7 vrq uit markerwaard is geen ongewenst kind Nee Niet wakker Cent fooi Ruimte Rechtvaardig Typiste Generatie ltnDAGBIJLAGE VAN DE STEM/19 SEPTEMBER 1970 it rdtdeTSin i,b.v.: (VAM), ;erkstroom-of SMECOMA); (CCV), -.water* en ioniseerde ft N A if J* fc. wn-- W* ;:*JL Dit is de haven buurt van Marken, waar het leven zijn gewone gang gaat, al weet ledereen dat Marken zinkt... Van Marken hangen kilozware gewichten j 'oor HENNY GROOTVELD arken zinkt. Het is alsof er kilo's aan het ifc eiland voor Monnic- indam hangen. Neder- id moet deze prijs beta lt voor zijn nieuwe pol- i. Zij hebben het peil ffl het grondwater in de- omgeving verlaagd, isardoor de grond in- linkt, het ogenblik laat de der Zuiderzeewerken Verzoeken hoe snel Mar- zakt. Volgend jaar hoopt 'Mmgemieur-direeteur ir. Klasema meer te weten '(r de daling. „Want", zegt i' „We kunnen dit eiland Senwoordig niet meer la- verdrinken. Vroeger was niet erg, omdat de hui- !E op palen stonden. De arkers klommen dan bij H water de trap op en ze tal droog. Maar inmiddels m er ook huizen op het taiveld gebouwd en niet' op des". Jfet de uitkomst van het iderzoek staat o£ valt de ™mst van het voormali- Zuiderzee-eiland. De in- "derwoede van de Neder- "ders heeft de Marker- lard op de kaart al voort bracht, een nieuw stuk van 56.000 ha waarvan land meer dan dertig Jt zwanger gaat. De beval- '5 is omstreeks 1980 te ver- lehten. Tenminste, als de enst der Zuiderzeewerken nrhjks genoeg geld krijgt. "at ogenblik wordt er aan !,erste dijken gewerkt. '1 Enkhuizen en bij Leby- aa. positie van Marken in Markerwaard is in dis- le- De grote vraag is: Marken geheel aan Ja komen te grenzen of is heter het eiland van "'e Boes rondom in Water te laten Uggen? 't •i'mtieve antwoord kan nog üegevei, worden. Ir. Kla- ®a verklaart: „Als het ei- veel zakt, is het verre- de goedkoopste metho- het helemaal bij de erwaard 'e voegen. Dan en we niet zoveel kilo- ers dijk te verhogen. Het uiterste is dat je ken volledig in het water li Sgen. Dat betekent dat htjken flink omhoog ten. Want het staat als s i.'">?markerwaard wil» V;#\- 50.000 hi S hrki Paal boven water dat en tegenover het water a Reinere veiligheid heeft de rest" van Nederland voorzie dat er voor een tussenoplossing zal worden gekozen: Het toekomstige Marken zal niet helemaal in het water liggen en evenmin volledig in de polder". Op Marken ligt de bevol king 's nachts niet wakker van deze onzekere toekomst. Daar draait het leven van alle dag gewoon door. De meeste mannen werken aan de wal. In Amsterdam of in fabrieken boven 't IJ. Ande ren varen met een sleepboot voor Zuiderzeewerken. En de rest zo'n tien procent van de bevolking houdt zich bezig met toerisme. Het zijn meest ouderen- Ze zijn te vinden op de Havendijk. Bij de souvenirwinkeltjes en de commercieél blinkende huisjes. Wie daar vraagt of de Markerwaard en spookbeeld is, krijgt een haastig ant woord. Een oud vrouwtje in klederdracht, dat als een at lete toesnelt op groepjes buitenlanders, zegt met een grijns: „De Markerwaard? Och meneer, als die er is, dan zijn wij allemaal dood". Meer tijd heeft de 80-jari- ge Dirk de Waard, rustend visser. Dirk kent de mentaliteit op het eiland. De Markers ma ken zich niet dik om die Markerwaard. „We denken wel dat het goed is, als er water ->m Marken blijft. Dat hoor je ook van de mensen die hier met hun plezierboten komen. Ons kan het weinig schelen. Wij zijn oud. Maar volgens mij zit er veel meer achter. Amsterdam wil ook wel dat Marken Marken blijft. Voor de toeristen be grijp je". Dirk nipt aan zijn oude klare. Vanuit een cafeetje kijkt hij op de haven. „We hebben hier een vloot van 200 botters gehad", vertelt hij. „Nu is er niet één meer. De laatste botter staat in het Zuiderzeemuseum in Enk- huisen. Het gaat allemaal voorbij. Ook met die kleder dracht. De jongeren trekken die kleren niet meer aan. Alleen 's winters zie je ze er nog wel eens mee. Onze kle derdracht zit warm". In het andere café op de Havendijl: krijgt de bezoeker nauwelijks kans om met Markers te praten over de Markerwaard. Alleen een schilder wil wel even luiste ren. Hij heeft sympathie voor de voortuitgang en ziet daarom de Markerwaard niet als een ondeTgang. „We heb ben nu ook jaren een dijk met het vasteland. Daarvan heeft Marken enorm geprofi teerd. Je bent niet meer af hankelijk van een veerpont die met ijsgang niet naar de wal kan varen". Zijn volgende woorden worden onverstaanbaar door plotseling geschater van de kastelein. Een Spanjaard heeft hem één cent fooi ge geven. Het koperen munt stuk wordt met gestrekte arm omhoog gehouden. Het is alsof het om de grap van het jaar gaat. Niemand rea geert zo uitbundig als de man achter de tap, die ten slotte met een Amsterdams accent naar de verbaasde Spanjaarden roept: „We zul len 'm in het collectebusje voor de reddingsboten depo neren". Burgemeester B. G. van Hout (53) merkt tot zijn ver bazing al jaren dat de Mar kerwaard de Markers koud laat. Het gemeentebestuur denkt daar echter anders over. Zijn standpunt komt erop neer dat het eiland (1870 inwoners) groter moet worden, omdat anders de bouw van nieuwe huizen het oorspronkelijk karakteur van de buurten zal aantas ten. „Maar we gaan als raad niet voorbij aan de andere belangen zoals recreatie en drinkwatervoorziening", zegt hij. „En we claimen niet domweg gebiedsuitbreiding. We hebben meer grond no dig om de sanering en re habilitatie van de oude ker nen goed tot htm recht te laten komen. We hebben een restauratieplan, waarvan de uitvoering miljoenen gaat kosten. Monumentenzorg verleent ons veel medewer king, omdat Marken gezien wordt als een nationaal en internationaal bezit". De burgemeester gelooft niet dat de tweede luchtha ven van Nederland waar voor 's lands planologen een plaatsje zoeken, bij hem naast de deur komt. Zijn re actie is wel voorzichtig. „Ik dacht dat die hele kwestie raag zwevende is. Maar zo'n vliegveld heb ik hier liever niet. Ik meen gehoord te heb ben dat het tweede Schiphol in Brabant komt. Dat vind ik, eerlijk gezegd, ver genoeg weg". Ir. Klasema van de dienst Zuiderzeewerken noemt de plaatsing van een tweede Schiphol in de Markerwaard niet onmogelijk. „Er is se rieus over gedacht en ge schreven. Maar als zoiets gaat gebeuren, zouden we er nu al rekening mee moeten houden. Het kan best, hoe wel het extramoeiilijkheden geeft met die slappe kleila gen. In 1980 zou de Marker waard kunnen droogvallen en tien jaar later kan er dan een luchthaven liggen. De regering zou snel moeten be sluiten, want de tijd gaat snel. We zouden nu al moei lijkheden hebben om bijvoor beeld startbanen in de pol der van Lelystad te situe ren". De planologen vinden de Markerwaard zeker geen "ongewenst kind". Misschien is de vruchtbare landbouw grond die er gewonnen wordt, wat overbodig. Maar om de ruimte zitten we te springen. Ir. Klasema heeft nog een belangrijk argument om de Zuiderzeewerken te voltooien met de droogleg ging van de Markerwaard. „Watersportmensen kunnen wel vinden dat het water er moet blijven, maar ze ver geten dat alle Zuiderzeewer ken bij elkaar horen. Als je de Markerwaard niet inpol dert, bouw je een huis zon der dak. Dat is zomers fijn, maar in de winter geeft het moeilijkheden. Je kunt niet ongestraft een deel van de Zuiderzeewerken niet uit voeren. Technisch is natuur lijk alles mogelijk, maar dat gaat enorm veel geld kosten. En ik vraag me af of de re gering dat ervoor over heeft". Nederland is al vanaf 1200 aan het inpolderen. Zal de Markerwaard de laatste nieuwe polder zijn? Ir. Kla sema: „Ik geloof zeker dat er een einde aan komt. Een waddenzee-commissie is nu aan het bekijken of we nog verder moeten gaan. Van haar uitspraak hangt al les af. Maar ik verwacht geen project meer als de Zuiderzeewerken. We willen tegenwoordig graag wat wa ter overhouden". Als de Markerwaard in 1980 droog valt en daarna ontsloten en ontwaterd is, heeft Nederland er volgens globale schattingen van dit ogenblik een bedrag van on geveer 650 miljoen in gesto ken. „Dat geld is niet in het water gegooid", vindt ir. Klasema. „Je kunt die pol der overal voor gebruiken. Tot het jaar 2000 moeten in de polder tussen de 250.000 en 500.000 mensen worden ondergebracht en verder in dustrie, havenuitbreiding, recreatie. We willen de pol ders een speciale sfeer geven. Een sfeer van in de stad wonen en toch ook bui ten". Voor het gemak heeft hij het tweede Schiphol maar even vergeten. Een vrouw die dominee wordt Interview met juffrouw E.E. Ebling die doorbreekt in de Gereformeerde Kerk/door JACQUES LEVIJ meer adviseuse. U niet hoeveel ik in mijn latere werk heb gehad aan het feit dat ik 'gewoon op heb gezeten'. Later evangeliste, in En- in Eindhoven. Ze in ambtelijk werk. Bracht mensen tot de gere formeerde kerk, veel jonge ren. 'Maar als die dan hun belijdenis deden, mocht ik de dienst niiet leiden. Dat was bij ons werk van ambtsdra gers, mannen dus. Dat wek te bevreemding. Kinderen B ONDAG 11 OKTOBER wordt een eenzaam B i hoogtepunt in het drukke leven van de 48-ja- rige theologie kandidate E. E. Ebling. Ze wordt dan bevestigd als predikante van de gereformeerde kerk in Scharnegoutum. De eerste vrouw in de historie van de Nederlandse Gereformeerde Kerk die zelfstandig tot het ambt wordt geroepen. Men kan rustig aannemen dat de ogen van heel gereformeerd Nederland daarom die zondag, en nog lang daarna, gericht zullen zijn op dat kleine Friese dorp onder de rook van Sneek. Omdat een grote meerderheid van de ongeveer 500 lidmaten tellende gemeente de moed heeft gehad te beslissen dat hun dominee een vrouw zou zijn. De eerste in heel ons land in hun geloofsgemeenschap, nadat de Synode in 1967 besloot het ambt in de kerk, dus ook dat van diaken en ouderling, toegankelijk te maken voor vrouwen. Zelf praat zij erover met schroom. Eigenlijk wil ze er geen ruchtbaarheid aain ge ven. „Ik weet dat het bij ons hier en daar echt nog niet makkelijk ligt. Een traditie van eeuwen, gebaseerd op 'n eerbiedwaardige interpreta tie van de Schrift die nu van uit deze tijd wordt benaderd, kan niet plotseling in de har ten van iedereen veranderd worden. Ik ben zilelsverheugd over dat synodale besluit. Maar ik besef ook dat velen tijd nodig hebben om die verandering te kunnen aan vaarden. We moeten mild zijn, begrip hebben. Dat is toch de belangrijkste opgave van iemand die geroepen is een gemeente voor te gaan'. Een saherpzómmige vrouw, vol humor, belezen en door haar jarenlange arbeid in en voor de gereformeerde kerk, ze was onder andere evange liste, ook vervuld van de ge dachte dat die kerk in de wereld een grote roeping heeft. 'Ik ben bij dat onze kerk besloot de vrouw ook het pas sief kiesrecht te geven. Dat was een daad van rechtvaar digheid. In onze kerk heeft die vrouw altijd meegewerkt. Vrouwen verrichtten en doen dat nog bergen werk op het niveau van de met- ambtsdragers. Ook steeds meer wierk diat duidelijk door ambtsdragers zou moeten worden gedaan. Daardoor is er een botsing ontstaan tus sen werk, opdracht en funk- tie. Ik behoor tot de oudere generatie vrouwen in onze kerk die theologie hebben ge studeerd Vrije Universi teit Amsterdam en die dat deden in de vaste overtui ging dat zij nooit het ambt zouden kunnen gaan vervul len. Dat ik predikante word, vervuilt een verlangen dat ik steeds heel stil heb gekoes terd, maar waarvan ik nooit heb gedacht dat het voor mij nog eens vervuld zou wor den. Met die rechtvaardig heid bedoel ik dat het feit dat vrouwen bij ons geen ambt konden krijgen niet langer eerlijk was. Dat krampachtig vasthouden aan wat bij ons in brede kring als achterhaald werd beschouwd, deed de kerk schade. Een kerk, ook onze kerk, werkt in de wereld en in die wereld krijgen vrou wen overal haar plaats. Daarvoor kan een kerk de ogen niet sluiten. Weet u, wat mij al jaren zoveel ver driet doet? Dat de kerk, ook onze kerk, niet voorop loopt om te strijden voor verande ringen, ook op maatschappe lijk gebied, die zo zonneklaar noodzakelijk zijn. Ook terwil- le van de rechtvaardigheid.' Toen ze in 1946 als studente tehologie de VU een gere formeerde veste vol traditie binnntrad, was dat niets minder dan een sensatie. De mannelijke studenten van de faculteit hebben erover ver gaderd wat ze met 'het ge val' aan moesten. Ze lacht hartelijk als ze over die si tuatie vertelt. beuren. Heb volmondig ja gezegd. Toen ik hoorde dat er eigenlijk nauwelijks te genstanders waren. Wel on- wennigen. Maar dat is vat anders'. In de vakantietijd heeft zij kennis gemaakt met haar toekomstige gemeenteleden. Dat was een belevenis op zich. 'Normaal komen er en kele tientallen mensen, ver tegenwoordigers van organi saties en groepen. Nou, bij mij was de zaal vol, ondanks de vakantie. Daarvan ben ik wel onder de indruk geko men. Ook van die oude heer, 86 jaar, die mij eerlijk zei het er niet mee eens te zijn dat een vrouw beroepen was, maar die ook vertelde dat het wel zou wennen en dat hij zich natuurlijk neerlegde bij het besluit van de meer derheid van de gemeente. Zo'n man is toch verrukke lijk.' Ze is haar pastorie gaan bekijken. ,Acht kamers, U weet wel, zo'n typische ou derwetse dorpspastorie. Ga al die kamers, heel sober maar bemeubelen. Ik kan niet tegen lege kamers. Al leen wonen zal wel moeilijk zijn. In Eindhoven wonen mijn zuis en iik samen. Ook voor haar een hele moeilijke scheiding. Fijn, dat de Gro ningse universiteit dichtbij bij ons over vele zaken veel meer openheid moeten ko men. Ik vind, en met mij vele jongeren, dat kerk en politiek met elkaar te maken hebben. De kerk, ook de on ze heeft bijvoorbeeld te lang de arbeiders buiben la ten staan. Figuurlijk, bedoel ilk diat. Ik wil dat onze vrou wen ook politiek geïnteres seerd worden. Wij moeten af en toe af van het hiërarcha- le en patriarchale kultuurpa- trocm, van de opvatting dat de vrouw kinderen moet krij gen en een gezin moet ver zorgen, en niets anders mag doen. De jonge vrouwen, ook in onze kerk, willen mee doen, met alles. En de vrou wen zullen zelf haar aarze ling om mee te doen, ook iin het ambt, moeiten overwin nen. Kerk en maatschappij zijn niet alleen aangelegen heden die slechts mannen aangaan. Het kerkelijke le ven en de kerkelijke struk- tuur zijn nog mannelijk be paald. Dat komt ook, omdat de vrouwen huiverig zijn mee te doen. Ze vrezen dat ze struktuur eh leven in de kerk niet kunnen ombouwen. Ik meen dat dat best kan, en met mij menen nog heel wat jongere vrouwen dat*. 'Ik heb die felheid niet' zegt juf frouw Ebling. 'Maar iik ben Toen ze afgestudeerd was, kreeg ze in de kerk geen ar beid. Ze werd typiste op een katholieke 'roomse' zegt ze zelf kerkelijke uitgeve rij. 'Mijn baas was een pa ter, fijne man. Ik bleef typis te, maar werd eigenlijk mocht ik niet dopen. Ik heb daar echt wel verdriet over gehad. Ach, zo langzamer hand gingen ook oudere ge meenteleden het allemaal nogal gewrongen vinden. Ik, en vrouwelijke collega's, kregen steed n meer verzoe ken om te komen preken. Maar voorgaan bij het bre ken van het brood op de avondmaalsbediening was voor ons uitgesloten. Tot aan het besluit van de synode.' Ze preekte een keer in Scharnegoutum. Werd er weer uitgenodigd. De ouder ling die haar er de eerste keer heen haalde, heeft later bekend er slapeloze nachten over gehad te hebben 'Ik was er verantwoordelijk voor. Als het eens zou zijn misgelopen. Voor het eerst een vrouw op onze preek stoel'Het liep niet mis De gemeente werd gepolst Een verbluffend grote meer derheid was ervoor juffrouw Ebling te vragen, of zij een beroep /an dc gemeente zou aanvaarden. Dus werd ze weer voor een preekbeurt uitgenodigd. 'Ik voelde toen wel dat er iets stond te ge- is. Studiemateriaal genoeg dus'. Ze ziet op tegen de in trede en bevestiging. De col lega's van de classis Sneek predikantenkring gerefor meerde kerk, hebben haar open en eerlijk ontvangen Haar alle steun beloofd. De hervormde collega uit het dorp ook. Als haar kerk op die zondag te vol gaat wor den, gaat hij zijn kerk af staan. Via een ringleiding kan dan toch iedereen de dienst bijwonen. Zij vertegenwoordigt de generatie die de tijd zijn werk wil laten doen, ook nee, juist in de gerefor meerde kerk. Maar ze weel dat jongere vrouwen in die kerk er anders over denken Daarom vroeg ze haar colle ga, theologie doctorandus M C. Boom (34), 'bij het ge sprek te zijn'. 'Ja, ik zie on ze kerk gewoon in een wat ander licht. Dat is een gene- ratieverschil. Met de toela ting van vrouwen in het ambt zijn we er niet. Er zal ouder, had me neergelegd bij dat uitgesloten zijn. Ik wil niet zo hard lopen. De situatie in de Roomse kerk bewijst dat heel wat mensen die haast niet kunnen bijbe nen. Maar ook die mensen horen er toch bij. Gun ze de tijd! Dat is christelijk en menselijk. Ik heb eerbied Voor de aarzelaars, de twij felaars, de gefrustreerden'. Drs. Boon glimlacht, veert op. 'Ik ook, als dat 'tegen' ziin oprecht is. Maar in kerk en maatschappij zijn mij te- vee] mensen gewoon tegen alles. Tegen vernieuwing, tegen de nieuwe theologie, tegen de vernieuwing van >ns kerkelijk leven, tegen de nieuwe psalmberijming. Ze zijn ook tegen alles wat liet poogt de struktuur van de wereld te laten zoals die nu eenmaal is. De goedgegeven orde. Maar ze bedoelen dan dat die door mensen ge maakte orde, voor hen niet ongunstig, im stand gehouden moet worden. Nu ik ben te gen die mentaliteit". JACQUES LEVIJ

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 21