Gokkende Nederlanders in Chaudfontaine: dagdromers met een kater toe ZATERDAGBIJLAGE VAN DE STEM/3 OKTOBER 1970. De Nederlanders staan in Europa bekend als gok lustige, maar te vens als voorzichtige spelers. Dat is ongeveer de enige, algemene ze kerheid die er omtrent het gokken van Neder landers is te geven. Wie keiharde cijfers, weten schappelijke conclusies en deskundige opmer kingen wil hebben, zal duizelen. Niet vanwege een lawine gegevens, maar door factoren als geheimzinnigheid, on deskundigheid, rivali teit, angst voor de wer kelijkheid, onwetend heid en concurrentie vervalsing, die allemaal een rol spelen bij het naar builen uitdragen van de wetenschap rond het gokken. Een uitste kende voedingsbodem voor geruchten dat de gokwereld ook in Ne derland wel stevig in handen van de onderwe reld en misschien zelfs wel van de Maffia zal zitten. De gegevens die wij de le zer zullen verstrekken moe ten in ieder geval niet als wetenschappelijk verant woord beschouwd worden, maar interessant zijn ze wel. De stichting Behendigheids spelen, waarvan de Bredase directeur Vreemdelingenver keer Gérard W. Sliepen voor zitter is, heeft „onderzoekin gen" laten doen; en in Den Haag zitten op dit gebied ook zeer actieve heren: de raad gevend ingenieur F. A. We ber, F. B. A. Prinsen ing. en prof. J. W. Cohen, die hun steentjes aan onze „ken nis" mede hebben bijgedra gen. Dat de Nederlanders goklus tig zijn, hebben de talloze so ciëteiten, verenigingen en stichtingen inmiddels wel be merkt getuige hun lopende band-produktie van quasi- behendigheidsspelen (roulex, 24-spel, optica, delphi, roco, saturne, lumex, enz.) Ze worden gebruikt ter op vulling van de tijdleemten na invallen die de politie met de regelmaat van de klok blijft doen in hun clan destiene casino's, waar ge woon roulette een hazard spel wordt gespeeld. In ons landje zijn er ruwweg ge schat 175 to' 200 in bedrijf. De politie heeft er al vele tientallen opgerold, maar dat schijnt de lucrativiteit niet te hinderen. Daarnaast worden al jaren lang tientallen miljoenen guldens per jaar in gokkas- len („een-armige bandie ten") gegooid. De meest be kende zijn de fruitautoma ten, Rotamint en de trekbal- kasten (bruto-opbrengst per kast per jaar 10.000 gemid deld). Alles wordt illegaal bespeeld als er geld wordt uitgekeerd, maar een knies oor die daar op let. De schattingen lopen uiteen, maar per jaar vergokken de Nederlanders zo om en nabij de 300 miljoen gulden! Hoof delijk omgeslagen (acht mil joen Nederlanders ouder dan 21 jaar) komt dat neer op gemiddeld veertig gulden I per persoon per jaar. Hier onder zijn begrepen uitgaven aan de voetbal- en paarden- totalisator, staatsloterij, de Duitse en Belgische lotto's, lal van loterijen in binnen- en buitenland, kettingbrie- ven („Zweedse" en „Ameri door HANS KOENEN Terwijl in die vroege herfstavond in een deftig Haags huis niet minder dan 24 goklustigen bij een on verhoedse inval van de politie werden gearres teerd omdat ze een kans je hadden gewaagd aan de in Nederland verbo den roulettetafel, wier pen in het Belgische Chaudfontaine enkele tientallen Nederlanders volslagen legaal hun fi ches op het groene la ken. Ook in het hart van Europa kent men nog steeds zijn grenzen. De vloedgolf van Nederlandse sexboetieks mo ge dan te pletter slaan op de puriteinse Belgische wetge ving, gokken mag wel bij on ze zuiderburen. En daarom rijden dagelijks Nederlandse bussen en taxi's naar Bel gische casino's waar avond aan avond het bloedserieuze vlooienspel d"r amateur-fi nanciers verspeeld wordt. Een van die casino's staat in Chaudfontaine, een wat protserige aan de Vesdre ge legen nederzetting achter de bijkeuken van het Luikse waar de luchtjes van de in dustrie net niet meer door dringen. Natuurlijk zijn er de verlichte fonteinen en aan ruime pleinen gebouwde laat- keizerlijke hotels. En natuur lijk staat er het in grijs grauw doch schoon pleister werk opgetrokken casino, 't Paradijs der dagdromers als je binnenkomt, maar even zeer de gladde producent van onverbiddelijke katers als je weer naar buiten loopt. De draaideur is nog func tioneel, doch de belendende in operettepak gestoken por tier is volslagen overbodig. Hij vervult een uiterst trieste functie die maar enkele ke ren wat glans krijgt wanneer hij wat mee mag eten uit de ruif van het maar zelden toe slaande gok-geluk. Achter de ze randfiguur van het Casi noleven bevindt zich een rui me hal van een onvoorstel bare smakeloosheid. In dit voorgeborgte, dat nog zonder entreeprijs te betreden is, houdt zich niemand op. Er is immers niets te halen, je kunt er alleen je jas afge ven, een bezigheid die zich alleen beperkt tot winterse dagen en die waren die avond nog op verre afstand, de garderobedame keek dan ook met gelaten blik de lege hal in, met naast haar rond 27 uitgelezen tijdschriften vol klatergoud. Een keurig gekleed heer vraagt dan of er iets van on ze dienst is. Jawel, we willen nacr binnen, naar de heilige hallen van de roulette. Dat kost je dan 25 Belgische franken waarvoor je, na het plechtig overleggen van je naspoort een rood kaartje krijgt hetgeen in vluchtig handschrift bevestigt dat je voor die ene avond „mem- bre effectief" geworden ben van de „Club Privé du Kur saal de Chaudfontaine'.' Een hele eer die verplichtingen oplegt hetgeen door een Vlaamse toevoeging op het entreebewijs geaccentueerd wordt: „deze kaart is streng persoonlijk, indien zij aan anderen geleend wordt zal zij zonder verdere pleegvor men ingetrokken worden". En dan het walhalla zelf. Het barst van de pluche, die de zachte doch versleten ba sis is van quasi deftigheid. Van Monte Carlo tot Chaud fontaine blijken de lampekap- pen dezelfde te zijn, wellicht een late, heimelijke creatie van Louis Couperus. Voor de huisvrouw zijn het onover winnelijke stofnesten, voor 't tv-publiek evenveel herken ningen van sfeertjes uit de kreetje onverwijld absobeert. MOT Want het moet natuurlijk netjes, het spelen in Chaud fontaine is een gemeentelijke aangelegenheid. Midden aan tafel drie zit een verschrompeld vrouw tje van onbestemde leeftijd met fonkelende oogjes naar het groene laken te kijken. Haar donkerbruine 20 fran- ken-fiche ligt op d!e kruising van vier nummers. Doch het eigenzinnige roulette-ballet je springt vanuit de steile Forsythe Saga en aanver wante familiedrama's. Maar toch, een aangeklede zaal die ieder boven de traditionele zwijgzaamheid uitkomende wand precies in een die ron de ongevraagd nummer, het geen de verveelde croupiers wel harken doch geen enkele fooi oplevert. Er wordt die avond veel gefluisterd. In Nederlands, Frans, Duits, Engels, Maas trichts en Kerkraads. Vele tientallen bezoekers uit het van gokken verstoken Neder land. Sommigen van hen zijn voorzien van in vlammend TMIM1 maxi gehulde praalpoezen die spinnend wat kleine gok jes mogen wagen van voor zichzelf veel vrijgeverige middelbaren. Het haalt alle maal niets uit. Op die ene uitzondering van die avond na. Een grij zende heer legde zijn vier kante duizend frankenfiche midden in het vakje negen tien. En laat nou dat balletje Juist. De heer maakte in die ene gelukzalige minuut van die duizend franken zes endertigduizend franken in clusief. Hetgeen, ten onrech te heel wat spelers naar ta fel zeven lokte. Een suppoost gekleed in het uniform van direkteur van een tweede rangs circus kijkt bij dit alles wat schichtig toe. Hij laat zich een bekentenis ontval len: een slechte avond. Een slechte avond dus. Met niettemin enkele honder den spelers, wan wie slechts een enkeling gebruikt maakt van de mogelijkheid tegen 15 franken aan een fris pilsje te nippen. Het wisselgeld wordt in fiches uitbetaald. Want ge speeld moet er worden. Gok ken is geen kijkspel. Een moegegokte Limburger speelt het spelletje van het in Nederland nog immer voor gehouden taboe waar het de roulette betreft, volop mee. „Neeh, noem in godsnaam mijn naam niet", een mooie woordspeling. „Inderdaad, ik kom hier vaak. Ik ga ook naar Bad Neuenahr en naar Spa. Overal zie je dezelfde gezichten". En ook hij beves tigt het onverwoestbare ver haal dat er ergens in de mijn streek een middenstander v/oont die kapitalen aan het gokken verdiend zou hebben. „Het moet in de tonnen lo pen, maar of het waar is, ik weet het niet". En dan ver dwijnt hij weer tussen het bonte spelersvolkje. Over dat hele gokken hangt nog steeds een waas van geheimzinnigheid. Ie mand die speelt wordt nage wezen, hoewel de meesten 't doen als tijdverdrijf dat slechts weinig geld vraagt. Een enkeling, die die avond niets beters te doen weet, gooit wat ruimer bemeten fiches op het tafellaken. En hier en daar zitten gepensio neerden in het geniep syste men uit te werken die altijd winst garanderen. En inder daad komt het voor dat be jaarde ambtenaren hun pensioen jaar op jaar met een tot anderhalf procent aan de speeltafel weten op te vij- delen. En maar zelden wordt het laatste evangelie der be rooide speler voorgelezen waarin staat dat de direktie van het casino altijd het spoorkaartje naar huis be taalt. Niemand zal zeggen dat dat waar is. De laatste uithaal op het entreebewijs is dan ook eerder bedoeld bij te dragen aan dat wonderlij ke imago der speelcasino's dan dat er veel administra tief houvast mee wordt ge geven: „in geen geval en on der geen enkel voorwendsel worden er door de directie geldleningen gedaan of voor schotten gegeven". De Casi- no-direktie gokt zelf niet mee. Ze weet wel beter. VALKENBURG ZAND- VOORT Wie in Neder land maar enigszins be trokken is bij het toerisme heeft een uitgesproken me ning over het toelaten van kansspelen: „Doen en zo snel mogelijk". Over nuan ces wordt nog getwist, maar roulette e.d. moeten er komen, vinden zij. We hebben een aantal me ningen bijeen gebracht van personen die allemaal op een bepaalde manier bjj het gokken betrokken zijn: door PIM BAANDERS G. L. W. Sliepen, voorzitter stichting Behendigheidsspe len: „De regering wil geen trammelant om de roulette. De wezenlijke tegenstanders zitten in de rechter vleugels van de confessionele partij en. In 1911 is de roulette of ficieel afgewezen. De bepa lingen van toen zij nu niet steekhoudend meer. Uit een opiniepeiling is gebleken dat 75 procent van de bevolking er geen bezwaren tegen heeft. Bij een nieuwe rege ring gaat de roulette niet meer onder tafel!" De mening van N. W. Bou- wes, hotelmagnaat te Zand- voort: „Striptease wordt overal getolereerd. Het is de hypocrisie van deze regering dat over casino's gezegd wordt: ,Nee dat is ethisch niet verantwoord'." P. W. Heggen, directeur pro vinciale VVV Limburg, lid van van toezicht stichting Behendigheidsspelen: „Spel is een interessant element in het toeristisch pakket. We blijven ijveren voor de invoe ring van roulette. In af wachting daarvan behelpen we ons zolang met kansauto maten, al hebben die mis schien aan attractie inge boet". Daartegenover staat de me ning van ir. F. A. Weber, raadgevend ingenieur te Den Haag en gokdeskundige: „Op de omzet van horecabedrij ven zal het speelbankbezoek een zeer geringe invloed heb ben. De spelers gaan naar de speelbanken om hun hob by te beoefenen. Het zien en gezien worden is sinds ja ren passé". W. van Geleuken, voorzitter Haagse Kamer van Koop handel, ziet het weer anders: „Zolang de roulette in Ne derland verboden is, zou Scheveningen toch van dit spel kunnen profiteren door een „rouletteschip" te char teren dat vanuit de bad plaats korte vaarten maakt". A. J. Sandfort, directeur V VV Valkenburg: „De ge meente heeft twee kastelen aangekocht, in één ervan zou ook een casino kunnen wor den ingericht. Zo vlak bij de grens voelen wij dat de ca sino's belangrijke toeristi sche trekpleisters zijn". J. P. de Regt, directeur pro vinciale VVV Zeeland: „We hebben al enige jaren speel- arrangementen vanuit Vlis- singen naar de Belgische kust. Er worden speciale tochten voor gemaakt. Vlis- singen zou zelf een casino moeten hebben". Prof. dr. ir. H. C. J. H. Ge- lissen, voorzitter algemeen bestuur A N V V, zei vorig jaar nog: „Ik betwijfel of het eventueel invoeren van rou lette in Nederland de bad plaatsen zoveel aantrekkelij ker za] maken". Ir. Weber nogmaals: „Op 't ogenblik verdwijnt de op brengst van al die automa ten en speelholen in de zak ken van soms minder scrupu leuze mensen". C. J. Buijs, beroepsgokker te Rotterdam; „De stichting Behendigheidsspelen is een goksyndicaat. De stichting geniet de protectie van de wet die even erg is als de „bescherming" die onderwe reldfiguren in Amerika aan gokautomaten geven". Drs. L. van Son, staatsse cretaris van Economische Zaken (toerisme) te Den Haag, tenslotte: „Het kabi net vindt het op dit ogen blik niet opportuun met ca sino's te komen. Maar casi no's zijn niet meer te stuiten in Nederland". kaanse roulette"), de uitga ven in de speelholen, aan kans- en trekbalautomaten en óók de beursspeculaties. Geschat wordt dat de Neder landers in buitenlandse speelzalen aan de loterijen en lotto's in het buitenland 40 tot 45 miljoen gulden uit geven (dertig procent van de Belgische casinobezoekers bestaat uit Nederlanders ruim 200.000 per jaar die een slordige 15 tot 20 mil joen achter de harken van de croupiers (moeten) laten). De gokjes in de duivensport en talrijke cafégokjes en dergelijke hebben we hierbij buiten beschouwing gelaten. Het doet bijna vermakelijk aan dat na de dreigende cir- Utrecht en in de grote ste den goed marcherende speel banken. Een karakteristiek van de roulettespelers zegt dat ze ouder dan 25 a 30 jaar zijn en voornamelijk in kringen van de (handeldrijvende) middenstand, nijverheid en handel voorkomen; ook ge pensioneerden (alleenstaan den en oudere dames) laten zich vaak zien in de speel zaal. Uit de meest èn minst- welvarende kringen vertoont bijna niemand zich in de ca sino's. Nederland telt ver moedelijk circa 50.000 regel matige roulettegokkers; mensen die meer dan tien of vijftien keer per jaar een speelbank bezoeken. Ir. Weber heeft uitgerekend, dat als er in Nederland ca sino's zullen komen, ze teza men op niet meer dan 700.000 bezoekers per jaar moeten rekenen, waarvan er hooguit 100.000 uit het buitenland zullen komen. Ingewijden zijn het nog niet eens over het aantal speelbanken dat in Nederland bestaansrecht heeft. De heer N. W. Bou- wes, hotelrragnaat te Zand- voort noemt het getal van drie, de heer Sliepen vijf en de Horecaf ziet plaats voor vier a vijf. Opmerkelijk ge noeg verwachten ze bij ver schillende aantallen alle maal dezelfde netto jaarop brengst: vijftien miljoen gul den; te vergeven aan de V V V's, het Nationaal Bureau voor Toerisme en de toeris tische infrastructuur. Binnen de EEG is Neder land het enige land zonder roulette. Van de twintig W. Europese landen blijkt de helft wel en de helft geen speelbanken te kennen. Span je en Zwitserland bijvoor beeld ook niet en Parijs heeft ook geen officiële speel bank). West-Duitsland telt er dertien en België zelfs acht, die samen iets minder dan 40 miljoen bruto per jaar in het laatje brengen. Overzien we het totaal dan lijkt niet onomstotelijk vast te staan dat de toekomst van het toerisme in Nederland slechts nog doof de komst van casino's verzekerd kan worden, zoals in deze krin gen wordt beweerd. sten en uitbetalingen zijn be lastingvrij. Over de „uitkeringspercen tages" wordt verschillend geoordeeld. Er kan op dit punt door eigenaars en café bazen bij het leven worden geknoeid. Gemiddeld keren de gokkaster. 65 tot 80 pro cent uit. Ter vergelijking: de staatsloterij keert (volgens ir. Weber) 66-8 procent uit; culaire van de ministers van Justitie en Binnenlandse Za ken, waarin werd aangedron gen op zo'n strak mogelijke handhaving van de regels dat spelautomaten krachtens de wet op de kansspelen ge woonlijk verboden zijn, op de Nederlandse markt een nieu we „eenarmige bandiet" is geïntroduceerd en normaal wordt toegelaten. Verdien de Duitse lotto 50, de voet balpool 45 en de grote lande lijke loterijen 15 procent. Terug naar de roulette die hier zo welig tiert. Op tal van plaatsen draaien (of draaiden) in Oost-Brabant (Liempde, Best, Budel, Nue- nen, Aalst, Veghel, Oirschot) in Loosdrecht (zes „sociëtei ten"), in de provincie

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 25