). Het sys
teem houdt in, dat de licentienemer
kapitaal investeert in zijn eigen be
drijf en bij de exploitatie daarvan
gebruik maakt van de ervaring en
technische kennis van de licentie
gevel. De Wimpy-organisatie stelt
o.a. de volgende diensten ter be
schikking. het recht op het gebruik
van de merknaam Wimpy, hulp bij
het zoeken naar een pand, advies bij
de inrichting, training van perso
neel en centrale inkoop van arti
kelen.
De Wimpy-bars zijn over de ge
hele wereld in grote lijnen op uni
forme wijze ingericht. De uniformi
teit komt ook tot uitdrukking in de
toepassing van hetzelfde embleem
en spijskaart, gelijke prijzen en
vooral in de overal gelijke berei
dingswijze van het belangrijkste on
derdeel van het menu, de Wimpy-
hamburger. De wimpy's bestaan uit
puur mager rundvlees, dat wordt
gehakt en volgens een bepaald re
cept klaargemaakt. Zij worden diep
gevroren bij de bars afgeleverd,
daar ontdooid en op de griddle (bak
plaat) gebakken om vervolgens mét
gebakken uien tussen) een geroos
terd broodje te worden geserveerd.
De hamburger is volgens de over
levering afkomstig uit het middel
eeuwse Rusland van de Tartaren.
Later brachten zeelui uit Hamburg
het recept mee naar huis van hun
reizen naar het Baltische gebied. In
Hamburg werd het zo populair, dat
het vlees zelfs de naam van die stad
kreeg. De bewoners verbeterden de
hamburger nog verder door het ge
hakte vlees te bakken. Vroeg in de
19e eeuw introduceerden de Duitse
emigranten het gerecht in Amerika.
En vanuit de States heeft de ham
burger de wereld veroverd. Er ont
stonden daar ook variaties als egg-
burger en cheeseburger.
De Wimpy-bar is bedoeld voor de
genen, die snel een warme snack
willen gebruiken. Zij vult de leem
te op tussen het conventionele res
taurant en de broodjeszaak. De ge
middelde verblijfsduur van de be
zoekers ligt tussen de 20 en 30 mi
nuten, waardoor er op spitsuren een
snelle doorstroming is en veel men
sen kunnen worden geholpen. Tij
dens spitsuren is het voor één gridd-
ier mogelijk 200 wimpy's per uur
klaar te maken. Gehaasten in de
volgende landen maken van deze
snelservice gebruik: Australië, Bel
gië, Canada, West-Duitsland, Enge
land, Frankrijk, Gibraltar, Hong
kong, Ierland, Israël, Kenya, Kongo,
Luxemburg, Malta, Nederland, Noor
wegen, Schotland, Spanje, Thailand,
de Verenigde Staten, Zuid-Afrika
en Zwitserland. Breda wordt blijk
baar nu als eerste na de vijf groot
ste steden' in Nederland rijp geacht
voor zo'n snelservice-restaurant
nieuwe stijl.
MARJAN MES.
KOM daar nu eens om In 1870
dus nü 100 jaar geleden
werd een vereniging van „to-
neelminnenden" opgericht. De
toneelschrijver H. Schimmel en
mr. J. van Hall richtten toen
,Het Nederlands Toneelverbond'
op. Dat heeft het 100 jaar uitge
houden, zodat er nu iets te her
denken valt. Dat verbond werd
100 jaar geleden om in stijl te
blijven de klaroenstoot tot
nieuwe ontwikkelingen. Toneel
spelers voordien niet meer
dan rondtrekkende kermisgas
ten stichtten een gezelschap
van prominenten in „Het Neder
lands Toneel" (1876); er kwam
een toneelschool en een tijd
schrift met de naam „Het To
neel"
Hoewel „toneel" zo oud is als de
mensheid zelf, zijn die 100 jaar ge
makkelijker te overzien dan de hele
periode, die ligt tussen de comedie
die Adam en Eva opvoerden en de
burg„cultus'Y waar we nu last van
beginnen te krijgen, al komen de
acteurs nu via de achterdeur binnen
en begonnen ze toen in een koets
voor te rijden
Nederlandse toneelschrijvers als
Schimmel, Van Maurik, Van Len-
nep, Multatuli en niet te vergeten
Heyeimans zorgden voor „realisti
sche" toneelstukken. Maar er waren
ook al tomaten. „Vorstenschool" van
Multatuli bracht de gemoederen in
beweging, niet in het minst van
(dolle) Mina Kriiseman. Worden nu
Snoeshanen als De Sade verboden,
in de vorige eeuw kreeg Claudia van
George Sand in Amsterdam reeds
dezelfde censuur.
Van grote invloed op de ontwik
keling was in 1880 het optreden van
liet hoftheater van de hertog van
Meiningen (16 wagons vol spullen)
in ons land met Shakespeare en
Schiller Daaruit is voor een stuk de
latere legendarische Shylock van
Louis Bouwmeester af te leiden. Hjj
deed dat zo suggestief, dat het pu
bliek in Londen (1920) bjj zijn op-
De handschoen van de vuilnisman komt in de mode,
lijkt het. Dit zijn dameshandschoenen van glacé. Iets sportiever
dan de normale bromfietswanten, maar ook zeer goed in die
hoedanigheid te gebruiken.
lOOLSCHOENEN
|\NSTEEN
liantoffels
SPIRO T. Agnew is „in alle be
scheidenheid" van mening, dat hij
de „orde van de vogel" niet ver
dient.
„Deze onderscheiding (van de
(Amerikaanse) vereniging van be
roepsbureaucraten, Nataprobu) kan
beter worden verleend aan ande
ren, die verdienstelijker proeven
van bureaucratie hebben afgelegd",
zei Agnew in een telegram.
Hij zond nederige verontschuldi
gingen vergezeld van „de gebrui
kelijke voorwendselen" om niet te
verschijnen op het jaarlijkse ban
ket van Nataprobu, een vereniging,
die bureaucraten pleegt te hekelen.
Nataprobu had Agnew de „orde
van de vogel" willen geven voor
diens talent om ingewikkelde, ver
warrende taal te gebruiken.
UIT een onderzoek ingesteld onder
lezers van 65 Amerikaanse dagbla
den blijkt dat 67 procent der ge-
vraagden van oordeel is dat zij
meenden dat hoge politieke functi
onarissen in Washington trachtten
„het nieuws naar hun hand te zét
ten".
En gelukte hen dit? Nog eens 67
procent zei ja, 14 percent vond van
niet, 15 percent wist het niet en 4
percent beantwoordde deze vraag
niet.
Het onderzoek was begonnen in
mei en werd voortgezet tijdens een
periode van opzienbarende gebeur
tenissen, zoals de onrust op de
universiteiten die volgde op het
Amerikaanse militaire ingrijpen in
Cambodja en het doodschieten van
vier studenten van de universiteit
van Kent.
maxi-midi-minishow van het .straat
toneel' in 1970. Bovendien zullen er
nog velen zijn die hun bloedeigen
hart kunnen ophalen aan de tijd van
de Bouwmeesters, Verkade, Rooy-
aards, Van Dalsum en anderen, van
uit het verdomhoekje waarin nu
,het' toneel zit. Die laatste 100 jaar
zit trouwens vol verdomhoekjes, zo
dat we nu de toneelspelers inclu
sief niet zó in paniek hoeven te
raken.
In de jaren zeventig van de vorige
eeuw stond het Nederlandse toneel
voor de meesten gelijk aan kermis-
toneel. Acteurs trokken in diligen
ces langs slechte wegen het land
ioor om burgers, boeren en buiten
lui vermaak te bezorgen met emo
tionele theatertaal. Er werd bij ge
rookt en gesnoept en strijkjes speel
den daarbij de ene populaire dreun
na de andere. Wel werden de oude
rederijkerskamers vervangen door
„sociëteitstheaters", maar de dille-
tantenverenigingen bloeiden op als
nieuwe rederijkerskamers.
Zoals nu het kermisbedrijf vaak
nog een familiebedrijf is, zo trokken
toen ook toneelspelende families
door het land: de Sablairolles, de
Maj of ski's en de RosenveldtBouw
meesters waren klinkende namen.
Alleen de Haagse schouwburg had
zich „standing" aangemeten. Deze
bestond uit tranen met tuiten en
bulderende lachsalvo's bij draken
als Misdaad en Wraak of Dertig jaar
uit het leven van een Dobbelaar.
Langzamerhand werden de ker
miskramen vervangen door echter
schouwburgen, waar toen met name
Franse drama's van Victor Hugo,
Molière, Sardou, Dumas e.a. hoogtij
vierden. Er kwamen theaters in
Amsterdam, Rotterdam, Leiden,
Maastricht, Haarlem, Utrecht, Gro
ningen en Nijmegen. Vaak nog van
hout, maar na 1880 meestal van
steen.
In 1892 werd het Nederlands To
neel „koninklijk". Niet de regering,
maar de koning hield als een ware
maecenas de zaak overeind. Tot
1930 (onder Wilhelmina) is er ko
ninklijk geld in het toneel gestopt.
In die tijd ontstond er een schouw-
trederi in een Engelse uitvoering
dacht, dat hij jiddisch sprak. Hij
speelde in het Nederlands. Tot diep
in onze eeuw heeft deze creatie in
ons toneelleven doorgewerkt. Maar
ook actrices als mevr. KleineGart-
man en daarna Theo Bouwmeester
en „revolutionaire" stukken als Ib-
sen3' Nora, Couperus' Noodlot, Hey-
ermans' Op Hoop van Zegen waren
voorboden van een andere tijd.
De man, die de bakens gaat ver.
zetten is de Zaanse fabrikantenzoon
Eduard Verkade. In 1903, wanneer
hij in Hengelo scènes uit Macbeth
(vert. Jac van Looy) voordraagt,
ontdekt het publiek dat hij de bom
bast van het naturalisme wil door
breken met stylering. De zomerspe
len in 1907 in Laren betekenen een
definitieve ommekeer en moderni
sering van het toneel in ons land.
Daar haalden Verkade en Rooyaards
samen het toneel uit de naturalisti
sche kermissfeer door Elckerlyc en
Lanceloot te spelen. Van grote in
vloed op Verkade was daarbij de
Engelse acteur Gordon Craig. De de
cors van Verkade's broer, de katho
liek en benedictijn geworden Wille-
brord Verkade, moeten daarbij wor
den genoemd. Verkade waagde het
in 1925 al om de Hamlet in modern
kostuum te laten spelen
Ook Rooyaards doet nieuwe din
gen met Vondels Adam in Balling
schap (nooit daarvoor gespeeld) en
Lucifer. Roland Holst (R) en Frits
Lensvelt zorgen daarbij voor monu
mentale decors, die de levensopvat
ting van het begin van deze eeuw
illustreren. Toneelspelers als Saal-
born, Tourniaire, Magda Janssens,
Jan Musch, Louis van Gasteren en
Paul Huf stammen uit zijn school,
die nu toch wel als erg romantisch
op ons afkomt. Romantisch waren
allesbehalve de gages van de spe
lers. Verkade zei in 1917 bijvoor
beeld tegen Fie Carelsen: „Kijk
eens, mevrouw Pissuisse, wanneer
u zo bent als ik u gezien heb, dan
bent u die 1200,die u ver
dient (per jaar) nog niet waard,
maar wanneer u kunt, wat ik denk
dat u zult kunnen, dan is 2400,
nog nauwelijks genoeg."
Sinds 1911 bestond er voor de ac
teurs een vakvereniging, maar die
kon niet veel uitrichten. In 1920
barstte de bom, toen kort na het be
gin van traditionele Gijsbrecht-uit-
voeringen in de nacht van 3 op 4
januari een algemene toneelstaking
uitbrak. De Gijsbrecht werd snel
vervangen door De Gardeluitenant
van Molnar, maar op de schouw
burgplaatsen vonden de bezoekers
pamfletten met het verzoek om de
schouwburg te verlaten en de spe
lers te steunen bij hun „rechtvaar
dige strijd". De toegespitste verhou
ding Verkade-Royaards werkte
daarbij averechts.
Een centrale figuur in de ontwik
kelingen van de jaren twintig en
dertig was Albert van Dalsum, die
gestuwd door Verkade en het Duitse
expressionisme (Piscator-Brecht)
uitroept: „Laten de golven der on
gebondenheid over ons heenslaan;
geef ons de dynamiek der geluiden,
de polsslag van het Leven". Al heeft
het Oost-Nederlands-Toneel met
Van Dalsum en A. Defresne in Arn
hem maar één jaar bestaan, het is
met spelers als o.a. Charlotte Kohier,
Willy Haak, Sara Heyblom, Nell
Knoop, Cruys Voorbergh, Jo Stern-
heim van baanbrekende betekenis
geweest. Dat was '29-'30. De jaren
dertig met politieke en sociale on
rust stond echter niet erg open voor
het getuigende optreden der toneel
spelers. Voor alles wilde men rust
en neutraliteit. Dat neemt niet weg
dat de NSB een voorstelling van
De Beul van Lagerkwist in '35 met
stinkbommen verstoorde en nationa
le emoties in '37 bij het huwelijk
van Juliana hoogtij vierden op
de planken. Maar in '39 stond Van
Dalsum in zijn laatste grote rol
(Thomas More) voor de oorlog op
LOUIS BOUWMEESTER
het Leidseplein. Terwijl het Duitse
Feldgrau zich over onze schouwbur
gen ontfermden en de meeste ac
teurs de Kultuurkamer meden ont
stond er in de oorlogsjaren een
nieuw toneelplan. Vijf groepen
zouden er komen: het Amsterdams
Toneel (Van Dalsum, Defresne en
Sternheim), een nieuwe „Toneelver
eniging" (dat de lijn Heyermans-
Schouwtoneel doortrok), een Volks
toneel (voor het arbeiderspubliek),
een „Nederlands Toneel" (het ko
medianten-vakwerk onder Saal-
born) en het Residentietoneel (voor
de „verfijnde smaak" onder Laseur,
De Meester en Ranucci).
Wat is er van terecht geko
men? Eigenlijk is de tijd nog te
kort om de na-oorlogse toneel
geschiedenis al te schrijven.
Steekwoorden: experiment,
engagement, Tsjechov, Brecht,
Absurd toneel, tempo, ruimte,
democratie, ironie, satyre, staats
zorg, jeugd, internationale ont
wikkelingen, scheiding spelers-
puoiiek etc. etc. Aan elk woord
is een stuk na-oorlogse ontwik
keling op te hangen. Een tijd van
verwarrende veelzijdigheid uit
mondend in het niemandsland
der jaren "70, waarin totale her
ziening voorlopig nog de kop
ingedrukt wordt. Deze zal komen
en van daaruit zal men met meer
inzicht aangekeken kunnen wor
den tegen de veroorzakers daar
van: 100 jaar toneel in Neder
land, waarvan hier enkele
sumiere notities werden ge
maakt
HENK EGBERS
SUSKE
EN WISKE
rLm...lmbih..Desr..De voy
pitjes..Memel.,good!
De hopjes verpletterd. De ribben
stuk pdruhUe litten volbloed..
M tort toch pen mens $et
'dmheb-
Vie enden ?Een vo$el-
venpr.he.Miserwt
l'jn netten vendoor p-
pen toen hij ons Np
Tmhomen