POKO EN DE DIEF VAN BERGDORP De heks die een goede mooie toverfee was Een wapen-raadse 12 3 4 5 EENGEZINS WONING JOSEPHINE O JOSEPHINE LUKE LUCKY de daltons op vrije voeten SUSKE EN WISKE twee toffe totems 20 Gescli. heer, 30 jr, geen kind, m. zelfst. pos., zs.k.m. meisje of j.vr., kind g. bezw., geloof of huidski. niet van belang, moet wel eerlijk en vooruit strevend zijn. Br. m. foto o.e.r. Brieven onder $o. RK 017153 C. Heer, 61 jr., Ned. herv., zoekt kennismaking met vrouw van 50 a 60 jaar. Om de eenzaam heid op te lossen. Ben in bezit van auto. Brieven onder num mer GK 010915 C. Weduwnaar gezond, 67 ^aar mooie woning te Etten-Beur, wil kennismaken met dame of weduwe voor aanspraak. Br. ond. no. EK 029336 C. landbouw Te Roop Shetland veulen, half jaar merrie, tel. 01140-2343. Diversen Nieuw lucratief produkt voor vrije assurantieagenten-verte» genwoordigers. Geen sparen en-of beleggen. O.V.M. Wilhel» minapark 33a, Tilburg. 04250» 30156. Kalkoenschieting, om 60 kal koenen, op staande wip, op zondag 11 oktober, bij café Sport te St.-Jansteen. Aanvang 2 uur. Schieting bij H. Claessens te Lamswaarde. Op zondag 11 oktober, aanvang half 3. Het Bestuur. Schieting bij de wed. Leeraert, Zandberg. 11 oktober, op 2 wippen. Inleg f 2,75. Terug f 2,-. Aanvang 14.30 uur. Het Bestuur. Grote schieting op zaterdag 10 oktober bij P. Leeraert-Nijs, Hulst. Begin 3 uur. Schieting zondag 11 okt. café De Rooien Oedt, Stationsstr. 1, Sas van Gent. Inleg 75 fr. Terug 60 fr. Gratis 300 fr. Vooruit 3600 fr. Begin 3 uur. Schieting op zondag 11 oktober bij C. de Kindt, Kapellebrug, aanvang 3 uur. Schieting op zondag 11 okto ber bij A. Menheere, Noord straat Aanvang 3 uur, op 2 wippen. Grote binnenschieting op zon dag 11 oktober bij R. de Vil der, Hulst. Op 2 wippen, aan vang 3 uur. TE HUUR GEVRAAGD: Voor een onzer medewer kers zoeken wij in de di- rekte omgeving van Etten- Leur een LONGYEAR NEDERLAND N.V. Nijverheidsweg 47, ETTEN-LEUR Tel. 01608-4250. DE STEM VAN ZATERDAG 10 OKTOBER 1970 UJ I Er was eens, nog niet zo lang geleden, een kabouter die Poko 'heette. Hij was een kabouterman netje net als alle anderen. Poko was ongeveer zo groot als een 'hand, hij droeg een lichtbruin jasje, een groene broek en aan zijn voetjes een paar bruine punt schoenen. Natuurlijk ontbrak ook 'bij Poko een baard niet. Poko woonde heel alleen in zijn huisje in een groot bos. Hij vond het niet leuk om altijd alleen te zijn, en daarom besloot hij op een goede dag door kabouterland te gaan reizen. En zo vertrok hij met een rugzak, waar in al zijn spulletjes zaten, op zijn rug, en een wandelstok, die hij gemaakt had van «en twijgje, in de hand. „Dag huis, tot ziens", zei hij, toen hij de deur achter zich dicht deed. Hij sloot het tuinhek en zei: „Dag tuin, dag bloemen". Zo liet Poko zijn huis en tuin achter om een reis te maken door kabouterland. Al lopend door de bossen dacht Poko: „Misschien beleef ik ook nog wel een avontuur, en als ik dapper ben in een gevaarlijk avontuur, dan word ik erg beroemd. Ik zie het al in de kranten staan: Poko de dapperste kabouter van ons land". Hij liep maar te fantaseren, die Poko. Opeens zag Poko iemand op hem afkomen; het was een kabouterman netje dat heel erg hard liep. Als Poko niet opzij was gesprongen, dan had de andere kabouter hem beslist omver gelopen. „Hela, wat moet dat? Kan je niet uitkijken?", zei Poko toen de hard loper stilstond. „Wie ben jc en waar om heb je zo'n haast?" „Ik ben Sprinter en ik kom uit Bergdorp. De burgemeester van ons dorp heeft mij gevraagd of ik iemand wil gaan halen die ons dorp kan hel pen. En nu wil ik naar Blauwdorp, misschien is daar wel iemand", ratel de de kabouter die zich Sprinter noemde. „Als je mij nu vertelt, wat er ge beurd is, dan zal ik jullie helpen", be loofde Poko. En terwijl Poko en Sprinter door het bos naar Bergdorp liepen, ver telde Sprinter dat er de laatste tijd zoveel werd gestolen. Nu zocht de burgemeester iemand die de dief kon opsporen. Degene die de dief zou kun nen pakken kreeg 100 eikels belo ning. De twee kabouters, die ondertussen dikke vriendjes waren geworden, wa ren in het dorp aangekomen. Poko en Sprinter gingen direct naar het stad huis waar de burgemeester a] op hen wachtte. „Waarde vreemdeling", zei de burgemeester, „indien gij de dief kunt arresteren, wacht u een belo ning groot 100 eikels". „Ik zal mijn best doen, burgemeester", zei Poko beleefd. Toen de twee mannetjes het stad huis hadden verlaten, tiet Sprinter Poko het dorp zien. Bergdorp was een dorpje dat op een heuvel gebouwd was. De huisjes van het dorp waren in een kring gebouwd rond het marktplein. Midden op dat plein stond een waterput. „Nu zal ik je eens vertellen, wat ik van plan ben", zei Poko nadat ze het dorp hadden bekeken. Sprinter ging op de rand van de put zitten en luis terde naar Poko, die vertelde dat hij die nacht op de uitkijk ging staan in Sprinters huisje. Als de dief dan uit het huisje kwam waar hij wat gesto len had dan zouden ze hem zo kun nen pakken. „Dan kan hij ook niet zeggen dat hij liet niet gedaan heeft, want wij hebben het gezien", besloot Poko zijn verhaal. Sprinter was heel blij met dat goe de idee. Poko had dorst gekregen van het praten; daarom wilde hij wat drinken van het water uit de put. Maar Sprinter vertelde dat er in de put geen water meer was. De nieuwe put stond buiten het dorp. Sprinter nodigde Poko uit om bij hem een glaasje beukenootjeslimonade te drin ken; dan was het niet nodig om bui ten het dorp om water te gaan. v Al pratend en al drinkend ging de tijd voorbij totdat het uur was geko men om op de uitkijk te gaan staan. De hele nacht gebeurde er niets, maar tegen de morgen, het was nog niet helemaal licht, zagen ze het deur tje van Kluskabouters huisje open gaan, en het mannetje sloop naar het huis van de schoenmaker. Vol span ning keken zij naar de dief die onge veer een half uur bij de schoenmaker binnen bleef. Plots ging de deur weer open en de Klus-Diefkabouter kwam naar buiten met een pak onder zijn arm. Poko wilde direct op de dief af gaan, maar Sprinter zei: „Wacht nog even Poko, want de veldwachter heeft alle huisjes onder zocht en geen enkele kabouter had de gestolen spullen in huis. Ik wil weten waar hij dat pak laat". Goed dat ze nog even gewacht had den. De dief liep naar de put en liet het pak erin verdwijnen. Toen het mannetje daarmee klaar was, wilde hij weggaan, maar onze vriendjes waren hem te snel af. Voor dat Klus het wist lag hij met touwen gebonden Op het plein. Omdat het al volop licht was, wa ren de ander kabouters ook wakker geworden en kwamen op het lawaai af dat Klus maakte. De burgemeester die er ook was, zei tegen de dief: „Vertel nu alles eens eerlijk, Klus". „Ach, burgemeester, ik had geen geld meer en toen dacht ik, als ik nu van alle kabouters wat steel en het wat later terugbreng, krijg ik van ieder misschien een beloning. Ik be waarde het zolang in de put op het plein. Ik heb het echt niet gedaan om te plagen. Moet ik nu in dg ge vangenis?" De kabouters hadden zo'n mede lijden met Klus, dat hij niet in de gevangenis moest als hij het noojt meer zou doen. De kabouters kregen hun spullen terug en Poko gaf Klus de beloning van 100 eikels, want hij had toch geld genoeg. Daarna nam Poko afscheid van Sprinter en hij ging op zoek naar nieuw avontuur. K. BOUTER Er was eens een heks, die omgeto verd was. Ze was in werkelijkheid een goede toverfee. Maar dat wisten de mensen in het dorp niet. Die heks heette Roeperach. Ze kon goed tove ren. Als je haar huisje binnenkwam, zag je niks anders dan potjes en pan netjes. Op een goede dag werd er op haar deur geklopt. De heks deed open en zag een kabouter staan. Ze schreeuw de: „Wat mot je hier? Scheer je weg!" Maar het kaboutertje trok zich niets van die woedende heks aam Hij zei: „O heks, als je weer een goede toverfee wilt zijn, dan moet je om vijf uur op de open plek in het bos zijn," En meteen rende het kabouter tje weg. De heks dacht bij zichzelf dat ze toch best weer een goede toverfee wilde worden. En dus ging ze om vijf uur naar de open plek in het bos. Toen ze daar aankwam, waren er al veel dieren, die met elkaar praat ten. De heks kwam aanstappen. En toen zag ze dat één kaboutertje iets deed. Hij zei: „Roe ra ragebol". En ineens was de heks geen heks meer. Ze was een mooie goede toverfee ge worden. En sinds die dag heeft ze geen boze dingen meer gedaan, maar iedereen geholpen met haar goede to verkunsten. Eline Ossewaarde, Breda •IC Peter Hoondert, 9 jaar, Heikenszand. De vijf mannen die jullie hier zien hebben allemaal wapens. Ze die wapens zijn echter door elkaar geraakt. Kunnen jullie iedere man zijn eigen wapen geven? 'PIBEAVZ U33 )J33'.[ J3A0J33Z 3p 'U3.§3p U33 JJ33I( jaijaqsmu 3p Tfrqplujs uaa jjsaq uccipui op 'Sooq ua [fid U33 jj33q pooH «nqoa iioojstd U33 )j33q AoqUQj ap :ONISS01<IO i A I A'-AAffi' - l x-x-x-x x-x*x*xv. >i vX*. -x wS „>;-VwW xxx.vXv. li "ii&X De oproep die EVA enkele weken geleden plaatste voor een onderzoek naar enige aspecten van de woning nood heeft een lawine van reacties opgeleverd. Twee aspecten vielen op: de woningnood heeft zich voor namelijk geconcentreerd in de grote steden van de randstad, met name Amsterdam, en heeft bijna uitslui tend betrekking op huizen in de „goedkopere" klasse. Weliswaar open deuren maar daar kan natuur lijk niet genoeg doorheen gekeken worden. Een typerend detail van het EVA - onderzoek was het feit dat bij vele reacties het dringende verzoek werd gedaan niet over te gaan tot publicatie van naam of adres, omdat anders de tegenwoor dige hoofdbewoner of huisbaas zijn huurders wel eens onaangenaam kon treffen. EVA schrijft in een be geleidend commentaar: „In duide lijke taal betekent dit dat er een aantal ploerten in dit land profiteert van de toch al niet geringe ellende van de amperbehuisden. Dat mensen die vaak met zes of meer personen op één kamer moeten leven, slapen, en koken, dusdanig onder druk worden gezet dat ze hun mond niet meer open durven doen. En omdat ze behoren tot de laagst betaalden rest er weinig anders dan zwijgen. Een schandelijker en vernederende vertoning is niet goed denkbaar". Schril tegenover deze reportage staan het ontstelde aantal adver - in EVA over woninginrichting, ta pijten, luxe-keukens etc. De derde aflevering van de serie „De zeven lioodzonden van het huwelijk" handelt over de manager ziekte, de meest eigentijdse vijand van het huwelijk. „Managerziekte is een ziekte die niet alleen bij grote zakenlieden en top-function a- rissen voorkomt. De bouwvakker die er 's avonds nog een extra centje bijverdient loopt evenzeer kans onder zware psychologische druk te komen", schrijft EVA en illustreert dat men met een aantal korte interviews. Het derde hoofditem van EVA is een gesprek met het filmduo Pim de la Parra en Wim Verstappen. Een luchtig verhaaltje dat niet ver- tot het weergeven van de mening van de schrijvers, zonder commen taar. Het verschil tussen Belgen en Nederlanders wordt voor de zoveel ste keer beschreven, nu op een beetje cleane manier door Emile Buysse. De ene kant: „De strenge winkelsluiting zoals in Nederland is in België ondenkbaar. Er is wel een wet van 1960 die zegt dat de mid denstander één dag per week zijn zaak moet sluiten, maar welke dag moet hij zelf weten. Er zijn winkels die nooit gesloten zijn. De Belgen menen dat er wetten zijn om tussen de mazen door te kruipen. In de grond van de zaak vinden ze dat ze zelf willen bepalen hoe vrij ze zijn." De andere kant: „België is een land van kasseien, bergen frieten, zeeën bier en stijfgesloten gordijnen, voor de ramen." KINDERBOEKEN"^ zegt schrijf ster Miep Diekman in een nieuwe LIBELLErubriek. „zijn ook voor ouders belangrijk. Want een schrijv er weet antwoorden op vragen waar een kind vaak zwijgend mee rond loopt.'Tn de eerste aflevering be spreekt Miep Diekman „Ik wou dat ik anders was" van Paul Biegel. Irene, de prinses, waarover een uitgebreide reportage samen met man en kind, zegt in Libelie; „Wij zijn de koning te rijk". Wat zij ver der zegt is nogal onbelangrijk, maar er zullen wel genoeg mensen zijn die smullen van de foto's. Veel mooier vinden wij de fotoreportage van de herfst haast een verzoening met het druilseizoen. Werkelijk prachtige foto's laten zien dat de herfst helemaalniet zo naar geestig hoeft te zijn als iedereen zegt. Nu is het natuurlijk wel zo dat je bij het kijken naar een foto geen kou en wind voelt. Dé rest van het blad wordt gevuld met vaste rubrieken en adverten ties. DE ingezonden brievenrubriek van PRINSES wordt bijna hele - maal gevuld met brieven van leze ressen die vinden dat Prinses niet aan het secularisatieproces mee moet doen, dat Dolle Mina en Roel van Duin buiten de redactiekolom- meti moeten blijven en dat de taak van Prinses is de Nederlandse Chri stenvrouw te wijzen op Gods woord. Commentaar PRINSES: „Wij menen dat de christen vanuit zijn achter grond een gedegen oordeel kan heb ben over alles wat hem meestal on gevraagd wordt voorgeschoteld Denk aan tijdschriften, dagbladen, televisie. Wij menen ook dat het on christelijk zou zijn de andersden kenden buiten onze kolommen te houden. Meningen die van belang zijn geven wij onbecommentarieerd weer". Het (Scandinavische) Rode Boek je voor scholieren heeft nu ook Prinses gehaald. (Zie ook de rubriek van Corneiis Verhoeven in de krant van vandaag). Prinses bepaalt zich MARGRIET heeft een spelletje uitgevonden voor volkomen a-crea tieve, zich vervelende moeders. In een rondje staan een stelletje op - drachten die volbracht moeten worden wanneer een draaiend handje erbij stil blijft staan. De op drachten zijn aardig, maar wanneer een vrouw daar zelf niet op kan komen zal zij ook niet in staat zijn ze uit te voeren. Enkele voorbeel den:" Bel tien vriendinnen op, or ganiseer een reünie met oude klas genootjes, bel de directrice van een bejaardentehuis en vraag naar de kamernummer van eenzame oud jes breng ze een bloemetje, schrijf een brief aan Margriet. Bedisseriger kan het niet. Veel lezenswaardig staat er deze week overigens niet in Margriet (behalve de Smurfen natuurlijk). Aardig is nog wel het verhaal over het St. Claraziekenhuis in Rotter dam. Een ziekenhuis met een grote hotelhal, een klein winkelcentrum en enorm veel vrijheid voor de pa tiënten. Volgens Margriet een ziekenhuis om je in thuis te voelen. Over de Klop op de deur wat oppervlakkige maar smeuige infor matie en verder weinig, heel weinig.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 21